18 JUNI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de samenstelling en de werking van de Beheerscommissie en de vertegenwoordiging van het Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics"

Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/01/2003 pub. 26/02/2003 numac 2003035259 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van een Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics" sluiten betreffende de oprichting van een Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics", artikel 6, § 2 vervangen bij het decreet van 9 oktober 2020 en artikel 12.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 23 april 2021. - De Raad van State heeft advies 69 350/3 gegeven op 2 juni 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder EVFH: het Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics", opgericht bij artikel 2 van het decreet van 31 januari 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 31/01/2003 pub. 26/02/2003 numac 2003035259 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de oprichting van een Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics" sluiten betreffende de oprichting van een Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics".

Art. 2.De Beheerscommissie wordt samengesteld uit de volgende leden: 1° de leidend ambtenaar van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, vermeld in artikel 28, § 1, van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie.Die leidend ambtenaar is ambtshalve de voorzitter; 2° het afdelingshoofd van de afdeling Waterbouwkundig Laboratorium;3° de financieel verantwoordelijke van het EVFH.

Art. 3.§ 1. De leden van de Beheerscommissie, vermeld in artikel 2, nemen van rechtswege hun mandaat op zonder verder benoemingsbesluit. § 2. Hun mandaat eindigt van rechtswege als die leden hun respectievelijke functies, vermeld in artikel 2, neerleggen of de uitoefening van die functie onderbreken. In dat geval kan de Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, voorzien in hun tijdelijke vervanging.

Art. 4.§ 1. Het EVFH wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de Beheerscommissie voor alle aangelegenheden die bij decreet of besluit aan de Beheerscommissie zijn toegewezen. § 2. De voorzitter kan evenwel beslissen over alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk bij decreet of besluit aan de Beheerscommissie zijn toegewezen.

De voorzitter is ertoe gemachtigd om op treden namens de Beheerscommissie, en in het bijzonder om alle akten en overeenkomsten te ondertekenen die het EVFH verbinden.

De voorzitter is ertoe gemachtigd om zonder formaliteit te beslissen over het instellen van rechtsvorderingen en over het treffen van alle maatregelen tot bewaring van recht in de meest ruime zin van het woord, in en buiten gerechtelijke procedures.

De voorzitter doet tijdens de eerstvolgende vergadering van de Beheerscommissie uitvoerig verslag over de ondertekende akten, de ingestelde rechtsvorderingen en de getroffen maatregelen.

Art. 5.De Beheerscommissie stelt een huishoudelijk reglement vast.

Art. 6.De zetel van het EVFH is gevestigd in Antwerpen-Borgerhout, aan de Berchemlei 115.

Art. 7.Het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/07/2003 pub. 09/09/2003 numac 2003035993 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de nadere regelen betreffende het beheer, de werking en de boekhouding van het Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics" sluiten tot vaststelling van de nadere regelen betreffende het beheer, de werking en de boekhouding van het Eigen Vermogen "Flanders Hydraulics", gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, wordt opgeheven.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de waterinfrastructuur en het waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 18 juni 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS