Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 10 december 1999
gepubliceerd op 02 februari 2000

Besluit van de Vlaamse regering tot overschrijvingen tussen vastleggingsmachtigingen van de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden voor het begrotingsjaar 1999

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035022
pub.
02/02/2000
prom.
10/12/1999
ELI
eli/besluit/1999/12/10/2000035022/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 DECEMBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot overschrijvingen tussen vastleggingsmachtigingen van de begroting van het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden voor het begrotingsjaar 1999


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 februari 1994, gewijzigd op 16 maart 1999, inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden;

Gelet op het decreet van 19 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999, gewijzigd door het decreet van 18 mei 1999, in het bijzonder artikel 44, § 2;

Gelet op het decreet van 18 mei 1999 houdende aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1999;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 9 december 1999;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden (VIPA) wordt ertoe gemachtigd om in zijn begroting voor het jaar 1999 volgende overschrijvingen tussen vastleggingsmachtigingen door te voeren : 1° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 00.01 van hoofdstuk 4 voor de werkingskredieten wordt verhoogd met 600 000 BEF; 2° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.06 van hoofdstuk 5 voor het Centrum voor Opleiding en Vervolmaking van de Kaderleden te Overijse (C.O.V.K.) wordt verhoogd met 150 000 BEF; 3° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.08 van hoofdstuk 5 voor de wijkgezondheidscentra wordt verminderd met 4 850 000 BEF; 4° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg wordt verminderd met 20 200 000 BEF; 5° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.07 van hoofdstuk 5 voor de preventieve gezondheidszorg wordt verhoogd met 150 000 BEF; 6° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor ouderenvoorzieningen wordt verminderd met 550 000 000 BEF; 7° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.02 van hoofdstuk 5 voor de ziekenhuizen wordt verhoogd met 584 150 000 BEF; 8° de vastleggingsmachtiging ten laste van artikel 01.05 van hoofdstuk 5 voor de gemeenschapsinstellingen wordt verminderd met 10 000 000 BEF.

Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor Welzijn en Gezondheid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 10 december 1999.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. M. VOGELS

^