10 FEBRUARI 1998. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen

De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen, inzonderheid op de artikelen 4, en 7;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 24 oktober 1997;

Gelet op het advies van de praktijkcommissie van het Vlaams Instituut voor het Zelfstandig Ondernemen, gegeven op 13 oktober 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 november 1997;

Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 9 december 1997, betreffende de aanvraag om advies binnen één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 januari 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaams minister van Economie, KMO, Landbouw en Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 20 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1996 betreffende de leertijd, bedoeld bij het decreet van 23 januari 1991 betreffende de vorming en de begeleiding van de zelfstandigen en de kleine en middelgrote ondernemingen wordt 2° vervangen door wat volgt : « 2° behoudens de vrijstelling de theoretische vorming te volgen en deel te nemen aan de overgangsexamen en aan het eindexamen van de leertijd; »

Art. 2.In artikel 24 van hetzelfde besluit wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1 - Samen met de leersecretaris moet het ondernemingshoofd-opleider erover waken dat de leerling nauwgezet het takenboekje waarvan sprake in artikel 8, § 2, 4° bijhoudt en behoudens vrijstelling overeenkomstig de artikelen 65 en 66 van dit besluit, de theoretische vorming volgt en aan alle overgangsexamens en het eindexamen deelneemt. »

Art. 3.In artikel 65 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid van § 1 vervangen door wat volgt : « Niet-leerplichtigen kunnen tijdens het derde opleidingsjaar worden vrijgesteld van lesvolging van de maatschappijgerichte vorming of van een of meerdere onderdelen hiervan. »

Art. 4.In artikel 66 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt de zin « Zij kunnen nooit vrijgesteld zijn van het eindexemen.» geschrapt; 2° een § 1bis wordt ingevoegd, luidend als volgt : « 1bis.De leerlingen die tijdens het derde jaar vrijgesteld zijn van lesvolging van de maatschappijgerichte vorming of van één of meerdere onderdelen hiervan zijn tegelijkertijd vrijgesteld van het overeenstemmende eindexamen. »

Art. 5.In artikel 92 van hetzelfde besluit wordt § 2 vervangen door wat volgt : « § 2. Overeenkomstig artikel 66, § 1bis zijn de leerlingen en de niet-leerplictigen die tijdens het derde opleidingsjaar vrijgesteld zijn van lesvolging van de maatschappijgerichte vorming of van een of meerdere onderdelen hiervan, tegelijkertijd vrijgesteld van het overeenstemmende eindexamen. »

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 semptember 1998.

Art. 7.De Vlaamse minister bevoegd voor de middenstandsopleiding is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 februari 1998.

De minister-president van de Vlaamse regering, L. VANDEN BRANDE De Vlaamse minister van Economie, KMO, Landbouw en Media, E. VAN ROMPUY