Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 09 december 2016
gepubliceerd op 23 december 2016

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van stages bij multilaterale organisaties

bron
vlaamse overheid
numac
2016036668
pub.
23/12/2016
prom.
09/12/2016
ELI
eli/besluit/2016/12/09/2016036668/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 DECEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van stages bij multilaterale organisaties


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 9 juli 2010Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/07/2010 pub. 28/07/2010 numac 2010035533 bron vlaamse overheid Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010 sluiten houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2010, artikel 67;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/02/2011 pub. 23/02/2011 numac 2011035139 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties sluiten over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 september 2016;

Gelet op advies 60.202/3 van de Raad van State, gegeven op 31 oktober 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° departement: het Departement Buitenlandse Zaken;2° kandidaat: een persoon die een beroep wil doen op een subsidie voor een stage;3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het buitenlands beleid en de Europese aangelegenheden;4° multilaterale organisatie: een intergouvernementeel orgaan met internationale rechtspersoonlijkheid en eigen besluitvormingsorganen dat per verdrag opgericht is door meer dan twee staten;5° stage: een onbezoldigde stage bij een multilaterale organisatie.

Art. 2.§ 1. Stages bij de volgende vestigingen van multilaterale organisaties komen in aanmerking voor een subsidie: 1° binnen het systeem van de Verenigde Naties: a) het Secretariaat van de Verenigde Naties, Central Emergency Response Fund (CERF), United Nations Children's Fund (UNICEF), United Nations Democracy Fund (UNDEF), United Nations Development Programme (UNDP), United Nations Entity for Gender Equality and the Empowerment of Women (UNWomen), United Nations Office of Co-ordination of Humanitarian Affairs (UNOCHA), United Nations Population Fund (UNFPA), United Nations Human Settlement Programme (UN Habitat), die gevestigd zijn in New York;b) de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO), de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), de Internationale Telecommunicatie-Unie (ITU), de Wereldpostunie (UPU), de Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO) en de Wereldmeteorologische Organisatie (WMO), United Nations Conference on Trade and Development (UNCTAD), United Nations Economic Commission for Europe)(UNECE), United Nations High Commissioner for Human Rights ((OHCHR), United Nations Institute for Training and Research (UNITAR), United Nations Office of the United Nations High Commissioner for Refugees (UNHCR), United Nations Reducing Emissions from Deforestation and Forest Degradation (UN-REDD), United Nations Voluntary Fund for Technical Co-operation in the Field of Human Rights (UNVFTC), Joint United Nations Programme on HIV/AIDS (UNAIDS), gevestigd in Genève;c) de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (UNESCO) en de Intergouvernementele Oceanografische Commissie, gevestigd in Parijs;d) de Organisatie van de Verenigde Naties voor Industriële Ontwikkeling (UNIDO), het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) en het voorbereidend comité van de Organisatie voor het Omvattend Verbod op Kernproeven (CTBTO), United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC), gevestigd in Wenen;e) de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO), het Internationale Fonds voor Landbouwontwikkeling (IFAD) en het Wereldvoedselprogramma (WFP), United Nations System Standing Committee on Nutrition (UNSCN), gevestigd in Rome;f) de United Nations Environment Programme (UNEP), United Nations Human Settlement Programme (UN Habitat) die gevestigd zijn in Nairobi;g) de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), gevestigd in Londen;h) de Wereldorganisatie voor Toerisme (UNWTO), gevestigd in Madrid;i) de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), het Internationaal Gerechtshof, de internationale strafgerechten, gevestigd in Den Haag;j) het Internationaal Tribunaal voor het Recht van de Zee (ITLOS), gevestigd in Hamburg;k) de trainingsinstituten van de Verenigde Naties en de Internationale Arbeidsorganisatie, gevestigd in Turijn;l) het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de onderdelen van de Wereldbankgroep, het Adaptatiefonds, gevestigd in Washington;m) de Internationale Organisatie voor Burgerluchtvaart (ICAO), Multilateral Fund for the Implementation of the Montreal Protocol, gevestigd in Montreal;n) het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East (UNRWA), gevestigd in Amman;o) de Universiteit van de Verenigde Naties, gevestigd in Tokyo;p) de Convention to Combat Desertification (UNCCD), de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) en het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES), die gevestigd zijn in Bonn;2° de Wereldhandelsorganisatie, het International Trade Centre, de Internationale Organisatie voor Migratie, het Internationale Comité voor het Rode Kruis (ICRC) en de Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO), gevestigd in Genève;3° de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), met inbegrip van het Agentschap voor Atoomenergie en het Internationaal Energieagentschap, en de Wereldorganisatie voor Dierengezondheid (OIE), gevestigd in Parijs;4° de Raad van Europa, gevestigd in Straatsburg;5° de Internationale Hydrografische Organisatie (IHO), gevestigd in Monaco;6° de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa, gevestigd in Wenen, met inbegrip van de diensten van de Vertegenwoordiger voor de Vrijheid van de Media, de Vertegenwoordiger inzake Nationale Minderheden in Den Haag en het Bureau voor Democratische Instellingen en Mensenrechten (ODIHR) in Warschau;7° de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD), gevestigd in Londen;8° de vestigingen van het Europees Ruimtevaartagentschap (ESA) in Europa;9° de Werelddouaneorganisatie, gevestigd in Brussel;10° de Europese Commissie, de Raad van de Europese Unie, het Europees Parlement, het Hof van Justitie van de Europese Unie, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité;11° de Afrikaanse Unie (AU), gevestigd in Addis Abeba;12° de instellingen van de Benelux-Unie en van de Benelux-Organisatie voor Intellectuele Eigendom, gevestigd in Brussel en Den Haag;13° de Internationale Scheldecommissie, gevestigd in Antwerpen, de Internationale Maascommissie, gevestigd in Luik, en de Centrale Rijnvaartcommissie, gevestigd in Straatsburg;14° de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC), gevestigd in Gaborone;15° het Fonds voor Afrikaans Werelderfgoed (AWHF), gevestigd in Midrand;16° het internationale agentschap voor hernieuwbare energie (IRENA), gevestigd in Abu Dhabi;17° het Internationaal Instituut voor Democratie en Electorale Assistentie (IDEA), gevestigd in Stockholm;18° de vestigingen en verbindingskantoren in België van de organisaties, vermeld in punt 1° tot en met 17° ;19° de vestigingen en verbindingskantoren in het ambtsgebied van de Algemeen Afgevaardigden van de Vlaamse Regering (AAVR) van de organisaties, vermeld in punt 1° tot en met 17° ;20° andere vestigingen en verbindingskantoren van de organisaties, vermeld in punt 1° tot en met 17°, op voorwaarde dat de stage verband houdt met een project of programma van de organisatie dat door de Vlaamse Gemeenschap wordt gefinancierd. § 2. De volgende stages komen niet in aanmerking voor subsidiëring: 1° stages als medewerker van een lid of van een politieke fractie van een internationale parlementaire vergadering;2° stages op een ambassade of een permanente vertegenwoordiging van een lidstaat;3° stages op een permanente vertegenwoordiging van een multilaterale organisatie, met behoud van de toepassing van het eerste lid, 20°. HOOFDSTUK 2. Subsidiëring van stages bij multilaterale organisaties

Art. 3.Binnen de perken van de daarvoor bestemde kredieten van de jaarlijks vastgelegde begroting zal een subsidie worden verstrekt om stage te lopen bij een multilaterale organisatie.

Een derde van het krediet kan pas aangewend worden vanaf 1 september, behalve voor verlengingen van stages, als vermeld in artikel 8, die al goedgekeurd zijn.

Art. 4.Voor elke subsidie om stage te lopen bij een multilaterale organisatie wordt een individueel subsidiebesluit genomen ten gunste van een kandidaat.

Een kandidaat die voldoet aan de voorwaarden van dit besluit, kan via het elektronische formulier op de website van het departement een subsidie aanvragen.

De aanvraag van een subsidie kan op zijn vroegst zes maanden voor de aanvang van de stage worden ingediend en moet uiterlijk de dag voor de aanvang ervan ingediend worden. Na de aanvang van de stage kan alleen een subsidie worden toegekend voor de periode die ingaat op de dag na de indiening van een volledige aanvraag met het elektronische formulier, als de resterende periode minimaal twee maanden bedraagt.

Als de financiële middelen van de daarvoor bestemde kredieten nog niet zijn uitgeput, onderzoekt de minister of aan de voorwaarden van dit besluit is voldaan. HOOFDSTUK 3. Voorwaarden voor financiering van de kandidaat

Art. 5.Om voor financiering in aanmerking te komen, moet een kandidaat: 1° voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden door de multilaterale organisatie die een stageplaats aanbiedt;2° beschikken over een aanbod van een multilaterale organisatie om er een stage te lopen;3° beschikken over een diploma secundair onderwijs, uitgereikt door een instelling die door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming gefinancierd, gesubsidieerd of erkend is, of over een diploma hoger onderwijs, uitgereikt door een ambtshalve geregistreerde instelling als vermeld in de bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 februari 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 13/02/2004 pub. 31/08/2004 numac 2004036381 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de lijst van de bachelor- en de masteropleidingen in het hoger onderwijs in Vlaanderen sluiten tot vaststelling van de lijst van de bachelor- en de masteropleidingen in het hoger onderwijs in Vlaanderen;4° bij de aanvang van de stage de leeftijd van 35 jaar nog niet hebben bereikt.

Art. 6.De subsidieaanvraag moet de volgende documenten bevatten: 1° het ingevulde standaardformulier voor de subsidieaanvraag;2° een document dat uitgaat van de multilaterale organisatie, waaruit blijkt dat de kandidaat een aanbod heeft gekregen om stage te lopen;3° een ingescande versie van het identiteitsbewijs van de kandidaat;4° een ingescande versie van het diploma van de kandidaat, vermeld in artikel 5, 3°. Onvolledige aanvragen worden als onontvankelijk beschouwd. De kandidaat wordt daarvan op de hoogte gebracht. HOOFDSTUK 4. Omvang van de subsidiëring

Art. 7.§ 1. De subsidie geldt voor de duur van de stage, met een maximumduur van zes maanden en een minimumduur van twee maanden.

De subsidie omvat een vergoeding voor de kosten van levensonderhoud en verblijf, en een reisvergoeding. § 2. Voor de kosten van levensonderhoud en verblijf wordt een bedrag per maand toegekend. Voor onvolledige stagemaanden wordt het bedrag naar rato van het aantal stagedagen toegekend.

Het maandbedrag wordt vastgesteld op 1000 euro, waarop de in augustus van het voorgaande jaar vastgestelde coëfficiënt voor kosten van levensonderhoud en huisvesting van de International Civil Service Commission van de Verenigde Naties wordt toegepast, omgevormd met Brussel als uitgangspunt. Voor stages in het Groothertogdom Luxemburg wordt het maandbedrag gelijkgesteld met dat in België. De minister stelt jaarlijks bij besluit de gedetailleerde lijst van maandbedragen per bestemming vast.

Hetzelfde maandbedrag geldt voor de volledige gesubsidieerde periode, ook al strekt die zich over twee kalenderjaren uit. § 3. De reisvergoeding geldt alleen voor stages buiten het Koninkrijk België en wordt per stage forfaitair vastgesteld op een eenmalig bedrag van 200 euro voor bestemmingen in Europa, waaronder wordt verstaan de lidstaten van de Raad van Europa, Wit-Rusland en Kosovo, en op een eenmalig bedrag van 500 euro voor bestemmingen in andere staten. § 4. Als de kandidaat in het verleden al een subsidie heeft ontvangen om stage te lopen bij een multilaterale organisatie, kan hem alleen een subsidie worden toegekend voor een nieuwe stage met een duur van maximaal het verschil tussen zes maanden en de duur van de al toegekende subsidie, als de resterende periode minimaal twee maanden bedraagt.

Er wordt in het geval, vermeld in het eerste lid, geen reisvergoeding toegekend als de nieuwe stageperiode aansluit bij de al gefinancierde stageperiode en de kandidaat de stage zal lopen in dezelfde stad. HOOFDSTUK 5. Verlenging van stages

Art. 8.Als een subsidie is verleend voor minder dan zes maanden en de kandidaat een aanbod krijgt om de stage te verlengen, kan een aanvullende financiering verleend worden van maximaal het verschil tussen zes maanden en de duur van de al toegekende subsidie. Een verlenging houdt in dat de stage aansluit bij de reeds gefinancierde periode en uitgaat van dezelfde multilaterale organisatie en dezelfde vestigingsstad. In dat geval gaat het om een nieuwe stage, als vermeld in art. 7 § 4, en is er een nieuw subsidiebesluit tot verlenging van de stage vereist. De kandidaat gebruikt het standaardformulier voor de subsidiëringsaanvraag en duidt aan dat het om een verlenging gaat. De documenten, als vermeld in art. 6, 3° en 4°, moeten dan niet opnieuw worden toegevoegd. HOOFDSTUK 6. Uitbetaling en verantwoording van de subsidiëring

Art. 9.De subsidie wordt uitbetaald in twee schijven.

Een eerste schijf van 85% van de subsidie wordt uitbetaald na de ontvangst van het standaardformulier als bewijs van aanbod van een stage dat wordt ingevuld door de multilaterale organisatie.

Een tweede schijf ten bedrage van het saldo van de subsidie, namelijk 15% van de subsidie, wordt uitbetaald na afloop van de subsidiëringsperiode en na de ontvangst van de bewijsstukken, waaronder een stageverslag en een door de stagebegeleider ingevulde vragenlijst.

Art. 10.De bewijsstukken worden binnen twee maanden na de definitieve beëindiging van de gesubsidieerde stageperiode ingediend.

Het departement stuurt een officiële aanmaning naar stagiairs die de bewijsstukken niet tijdig indienen. Als de stagiair binnen vijftien kalenderdagen na de verzending van de aanmaning nog altijd geen verantwoordingbewijsstukken heeft ingediend, wordt de subsidie teruggevorderd.

Art. 11.Het is niet toegestaan om voor dezelfde stageperiode een financiële toelage te ontvangen van een Belgische of buitenlandse overheid of van de multilaterale organisatie zelf. HOOFDSTUK 7. Modellen

Art. 12.De minister stelt modellen op voor: 1° het standaardformulier voor de aanvraag van een subsidie;2° het standaardformulier als bewijs van aanbod van een stage;3° het subsidiebesluit voor toekenning van de subsidie;4° het stageverslag;5° de vragenlijst voor de stagebegeleider. Die modellen worden ter beschikking gesteld op de website van het departement en worden op eenvoudig verzoek naar elke belangstellende gestuurd.

Art. 13.Telkens als de modellen, vermeld in artikel 11, een handtekening vereisen, bevat het document dat elektronisch wordt ingediend, ofwel een gewone handtekening en wordt het ingescand, ofwel een elektronische handtekening. HOOFDSTUK 8. Slotbepalingen

Art. 14.Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/02/2011 pub. 23/02/2011 numac 2011035139 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties sluiten over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2012, wordt opgeheven.

Art. 15.Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 18/02/2011 pub. 23/02/2011 numac 2011035139 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties sluiten over de subsidiëring van stages bij internationale organisaties, zoals van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van toepassing op de financiering van stages die vóór de inwerkingtreding van dit besluit een aanvang namen.

De periode waarin al financiering verkregen is in het kader van het voormelde besluit, wordt gelijkgesteld met een financieringsperiode in het kader van dit besluit.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Art. 17.De Vlaamse minister, bevoegd voor het buitenlands beleid en de Europese aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 9 december 2016.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, G. BOURGEOIS

^