gepubliceerd op 25 augustus 2021
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wat betreft verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en projecten door of in opdracht van de overheid
9 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/05/2000 pub. 19/05/2000 numac 2000035477 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester sluiten tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wat betreft verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en projecten door of in opdracht van de overheid
VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME 1. Kadering van het Besluit Handelingen van Algemeen Belang 1.1. Kadering Artikel 4.1.1, 5°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) luidt: "5° handelingen van algemeen belang: door de Vlaamse Regering aangewezen handelingen die betrekking hebben op openbare infrastructuur of openbare wegen, nutsvoorzieningen, infrastructuur op het grondgebied van meerdere gemeenten of infrastructuur ten behoeve of ten bate van de uitoefening van een openbare dienst;" Artikel 4.4.7 VCRO stelt vervolgens: " § 1. In een vergunning voor handelingen van algemeen belang mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften, zodra het vergunningverlenende bestuursorgaan kennis heeft van de resultaten van het openbaar onderzoek met betrekking tot een ontwerp van nieuw ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg waarmee de handelingen van algemeen belang verenigbaar zijn, voor zover : 1° het nieuwe plan de bestaande stedenbouwkundige voorschriften vervangt of van rechtswege opheft;2° de Vlaamse Regering, het departement of de deputatie geen strijdigheid vaststelt van het ontwerpplan met hogere plannen of andere normen. § 2. In een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften.
Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
De Vlaamse Regering bepaalt welke handelingen van algemeen belang onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen. Ze kan ook de regels bepalen op basis waarvan kan worden beslist dat niet door haar opgesomde handelingen toch onder het toepassingsgebied van het eerste lid vallen.
Deze paragraaf verleent nimmer vrijstelling van de toepassing van de bepalingen inzake de milieueffectrapportage over projecten, opgenomen in hoofdstuk III van titel IV van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid." De Vlaamse Regering heeft de handelingen van algemeen belang opgelijst in het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/05/2000 pub. 19/05/2000 numac 2000035477 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester sluiten tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
Hieronder vallen niet alleen de openbare wegen, spoorwegen, waterwegen en elektrische leidingen, maar ook andere handelingen die worden uitgevoerd door of in opdracht van de overheid, zoals o.a. scholenbouwprojecten, bebossing, natuur- en landinrichtingswerken.
Artikel 2 van het besluit van 5 mei 2000 bevat de lijst met handelingen van algemeen belang. Het statuut van handeling van algemeen belang in de zin van artikel 2 van het besluit heeft o.m. de volgende gevolgen: - positieve anticipatie (artikel 4.4.7, § 1, VCRO) wordt mogelijk: de vergunningsmogelijkheid na het openbaar onderzoek over een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan; - een vergunningsmogelijkheid in gebieden voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen (artikel 4.4.8 VCRO); - een uitzondering op het ontbossingsverbod cfr. artikel 90bis Bosdecreet.
Verder bevat artikel 3 van het besluit van 5 mei 2000 de lijst van handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben als vermeld in artikel 4.4.7, § 2, VCRO. Het gaat om handelingen die een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben. Voor deze handelingen mag worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften. Omwille van de ruimtelijk beperkte impact van deze handelingen is het niet nodig om een ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken en is het op basis van artikel 4.4.7, § 2, VCRO mogelijk om in de vergunningsbeslissing af te wijken van de stedenbouwkundige voorschriften.
De bevoegde overheid beschikt naar aanleiding van de concrete vergunningsaanvraag wel steeds over een beoordelingsruimte om al dan niet een afwijking van de bestemmingsvoorschriften toe te staan, ook al valt het aangevraagde onder de lijst van de handelingen die worden gekwalificeerd als een handeling van algemeen belang (met een beperkte ruimtelijke impact).
Voorliggend besluit wijzigt dit besluit van 5 mei 2000. 1.2. Systematiek van het besluit Artikel 1/1 bevat een aantal definities.
Artikel 2 bevat een opsomming van alle handelingen die beschouwd kunnen worden als handelingen van algemeen belang, los van hun eventuele ruimtelijke impact.
Voor deze handelingen gelden een aantal vergunningsmogelijkheden zoals hierboven beschreven onder punt 1.1.
Artikel 3 van dit besluit bevat een opsomming van de handelingen van algemeen belang met ruimtelijk beperkte impact. Voor deze handelingen kan overeenkomstig artikel 4.4.7, § 2, VCRO worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften.
Handelingen van algemeen belang kunnen een ruimtelijk beperkte impact hebben vanwege hun aard of omvang, of omdat ze slechts een wijziging of uitbreiding van bestaande of geplande infrastructuren of voorzieningen tot gevolg hebben.
Paragraaf 1 van dit artikel 3 bevat de handelingen waarvan automatisch wordt uitgegaan dat ze een ruimtelijk beperkte impact hebben in de zin van artikel 4.4.7, § 2, VCRO. Paragraaf 2 bevat de handelingen die kunnen worden beschouwd als handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben in de zin van artikel 4.4.7, § 2, VCRO, op voorwaarde dat: 1) de aanvrager dat motiveert in zijn vergunningsaanvraag en 2) de bevoegde overheid in concreto beoordeelt of de handelingen de grenzen van het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden niet overschrijden, aan de hand van de aard en de omvang van het project en het ruimtelijke bereik van de effecten van de handelingen. Deze handelingen mogen niet worden uitgevoerd in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, tenzij die handelingen door de aard, ligging en oppervlakte ervan geen significante impact hebben op het ruimtelijk kwetsbare gebied.
De sectorale milieuregelgeving blijft hierbij uiteraard onverminderd van kracht. Indien een passende beoordeling, project-MER of ontheffing project-MER moet gemaakt worden, kunnen deze documenten gebruikt worden bij de afweging of de handelingen onder het toepassingsgebied van paragraaf 2 vallen.
Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan de vergunningverlenende overheid vaststellen dat de handelingen, vermeld in deze paragraaf 2, die niet onder paragraaf 1 vallen, een ruimtelijk beperkte impact hebben. Deze overheid beoordeelt concreet of de handelingen de grenzen van het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden niet overschrijden, aan de hand van de aard en omvang van het project en het ruimtelijk bereik van de effecten van de handelingen.
De concrete beoordeling wordt ten laatste uitgevoerd in de beslissing over de vergunningsaanvraag, zodat maximaal rekening gehouden kan worden met de verleende adviezen en de inspraakreacties tijdens het openbaar onderzoek.
Deze eisen die door het uitvoeringsbesluit gesteld worden, samen met de aard en omvang van de in paragraaf 2 opgesomde handelingen, samen met de motivering geval per geval, verzekeren dat er controle is op het feit dat de aangevraagde handelingen beschouwd kunnen worden als handelingen van algemeen belang en voldoen aan de vereisten van artikel 4.4.7, § 2, VCRO. Paragraaf 3 tot slot stelt dat de handelingen die niet vervat zijn in paragraaf 1 of 2, toch kunnen genieten van de afwijkingsmogelijkheid voor handelingen van algemeen belang, mits een aantal voorwaarden.
Zoals bij de in paragraaf 2 opgesomde handelingen: - mogen ook deze handelingen niet worden uitgevoerd in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, tenzij die handelingen door de aard, ligging en oppervlakte ervan geen significante impact hebben op het ruimtelijk kwetsbare gebied; - blijft de sectorale milieuregelgeving hierbij uiteraard onverminderd van kracht; - dient er een gemotiveerd verzoek van de aanvrager voor te liggen; - Is er een in concreto beoordeling door de overheid of de handelingen de grenzen van het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden niet overschrijden.
Wenst men bovendien deze paragraaf in te roepen tijdens de vergunningsprocedure, zal er voorafgaandelijk een projectvergadering gehouden moeten worden. 2. Bespreking van de wijzigingen 2.1. Welbepaalde projecten door of in opdracht van de overheid worden beschouwd als handeling van algemeen belang Dit betreft de vervanging van artikel 2, 12° : "12° de bebossing, natuur- en landinrichtingswerken door of in opdracht van de overheid. De uitvoering van ruilverkavelingen door of in opdracht van de overheid;" Door "de volgende projecten door of in opdracht van de overheid:..." -> Bebossing, natuur- en landinrichtingswerken Bebossing is volgens artikel 4.3 van het Bosdecreet: bezetting met bomen of houtachtige struikvegetaties, door menselijke ingreep of spontaan, van een oppervlakte die daardoor onder het toepassingsgebied van dit decreet komt te vallen.
Uiteraard wordt met dit artikel vooral de bebossing door toedoen van de mens bedoeld.
Natuur- en landinrichtingswerken zijn allerhande werken in uitvoering van een natuurinrichtingsproject respectievelijk een landinrichtingsplan of inrichtingsnota: landschapszorg, natuurontwikkeling, integraal waterbeleid, kavelontsluiting, recreatieve maatregelen, ...
Worden de bebossing of de natuur- en landinrichtingswerken door of in opdracht van de overheid uitgevoerd, worden zij als handelingen van algemeen belang beschouwd.
Dit was al opgenomen in punt 12° van artikel 2 van het huidige besluit. -> De uitvoering van nuttig verklaarde ruilverkavelingen Ruilverkavelingen herschikken landbouwpercelen binnen een vooraf afgebakend gebied. Daarmee wordt gestreefd naar aaneengesloten, regelmatige en gemakkelijk toegankelijke kavels die zo dicht mogelijk bij het landbouwbedrijf liggen. Ruilverkaveling bevordert zo de rendabele en duurzame landbouwuitbating.
De doelstellingen zijn echter ruimer. Een ruilverkaveling past zich hierbij in in het ruimtelijke ordenings-, het milieu- en natuurbeleid en het plattelandsbeleid. Er wordt gezocht naar mogelijkheden om bij te dragen aan natuur- en landschapszorg, zorg voor cultuurhistorisch en archeologisch erfgoed, recreatief medegebruik,... in evenwicht met de landbouwkundige verbeteringen.
Ruilverkavelingsprojecten worden uitgevoerd in gebieden met een hoofdzakelijk landbouwkundige bestemming en liggen verspreid over gans Vlaanderen, met concentratie in de voornaamste landbouwstreken.
De eerste fase van de ruilverkaveling is een uitgebreid onderzoek naar het nut ervan. In dit kader worden er o.a. een coördinatiecommissie opgericht, overleg gepleegd met lokale vertegenwoordigers, de nodige stappen gezet in het kader van milieueffectrapportering, vindt er een inspraakmoment plaats. Finaal neemt de bevoegde minister een beslissing over het nut van de ruilverkaveling.
Het zijn de handelingen die in het kader van nuttig verklaarde ruilverkavelingen uitgevoerd worden, die als handelingen van algemeen belang beschouwd worden.
Het kan hier soms gaan over heel bescheiden ingrepen: de aanleg van een gracht, een zitbank, ... Maar ook grotere handelingen, zoals een nieuwe landbouwweg behoren tot de mogelijkheden.
Dit was al opgenomen in het huidige besluit. -> De uitvoering van bodemsanering Het Bodem decreet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/10/2006 pub. 22/01/2007 numac 2006037062 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de bodemsanering en de bodembescherming sluiten voorziet in de verplichting om bodemsanering uit te voeren bij vaststelling van een bodemverontreiniging die een risico oplevert tot nadelige beïnvloeding van mens of milieu.
Bodemsanering is het behandelen van bodemverontreiniging door: a) het opstellen van een bodemsaneringsproject of een beperkt bodemsaneringsproject;b) het uitvoeren van bodemsaneringswerken;c) het uitvoeren van een eindevaluatieonderzoek. Ook nazorg wordt begrepen onder bodemsanering.
Voorliggend punt handelt over de uitvoering van bodemsanering, niet alleen over "klassieke" bodemsaneringswerken.
Deze laatste werken zijn werken ter uitvoering van een bodemsaneringsproject of van een beperkt bodemsaneringsproject en vereisen een conform verklaard bodemsaneringsproject.
Ook hier is het zo dat de vergunningsplichtige stedenbouwkundige handelingen en hun aanhorigheden die betrekking hebben op de uitvoering van bodemsanering, slechts als handeling van algemeen belang beschouwd worden, als deze door of in opdracht van de overheid gebeuren.
Het betreft hier dus projecten die worden uitgevoerd door of in opdracht van de overheid en die in belangrijke mate gericht zijn op het verbeteren van de bodemkwaliteit of het reduceren van de blootstelling aan verontreiniging, op voorwaarde dat deze steunen op een conform verklaard beschrijvend of oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek, zoals bedoeld in titel III van het Bodemdecreet, waarin wordt besloten tot een noodzaak tot bodemsanering. Een conform verklaard bodemsaneringsproject is niet nodig. 2.2. .Verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers -> De plaatsing van dergelijke constructies wordt beschouwd als handeling van algemeen belang.
Dit betreft de toevoeging van een punt 16° aan artikel 2.
Soms zijn werven voor de realisatie van handelingen van algemeen belang zo groot en omvangrijk dat het noodzakelijk zal zijn om gedurende een langere periode mogelijkheden te voorzien voor tijdelijke huisvesting van arbeidskrachten die niet in de omgeving van het project wonen. Ook kan het voorkomen dat voor de realisatie ervan zeer gespecialiseerde kennis en dus personeel nodig is. Voor een dergelijke huisvesting is onvoldoende marktaanbod beschikbaar en kan het aangewezen zijn om de arbeidskrachten in de buurt van de werf te huisvesten. Dit zal steeds tijdelijk zijn, met het oog op de realisatie van de werf.
Indien dergelijke huisvesting niet tijdelijk kan voorzien worden, is het niet ondenkbaar dat de lokale huisvestingsmarkt tijdelijk ernstig ontwricht wordt. Dit is ongewenst en moet vermeden worden. -> De plaatsing van dergelijke constructies kan beschouwd worden als handeling van algemeen belang met ruimtelijk beperkte impact.
Dit gebeurt door aan artikel 3, § 2, eerste lid, een punt 19° toe te voegen.
De randvoorwaarden waaraan dergelijke plaatsing moet voldoen om als handeling van algemeen belang met ruimtelijk beperkte impact beschouwd te worden, zijn in artikel 3, § 2, eerste lid, 19° opgenomen.
Voor het uitvoeren van vergunde stedenbouwkundige handelingen van algemeen belang wordt in een aantal gevallen beroep gedaan op verschillende arbeidskrachten.
Soms komen deze vanuit het buitenland, is hun dichte aanwezigheid bij de werf noodzakelijk, of zijn er een groot aantal werknemers nodig.
Het onderbrengen van meer dan 30 werknemers in hotels of huurwoningen, zou een te grote druk zetten op de woninghuurprijzen en de hotelprijzen. Deze druk zou overigens niet te verantwoorden zijn in het licht van het tijdelijk karakter van deze verblijfsinfrastructuur.
Vandaar dat de tijdelijke plaatsing van verplaatsbare constructies die louter dienen voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers als handeling van algemeen belang met beperkte ruimtelijke impact beschouwd kan worden, voor zover de vergunning verlenende overheid hierover in concreto oordeelt (beoordeling of de handeling de grenzen van het ruimtelijk functioneren van het gebied en de omliggende gebieden niet overschrijdt, aan de hand van de aard en de omvang van het project en het ruimtelijke bereik van de effecten van de handelingen).
Opdat de tijdelijke plaatsing van verplaatsbare constructies in aanmerking kunnen komen als handeling van algemeen belang, dienen een aantal voorwaarden vervuld te zijn: - het gaat over verplaatsbare constructies en de strikt noodzakelijke ontsluitingsinfrastructuur. Hierbij kan gedacht worden aan containers of woonwagens, ... - de verplaatsbare constructies dienen louter voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en voor bijbehorende collectieve voorzieningen (bv. sanitaire voorzieningen). - tijdens de uitvoering van vergunde stedenbouwkundige handelingen van algemeen belang.
Deze voorwaarde garandeert het algemeen belang: tijdelijke huisvesting wordt immers als handeling van algemeen belang uitgesloten als deze huisvesting ten dienste staat van handelingen die niet-vergunningsplichtig zijn (bv. tijdelijke huisvesting van werknemers tijdens het plukseizoen) van meer gangbare vergunningsplichtige handelingen (huisvesting van werknemers tijdens de bouw van een grootschalig woonproject). - per cluster van verplaatsbare constructies zijn minstens 30 slaapplaatsen voorzien.
Indien slechts enkele werknemers (arbeiders, ingenieurs) dicht bij de werf gevestigd dienen te worden, kan gekeken worden naar oplossingen binnen woongebied. - de verplaatsbare constructies worden geplaatst op openbaar of privaat domein van een overheid in de buurt van de vergunde handelingen, op het goed of op minder dan vijf kilometer van het goed, of binnen de afgebakende werkstrook.
Gebeurt de plaatsing op openbaar of privaat domein van een overheid (onroerende domeingoederen), zullen er steeds afspraken moeten gemaakt worden tussen deze overheid en de initiatiefnemer van de handelingen van algemeen belang. Bovendien dient dit domein in de buurt van de vergunde handelingen te liggen.
De verplaatsbare constructies kunnen ook geplaatst worden op het goed zelf, op minder dan 5 km van het goed of binnen de afgebakende werkstrook.
Deze inplantingen komen grotendeels overeen met de vrijstelling voor tijdelijke handelingen die nodig zijn om vergunde handelingen, meldingsplichtige handelingen waarvan akte is genomen of van vergunning vrijgestelde handelingen uit te voeren, buiten de inplanting op privaat domein van de overheid of op 5 km van het goed. - de verplaatsbare constructies en de ontsluitingsinfrastructuur moeten per cluster binnen 30 dagen verwijderd worden indien de cluster meer dan twee maanden niet meer gebruikt is of uiterlijk binnen 30 dagen na het beëindigen van de vergunde stedenbouwkundige handelingen van algemeen belang.
Het uitdrukkelijk verplichten dat de constructies en de ontsluitingsinfrastructuur verwijderd moeten worden, garandeert dat deze constructies effectief maar tijdelijk geplaatst worden, tijdens de duur van de uitvoering van de vergunde handelingen.
Net als bij de andere handelingen van algemeen belang (met beperkte ruimtelijke impact) blijft de vergunningsplicht ongewijzigd van toepassing. De bevoegde overheid beschikt naar aanleiding van de concrete vergunningsaanvraag steeds over een beoordelingsruimte om het project al dan niet toe te staan en eventuele voorwaarden op te leggen. Specifiek wat betreft de plaatsing van verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers blijven alle kwaliteitseisen en normen op het vlak van veiligheid, gezondheid en woningkwaliteit, die vastliggen in Vlaamse Codex Wonen van 2021., zoals opgenomen in de Vlaamse Codex Wonen, van toepassing.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR
Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 69.555/1 van 24 juni 2021 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/05/2000 pub. 19/05/2000 numac 2000035477 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester sluiten tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wat betreft verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en projecten door of in opdracht van de overheid' Op 9 juni 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/05/2000 pub. 19/05/2000 numac 2000035477 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester sluiten tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wat betreft verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en projecten door of in opdracht van de overheid'.
Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 24 juni 2021 . De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Chantal Bamps en Bert Thys, staatsraden, Michel Tison en Johan Put, assessoren, en Wim Geurts, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Githa Scheppers, eerste auditeur.
Het advies is gegeven op 24 juni 2021 .
Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich beperkt tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan.
Dat onderzoek geeft geen aanleiding tot opmerkingen.
De griffier, Wim Geurts De voorzitter, Marnix Van Damme
9 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/05/2000 pub. 19/05/2000 numac 2000035477 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester sluiten tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, wat betreft verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en projecten door of in opdracht van de overheid Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 4.1.1, 5°, en artikel 4.4.7, § 2, tweede lid, vervangen bij het decreet van 11 mei 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/05/2012 pub. 06/06/2012 numac 2012035590 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van diverse bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en wijziging van de regelgeving wat de opheffing van het agentschap Ruimtelijke Ordening betreft sluiten.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 27 mei 2021. - De Raad van State heeft advies 69.555/1 gegeven op 24 juni 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 05/05/2000 pub. 19/05/2000 numac 2000035477 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse Bouwmeester sluiten tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/09/2018 pub. 12/11/2018 numac 2018014570 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake ruimtelijke ordening, ruimtelijke veiligheidsrapportage en milieueffectrapportage sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 12° wordt vervangen door wat volgt: "12° de volgende projecten door of in opdracht van de overheid: a) de bebossing, natuur- en landinrichtingswerken;b) de uitvoering van nuttig verklaarde ruilverkavelingen; c) de uitvoering van bodemsanering;"; 2° er wordt een punt 16° toegevoegd, dat luidt als volgt: "16° verplaatsbare constructies voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers op voorwaarde dat is voldaan aan al de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 2, eerste lid, 19°, van dit besluit;".
Art. 2.Aan artikel 3, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 27/08/2009 numac 2009035803 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de werken, handelingen of wijzigingen van algemeen belang en tot regeling van het vooroverleg met de Vlaamse bouwmeester type besluit van de vlaamse regering prom. 24/07/2009 pub. 22/01/2010 numac 2010035060 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de onteigening ten algemene nutte, het recht van voorkoop, de aankoopplicht en de vergoedingsplicht van titel I van het decreet integraal waterbeleid van 18 juli 2003 sluiten, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 9 oktober 2015 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2018Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/09/2018 pub. 12/11/2018 numac 2018014570 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten inzake ruimtelijke ordening, ruimtelijke veiligheidsrapportage en milieueffectrapportage sluiten, wordt een punt 19° toegevoegd, dat luidt als volgt: "19° de tijdelijke plaatsing van verplaatsbare constructies en de strikt noodzakelijke ontsluitingsinfrastructuur als aan al de volgende voorwaarden is voldaan: a) de verplaatsbare constructies dienen louter voor gegroepeerde tijdelijke huisvesting van werknemers en voor bijbehorende collectieve voorzieningen tijdens de uitvoering van vergunde stedenbouwkundige handelingen van algemeen belang;b) per cluster van verplaatsbare constructies zijn minstens dertig slaapplaatsen voorzien;c) de verplaatsbare constructies worden geplaatst op openbaar of privaat domein van een overheid in de buurt van de vergunde handelingen, op het goed of op minder dan vijf kilometer van het goed, of binnen de werkstrook die afgebakend is in de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen; d) de verplaatsbare constructies en de ontsluitingsinfrastructuur worden cluster per cluster verwijderd binnen dertig dagen nadat de cluster gedurende minstens twee maanden niet meer gebruikt is voor de huisvesting, vermeld in punt a), en worden uiterlijk verwijderd binnen dertig dagen na het beëindigen van de stedenbouwkundige handelingen, vermeld in punt a).".
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 9 juli 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR