Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 09 maart 2007
gepubliceerd op 23 april 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de presentiegelden en vergoedingen van strategische adviesraden en van raadgevende comités bij intern verzelfstandigde agentschappenDe Vlaamse Regering,

bron
vlaamse overheid
numac
2007035564
pub.
23/04/2007
prom.
09/03/2007
ELI
eli/besluit/2007/03/09/2007035564/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 MAART 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de presentiegelden en vergoedingen van strategische adviesraden en van raadgevende comités bij intern verzelfstandigde agentschappenDe Vlaamse Regering,


Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003, inzonderheid op artikel 10, § 2, tweede lid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 8 december 2006;

Gelet op advies 41.911/3 van de Raad van State, gegeven op 18 december 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de minister-president van de Vlaamse Regering;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder 1° strategische adviesraden : alle strategische adviesraden, zoals bedoeld in het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden;2° raadgevende comités : alle raadgevende comités bij intern verzelfstandigde agentschappen, zoals bedoeld in het kaderdecreet Bestuurlijk Beleid van 18 juli 2003. HOOFDSTUK II. - Vergoedingen voor strategische adviesraden

Art. 2.De leden van een strategische adviesraad ontvangen voor hun werkzaamheden een presentiegeld per vergadering.

Art. 3.Het presentiegeld per vergadering wordt voor elke strategische adviesraad door de functioneel bevoegde minister vastgesteld en bedraagt ten hoogste 100 euro.

Aan de voorzitter wordt een presentiegeld van 150 % van het in het eerste lid bedoelde bedrag toegekend.

Er wordt voor maximaal 24 vergaderingen per jaar een presentiegeld toegekend.

Art. 4.§ 1. Als een vergadering wordt beschouwd : 1° een vergadering van de strategische adviesraad;2° een gezamenlijke vergadering van twee of meer strategische adviesraden, in geval van gezamenlijke advisering, als vermeld in artikel 17 van het decreet tot regeling van strategische adviesraden;3° een vergadering van een werkcommissie, als vermeld in artikel 11 van het decreet van 18 juli 2003 tot regeling van strategische adviesraden;4° een vergadering van het vast bureau van de strategische adviesraad. § 2. Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag gelden als één vergadering.

Art. 5.De functioneel bevoegde minister kan bepalen dat de voorzitter, dan wel andere leden van de strategische adviesraad, een vaste vergoeding ontvangen, in aanvulling op de presentiegelden per vergadering, vermeld in artikel 2.

De vaste vergoeding bedraagt voor de voorzitter ten hoogste 1.500 euro per jaar en voor de andere leden, vermeld in het eerste lid, ten hoogste 1.000 euro per jaar.

Art. 6.Aan de leden van de strategische adviesraad kan door de functioneel bevoegde minister een vergoeding toegekend worden voor reiskosten die verbonden zijn aan de uitoefening van hun werkzaamheden, overeenkomstig de regeling die geldt voor de vergoeding van reiskosten van personeelsleden van de Vlaamse overheid.

Art. 7.De presentiegelden, de eventuele vaste vergoedingen en reiskostenvergoedingen worden aangerekend op de begroting van de strategische adviesraad. HOOFDSTUK III. - Vergoedingen voor raadgevende comités

Art. 8.De leden van een raadgevend comité bij een intern verzelfstandigd agentschap ontvangen voor hun werkzaamheden een presentiegeld per vergadering.

Art. 9.Het presentiegeld per vergadering wordt voor elk raadgevend comité door de functioneel bevoegde minister vastgesteld en bedraagt ten hoogste 75 euro.

Aan de voorzitter wordt een presentiegeld van 150 % van het in het eerste lid bedoelde bedrag toegekend.

Er wordt voor maximaal 12 vergaderingen per jaar een presentiegeld toegekend.

Art. 10.Als een vergadering wordt beschouwd : een vergadering van het raadgevend comité.

Twee of meer vergaderingen op dezelfde dag gelden als één vergadering.

Art. 11.De functioneel bevoegde minister kan bepalen dat de voorzitter, dan wel andere leden van het raadgevend comité, een vaste vergoeding ontvangen, in aanvulling op de presentiegelden per vergadering, vermeld in artikel 8.

De vaste vergoeding bedraagt voor de voorzitter ten hoogste 1.500 euro per jaar en voor de andere leden, vermeld in het eerste lid, ten hoogste 1.000 euro per jaar.

Art. 12.Aan de leden van een raadgevend comité bij een intern verzelfstandigd agentschap kan door de functioneel bevoegde minister een vergoeding toegekend worden voor reiskosten die verbonden zijn aan de uitoefening van hun werkzaamheden, overeenkomstig de regeling die geldt voor de vergoeding van reiskosten van personeelsleden van de Vlaamse overheid.

Art. 13.De presentiegelden, de eventuele vaste vergoedingen en reiskostenvergoedingen worden aangerekend op het budget van de entiteit waarbij het raadgevend comité operationeel is. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 14.De presentiegelden en vergoedingen, vermeld in artikelen 3, 5, 9 en 11, volgen de evolutie van het gezondheidsindexcijfer overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het rijk worden gekoppeld. Ze zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 104,14 (basis 2004).

Art. 15.De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 maart 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Institutionele Hervormingen, Landbouw, Zeevisserij en Plattelandsbeleid, Y. LETERME De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, F. MOERMAN De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, F. VANDENBROUCKE De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE De Vlaamse minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke Ordening, D. VAN MECHELEN De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel, B. ANCIAUX De Vlaamse minister van Bestuurszaken, Buitenlands Beleid, Media en Toerisme, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, M. KEULEN De Vlaamse minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, K. VAN BREMPT

^