9 NOVEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van de rundveefokkerij

De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 20 juni 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren, inzonderheid op artikel 1, 2° en 5°, en op artikel 2, tweede lid;

Gelet op de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1971 betreffende de verbetering van het rundveeras, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 maart 1974, 9 december 1992, 13 juli 2001 en 12 november 2001 en de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 april 2006 en 16 maart 2007;

Gelet op het ministerieel besluit van 27 februari 1991 betreffende de verbetering van het rundveeras, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 28 januari 1992, 11 maart 1993, 20 januari 1994, 30 mei 1994, 21 december 2001, 19 mei 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 maart 1991 tot oprichting van een Genetische Commissie voor de melkproductiegeschiktheid bij runderen, gewijzigd bij ministerieel besluit van 19 mei 2006;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juni 1993 betreffende de registratie en de inschrijving in het stamboek van uit kunstmatige inseminatie en embryotransplantatie geboren kalveren, gewijzigd bij ministerieel besluit van 19 mei 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 augustus 2007;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 16 mei 2007 bekrachtigd door de Interministeriële Conferentie voor het Landbouwbeleid op 27 juli 2007;

Gelet op advies 43.690/3 van de Raad van State, gegeven op 30 oktober 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid;2° de afdeling : de bevoegde entiteit van het Departement Landbouw en Visserij;3° een stamboek : elke informatiedrager waarin runderen, inbegrepen buffels, van een bepaald ras met hun zoötechnische gegevens worden opgenomen, bijgehouden door een vereniging of organisatie van rundveefokkers die erkend is in overeenstemming met Beschikking 84/247/EEG of die erkend is in een derde land in overeenstemming met Richtlijn 94/28/EEG;4° een verkoper van sperma, eicellen of embryo's : een spermacentrum, een spermaopslagcentrum of een spermaverdeelcentrum dat erkend is ter uitvoering van het koninklijk besluit van 9 december 1992 betreffende veterinairrechtelijke en zoötechnische voorwaarden aangaande de productie, de behandeling, de bewaring, het gebruik, het intracommunautair handelsverkeer en de invoer van rundersperma, het laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 januari 2006. HOOFDSTUK II. - De erkenning van verenigingen en organisaties van rundveefokkers

Art. 2.Elke vereniging of organisatie van rundveefokkers die een stamboek bijhoudt, moet daarvoor erkend zijn in overeenstemming met de bepalingen van dit besluit.

De minister wordt belast met de verlening van de erkenning.

Art. 3.§ 1. Om een erkenning te kunnen krijgen als vermeld in artikel 2, moet een vereniging of organisatie van rundveefokkers voldoen aan al de volgende voorwaarden : 1° een aanvraag tot erkenning richten aan de minister met vermelding van de naam van het ras en de gebruikte afkorting ervan;2° haar maatschappelijke zetel hebben in het Vlaamse Gewest;3° wat de rechtspersoonlijkheid betreft : a) als vereniging van rundveefokkers opgericht zijn in de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk;b) als organisatie van rundveefokkers opgericht zijn in de vorm van een coöperatieve vennootschap met sociaal doel;4° beschikken over statuten waarin : a) normen en criteria opgenomen zijn om de toetreding van de leden, respectievelijk de vennoten, te regelen;b) de bevoegdheid van het orgaan dat moet oordelen over de toetreding van de leden, respectievelijk de vennoten, voor dat aspect beperkt wordt tot het verifiëren of aan de normen en criteria voor toetreding wordt voldaan;c) bepaald is dat alle bestuurders lid, respectievelijk vennoot, zijn;d) bepaald is dat bij ontbinding het voorstel tot bestemming van het stamboek en van het resterende patrimonium vooraf ter goedkeuring aan de minister wordt voorgelegd;5° beschikken over voorschriften betreffende : a) de kenmerken van het ras;b) het identificatiesysteem;c) de indeling van het stamboek;d) het registratiesysteem van de afstamming in overeenstemming met de regels van de referentie-instantie, vermeld in bijlage II;e) de doelstellingen op fokgebied;f) de te verzamelen zoötechnische kenmerken en prestaties;g) het systeem voor de benutting van de gegevens over de zoötechnische kenmerken en prestaties;6° kunnen aantonen dat ze : a) doeltreffend functioneert;b) in staat is de voor het bijhouden van de afstamming vereiste controles uit te voeren;c) voldoende dieren omvat om haar programma tot verbetering van het ras uit te voeren of de instandhouding van het ras te kunnen garanderen;d) in staat is om de gegevens over de zoötechnische prestaties te benutten die voor de uitvoering van het programma tot verbetering of instandhouding van het ras nodig zijn;7° beschikken over een huishoudelijk reglement dat in overeenstemming met haar statuten is goedgekeurd en dat in het bijzonder de bepaling bevat dat tussen de leden, respectievelijk de vennoten, niet mag worden gediscrimineerd. Als de vereniging of organisatie van rundveefokkers een aanvraag indient voor het bijhouden van het stamboek van meer dan één ras, moet voor elk ras apart de informatie, vermeld in het eerste lid, 1°, 5° en 6°, vermeld worden in het aanvraagdossier.

Als een vereniging of organisatie van rundveefokkers, erkend voor het bijhouden van het stamboek van een of meer rassen, het stamboek wil bijhouden van nog een ander ras, hoeft ze enkel de informatie, vermeld in het eerste lid, 1°, 5° en 6°, op te nemen in het aanvraagdossier. § 2. De minister kan een erkenning verlenen voor het bijhouden van een stamboek voor een te vormen ras aan een vereniging of organisatie van rundveefokkers voor zover ze : 1° voldoet aan de voorwaarden, vermeld in § 1;2° bij het aanvraagdossier de lijst voegt van de rassen die ze toelaat om dat ras te vormen;3° in het aanvraagdossier de duur van het vormingsproces vermeldt. § 3. De minister kan een tijdelijke erkenning verlenen aan een vereniging of organisatie van rundveefokkers voor het bijhouden van een stamboek. In elk geval moet de vereniging of organisatie daarbij voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 1, eerste lid, 1° tot en met 4°, § 1, eerste lid, 5°, a) tot en met e), § 1, eerste lid, 6°, a) tot en met c), en § 1, eerste lid, 7°.

Een tijdelijke erkenning kan worden toegestaan voor een periode die de minister vaststelt maar die maximaal vijf jaar bedraagt. Ze wordt eenmalig toegekend en is niet verlengbaar. Om na afloop ervan een erkenning te verkrijgen, moet die vereniging of organisatie van rundveefokkers een nieuwe aanvraag indienen zoals vermeld in § 1, eerste lid, 1°, en aantonen dat zij voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in § 1. § 4. De minister kan de erkenning voor het bijhouden van een stamboek weigeren indien voor het ras, vermeld in de aanvraag, al een vereniging of organisatie van rundveefokkers is erkend in overeenstemming met dit besluit en indien de nieuwe erkenning de instandhouding van dat ras of de uitvoering van het zoötechnische programma van dat ras in gevaar brengt. § 5. Om haar erkenning voor het bijhouden van een stamboek te behouden, moet een vereniging of organisatie van rundveefokkers : 1° voortdurend voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 1, eerste lid, 2° tot 7°;2° alle voorschriften waarvan sprake in dit besluit verzamelen in een gecoördineerd technisch reglement dat bij elke wijziging aan de afdeling ter goedkeuring wordt voorgelegd;3° jaarlijks, binnen vier maanden na het afsluiten van haar werkingsjaar, aan de afdeling : a) een activiteitsverslag van het voorbije werkingsjaar voorleggen;b) aantonen dat zij voldaan heeft aan de verplichtingen die voortvloeien uit de gekozen rechtspersoonsvorm. Om haar tijdelijke erkenning te behouden, moet een vereniging of organisatie van rundveefokkers : 1° voortdurend voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 3, eerste lid.2° voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 2° tot en met 3°;

Art. 4.De erkenning van een vereniging of organisatie van rundveefokkers voor het bijhouden van een stamboek kan worden ingetrokken nadat uit de controle van de afdeling gebleken is dat de betreffende vereniging of organisatie van rundveefokkers niet langer voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 3.

De minister wordt belast met de intrekking van de erkenning.

Bij de intrekking van de erkenning moet de vereniging of organisatie van rundveefokkers het stamboek van dat ras overdragen aan een andere erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers of, bij ontstentenis ervan, aan de VZW Vlaams Fokkerijcentrum. De minister kan de erkende vereniging of de organisatie die of het centrum dat die gegevens zal ontvangen, aanwijzen. Hij bepaalt in voorkomend geval de voorwaarden van de gegevensoverdracht.

Art. 5.De minister stelt de Europese Commissie in kennis van de verleende, de geweigerde en de ingetrokken erkenningen. HOOFDSTUK III. - Het opnemen van runderen in een stamboek

Art. 6.§ 1. Een erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers kan beslissen om een stamboek in te delen. Als een stamboek wordt ingedeeld, bestaat het uit een hoofdafdeling en een aanvullende afdeling. Elke afdeling kan worden opgedeeld in klassen volgens de eigenschappen van de runderen van dat ras.

Een stamboek dat niet ingedeeld is, bestaat uit slechts één afdeling die beschouwd wordt als de hoofdafdeling. § 2. In de hoofdafdeling van het stamboek worden enkel runderen opgenomen die voldoen aan al de volgende voorwaarden : 1° afstammen van ouders en grootouders die ook in een stamboek van dat ras zijn opgenomen;2° bij de geboorte volgens de voorschriften van dat stamboek geïdentificeerd zijn;3° een afstamming hebben die in overeenstemming met de voorschriften van dat stamboek is vastgesteld. De runderen die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, worden beschouwd als raszuivere fokrunderen. § 3. In de aanvullende afdeling van het stamboek kunnen runderen worden opgenomen die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 2, als ze : 1° volgens de voorschriften van dat stamboek geïdentificeerd zijn;2° aan de fenotypische eisen voldoen;3° in overeenstemming met de voorschriften van dat stamboek een minimumaantal prestaties leveren. De runderen die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, worden beschouwd als fokrunderen. § 4. Een rund waarvan de moeder en de moedersmoeder in de aanvullende afdeling van het stamboek, vermeld in § 3, opgenomen zijn en waarvan de vader en de twee grootvaders in de hoofdafdeling van datzelfde stamboek opgenomen zijn, wordt opgenomen in de hoofdafdeling van dat stamboek. § 5. De erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers moet de voorschriften, vermeld in § 2, eerste lid, 2° en 3°, § 3, eerste lid, 1° en 3°, en de fenotypische eisen, vermeld in § 3, eerste lid, 2°, nader omschrijven in een technisch reglement.

Art. 7.Een vereniging of organisatie van rundveefokkers die erkend is voor het bijhouden van een stamboek voor een te vormen ras, neemt in de hoofdafdeling van dat stamboek runderen op die voldoen aan een van de volgende voorwaarden : 1° afstammen van ouders en grootouders die in een stamboek opgenomen zijn van een ras als vermeld in artikel 3, § 2, 2°;2° afstammen van ouders die in het stamboek van het te vormen ras opgenomen werden;3° afstammen van een ouder die voldoet aan de voorwaarde, vermeld in 1°, en een ouder die voldoet aan de voorwaarde, vermeld in 2°. De dieren, vermeld in het eerste lid, 1°, worden in het stamboek opgenomen met vermelding van het stamboek en het stamboeknummer waarin ze bij de geboorte opgenomen werden.

Enkel de dieren die opgenomen zijn in de hoofdafdeling van het stamboek van het te vormen ras, worden beschouwd als raszuivere fokrunderen van dat te vormen ras.

Art. 8.Op verzoek van de eigenaar van een raszuiver fokrund, of van sperma, eicellen of embryo's ervan, moet een erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers, voor zover ze een stamboek bijhoudt voor dat ras en voor zover het fokrund opgenomen is in een stamboek en dat bewezen kan worden door de voorlegging van een stamboekcertificaat, dat fokrund opnemen in haar stamboek met vermelding van alle gegevens van het stamboekcertificaat. HOOFDSTUK IV. - Het uitvoeren van prestatieonderzoeken en het berekenen en beoordelen van de fokwaarde

Art. 9.§ 1. De erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers bepaalt voor welke kenmerken ze prestatieonderzoeken organiseert en voor welke kenmerken ze een fokwaardeschatting berekent of de fokwaarde beoordeelt.

Als internationaal voor een ras fokwaardeschattingen berekend worden, als vermeld in Beschikking 2006/427/EG, moet de vereniging of organisatie die erkend is voor het bijhouden van het stamboek van dat ras, verplicht deelnemen aan die internationale berekening van de fokwaardeschattingen. § 2. De erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers moet, voor elk prestatieonderzoek dat ze organiseert, voor elke fokwaardeschatting die ze berekent en voor elke fokwaarde die ze beoordeelt : 1° een methode kiezen in overeenstemming met de bepalingen in Beschikking 2006/427/EG;2° die methode uitvoeren volgens de voorschriften die opgelegd zijn door de internationale referentie-instanties, vermeld in bijlage I en II;3° alle elementen van die methode uitschrijven in een technisch reglement. § 3. De erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers moet, voor zover de betrouwbaarheid ervan voldoende hoog is, de door haar berekende fokwaardeschattingen en de beoordeelde fokwaarden voor iedereen toegankelijk maken. Ze stelt de toegangsprocedure vast en neemt ze op in een technisch reglement. HOOFDSTUK V. - Het toelaten van runderen tot voortplanting

Art. 10.§ 1. Een erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers kan de toelating tot voortplanting niet belemmeren, beperken of verbieden van : 1° raszuivere vrouwelijke fokrunderen, of eicellen ervan;2° raszuivere mannelijke fokrunderen voor zover ze uitsluitend natuurlijk dekken;3° embryo's die afkomstig zijn van raszuivere fokrunderen. § 2. Een erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers kan de toelating tot voortplanting via kunstmatige inseminatie van raszuivere mannelijke fokrunderen, of het gebruik van hun sperma, niet belemmeren, beperken of verbieden als die dieren aan een van de volgende voorwaarden voldoen : 1° een prestatieonderzoek hebben ondergaan en over een fokwaardeschatting of fokwaardebeoordeling beschikken in overeenstemming met artikel 9;2° door een andere erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers zijn toegelaten tot de kunstmatige inseminatie op basis van tests als vermeld in Beschikking 2006/427/EG, en geïdentificeerd zijn door middel van een analyse van de bloedgroep of testresultaten die gelijkwaardige wetenschappelijke garanties bieden met betrekking tot de genetische identiteit van het dier. Voor raszuivere mannelijke fokrunderen die niet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, kan de minister de toelating tot de voortplanting, of het gebruik van hun sperma, beperken tot de hoeveelheden die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de prestatieonderzoeken en de beoordeling van de fokwaarde. HOOFDSTUK VI. - Het opmaken en uitreiken van stamboekcertificaten voor raszuivere fokrunderen

Art. 11.§ 1. Een stamboekcertificaat is een document dat exclusief betrekking heeft op een raszuiver fokrund, of op sperma, eicellen of embryo's ervan. Het wordt afgeleverd door de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die het rund heeft opgenomen in het stamboek. § 2. Een stamboekcertificaat bevat minstens de volgende gegevens : 1° het opschrift « Stamboekcertificaat, afgegeven in overeenstemming met Beschikking 2005/379/EG van de Commissie voor het intracommunautaire handelsverkeer »;2° de naam van de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die het stamboekcertificaat aflevert;3° de naam van het stamboek;4° de naam van het ras;5° het geslacht;6° het stamboeknummer;7° de datum van afgifte van het certificaat;8° de identificatiemethode;9° het identificatienummer in overeenstemming met Verordening (EG) 1760/2000;10° de geboortedatum;11° de naam en het adres van de fokker;12° de naam en het adres van de eigenaar;13° met betrekking tot de afstamming van : a) de vader : het stamboeknummer van de vader en van zijn vader en moeder;b) de moeder : het stamboeknummer van de moeder en van haar vader en moeder;14° alle beschikbare resultaten van prestatieonderzoeken en de meest recente beoordeling van de fokwaarde, alsook de genetische bijzonderheden en de genetische gebreken bij het dier zelf, bij zijn ouders en bij zijn grootouders;15° als het een drachtige koe betreft, de data van inseminatie of dekking en de identificatie van de betrokken stier;16° de naam en de titel van de ondertekenaar, de datum en de plaats van afgifte van het certificaat en de handtekening van de door de organisatie of vereniging van rundveefokkers, die het certificaat afgeeft, gemachtigde persoon. § 3. Voor sperma, eicellen en embryo's moet het stamboekcertificaat, vermeld in § 2, aangevuld worden met de volgende gegevens : 1° de bloedgroep of de testresultaten die gelijkwaardige wetenschappelijke garanties bieden met betrekking tot de afstamming van de donor, respectievelijk donoren;2° inlichtingen aan de hand waarvan het sperma, de eicellen of de embryo's kunnen worden geïdentificeerd, de datum van de winning, de identiteit van het centrum, verantwoordelijk voor de winning, en de identiteit van de centra die achtereenvolgens verantwoordelijk waren voor de opslag;3° voor sperma van raszuivere stieren zonder fokwaarde : de naam en het adres van de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die het prestatieonderzoek uitvoert.

Art. 12.De mededeling van de gegevens van het stamboekcertificaat in een ander document dan het document, vermeld in artikel 11, § 1, of elektronisch, wordt toegestaan als voldaan is aan de volgende voorwaarden : 1° als de mededeling voor een raszuiver fokrund : a) gebeurt door de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die het rund heeft opgenomen in het stamboek;b) voorzien werd van de clausule « Ondergetekende verklaart dat de gegevens vereist krachtens artikel 2 van Beschikking 2005/379/EG van de Commissie, in de bijgevoegde documenten zijn opgenomen.»; 2° als de mededeling voor sperma van een raszuiver fokrund : a) gebeurt door een van de volgende organisaties : 1) de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die de donor heeft opgenomen in het stamboek;2) het spermacentrum, erkend volgens de bepalingen van Richtlijn 88/407/EG, op basis van het stamboekcertificaat dat aan het spermacentrum bezorgd is door de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die de donor heeft opgenomen in het stamboek;3) het spermaopslagcentrum, erkend volgens de bepalingen van Richtlijn 88/407/EG, op basis van het stamboekcertificaat dat aan het spermacentrum bezorgd is door de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die de donor heeft opgenomen in haar stamboek en op basis van het document, vermeld in artikel 10, § 2, 2°, b), haar overgemaakt voor het sperma door een spermacentrum, erkend volgens de bepalingen van Richtlijn 88/407/EG;b) voorzien werd van de clausule « Ondergetekende verklaart dat de gegevens, vereist krachtens artikel 3 van Beschikking 2005/379/EG van de Commissie, in de bijgevoegde documenten zijn opgenomen.»; 3° als de mededeling voor eicellen van een raszuiver fokrund : a) gebeurt door de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die de donor heeft opgenomen in het stamboek;b) voorzien werd van de clausule : « Ondergetekende verklaart dat de gegevens, vereist krachtens artikel 4 van Beschikking 2005/379/EG van de Commissie, in de bijgevoegde documenten zijn opgenomen.»; 4° als de mededeling voor embryo's van een raszuiver fokrund : a) gebeurt door een van de volgende organisaties : 1) de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die de donor heeft opgenomen in het stamboek;2) het embryoteam, erkend volgens de bepalingen van Richtlijn 89/556/EEG, op basis van het stamboekcertificaat dat aan het embryoteam bezorgd is voor de donorkoe door de erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers die de donorkoe heeft opgenomen in het stamboek, en op basis van een document waarin diezelfde vereniging of organisatie de registratie van de inseminatie van de donorkoe met sperma van de donorstier attesteert;b) voorzien werd van de clausule « Ondergetekende verklaart dat de gegevens, vereist krachtens artikel 5 van Beschikking 2005/379/EG van de Commissie, in de bijgevoegde documenten zijn opgenomen.»

Art. 13.De erkende vereniging of organisatie van rundveefokkers moet, op verzoek van de eigenaar van een raszuiver fokrund, ingeschreven in het stamboek van die vereniging of organisatie, of van sperma, eicellen of embryo's ervan, een stamboekcertificaat afleveren.

Elke verkoper van sperma, eicellen en embryo's moet in het bezit zijn van een stamboekcertificaat van de donor, respectievelijk de donoren.

Op verzoek van de koper moet de verkoper hem de informatie, vermeld op het stamboekcertificaat, bezorgen.

Op verzoek van de eigenaar van een raszuiver fokrund, of van sperma, eicellen of embryo's ervan, moeten de gegevens van het stamboekcertificaat hem elektronisch worden bezorgd. HOOFDSTUK VII. - Subsidies

Art. 14.Binnen de begrotingskredieten en voor zover ze de aan hen toevertrouwde opdrachten op een adequate wijze uitvoeren, kan de minister een subsidie verlenen aan de erkende verenigingen en organisaties van rundveefokkers, vermeld in artikel 2.

Als de Inspectie van Financiën een gunstig advies verleent, kan de minister voorschotten op de subsidies, vermeld in het eerste lid, toekennen. De minister bepaalt de voorwaarden voor de aanvraag en de verantwoording van de subsidies. HOOFDSTUK VIII. - Sancties

Art. 15.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord, vastgesteld, vervolgd en bestraft in overeenstemming met de bepalingen van de wet van 20 juli 1956 betreffende de verbetering van de rassen van voor de landbouw nuttige huisdieren. HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen

Art. 16.De volgende regelingen worden opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 23 september 1971 betreffende de verbetering van het rundveeras, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 12 januari 1984, 16 september 1985, 18 maart 1988, 9 december 1992, 13 juli 2001 en 12 november 2001 en het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, met uitzondering van artikel 28, artikel 38, 3°, artikel 42 en 43, c, die opgeheven worden op de eerste dag van de twaalfde maand die volgt op de maand waarin dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt;2° het ministerieel besluit van 27 februari 1991 betreffende de verbetering van het rundveeras, gewijzigd bij ministeriële besluiten van 28 januari 1992, 11 maart 1993, 20 januari 1994, 30 mei 1994, 21 december 2001, 19 mei 2006, met uitzondering van artikel 6, 7 en 8, voor zover ze betrekking hebben op stations en verenigingen gevestigd in Vlaanderen, die opgeheven worden op de eerste dag van de twaalfde maand die volgt op de maand waarin dit besluit in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt;3° het ministerieel besluit van 25 maart 1991 tot oprichting van een Genetische Commissie voor de melkproductiegeschiktheid bij runderen, gewijzigd bij ministerieel besluit van 19 mei 2006;4° het ministerieel besluit van 10 juni 1993 betreffende de registratie en de inschrijving in het stamboek van uit kunstmatige inseminatie en embryotransplantatie geboren kalveren, gewijzigd bij ministerieel besluit van 19 mei 2006.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 november 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

Bijlage I De referentie-instantie voor de uniformisering van de methoden voor prestatieonderzoek en de beoordeling van de fokwaarde (artikel 10, § 2, eerste lid, 2°) Als referentie-instantie, vermeld in artikel 9, § 2, eerste lid, 2°, verantwoordelijk voor de uniformisering van de methoden om raszuivere fokrunderen te testen en om de testresultaten te evalueren, werd bij Beschikking 96/463/EG van de Raad van 23 juli 1996 de volgende instantie aangewezen : INTERBULL CENTRE Department of Animal Breeding and Genetics Swedish University of Agricultural Sciences Box 7023 S-750 07 UPPSALA De voorschriften van die referentie-instantie voor de methoden om raszuivere fokrunderen te testen en om de testresultaten te evalueren, zijn beschikbaar op www-interbull.slu.se.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007 betreffende de organisatie van de rundveefokkerij.

Brussel, 9 november 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

Bijlage II De referentie-instantie voor de verzameling van gegevens (artikel 10, § 2, eerste lid, 2°) Als referentie-instantie, vermeld in artikel 9, § 2, eerste lid, 2°, voor de verzameling van gegevens wordt de volgende instantie aangewezen : International Committee for Animal recording (ICAR) Via Tomassetti 3 - 1/A 00161 Rome, Italy De voorschriften van die referentie-instantie voor de verzameling van gegevens zijn beschikbaar op www.icar.org Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2007 betreffende de organisatie van de rundveefokkerij.

Brussel, 19 november 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Havens, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, K. PEETERS