gepubliceerd op 14 december 2010
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
8 OKTOBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2°;
Gelet op het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen;
Gelet op het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 22 juli 2010;
Gelet op advies 48.633/1/V van de Raad van State, gegeven op 7 september 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Bijlage I bij het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 maart 1986, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 augustus 1991 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 2006, wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 2.In hetzelfde ministerieel besluit wordt bijlage II, (A) Personeelsnormen van de inrichtingen voor minderjarige gehandicapten werkend onder het stelsel van het internaat, van de tehuizen voor meerderjarige gehandicapten en van de tehuizen voor kort verblijf voor gehandicapten, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2004, vervangen door bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 3.Bijlage I van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat werken, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 2 augustus 1991 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994 en 8 december 1998, wordt vervangen door bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 4.Bijlage II van hetzelfde ministerieel besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 1994, wordt vervangen door bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2010.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 oktober 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN
Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als vermeld in artikel 1 Bijlage I bij het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen als vermeld in artikel 1 Vereiste kwalificaties van het personeel van de inrichtingen en tehuizen voor gehandicapten
functiegroep
vereiste kwalificaties
gelijkgestelde kwalificaties (1)
gelijkgesteld personeel
logistiek personeel 1) klasse 4, loonschaal 74.L barema 1 L4
geen
bij wijze van overgangsmaatregel de hierna vermelde personeelsleden in dienst op 1 december 1991 : 1) werknemers categorie I 2) werknemers categorie II (met loonschaal 74.L.1 barema 2 L4 ond II) 3) werknemers categorie III (met loonschaal 74.L.2 barema 3 L4 ond III)
2) klasse 3, loonschaal 81.L barema 6 L3a in dienst voor 1 november 1993 barema 7 L3 in dienst na 1 november 1993
eindgetuigschrift van het : 1) hoger secundair beroepsonderwijs 2) lager secundair technisch onderwijs 3) relevant ervaringsbewijs voor een logistieke functie, uitgereikt door het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie
bij wijze van overgangsmaatregel de hierna vermelde personeelsleden in dienst op 1 december 1991 : 1) werknemers categorie IV (met loonschaal 81.L.1 barema 4 L3 ond IV) 2) technicus (knutselaar apparatuur) 3) technicus elektronica A3 4) hulp in klinisch laboratorium 5) de kopiist A3
3) klasse 2, loonschaal 88.L barema 8 L2
eindgetuigschrift van het hoger secundair technisch onderwijs
1) ploegleider uit klasse 3, verantwoordelijk voor vijf voltijdse werknemers 2) bij wijze van overgangsmaatregel de hierna vernoemde personeelsleden in dienst op 1 december 1991 : a) werknemers categorie IV dat in het bezit is van het eindgetuigschrift van het hoger secundair (met loonschaal 88.L.1 barema 4 L3 ond IV) b) werknemers categorie V(met loonschaal 88.L.2 barema 5 L2 ond V) c) technicus elektronica A2 d) kopiist A2
4) klasse 1, loonschaal 100.L barema 9 A1
1) diploma of eindgetuigschrift van technisch hoger onderwijs. 2) diploma van het hoger beroepsonderwijs (HBO5), studiegebied « Industriële wetenschappen en technologie »
de technicus elektronica A1 in dienst op 1 december 1991
administratief personeel 1) klasse 3, loonschaal 81.A barema 12 A3
eindgetuigschrift van het : 1) lager secundair onderwijs 2) hoger secundair beroepsonderwijs met specifieke oriëntatie in de administratieve richting
de klerk en klerk-(steno)typist (met loonschaal 81.A.1) in dienst op 1 december 1991
2) klasse 2, loonschaal 88.A barema 10 A2
eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs
bij wijze van overgangsmaatregel : 1) opstellers en boekhouders klasse 2 (met loonschaal 88.A.1 barema 11 A2 boekh kl II) in dienst op 1 december 1991 2) klerken en klerken(steno)typist in dienst op 1 december 1991 na vijf jaar dienst in die functie
3) klasse 1, loonschaal 100.A barema 9 A1
1) eindgetuigschrift van het hoger onderwijs met een economische of op personeelsbeleid gerichte opleiding. 2) eindgetuigschrift van het hoger beroepsonderwijs (HBO5), studiegebied « Handelswetenschappen en bedrijfskunde »
diploma of eindgetuigschrift van het economisch of technisch hoger onderwijs
1) de boekhouder klasse 1 en de economen met het vermelde diploma of eindgetuigschrift 2) bij wijze van overgangsmaatregel economen zonder het vermeld diploma in dienst op 1 december 1991 met loonschaal 100.A.1
begeleidend personeel klasse 3, loonschaal 81.B barema 14 B3
eindgetuigschrift van het : 1) lager secundair onderwijs 2) hoger secundair beroepsonderwijs
opvoeders klasse 3 in dienst op 1 december 1991
begeleidend en verzorgend personeel klasse 2B, loonschaal 84.B.V. barema 15 B2B
eindgetuigschrift van het : 1) hoger secundair beroepsonderwijs met specifieke oriëntatie in de menswetenschappelijke richting, onder meer : a) kinderverzorger b) gezins- en sanitair helper c) ziekenoppasser 2) hoger secundair onderwijs. Het begeleidend en verzorgend personeel klasse 2B in dienst na 1 december 1991 gaat na tien jaar dienstanciënniteit over naar de loonschaal 88.B.V.
1) opvoeders klasse 2B en ADL- assistenten (met loonschaal 84.BV.1 barema 28 B2B) in dienst op 1 december 1991 2) bij wijze van overgangsmaatregel opvoeders klasse 3 in dienst op 1 december 1991 na tien jaar dienstanciënniteit in die functie
klasse 2A, loonschaal 88.B.V barema 16 B2A
eindgetuigschrift van : 1) hoger secundair onderwijs met pedagogische, sociale, paramedische of artistieke oriëntatie 2) hoger secundair beroepsonderwijs met specifieke oriëntatie van : a) kinderverzorger b) sanitaire helper, c) gezins- en bejaardenhelper d) geregistreerde zorgkundige tewerkgesteld in een voor hun kwalificatie geëigende doelgroep
1) opvoeders klasse 2 en 2A in dienst op 1 december 1991 2) opvoeders klasse 2B of begeleidend en verzorgend personeel klasse 2B na tien jaar dienstanciënniteit in die functie
verzorgend personeel loonschaal 95.V barema 13 MV2
brevet van verpleegkundige
begeleidend personeel klasse 1, loonschaal 100.B. barema 17 B1c
1) minstens het diploma van het hoger onderwijs met sociale, orthopedagogische, pedagogische, psychologische, paramedische of artistieke oriëntatie 2) eindgetuigschrift van het hoger beroepsonderwijs (HBO5), studiegebied « Sociaal-agogisch werk »
opvoeders klasse 1 in dienst op 1 december 1991
sociaal, paramedisch en therapeutisch personeel loonschaal 100.S.P.T barema 20 MV1
voor sociaal personeel : hoger onderwijs met de wettelijk vereiste opleiding professioneel gerichte bachelor voor : 1) maatschappelijk werker 2) sociaal verpleegkundige 3) gezinswetenschappen voor paramedisch en therapeutisch personeel : hoger onderwijs met de wettelijk vereiste opleiding professioneel gerichte bachelor in de gezondheidszorg
hoger onderwijs met de wettelijk vereiste opleiding voor : 1) maatschappelijk werker 2) gegradueerde verpleegkundige (A1) 3) sociaal verpleegkundige 4) kinesitherapeut A1 5) logopedist 6) assistent in de psychologie 7) orthoptist 8) orthopedist 9) ergotherapeut A1 heropvoeders in de psychomotoriek
diensthoofd paramedicus vanaf acht of meer voltijdse equivalenten paramedici in de voorziening barema 18 B1b
minstens twee jaar dienstanciënniteit als paramedicus
coördinator- paramedicus vanaf drie diensthoofden-paramedici in de voorziening barema 19 B1a
minstens drie jaar dienstanciënniteit als paramedicus of minstens één jaar dienstanciënniteit als diensthoofd-paramedicus
hoofdopvoeder loonschaal 107.H barema 18 B1b
1) begeleidend personeel klasse 1 met twee jaar dienstanciënniteit als opvoeder of als lid van het begeleidend personeel klasse 1 2) de maatschappelijk werker, paramedicus of therapeut met twee jaar dienstanciënniteit
de hoofdopvoeders in dienst op 1 december 1991
opvoeder groepschef loonschaal 112.O.G barema 19 B1a
1) de hoofdopvoeders met één jaar dienstanciënniteit 2) begeleidend personeel klasse 1 met drie jaar dienstanciënniteit als opvoeder of als lid van het begeleidend personeel klasse 1 3) maatschappelijk werker, paramedicus of therapeut met drie jaar dienstanciënniteit
de opvoeders-groepschefs in dienst op 1 december 1991
diensthoofd-maatschappelijk werk barema 18 B1b voorzieningen met drie of meer voltijdse equivalenten maatschappelijk werkers of sociaal verpleegkundigen
maatschappelijk assistent of sociaal verpleegkundige met twee jaar anciënniteit
licentiaten/masters loonschaal 127 barema 21 L1
1) universitair diploma in het studiegebied psychologie en pedagogische wetenschappen, revalidatiewetenschappen en kinesitherapie, criminologie diploma hoger onderwijs met de wettelijk vereiste opleiding master in de kinesitherapie of revalidatiewetenschappen
universitair diploma in de : 1) psychologie 2) pedagogiek 3) orthopedagogiek 4) kinesitherapie of revalidatiewetenschappen 5) criminologie
geneesheren-omnipractici loonschaal 10/3 barema 26 G1
wettelijk universitair diploma
geneesheren-specialisten loonschaal 13/3 barema 27 GS
wettelijk universitair diploma
verantwoordelijke of directeur 1) diensten plaatsing in gezinnen barema 22 K5 2) diensten Begeleid Wonen loonschaal 112.D. barema 19 B1a 3) diensten Zelfstandig Wonen loonschaal 112.D barema 19 B1a
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
directeur Instellingen 1) instellingen 6 - 12 plaatsen loonschaal 130.D.1. barema 22 K5
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
2) instellingen 13 - 29 plaatsen loonschaal 130.D.2 barema 22 K5
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
3) instellingen 30 - 59 plaatsen loonschaal 140 barema 23 K3
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
4) instellingen 60 - 89 bedden loonschaal 145 barema 24 K2
universitair diploma
diploma van niet-universitair hoger onderwijs met vijf jaar ervaring
5) instellingen meer dan 90 plaatsen loonschaal 150 barema 25 K1
universitair diploma
diploma van niet-universitair hoger onderwijs met vijf jaar ervaring
onderdirecteur loonschaal 135 barema 22 K5
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
directiemedewerker afdeling met erkenning 75 - 90 bedden of 150 - 179 plaatsen barema 22 K5
1) tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs 2) eindgetuigschrift van het hoger beroepsonderwijs (sociaal hoger onderwijs van het korte type en voor sociale promotie)
administratief medewerker voorzieningen met erkenning voor minder dan of gelijk aan 90 bedden of plaatsen barema 9 A1
1) tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs 2) eindgetuigschrift van het hoger beroepsonderwijs (sociaal hoger onderwijs van het korte type en voor sociale promotie)
(1) Oude diploma's ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 2 augustus 1991. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Brussel, 8 oktober 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN Bijlage 2 bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als vermeld in artikel 2 Bijlage II bij het ministerieel besluit van 24 april 1973 tot bepaling, wat betreft het Ministerie van Volksgezondheid en van het Gezin, van de te volgen bijzondere regels voor de vaststelling van de toelagen per dag, toegekend voor het onderhoud en de behandeling van de gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen Personeelsnormen voor de inrichtingen voor minderjarige personen met een handicap die werken onder het stelsel van het internaat, van de tehuizen voor meerderjarige personen met een handicap en van de tehuizen voor kortverblijf voor gehandicapten als vermeld in artikel 1 1. De normen die in de onderstaande tabellen zijn opgenomen, geven de maximale personeelsbezetting aan die in aanmerking kan worden genomen om de dagprijs te berekenen. Tabel 1 heeft betrekking op de inrichtingen voor minderjarige personen met een handicap. De belangrijkste handicap wordt opgenomen bovenaan in elke kolom. De rangschikking van de inrichtingen voor personen met een verstandelijke beperking berust op de principes die aangenomen zijn op 8 januari 1971 door de Hoge Raad voor Gehandicapten, opgericht bij het Ministerie van Sociale Voorzorg.
Tabel 2 heeft betrekking op de tehuizen voor meerderjarige personen met een handicap, onderverdeeld volgens de aard van hun handicap.
Tabel 3 heeft betrekking op de tehuizen voor kortverblijf die personen met een handicap mogen opnemen, ongeacht hun leeftijd, als de personen lijden aan een van de aandoeningen, vermeld in artikel 1, § 3, van koninklijk besluit nr. 81 van 10 november 1967 tot vaststelling van een Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten.
Tabel 4 heeft betrekking op het directie-, het administratief en het onderhoudspersoneel van de inrichtingen en de tehuizen die werken onder het stelsel van het internaat.
Tabel 5 bevat de gemeenschappelijke personeelsnormen. 2. De keuze van een type inrichting van 300 bedden voor de inrichtingen en van 60 bedden voor de tehuizen heeft alleen tot doel om het bepalen van de normen te vergemakkelijken en betekent niet dat die capaciteit aan te raden of gewenst is.3. De voorziening kiest de licentiaten of masters van wie de discipline het best aansluit bij de behoeften van de personen met een handicap die ze behandelt.4. Als paramedisch personeel komen de personen in aanmerking die houder zijn van het diploma A1, gegradueerden of bachelors, zoals ergotherapeuten, kinesitherapeuten, logopedisten, heropvoeders in de psychomotoriek en gegradueerde en gebrevetteerde verpleegkundigen.5. Tot het opvoedend en verzorgend personeel behoren namelijk opvoeders, ziekenoppassers, verpleegkundigen A2, kinderverzorgers, gezins- en sanitaire helpers, de bewakers en gezins- of bejaardenhelpers, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 21 december 1979 betreffende de inrichting van opleidingscentra voor enerzijds gezinshelpers en anderzijds voor bejaardenhelpers voor de Nederlandse Gemeenschap.6. Vanaf 1 januari 1976 zijn de vereiste kwalificaties voor het personeel van de inrichtingen voor minderjarige personen met een handicap die onder het stelsel van het internaat werken, de tehuizen voor volwassen personen met een handicap en de tehuizen voor kortverblijf voor personen met een handicap, de kwalificaties die opgenomen zijn in bijlage I.7. Groep A van de personen met een motorische handicap, kolom 8 van tabel 1, omvat de personen met een handicap die lijden aan motorische stoornissen, dysmelie, kinderverlamming, afwijkingen van het skelet of van de ledematen.8. Groep B van de personen met een motorische handicap, kolom 8 van tabel 1, omvat de personen met een handicap die lijden aan hersenverlamming, sclerosis multiplex, spina bifida en myopathie.9. Personen met een handicap die lijden aan epilepsie, worden ondergebracht in de verschillende categorieën van personen met een handicap op basis van de handicap die hun plaatsing heeft gerechtvaardigd.10. Geneesherenprestaties die terugbetaald worden krachtens de wetgeving inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, moeten in mindering gebracht worden van de aan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap aangerekende kosten voor geneesherenprestaties. Tabel 1. - Personeelsnormen voor inrichtingen die werken onder het internaatsstelsel
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
type inrichting
licht verstandelijk gehandicapten
middelmatig verstandelijk gehandicapten
zwaar verstandelijk gehandicapten
gehandicapten met karakterstoornissen en gehandicapten, geplaatst in een centrum voor observatie, oriëntering en medische, psychologische en pedagogische behandeling voor gehandicapten
blinden en slechtzienden
doven, halfdoven en spraak- gestoorden
personen met een motorische handicap groep A
personen met een motorische handicap groep B
chronisch niet-besmettelijke lichamelijk gehandicapten (Long Stay Pediatrie)
300 personen met een handicap
leefeenheid 12 kinderen
leefeenheid 10 kinderen
leefeenheid 8 kinderen
leefeenheid 8 kinderen
1) leefeenheid kinderen 12 jaar : 10
1) leefeenheid kinderen 8 jaar : 10
1) leefeenheid kinderen 8 jaar : 10 3)
leefeenheid 6 kinderen
leefeenheid 10 kinderen
Geneesheer (1)
-
-
3
6
2,5 (6)
3 (6)
3
6
6
licentiaat/master in de psychologie, in de pedagogie of in de kinesitherapie en assistent-psycholoog (8)
6 waarvan ten minste 2 licentiaat/master
6 waarvan ten minste 3 licentiaat/master
6 waarvan ten minste 2 licentiaat/master (2)
12 waarvan ten minste 4 licentiaat/master (4)
6 waarvan ten minste 2 licentiaat/master
6 waarvan ten minste 2 licentiaat/master
6 waarvan ten minste 3 licentiaat/master
8 waarvan ten minste 4 licentiaat/master
8 waarvan ten minste 4 licentiaat/master
paramedisch personeel (8)
9 waarvan 1 verpleegkundige die nachtvergoeding ontvangt
15 waarvan 1 verpleegkundige die nachtvergoeding ontvangt
1) schoolgaande kinderen : 15 waarvan 1 verpleegkundige met nachtvergoeding 2) niet-schoolgaande kinderen : 20 waarvan 2 verpleegkundi-gen met nachtvergoeding (2)
20 waarvan 1 verpleegkundige die nachtvergoeding ontvangt
20
1) 8 jaar : 25 (3)
30
60
30 waarin inbegrepen 1 verpleegkundige die ononderbroken aanwezig is en 1 hulp in klinisch laboratorium A3 (eventueel halftijds)
maatschappelijk assistent (8)
5
5
5
12 (5) (7)
5
5
5
12 (7)
8
opvoedend en verzorgend personeel (8) (9)
3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
1) schoolgaande kinderen : 3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) 2) niet-schoolgaande kinderen : 4 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
1) schoolgaande kinderen : 3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) 2) niet-schoolgaande kinderen : 4 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
1) schoolgaande kinderen : 3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) 2) niet-schoolgaande kinderen : 4 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
1) schoolgaande kinderen : 3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) 2) niet-schoolgaande kinderen : 4 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
1) schoolgaande kinderen : 3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) 2) niet-schoolgaande kinderen : 4 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
1) schoolgaande kinderen : 3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) 2) niet-schoolgaande kinderen : 4 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
1) schoolgaande kinderen : 3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) 2) niet-schoolgaande kinderen : 4 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
1) schoolgaande kinderen : 3 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) 2) niet-schoolgaande kinderen : 4 per leefeenheid (waarvan 1 hoofdopvoeder mag zijn) (2)
opvoeder - groepschef
1 per 6 leefeenheden
1 per 3 leefeenheden
1) bedlegerige kinderen : 1 per 4 leefeenheden 2) niet-bedlegerige kinderen : 1 per 3 leefeenheden
1 per 3 leefeenheden
1 per 3 leefeenheden
1) 8 jaar : 1 per 3 leefeenheden
1) 8 jaar : 1 per 3 leefeenheden
1 per 4 leefeenheden
1 per 4 leefeenheden
bijzonder personeel
1 technicus A2
2 kopiisten niveau A2 of A3
4 technici in elektronica niveau A1 of A2
2 technici voor onderhoud van de apparatuur A3 1 technicus A2
(1) Een voltijdse functie houdt in per week 24 uur aanwezigheid in de inrichting.(2) Voor de internaten en voor de observatiecentra die tijdens de weekends en tijdens de schoolvakanties een gemiddelde aanwezigheid van personen met een handicap hebben van 10 tot 20 %, van 20 tot 30 % of van 30 % of meer, wordt per leefgroep het begeleidend en verzorgend personeel verhoogd met respectievelijk 0,25, 0,5 of 1 personeelseenheid. Ongeacht de bestaande toestand worden voor de voorzieningen die meer dan 30 % weekend- en vakantiebezetting hebben, de extra personeelseenheden alleen gesubsidieerd voor zover de personeelsbezetting niet meer bedraagt dan 85 % van de maximaal subsidieerbare personeelsnorm.
Onder maximaal subsidieerbare personeelsnorm wordt verstaan : 1° voor de niet-poolvormende functies : de personeelsnorm, berekend op de erkende capaciteit;2° voor de poolvormende functies : de personeelsnorm, berekend op de gemiddelde bezetting, verhoogd met 10 of 20 % naargelang van het type voorziening, maar beperkt tot de erkende capaciteit. De beperking, vermeld in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector, is niet van toepassing op die aanwervingen. (3) De logopedisten en de gehooropvoeders van niveau A1 zijn begrepen in de personeelsformatie.(4) Voor de centra voor observatie, oriëntering en medische, psychologische en pedagogische behandeling voor gehandicapten wordt het aantal personeelsleden op 10 gebracht.(5) Voor de centra voor observatie, oriëntering en medische, psychologische en pedagogische behandeling voor gehandicapten wordt het aantal personeelsleden op 15 gebracht.(6) Alleen voor personen met een meervoudige handicap (7) Er bestaat een mogelijkheid om gezinsbegeleiders met de kwalificatie van opvoedend en verzorgend personeel klasse 1 in te schakelen.(8) Vanaf 1 januari 2011 mogen de inrichtingen de respectieve normen voor deze functies samentellen en invullen met personeelsleden met die kwalificaties volgens de behoeften van de inrichting als aan de volgende voorwaarden voldaan is : 1) voor subsidiëring van de loonschalen van respectievelijk licentiaat/master, paramedisch personeel, hoofdopvoeder en maatschappelijk assistent worden ten hoogste de respectieve normen in aanmerking genomen;2) de kwalificatievereisten zijn vervuld.(9) Voor de leefeenheden met als doelgroep minderjarige personen met een handicap met extreme gedrags- en emotionele stoornissen wordt de personeelsnorm voor de functie opvoedend en verzorgend personeel verhoogd met 1,75 personeelseenheden voor zes plaatsen. Het agentschap bepaalt de nadere criteria voor die doelgroep.
Tabel 2. - Personeelsnormen voor de tehuizen voor volwassen gehandicapten (1)
bezigheidstehuizen voor niet-werkende volwassen gehandicapten type inrichting : 60 bedden (8) (10)
nursingtehuizen voor volwassenen met ernstige aandoeningen type inrichting : 60 bedden (10)
tehuizen voor werkende volwassen gehandicapten type inrichting : 30 bedden
geneesheer (2) (6)
2/3
2/3
licentiaat/master in de psychologie, in de pedagogie of in de kinesitherapie en assistent-psycholoog (9)
1, waarvan minstens 0,5 voorbehouden zijn aan een licentiaat/master
1, waarvan minstens 0,5 voorbehouden zijn aan een licentiaat/master
paramedisch personeel (9)
4
8
maatschappelijk assistent of sociaal verpleegkundige (9)
24 uur per week
24 uur per week
opvoedend en verzorgend personeel (9)
30, waarvan 6 hoofdopvoeders mogen zijn (3)
37, waarvan 6 hoofdopvoeders mogen zijn (3) (7)
8,5 waaronder de directeur en de maatschappelijk assistent (4)
opvoeder-groepschef
1 per 3 leefeenheden (5)
1 per 3 leefeenheden (5)
bijzonder personeel
1 technicus A2
(1) De normen in de tabel moeten verhoogd of verlaagd worden in verhouding tot het aantal erkende bedden.(2) Een voltijdse functie houdt in per week 24 uur aanwezigheid in de inrichting.(3) van de inrichtingen die een gemiddelde aanwezigheid van gehandicapten hebben tijdens de weekends en de schoolvakanties : - van 10 tot 19 %; - van 20 tot 29 %; - van 30 tot 39 %; - van 40 tot 49 %; - van 50 % en meer, worden per twee leefgroepen respectievelijk verhoogd met 1/3, 2/3, 1, 1 1/3 of 1 2/3 personeelseenheid.
Voor de toepassing van de personeelsnormen voor nursingtehuizen wordt onder nursingtehuis verstaan : het tehuis waarvan meer dan 40 % van de bewoners bedlegerig is, of een rolstoel gebruikt, of zwaar mentaal-visueel gehandicapt is. (4) Voor de tehuizen voor werkenden wordt de verhoging voor tewerkstelling tijdens het weekend vastgesteld op de helft van de onder (3) vermelde aantallen. De beperkingen, vermeld in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector, zijn niet van toepassing op deze functies. (5) De leefeenheid omvat 10 personen met een handicap.(6) alleen in verhouding tot het aantal opgenomen personen met een handicap met motorische stoornissen of met een meervoudige handicap, zwaar verstandelijk gehandicapten en karaktergestoorden (7) Voor een observatie-eenheid die gericht is op de diagnose en behandeling van personen met matig tot diep verstandelijke beperkingen, in combinatie met ernstige gedrags- of emotionele stoornissen, met als doel de re-integratie in het oorspronkelijke milieu van de personen met een handicap, wordt de norm verhoogd met twee personeelseenheden voor zes plaatsen. De gemiddelde duur van de observatie en de behandeling bedraagt maximaal negen maanden. (8) Voor de opvang en behandeling van personen met een handicap die in een gevangenis geïnterneerd werden, bestaat de personeelsformatie van een leefeenheid van 10 plaatsen uit hetzelfde aantal voltijdse equivalenten als in 6 plaatsen in een nursingtehuis voor volwassenen lijdend aan ernstige aandoeningen en in 4 plaatsen bezigheidstehuis voor niet-werkende volwassen gehandicapten.(9) Vanaf 1 januari 2011 mogen de inrichtingen de respectieve normen voor deze functies samentellen en invullen met personeelsleden met die kwalificaties volgens de behoeften van de inrichting als aan de volgende voorwaarden voldaan is : 1) voor subsidiëring van de loonschalen van respectievelijk licentiaat/master, paramedisch personeel, hoofdopvoeder en maatschappelijk assistent worden ten hoogste de respectieve normen in aanmerking genomen;2) de kwalificatievereisten zijn vervuld.(10) Voor nieuw instromende personen met een handicap kan, binnen de grenzen van de daarvoor op de begroting ingeschreven kredieten, een verhoging van de personeelsformatie toegekend worden op basis van de ondersteuningsbehoeften van die personen met een handicap, vastgesteld met het zorgzwaarte-instrument, bepaald in het ministerieel besluit van 11 juni 2010 houdende het zorgzwaarte-instrument ter inschaling van de ondersteuningsnood van personen met een handicap van de diensten Inclusieve Ondersteuning. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, bepaalt de voorwaarden waaraan voldaan moet worden, en de omvang van de personeelsformatie.
Tabel 3. - Personeelsnormen voor de tehuizen voor kortverblijf voor minderjarige of meerderjarige personen met een handicap, type inrichting : 60 bedden
functie
personeelseenheden
geneesheer
1
licentiaat/master in de psychologie, in de pedagogie, in de kinesitherapie of assistent-psycholoog (1)
3
paramedisch personeel (1)
1 per leefeenheid van 8 personen met een handicap
maatschappelijk assistent, sociaal verpleegkundige (1)
4
opvoedend en verzorgend personeel (1)
3 per leefeenheid van 8 personen met een handicap, waarvan één hoofdopvoeder mag zijn
opvoeder-groepschef
1 per 4 leefeenheden van 8 personen met een handicap
(1) Vanaf 1 januari 2011 mogen de inrichtingen de respectieve normen voor deze functies samentellen en invullen met personeelsleden met die kwalificaties volgens de behoeften van de inrichting als aan de volgende voorwaarden voldaan is : 1) voor subsidiëring van de loonschalen van respectievelijk licentiaat/master, paramedisch personeel, hoofdopvoeder en maatschappelijk assistent worden ten hoogste de respectieve normen in aanmerking genomen;2) de kwalificatievereisten zijn vervuld. Tabel 4. - Normen voor het directie-, administratief en onderhoudspersoneel van de inrichtingen en tehuizen die werken onder het internaatsstelsel
functie
personeelseenheden
directiepersoneel 6 tot 29 bedden vanaf 30 bedden per tranche van 90 bedden
1 directeur 1 directeur 1 onderdirecteur
administratief personeel (1) tot 15 bedden 16 tot 40 bedden tot 100 bedden meer dan 100 bedden vanaf 90 bedden vanaf 60 bedden
1 opsteller of klerk voltijds 2 opstellers of klerken voltijds 3 opstellers of klerken voltijds en 1 opsteller halftijds of klerk halftijds per tranche van 25 bedden een extra opsteller halftijds of klerk halftijds 1 econoom 1 boekhouder
onderhoudspersoneel voor 6 bedden bedlegerige personen met een handicap en kinderen < 6 jaar voor 7 bedden andere personen met een handicap
1 1
(1) Voor de tehuizen van kortverblijf worden de functies van opsteller of klerk verhoogd met 1 eenheid en wordt voorzien in de functie van een econoom als ten minste 200 opnamen per jaar worden gerealiseerd. Tabel 5. - Gemeenschappelijke personeelsnormen 1. In een voorziening waarvan geen enkele afdeling een erkenning heeft voor meer dan 90 bedden of plaatsen, kan van de subsidieerbare administratieve functies maximaal een halftijdse functie worden gesubsidieerd in salarisschaal A1. Die functie moet worden vervuld door een medewerker die ten minste houder is van een diploma niet-universitair hoger onderwijs. Zolang de functie in kwestie niet op dat niveau wordt vervuld, mogen de loonkosten op basis van het verschil in de beginbarema's worden aangewend om de boekhouding van de voorziening uit te besteden.
Een dienst voor plaatsing in gezinnen, die zelfstandig werkt, kan in afwijking van het eerste lid de subsidies voor een halftijdse administratieve functie in de salarisschaal A1 behouden, als de dienst erkend is voor meer dan 90 plaatsen. 2. Als in alle afdelingen van een voorziening samen drie of meer voltijdse equivalenten maatschappelijk werkers of sociaal verpleegkundigen werken, mag een van hen diensthoofd maatschappelijk werk zijn.Het diensthoofd moet minstens twee jaar dienstanciënniteit als sociaal assistent of sociaal verpleger hebben, en valt in loonschaal B1b. 3. Als in alle afdelingen van een voorziening samen acht of meer voltijdse equivalenten paramedici werken, mag een van hen diensthoofd-paramedicus zijn.Het diensthoofd moet minstens twee jaar dienstanciënniteit als paramedicus hebben, en valt in loonschaal B1b.
Vanaf drie diensthoofden mag één daarvan coördinator-paramedicus zijn.
De coördinator moet minstens drie jaar dienstanciënniteit als paramedicus of minstens één jaar dienstanciënniteit als diensthoofd-paramedicus hebben, en valt in loonschaal B1a. 4. Per afdeling met een erkenning voor 75 tot 89 of 150 tot 179 bedden of plaatsen wordt een halftijdse directiemedewerker gesubsidieerd, met een maximum van één halftijdse betrekking per voorziening.Deze bepaling geldt niet voor de semi-internaten die erkend zijn voor de opname van -21-jarigen. De directiemedewerker moet ten minste houder zijn van een diploma niet-universitair hoger onderwijs, en valt in loonschaal K5.
In afwijking van het eerste lid wordt in erkende diensten voor plaatsing in gezinnen die zelfstandig werken, ook een halftijdse directiemedewerker gesubsidieerd als de dienst erkend is voor meer dan 89 plaatsen.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Brussel, 8 oktober 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN Bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als vermeld in artikel 3 Bijlage I bij het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van semi-internaat Personeelsnormen als vermeld in artikel 4, § 1 1. De normen die in de onderstaande tabellen zijn opgenomen, geven de maximale personeelsbezetting aan die in aanmerking kan genomen worden om de dagprijs te berekenen.2. De keuze van een typeinrichting van 300 bedden heeft alleen tot doel om het bepalen van de normen te vergemakkelijken en betekent niet dat die capaciteit aan te raden of gewenst is.3. De voorziening kiest de licentiaten of masters van wie de discipline het best aansluit bij de behoeften van de personen met een handicap die ze behandelt.4. Als paramedisch personeel komen de personen in aanmerking die houder zijn van het diploma A1, gegradueerden of bachelors, zoals ergotherapeuten, kinesitherapeuten, logopedisten, heropvoeders in de psychomotoriek en gegradueerde en gebrevetteerde verpleegkundigen.5. Tot het opvoedend en verzorgend personeel behoren namelijk opvoeders, ziekenoppassers, verpleegkundigen A2, kinderverzorgers, gezins- en sanitaire helpers, de bewakers en gezins- of bejaardenhelpers, zoals bepaald in het koninklijk besluit van 21 december 1979 betreffende de inrichting van opleidingscentra voor enerzijds gezinshelpers en anderzijds voor bejaardenhelpers voor de Nederlandse Gemeenschap.6. Vanaf 1 januari 1976 zijn de vereiste kwalificaties voor het personeel van de inrichtingen die personen met een handicap opnemen, de kwalificaties die opgenomen zijn in de bijlagen II, II, bij dit besluit.7. Geneesherenprestaties die terugbetaald worden krachtens de wetgeving inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, moeten in mindering gebracht worden van de aan het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap aangerekende kosten voor geneesherenprestaties. 8. De in tabellen II.A en II.B opgenomen geneesherenfuncties worden enkel toegekend in verhouding tot het aantal opgenomen personen met een handicap met motorische stoornissen of meervoudige handicap, zwaar verstandelijke handicap en karaktergestoorden.
Tabel I. - Normen voor het directie-, administratief en onderhoudspersoneel
A. inrichtingen voor minderjarigen die werken onder het stelsel van semi-internaat
type inrichting : 300 personen met een handicap leefeenheid : 10
minderjarigen niet geschikt om school te lopen
minderjarigen geschikt om school te lopen
directiepersoneel
van 6 tot 14 plaatsen : 1 verantwoordelijke; van 15 tot 35 plaatsen : 1 bestuurder houder van een diploma A1 of bachelor; van 36 en meer plaatsen : 1 directeur
van 30 tot 72 plaatsen : 1 verantwoordelijke houder van een diploma A1 of bachelor met directievergoeding; van 73 tot 149 plaatsen : 1 voltijdse directeur; 150 en meer plaatsen : 1 directeur, 1 onderdirecteur (wanneer een directeur is aangesteld die geen klastitularis is, wordt geen betrekking van onderdirecteur voorzien)
administratief personeel
tot 25 plaatsen : 1/4e beambte; een 1/4e beambte voor elke supplementaire schijf van 25 plaatsen; 1 boekhouder vanaf 60 plaatsen
onderhoudspersoneel
1 voor 10 personen met een handicap; 1 personeelslid wordt toegevoegd voor 10 zwaar fysisch of motorisch gehandicapten
1 voor 15 personen met een handicap
B. inrichtingen voor meerderjarige personen met een handicap die werken onder het stelsel van het semi-internaat
directiepersoneel
van 6 tot 14 plaatsen : 1 verantwoordelijke; van 15 tot 29 plaatsen : 1 leider, houder van een diploma A1 of bachelor; vanaf 30 plaatsen en meer : 1 directeur; vanaf 90 plaatsen en meer : 1 directeur en 1 onderdirecteur; vanaf 180 plaatsen en meer : 1 directeur en 2 onderdirecteurs
administratief personeel
tot 15 plaatsen : 1 opsteller halftijds; tot 30 plaatsen : 1 opsteller voltijds; tot 50 plaatsen : 1 opsteller voltijds en 1 opsteller halftijds; boven de 50 plaatsen : 1 opsteller halftijds wordt toegevoegd per schijf van 25 plaatsen; vanaf 100 plaatsen : 1 econoom; 1 boekhouder vanaf 60 plaatsen
onderhoudspersoneel
1 voor 10 personen met een handicap; 1 personeelslid wordt toegevoegd voor 10 zwaar fysisch of motorisch gehandicapten
Tabel II A. Normen voor de personeelsleden die niet voorkomen in tabel I van de inrichtingen voor minderjarige personen met een handicap die werken volgens het semi-internaatstelsel
type inrichting met 300 personen met een handicap
middelmatig en zwaar verstandelijk gehandicapten
zwaar verstandelijk gehandicapten, niet geschikt om school te volgen
licht verstandelijk gehandicapten met associatie stoornissen
karaktergestoorden
zintuiglijk gehandicapten
motorisch gehandicapten
blinden en slechtzienden
doven en spraakgestoorden
groep A categorieën 1-5-6-12
groep B categorieën 2-8-9
leefeenheid : (aantal personen met een handicap)
10
8 (van 0 tot 6 jaar) 10 (van 6 jaar en meer)
12
8
8 (minder dan 12 jaar) 12 (van 12 jaar en meer)
6 (minder dan 8 jaar) 10 (van 8 jaar en meer)
8 (minder dan 8 jaar) 10 (van 8 jaar en meer)
6
geneesheren (24 u. per week)
2 (*)
2 1/2 (**)
(**)
5, waarvan 1 psychiater (**)
2 (**)
2 1/2 (**)
2 1/2 (**)
5 (**)
licentiaten/masters in psychologie, in pedagogie of kinesitherapie en assistenten in de psychologie (38 u./week) (1)
4, waarvan ten minste 2 licentiaten/masters
4, waarvan ten minste 2 licentiaten/masters
4, waarvan ten minste 2 licentiaten/masters
6, waarvan ten minste 3 licentiaten/masters
4 waarvan ten minste 1 licentiaat/master
4 waarvan ten minste 1 licentiaat/master
4 waarvan ten minste 2 licentiaat/master
6 waarvan ten minste 2 licentiaat/master
paramedisch personeel (1)
15, waarvan ten minste 1 gegradueerd verpleegkundige A1of bachelor
15, waarvan ten minste 1 gegradueerd verpleegkundige A1of bachelor
9 A1 of bachelor
20, waarin begrepen verpleegkundigen, gespecialiseerde opvoeders of animators die de paramedici kunnen vervangen
15, waarin begrepen de orthoptist
30, waarin begrepen opvoeders A1 of bachelor voor de groepen van minder dan 8 jaar; 20 waarin begrepen opvoeders A1 of bachelor voor de groepen van 8 jaar en meer
30
60
sociale dienst (1)
5
5
5
8
5
5
5
8
opvoedend en verzorgend personeel (1)
1 per leefeenheid
2 per leefeenheid waarvan 1 gediplomeerde A2
1 per leefeenheid
1 1/2 per leefeenheid, doch 2 per leefeenheid voor de personen met een handicap die tijdelijk niet geschikt zijn om school te volgen
1 per leefeenheid
1 per leefeenheid
1 1/2 per leefeenheid
1 1/2 per leefeenheid
hoofdopvoeders (1)
1 per 5 leefeenheden
1 per 4 leefeenheden
1 per 8 leefeenheden
1 per 5 leefeenheden
1 per 5 leefeenheden
1 per 6 leefeenheden voor kinderen van minder dan 8 jaar; 1 per 5 leefeenheden voor kinderen van 8 jaar en meer
1 per 6 leefeenheden voor kinderen van minder dan 8 jaar; 1 per 5 leefeenheden voor kinderen van 8 jaar en meer
1 per 6 leefeenheden
opvoeder-groepschef
1 per 2 hoofdopvoeders
1 per 2 hoofdopvoeders
1 per 2 hoofdopvoeders
1 per 2 hoofdopvoeders
1 per 2 hoofdopvoeders
1 per 2 hoofdopvoeders
1 per 2 hoofdopvoeders
1 per 2 hoofdopvoeders
bijzonder personeel
2 kopiisten
3 technici in de elektronica waarvan 1 niveau A1 en 2 niveau A2 of A3
2 technici (knutselaar in de apparatuur)
2 technici (knutselaar in de apparatuur)
(*) enkel in inrichtingen voor zwaar verstandelijk gehandicapten (**) De in tabellen II A en B opgenomen geneesherenfuncties worden enkel toegekend in verhouding tot het aantal opgenomen personen met een handicap met motorische stoornissen of meervoudige handicap, zwaar verstandelijk gehandicapten en karaktergestoorden. (1) Vanaf 1 januari 2011 mogen de inrichtingen de respectieve normen voor deze functies samentellen en invullen met personeelsleden met die kwalificaties volgens de behoeften van de inrichting als aan de volgende voorwaarden voldaan is : 1) voor subsidiëring van de loonschalen van respectievelijk licentiaat/master, paramedisch personeel, hoofdopvoeder en maatschappelijk assistent worden ten hoogste de respectieve normen in aanmerking genomen;2) de kwalificatievereisten zijn vervuld. B. Normen van de personeelsleden die niet voorkomen in tabel I van de inrichtingen voor meerderjarige personen met een handicap die werken volgens het semi-internaatstselsel
leefeenheid
10
geneesheren
3
licentiaat/master in de psychologie, de pedagogie of de kinesitherapie, assistent-psycholoog (1)
2, waarvan ten minste 1 licentiaat/master
paramedisch personeel (1)
14
sociale dienst (1)
5
opvoedend en verzorgend personeel (1)
1 1/2 per leefeenheid
hoofdopvoeder (1)
1 per 3 leefeenheden
opvoeder-groepschef
1 per 2 hoofdopvoeders
(1) Vanaf 1 januari 2011 mogen de inrichtingen de respectieve normen voor deze functies samentellen en invullen met personeelsleden met die kwalificaties volgens de behoeften van de inrichting als aan de volgende voorwaarden voldaan is : 1) voor subsidiëring van de loonschalen van respectievelijk licentiaat/master, paramedisch personeel, hoofdopvoeder en maatschappelijk assistent worden ten hoogste de respectieve normen in aanmerking genomen;2) de kwalificatievereisten zijn vervuld. Tabel III. - Gemeenschappelijke personeelsnormen 1. In een voorziening waarvan geen enkele afdeling een erkenning heeft voor meer dan 90 bedden of plaatsen, kan van de subsidieerbare administratieve functies maximaal een halftijdse functie worden gesubsidieerd in salarisschaal A1. Die functie moet worden vervuld door een medewerker die ten minste houder is van een diploma niet-universitair hoger onderwijs. Zolang de functie in kwestie niet op dat niveau wordt vervuld, mogen de loonkosten op basis van het verschil in de beginbarema's worden aangewend om de boekhouding van de voorziening uit te besteden. 2. Als in alle afdelingen van een voorziening samen drie of meer voltijdse equivalenten maatschappelijk werkers of sociaal verpleegkundigen werken, mag een van hen diensthoofd maatschappelijk werk zijn.Het diensthoofd moet minstens twee jaar dienstanciënniteit als sociaal assistent of sociaal verpleger hebben, en valt in loonschaal B1b. 3. Als in alle afdelingen van een voorziening samen acht of meer voltijdse equivalenten paramedici werken, mag een van hen diensthoofd-paramedicus zijn.Het diensthoofd moet minstens twee jaar dienstanciënniteit als paramedicus hebben, en valt in loonschaal B1b.
Vanaf drie diensthoofden mag één daarvan coördinator-paramedicus zijn.
De coördinator moet minstens drie jaar dienstanciënniteit als paramedicus of minstens één jaar dienstanciënniteit als diensthoofd-paramedicus hebben, en valt in loonschaal B1a. 4. Per afdeling met een erkenning voor 75 tot 89 of 150 tot 179 bedden of plaatsen wordt een halftijdse directiemedewerker gesubsidieerd, met een maximum van één halftijdse betrekking per voorziening.Deze bepaling geldt niet voor de semi-internaten die erkend zijn voor de opname van -21-jarigen. De directiemedewerker moet ten minste houder zijn van een diploma niet-universitair hoger onderwijs, en valt in loonschaal K5.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Brussel, 8 oktober 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN Bijlage 4 bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiering van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen erkend en gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap als vermeld in artikel 4 Bijlage II bij het ministerieel besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van semi-internaat II, I Tabel van de weddeschalen in aanmerking te nemen voor het bepalen van de prijs per dag per onderhoud zoals vermeld in artikel 4, § 1. (1) I.1. logistiek personeel
KLASSE 4
KLASSE 3
KLASSE 2
KLASSE 1
NR. LOONSCHAAL
74 L.
81 L.
88 L.
100 L. AANTAL JAAR
0
443.004
446.020
497.760
599.868
1
449.172
471.348
507.936
611.736
2
455.328
478.512
519.864
623.604
3
461.496
493.824
536.508
635.460
4
461.496
493.824
536.508
635.460
5
474.096
518.940
563.784
655.800
6
474.096
518.940
563.784
655.800
7
497.040
544.056
591.072
754.116
8
497.040
544.056
591.072
754.116
9
519.984
569.172
618.360
774.468
10
519.984
569.172
618.360
774.468
11
542.940
594.300
645.660
794.808
12
542.940
594.300
645.660
794.808
13
565.884
619.416
672.936
815.148
14
565.884
619.416
672.936
815.148
15
588.828
644.520
700.224
835.488
16
588.828
644.520
700.224
905.556
17
611.772
669.636
727.512
925.896
18
611.772
669.636
727.512
955.020
19
634.716
694.752
754.800
975.360
20
634.716
694.752
754.800
975.360
21
657.660
719.868
782.088
995.700
22
657.660
719.868
782.088
995.700
23
680.616
744.996
809.376
1.016.040
24
680.616
744.996
809.376
1.016.040
25
703.548
770.100
836.652
1.036.380
26
703.548
770.100
836.652
1.036.380
27
726.504
795.228
863.952
1.056.720
I.1bis. overgangsmaatregelen loonschalen logistiek personeel
OND II
OND III
OND IV
OND IV
OND V
NR. LOONSCHAAL
74 L.1
74 L.2
81 L.1
88 L.1
88 L.2
AANTAL JAAR
0
452.376
477.804
492.828
492.827
523.908
1
458.544
483.972
498.996
503.229
528.204
2
464.712
490.140
505.164
519.861
532.500
3
470.880
496.308
511.320
536.502
536.808
4
470.880
496.308
511.320
536.502
536.808
5
475.236
500.664
518.940
563.788
563.784
6
475.236
500.664
518.940
563.788
563.784
7
497.040
505.020
544.056
591.074
591.072
8
497.040
505.020
544.056
591.074
591.072
9
519.984
519.984
569.172
618.359
618.360
10
519.984
519.984
569.172
618.359
618.360
11
542.940
542.940
594.300
645.654
645.660
12
542.940
542.940
594.300
645.654
645.660
13
565.884
565.884
619.416
672.940
672.936
14
565.884
565.884
619.416
672.940
672.936
15
588.828
588.828
644.520
700.226
700.224
16
588.828
588.828
644.520
700.226
700.224
17
611.772
611.772
669.636
727.511
727.512
18
611.772
611.772
669.636
727.511
727.512
19
634.716
634.716
694.752
754.797
754.800
20
634.716
634.716
694.752
754.797
754.800
21
657.660
657..660
719.868
782.083
782.088
22
657.660
657.660
719.868
782.083
782.088
23
680.616
680.616
744.996
809.378
809.376
24
680.616
680.616
744.996
809.378
809.376
25
703.548
703.548
770.100
836.654
836.652
26
703.548
703.548
770.100
836.654
836.652
27
726.504
726.504
795.228
863.949
863.952
I.2. administratief personeel
KLASSE 3
KLASSE 2
KLASSE 1
NR. LOONSCHAAL
81 A
88 A.
100 A. AANTAL JAAR
0
457.548
497.760
599.868
1
463.200
507.936
611.736
2
478.512
519.864
623.604
3
493.824
536.508
635.460
4
493.824
536.508
635.460
5
518.940
563.784
655.800
6
518.940
563.784
655.800
7
544.056
591.072
754.116
8
544.056
591.072
754.116
9
569.172
618.360
774.468
10
569.172
618.360
774.468
11
594.300
645.660
794.808
12
594.300
645.660
794.808
13
619.416
672.936
815.148
14
619.416
672.936
815.148
15
644.520
700.224
835.488
16
644.520
700.224
905.556
17
699.636
727.512
925.896
18
669.636
727.512
955.020
19
694.752
754.800
975.360
20
694.752
754.800
975.360
21
719.868
782.088
995.700
22
719.868
782.088
995.700
23
744.996
809.376
1.016.040
24
744.996
809.376
1.016.040
25
770.100
836.652
1.036.380
26
770.100
836.652
1.036.380
27
795.228
863.952
1.056.720
I.2bis overgangsmaatregelen loonschalen administratief personeel
klerk stenotypist
boekhouder klasse 2
econoom
NR. LOONSCHAAL
81 A.1
88 A.1
100 A.1
AANTAL JAAR
0
466.020
514.704
599.868
1
471.348
524.880
611.736
2
478.512
535.056
623.604
3
493.824
545.232
635.460
4
493.824
545.232
635.460
5
518.940
563.784
655.800
6
518.940
563.784
655.800
7
544.056
591.072
676.140
8
544.056
591.072
676.140
9
569.172
618.360
702.684
10
569.172
618.360
702.684
11
594.300
645.660
733.704
12
594.300
645.660
733.704
13
619.416
672.936
764.700
14
619.416
672.936
764.700
15
644.520
700.224
795.708
16
644.520
700.224
795.708
17
669.636
727.512
826.716
18
669.636
727.512
826.716
19
694.752
754.800
857.724
20
694.752
754.800
857.724
21
719.868
782.088
888.732
22
719.868
782.088
888.732
23
744.996
809.376
919.752
24
744.996
809.376
919.752
25
770.100
836.652
950.748
26
770.100
836.652
950.748
27
795.228
863.952
981.756
I.3. Begeleidend en verzorgend personeel
begeleidend personeel klasse 3
begeleidend en verzorgend personeel klasse 2 B
begeleidend en verzorgend personeel klasse 2 A
verzorgend personeel
opvoedend personeel klasse 1
hoofdopvoeder
groepschef
NR. LOONSCHAAL
81 B
84 BV
88 BV
95 V
100
107
112 OG
AANTAL JAAR
0
469.164
503.820
524.160
554.664
599.868
677.844
747.912
1
474.492
513.984
532.632
564.840
611.736
689.712
759.780
2
479.832
524.160
541.104
575.004
623.604
701.580
771.636
3
493.824
534.324
549.588
585.180
635.460
713.436
783.504
4
493.824
534.324
549.588
585.180
635.460
713.436
783.504
5
518.940
544.500
563.784
608.640
655.800
733.776
803.844
6
518.940
544.500
563.784
608.640
655.800
733.776
803.844
7
544.056
564.204
591.072
638.088
676.140
754.116
824.184
8
544.056
564.204
591.072
638.088
676.140
754.116
824.184
9
569.172
590.256
618.360
696.492
702.684
774.468
844.524
10
569.172
590.256
618.360
696.492
702.684
774.468
844.524
11
594.300
616.308
645.660
716.832
733.704
794.808
864.864
12
594.300
616.308
645.660
716.832
733.704
794.808
864.864
13
619.416
642.348
672.936
737.172
764.700
818.232
885.216
14
619.416
642.348
672.936
737.172
764.700
818.232
885.216
15
644.520
668.400
700.224
757.512
795.708
851.412
905.556
16
644.520
668.400
700.224
757.512
795.708
851.412
905.556
17
669.636
694.440
727.512
785.376
826.716
884.592
925.920
18
669.636
694.440
727.512
785.376
826.716
884.592
955.020
19
694.752
720.492
754.800
814.836
857.724
917.760
975.360
20
694.752
720.492
754.800
814.836
857.724
917.760
975.360
21
719.868
746.532
782.088
844.296
888.732
950.940
995.700
22
719.868
746.532
782.088
844.296
888.732
950.940
995.700
23
744.996
772.584
809.376
873.756
919.752
984.132
1.030.116
24
744.996
772.584
809.376
873.756
919.752
984.132
1.030.116
25
770.100
798.624
836.652
903.204
950.748
1.017.300
1.064.832
26
770.100
798.624
836.652
903.204
950.748
1.017.300
1.064.832
27
795.228
824.676
863.952
932.676
981.756
1.050.480
1.099.572
I.3bis overgangsmaatregelen loonschalen begeleidend en verzorgend personeel
A.D.L. assistent
NR. LOONSCHAAL
84 BV 1
AANTAL JAAR
0
494.592
1
501.252
2
507.912
3
548.484
4
553.812
5
559.152
6
564.480
7
569.808
8
575.136
9
590.256
10
590.256
11
616.308
12
616.308
13
642.348
14
642.348
15
668.400
16
668.400
17
694.440
18
694.440
19
720.492
20
720.492
21
746.532
22
746.532
23
772.584
24
772.584
25
798.624
26
798.624
27
824.676
I.4. medisch, paramedisch, sociaal en therapeutisch personeel
sociaal, paramedisch en therapeutisch personeel
licentiaat en master
geneesheer- omnipracticus
geneesheer-specialist
NR. LOONSCHAAL
100 SPT
127
10/3
13/3
AANTAL JAAR
0
599.868
791.988
978.444
1.300.524
1
611.736
815.712
1.002.180
1.300.524
2
623.604
839.448
1.025.916
1.351.380
3
635.460
863.184
1.049.640
1.351.380
4
635.460
891.960
1.049.640
1.402.236
5
655.800
928.416
1.091.172
1.402.236
6
655.800
928.416
1.091.172
1.453.080
7
754.116
964.860
1.132.704
1.453.080
8
754.116
964.360
1.132.704
1.503.936
9
774.468
1.001.304
1.174.236
1.503.936
10
774.468
1.001.304
1.174.236
1.554.792
11
794.808
1.037.748
1.215.768
1.554.792
12
794.808
1.037.748
1.215.768
1.605.648
13
815.148
1.074.192
1.257.300
1.605.648
14
815.148
1.074.192
1.257.300
1.656.504
15
835.488
1.110.636
1.298.820
1.656.504
16
905.556
1.110.636
1.298.820
1.707.360
17
925.896
1.147.092
1.340.352
1.707.360
18
955.020
1.147.092
1.340.352
1.758.216
19
975.360
1.183.536
1.381.884
1.758.216
20
975.360
1.183.536
1.381.884
1.809.072
21
995.700
1.219.980
1.423.146
1.809.072
22
995.700
1.219.980
1.423.416
1.859.916
23
1.016.040
1.256.424
1.464.948
1.859.916
24
1.016.040
1.256.424
1.464.948
1.859.916
25
1.036.380
1.256.424
1.464.948
1.859.916
26
1.036.380
1.256.424
1.464.948
1.859.916
27
1.056.720
1.256.424
1.464.948
1.859.916
I.5. directiepersoneel
verantwoordelijke of directeur
onderdirecteur
directeur 6 - 12 bedden
directeur 13 - 29 bedden
directeur 30 - 59 bedden
directeur 60 - 89 bedden
directeur meer dan 90 bedden
NR. LOONSCHAAL
112 D
135
130 D1
130 D2
140
145
150
AANTAL JAAR
0
747.912
747.912
718.824
747.912
774.120
801.768
829.416
1
759.780
771.996
743.412
759.780
800.592
829.188
857.772
2
771.636
797.508
767.976
771.636
827.052
856.584
886.128
3
783.504
823.044
792.564
792.564
853.524
884.004
914.496
4
783.504
823.044
792.564
792.564
853.524
891.960
914.496
5
803.844
864.900
832.872
832.872
896.940
928.968
961.008
6
803.844
864.900
832.872
832.872
896.940
928.968
961.008
7
824.184
906.756
873.180
873.180
940.344
973.932
1.007.508
8
824.184
906.756
873.180
873.180
940.344
973.932
1.007.508
9
844.524
948.384
913.488
913.488
983.748
1.018.884
1.053.756
10
844.524
948.384
913.488
913.488
983.748
1.018.884
1.053.756
11
864.864
990.492
953.808
953.808
1.027.176
1.063.860
1.100.544
12
864.364
990.492
953.808
953.808
1.027.176
1.063.860
1.100.544
13
885.216
1.032.348
994.116
994.116
1.070.592
1.108.824
1.147.056
14
885.216
1.032.348
994.116
994.116
1.070.592
1.108.024
1.147.056
15
905.556
1.074.204
1.034.424
1.034.424
1.113.996
1.153.776
1.193.568
16
905.556
1.074.204
1.034.424
1.034.424
1.113.996
1.153.776
1.193.568
17
925.920
1.116.072
1.074.732
1.074.732
1.157.400
1.198.740
1.240.080
18
955.020
1.116.072
1.074.732
1.074.732
1.157.400
1.198.740
1.240.080
19
975.360
1.157.928
1.115.040
1.115.040
1.200.816
1.243.704
1.286.592
20
975.360
1.157.928
1.115.040
1.115.040
1.200.816
1.243.704
1.286.592
21
995.700
1.199.784
1.155.348
1.155.348
1.244.220
1.288.656
1.333.092
22
995.700
1.199.784
1.155.348
1.155.348
1.244.220
1.288.656
1.333.092
23
1.030.116
1.241.664
1.195.668
1.195.668
1.287.648
1.333.632
1.379.616
24
1.030.116
1.241.664
1.195.668
1.195.668
1.287.648
1.333.632
1.379.616
25
1.064.832
1.283.508
1.235.964
1.235.964
1.331.040
1.378.584
1.426.116
26
1.064.832
1.283.508
1.235.964
1.235.964
1.331.040
1.378.584
1.426.116
27
1.099.572
1.325.376
1.276.284
1.276.284
1.374.468
1.423.548
1.472.640
I.5bis maximumbedrag voor toeslag bijzondere prestaties
directeur 6 - 12 bedden
directeur 13 - 29 bedden
NR. LOONSCHAAL
130 D1
130 D2
AANTAL JAAR
0
8.557
6.133
1
8.850
7.486
2
9.143
8.837
3
9.435
9.435
4
9.435
9.435
5
9.915
9.915
6
9.915
9.915
7
10.395
10.395
8
10.395
10.395
9
10.875
10.875
10
10.875
10.875
11
11.355
11.355
12
11.355
11.355
13
11.835
11.835
14
11.835
11.835
15
12.315
12.315
16
12.315
12.315
17
12.794
12.794
18
12.794
12.794
19
13.274
13.274
20
13.274
13.274
21
13.754
13.754
22
13.754
13.754
23
14.234
14.234
24
14.234
14.234
25
14.714
14.714
26
14.714
14.714
27
15.194
15.194
(1) alle bedragen in Belgische frank II, II Vereiste kwalificaties van het personeel van de inrichtingen voor gehandicapten als vermeld in artikel 6 van bijlage I Vereiste kwalificaties van het personeel van de inrichtingen voor gehandicapten
functiegroep
vereiste kwalificaties
gelijkgestelde kwalificaties (1)
gelijkgesteld personeel
logistiek personeel 1) klasse 4, loonschaal 74.L barema 1 L4
geen
bij wijze van overgangsmaatregel de hierna vermelde personeelsleden in dienst op 1 december 1991 : 1) werknemers categorie I 2) werknemers categorie II (met loonschaal 74.L.1 barema 2 L4 ond II) 3) werknemers categorie III (met loonschaal 74.L.2 barema 3 L4 ond III)
2) klasse 3, loonschaal 81.L barema 6 L3a in dienst voor 1 november 1993 barema 7 L3 in dienst na 1 november 1993
eindgetuigschrift van het : 1) hoger secundair beroepsonderwijs 2) lager secundair technisch onderwijs 3) relevant ervaringsbewijs voor een logistieke functie, uitgereikt door het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale Economie
bij wijze van overgangsmaatregel de hierna vermelde personeelsleden in dienst op 1 december 1991 : 1) werknemers categorie IV (met loonschaal 81.L.1 barema 4 L3 ond IV) 2) technicus (knutselaar apparatuur) 3) technicus elektronica A3 4) hulp in klinisch laboratorium 5) de kopiist A3
3) klasse 2, loonschaal 88.L barema 8 L2
eindgetuigschrift van het hoger secundair technisch onderwijs
1) ploegleider uit klasse 3, verantwoordelijk voor vijf voltijdse werknemers 2) bij wijze van overgangsmaatregel de hierna vernoemde personeelsleden in dienst op 1 december 1991 : a) werknemer categorie IV die in het bezit is van het eindgetuigschrift van het hoger secundair (met loonschaal 88.L.1 barema 4 L3 ond IV) b) werknemers categorie V(met loonschaal 88.L.2 barema 5 L2 ond V) c) technicus elektronica A2 d) kopiist A2
4) klasse 1, loonschaal 100.L barema 9 A1
1) diploma of eindgetuigschrift van technisch hoger onderwijs. 2) diploma van het hoger beroepsonderwijs (HBO5), studiegebied « Industriële wetenschappen en technologie »
de technicus elektronica A1 in dienst op 1 december 1991
administratief personeel 1) klasse 3, loonschaal 81.A barema 12 A3
eindgetuigschrift van het : 1) lager secundair onderwijs 2) hoger secundair beroepsonderwijs met specifieke oriëntatie in de administratieve richting
de klerk en klerk-(steno)typist (met loonschaal 81.A.1) in dienst op 1 december 1991
2) klasse 2, loonschaal 88.A barema 10 A2
eindgetuigschrift van het hoger secundair onderwijs
bij wijze van overgangsmaatregel : 1) opstellers en boekhouders klasse 2 (met loonschaal 88.A.1 barema 11 A2 boekh kl II) in dienst op 1 december 1991 2) klerken en klerken(steno)typist in dienst op 1 december 1991 na vijfjaar dienst in die functie
3) klasse 1, loonschaal 100.A barema 9 A1
1) eindgetuigschrift van het hoger onderwijs met een economische of op personeelsbeleid gerichte opleiding. 2) eindgetuigschrift van het hoger beroepsonderwijs (HBO5), studiegebied « Handelswetenschappen en bedrijfskunde »
diploma of eindgetuigschrift van het economisch of technisch hoger onderwijs
1) de boekhouder klasse 1 en de economen met het vermelde diploma of eindgetuigschrift 2) bij wijze van overgangsmaatregel economen zonder het vermeld diploma in dienst op 1 december 1991 met loonschaal 100.A.1
begeleidend personeel klasse 3, loonschaal 81.B barema 14 B3
eindgetuigschrift van het : 1) lager secundair onderwijs 2) hoger secundair beroepsonderwijs
opvoeders klasse 3 in dienst op 1 december 1991
begeleidend en verzorgend personeel klasse 2B, loonschaal 84.B.V. barema 15 B2B
eindgetuigschrift van het : 1) hoger secundair beroepsonderwijs met specifieke oriëntatie in de menswetenschappelijke richting, onder meer : a) kinderverzorger b) gezins- en sanitair helper c) ziekenoppasser 2) hoger secundair onderwijs. Het begeleidend en verzorgend personeel klasse 2B in dienst na 1 december 1991 gaat na tien jaar dienstanciënniteit over naar de loonschaal 88.B.V.
1) opvoeders klasse 2B en ADL- assistenten (met loonschaal 84.BV.1 barema 28 B2B) in dienst op 1 december 1991 2) bij wijze van overgangsmaatregel opvoeders klasse 3 in dienst op 1 december 1991 na tien jaar dienstanciënniteit in die functie
klasse 2A, loonschaal 88.B.V barema 16 B2A
eindgetuigschrift van : 1) hoger secundair onderwijs met pedagogische, sociale, paramedische of artistieke oriëntatie 2) hoger secundair beroepsonderwijs met specifieke oriëntatie van : a) kinderverzorger b) sanitaire helper, c) gezins- en bejaarden-helper d) geregistreerde zorgkundige tewerkgesteld in een voor hun kwalificatie geëigende doelgroep
1) opvoeders klasse 2 en 2A in dienst op 1 december 1991 2) opvoeders klasse 2B of begeleidend en verzorgend personeel klasse 2B na tien jaar dienstanciënniteit in die functie
verzorgend personeel loonschaal 95.V barema 13 MV2
brevet van verpleegkundige
begeleidend personeel klasse 1, loonschaal 100.B. barema 17 B1c
1) minstens het diploma van het hoger onderwijs met sociale, orthopedagogische, pedagogische, psychologische, paramedische of artistieke oriëntatie 2) eindgetuigschrift van het hoger beroepsonderwijs (HBO5), studiegebied « Sociaal-agogisch werk »
opvoeders klasse 1 in dienst op 1 december 1991
sociaal, paramedisch en therapeutisch personeel loonschaal 100.S.P.T barema 20 MV1
voor sociaal personeel : hoger onderwijs met de wettelijk vereiste opleiding professioneel gerichte bachelor voor : 1) maatschappelijk werker 2) sociaal verpleegkundige 3) gezinswetenschappen voor paramedisch en therapeutisch personeel : hoger onderwijs met de wettelijk vereiste opleiding professioneel gerichte bachelor in de gezondheidszorg
hoger onderwijs met de wettelijk vereiste opleiding voor : 1) maatschappelijk werker 2) gegradueerde verpleegkundige (A1) 3) sociaal verpleegkundige 4) kinesitherapeut A1 5) logopedist 6) assistent in de psychologie 7) orthoptist 8) orthopedist 9) ergotherapeut A1 10) heropvoeders in de psychomotoriek
diensthoofd paramedicus vanaf acht of meer voltijdse equivalenten paramedici in de voorziening barema 18 B1b
minstens twee jaar dienstanciënniteit als paramedicus
coördinator-paramedicus vanaf drie diensthoofden-paramedici in de voorziening barema 19 B1a
minstens drie jaar dienstanciënniteit als paramedicus of minstens één jaar dienstanciënniteit als diensthoofd-paramedicus
hoofdopvoeder loonschaal 107.H barema 18 B1b
1) begeleidend personeel klasse 1 met twee jaar dienstanciënniteit als opvoeder of als lid van het begeleidend personeel klasse 1 2) de maatschappelijk werker, paramedicus of therapeut met twee jaar dienstanciënniteit
de hoofdopvoeders in dienst op 1 december 1991
opvoeder groepschef loonschaal 112.O.G barema 19 B1a
1) de hoofdopvoeders met één jaar dienstanciënniteit 2) begeleidend personeel klasse 1 met drie jaar dienstanciënniteit als opvoeder of als lid van het begeleidend personeel klasse 1 3) maatschappelijk werker, paramedicus of therapeut met drie jaar dienstanciënniteit
de opvoeders-groepschefs in dienst op 1 december 1991
diensthoofd-maatschappelijk werk barema 18 B1b voorzieningen met drie of meer voltijdse equivalenten maatschappelijk werkers of sociaal verpleegkundigen
maatschappelijk assistent of sociaal verpleegkundige met twee jaar anciënniteit
licentiaten/masters loonschaal 127 barema 21 L1
1) universitair diploma in het studiegebied psychologie en pedagogische wetenschappen, revalidatieweten-schappen en kinesitherapie, criminologie 2) diploma hoger onderwijs met de wettelijk vereiste opleiding master in de kinesitherapie of revalidatiewetenschappen
universitair diploma in de : 1) psychologie 2) pedagogiek 3) orthopedagogiek 4) kinesitherapie of revalidatiewetenschappen 5) criminologie
geneesheren-omnipractici loonschaal 10/3 barema 26 G1
wettelijk universitair diploma
geneesheren-specialisten loonschaal 13/3 barema 27 GS
wettelijk universitair diploma
verantwoordelijke of directeur 1) diensten plaatsing in gezinnen barema 22 K5 2) diensten Begeleid Wonen loonschaal 112.D. barema 19 B1a 3) diensten Zelfstandig Wonen loonschaal 112.D barema 19 B1a
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
directeur Instellingen 1) instellingen 6 - 12 plaatsen loonschaal 130.D.1. barema 22 K5
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
2) instellingen 13 - 29 plaatsen loonschaal 130.D.2 barema 22 K5
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
3) instellingen 30 - 59 plaatsen loonschaal 140 barema 23 K3
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
4) instellingen 60 - 89 bedden loonschaal 145 barema 24 K2
universitair diploma
diploma van niet-universitair hoger onderwijs met vijf jaar ervaring
5) instellingen met meer dan 90 plaatsen loonschaal 150 barema 25 K1
universitair diploma
diploma van niet-universitair hoger onderwijs met vijf jaar ervaring
onderdirecteur loonschaal 135 barema 22 K5
tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs
directiemedewerker afdeling met erkenning 75 - 90 bedden of 150 - 179 plaatsen barema 22 K5
1) tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs 2) eindgetuigschrift van het hoger beroepsonderwijs (sociaal hoger onderwijs van het korte type en voor sociale promotie)
administratief medewerker voorzieningen met erkenning voor minder dan of gelijk aan 90 bedden of plaatsen barema 9 A1
1) tenminste houder van het diploma niet-universitair hoger onderwijs 2) eindgetuigschrift van het hoger beroepsonderwijs (sociaal hoger onderwijs van het korte type en voor sociale promotie)
(1) Oude diploma's ingevoegd bij besluit van de Vlaamse Regering van 2 augustus 1991. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van de subsidiëring van de personeelskosten en kwalificatievereisten in de voorzieningen die erkend en gesubsidieerd zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.
Brussel, 8 oktober 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN