9 MEI 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen

De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat en tot wijziging van artikel 22 van het REG-decreet, inzonderheid op de artikelen 7, 18, § 1, eerste lid, 22, eerste lid en 26, § 3, eerste lid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 2 december 2005, 16 juni 2006, 20 april 2007, 23 november 2007 en 11 januari 2008;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor Begroting, gegeven op 28 november 2007;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 21 januari 2008;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 6 februari 2008;

Gelet op het advies nr. 44.298/3 van de Raad van State, gegeven op 8 april 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In hoofdstuk IV van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen worden een artikel 19bis en 19ter ingevoegd, die luiden als volgt : "

Art. 19bis.De EPB-eisen zijn niet van toepassing voor gebouwen waarvoor een tijdelijke vergunning, met toepassing van artikel 105, § 4, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, verleend wordt en voor zover de totale duur van deze tijdelijke vergunning twee jaar niet overschrijdt."

Art. 19ter.De EPB-eisen zijn niet van toepassing op alleenstaande gebouwen met een totale bruikbare vloeroppervlakte van minder dan 50 m2.".

Art. 2.In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit worden een artikel 20bis en 20ter ingevoegd, die luiden als volgt : "

Art. 20bis.Gebouwen die opgenomen zijn in de inventaris van het bouwkundige erfgoed, vastgesteld door de minister, bevoegd voor de monumenten en landschappen, of delen van die gebouwen, worden vrijgesteld van volgende in artikel 16 opgelegde eisen : 1° het voldoen aan de maximale warmtedoorgangscoëfficiënt of aan de minimale warmteweerstand zoals vastgelegd in bijlage III bij dit besluit voor de van op de openbare weg zichtbare gevelonderdelen.2° de luchttoevoereisen vermeld in bijlage V van dit besluit in het geval van woongebouwen en de luchttoevoereisen vermeld in bijlage VI bij dit besluit in het geval van kantoor- en schoolgebouwen en gebouwen met een andere specifieke bestemming in die ruimten van woon-, kantoor- en schoolgebouwen en gebouwen met andere specifieke bestemming waar enkel ramen die zichtbaar zijn van op de openbare weg, worden vervangen.

Art. 20ter.Bij een functiewijziging van gebouwen die opgenomen zijn in de inventaris van het bouwkundige erfgoed, vastgesteld door de minister, bevoegd voor de monumenten en landschappen, of delen van die gebouwen, gelden in afwijking van artikel 18 volgende eisen : 1° de niet van op de openbare weg zichtbare gevelonderdelen voldoen aan de maximale warmtedoorgangscoëfficiënt of aan de minimale warmteweerstand, zoals vastgelegd in bijlage III bij dit besluit; 2° in die ruimten van woon-, kantoor- en schoolgebouwen en gebouwen met andere specifieke bestemming waar ramen die niet zichtbaar zijn van op de openbare weg worden vervangen, moet worden voldaan aan de luchttoevoereisen vermeld in bijlage V bij dit besluit in het geval van woongebouwen en aan de luchttoevoereisen, vermeld in bijlage VI bij dit besluit in het geval van kantoor- en schoolgebouwen en gebouwen met een andere specifieke bestemming.".

Art. 3.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 22.§ 1. Bestaande gebouwen en nieuwe gebouwen waarvoor het behalen van de EPB-eisen technisch, functioneel of economisch niet haalbaar is, kunnen vrijgesteld worden van een of meer van de EPB-eisen die in dit besluit worden bepaald.

In afwijking van het eerste lid kunnen nieuwe gebouwen, gebouwen die herbouwd worden na volledige afbraak en het nieuw gebouwde toegevoegde deel van een gebouw dat uitgebreid wordt met een of meerdere wooneenheden of met een bijkomend beschermd volume dat groter is dan 800 m3, niet worden vrijgesteld van de E-peileisen die in dit besluit worden bepaald. § 2. Industriële gebouwen waarin industriële processen plaatsvinden die zelf warmte produceren en waarvoor om die reden in koeling of in een geforceerde ventilatie moet worden voorzien ten behoeve van een aanvaardbaar binnenklimaat, kunnen vrijgesteld worden van een of meer van de EPB-eisen die in dit besluit worden bepaald.".

Art. 4.In hoofdstuk IV van hetzelfde besluit wordt een artikel 22bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 22bis.§ 1. Voor bestaande gebouwen en nieuwe gebouwen waarvoor het behalen van de EPB-eisen technisch, functioneel of economisch niet haalbaar is, kan een afwijking aangevraagd worden voor bepaalde onderdelen van het gebouw.

In afwijking van het eerste lid kan voor nieuwe gebouwen, gebouwen die herbouwd worden na volledige afbraak en het nieuw gebouwde toegevoegde deel van een gebouw dat uitgebreid wordt met een of meerdere wooneenheden of met een bijkomend beschermd volume dat groter is dan 800 m3, geen afwijking worden aangevraagd wat betreft de E-peileisen die in dit besluit worden bepaald. § 2. Voor industriële gebouwen waarin industriële processen plaatsvinden die zelf warmte produceren en waarvoor om die reden in koeling of in een geforceerde ventilatie moet worden voorzien ten behoeve van een aanvaardbaar binnenklimaat, kan een afwijking aangevraagd worden voor bepaalde onderdelen van het gebouw.".

Art. 5.Artikel 24 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : "

Art. 24.§ 1. De vrijstellingen vermeld in de artikelen 20 en 20bis en de afwijking vermeld in artikel 20ter worden ten minste acht dagen voor het aanvatten van de werken en de handelingen gemeld aan het Vlaams Energieagentschap. § 2. De vrijstellingen vermeld in artikel 22 en de afwijkingen vermeld in artikel 22bis worden ten laatste een maand na het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning door de aangifteplichtige aangevraagd. § 3. De minister kan, na advies van het Vlaams Energieagentschap, de vrijstellingen bepalen, vermeld in de artikelen 21 en 22, evenals de nadere regels voor het toestaan van de afwijkingen, vermeld in artikel 22bis en 23.".

Art. 6.In artikel 27 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het woord "Energieprestatiedecreet" wordt vervangen door het woord "EPB-decreet";2° de woorden "proces-verbaal dat geldt tot bewijs van het tegendeel" worden vervangen door de woorden "verslag van vaststelling".

Art. 7.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden de woorden "artikel 27 van het Energieprestatiedecreet" vervangen door de woorden "artikel 26, § 3, van het EPB-decreet".

Art. 8.In artikel 32 van hetzelfde besluit worden de woorden "twee jaar" vervangen door de woorden "vier jaar".

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Energiebeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 mei 2008.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS