gepubliceerd op 05 november 1997
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wat de presentiegelden voor de raad van beroep en de functioneringsevaluatie betreft
9 SEPTEMBER 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wat de presentiegelden voor de raad van beroep en de functioneringsevaluatie betreft
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 23 december 1993, 7 december 1994, 8 december 1994, 1 juni 1995, 12 juni 1995, 14 mei 1996, 20 juni 1996, 26 juni 1996, 19 december 1996, 14 januari 1997, 4 februari 1997, 11 maart 1997, 21 mei 1997 en 24 juni 1997;
Gelet op het advies van het college van secretarissen-generaal van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 20 december 1996;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 26 februari 1997;
Gelet op het protocol nr. 74.177 van 29 april 1997 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 3 juni 1997, betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen één maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 juli 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel II 20, § 1, eerste lid van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 wordt vervangen als volgt : « Aan de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de kamers in de raad van beroep wordt een presentiegeld van 4 000 frank (aan 100 %) per zitting van een halve dag toegekend. Dit bedrag wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel XIII 23. ».
Art. 2.Artikel VIII 8, § 2 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 1995 wordt vervangen als volgt : « § 2. De functioneringsevaluatie is verplicht voor elke ambtenaar die tijdens het evaluatiejaar minimum drie maanden in actieve dienst is geweest. ».
Art. 3.Aan artikel VIII 15 van hetzelfde statuut wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Het voeren van evaluatiegesprekken en het schrijven van evaluatieverslagen tijdens het eerste kwartaal van een jaar worden beschouwd als activiteiten van het voorbije evaluatiejaar. ».
Art. 4.In artikel VIII 28, § 1, tweede lid van hetzelfde statuut worden de woorden "voor kennisneming" vervangen door de woorden « voor kennisneming en ontvangst ».
Art. 5.Artikel XII 7, § 2 van hetzelfde statuut wordt vervangen als volgt : « § 2. De afdanking wegens beroepsongeschiktheid wordt ambtshalve ondertekend door de benoemende overheid. ».
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997.
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 september 1997.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, L. VAN DEN BOSSCHE