Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 08 december 2006
gepubliceerd op 14 februari 2007

Besluit van de Vlaamse Regering inzake de certificering van koeltechnische bedrijven

bron
vlaamse overheid
numac
2007035192
pub.
14/02/2007
prom.
08/12/2006
ELI
eli/besluit/2006/12/08/2007035192/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 DECEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering inzake de certificering van koeltechnische bedrijven


De Vlaamse Regering, Gelet op de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging, inzonderheid op artikelen 1 en 4;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, inzonderheid op artikel 20, gewijzigd bij de decreten van 22 december 1993, 21 oktober 1997 en 11 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006;

Overwegende dat artikel 16.5 en 17.1 van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen stellen dat EU-lidstaten de minimumopleidingseisen moeten bepalen waaraan het personeel moet voldoen dat betrokken is bij het onderhoud van apparatuur die de stoffen bevat;

Overwegende dat artikel 9 van Richtlijn 2002/91 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de energieprestatie van gebouwen stelt dat lidstaten de nodige maatregelen moeten nemen voor het instellen van een regelmatige keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW;

Overwegende dat zowel het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2002-2005, vastgesteld bij de beslissing van de Vlaamse Regering van 28 februari 2003, als het MINA-plan 3, vastgesteld bij de beslissing van de Vlaamse Regering van 19 september 2003, voorzien in de invoering van een erkenningsregeling voor koeltechnici die werkzaamheden uitvoeren met ozonafbrekende stoffen en gefluoreerde broeikasgassen;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 12 juli 2006;

Gelet op het advies van de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen, gegeven op 1 juli 2004;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 6 juli 2004;

Gelet op het advies 41.121/VR/3 van de Raad van State, gegeven op 3 oktober 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Draagwijdte en definities

Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op koelinstallaties als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 5, en in artikel 6.8.0 van titel II van het Vlarem.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu;2° de afdeling : de afdeling bevoegd voor erkenningen;3° titel II van het Vlarem : het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;4° attest van bekwaamheid in de koeltechniek : attest uitgereikt door een gecertificeerd examencentrum nadat de aanvrager zijn bekwaamheid in de koeltechniek heeft aangetoond;5° geldig attest van bekwaamheid in de koeltechniek : een attest van bekwaamheid in de koeltechniek dat niet ouder is dan vijf jaar, gerekend vanaf de datum van de uitreiking ervan;6° gecertificeerd koeltechnisch bedrijf : een bedrijf dat beschikt over een koelinstallatiebeheersysteem dat is gekeurd overeenkomstig de bepalingen van artikel 4 en dat over een keuringscertificaat beschikt dat niet ouder is dan 24 maanden, gerekend vanaf de datum van de keuring;7° gecertificeerd examencentrum : examencentrum dat beschikt over een examensysteem dat is gekeurd overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 en dat over een keuringscertificaat beschikt dat niet ouder is dan 24 maanden, gerekend vanaf de datum van de keuring;8° keuringsinstelling : een instelling als vermeld in artikel 13 of artikel 14; 9° ozonafbrekende stoffen : de ozonafbrekende stoffen, vermeld in artikel 1.1.2 van titel II van het Vlarem; 10° gefluoreerde broeikasgassen : de gefluoreerde broeikasgassen, vermeld in artikel 1.1.2 van titel II van het Vlarem; 11° werkzaamheden aan koelinstallaties : werkzaamheden aan koelinstallaties waarbij er een mogelijk risico op emissies van ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen bestaat.Hiermee worden onder meer bedoeld : het vullen van de koelinstallatie met koelmiddel, het in bedrijf stellen van de koelinstallatie, het aftappen en bijvullen van koelmiddel aan de koelinstallatie, herstellingen aan het koelmiddelcircuit, het verhelpen van lekkage, de buitenwerkingstelling van een koelinstallatie; 12° koelinstallatiebeheersysteem van het type I : een koelinstallatiebeheersysteem dat is opgezet om werkzaamheden aan koelinstallaties uit te voeren;13° koelinstallatiebeheersysteem van het type II : een koelinstallatiebeheersysteem dat is opgezet om uitsluitend werkzaamheden aan koelinstallaties uit te voeren die worden uitgebaat door het koeltechnisch bedrijf.

Art. 3.De minister kan de bepalingen wijzigen die opgenomen zijn in de bijlagen bij dit besluit. HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende gecertificeerde koeltechnische bedrijven Afdeling I. - Procedure van keuring van het

koelinstallatiebeheersysteem

Art. 4.§ 1. Een koelinstallatiebeheersysteem mag alleen worden gekeurd door een keuringsinstelling. § 2. De aanvraag tot keuring die is gericht aan de keuringsinstelling moet minstens de volgende gegevens bevatten : 1° naam van het bedrijf;2° vestigingsadres;3° naam van de directeur van het bedrijf;4° telefoon- en faxnummer;5° e-mailadres;6° postadres;7° BTW-nummer van het bedrijf;8° ondernemingsnummer;9° vermelding van de sectoren waarin het bedrijf actief is (industriële en commerciële koeling, luchtconditioneringsinstallaties voor gebouwen, andere installaties);10° opgave van koeltechnische werkzaamheden die door de aanvrager worden verricht.Hierbij moeten één of meer van de volgende opties worden opgegeven : a) opbouwen en installeren b) wijzigen c) herstellen d) onderhouden e) slopen f) demonteren 11° vermelding van het type koelinstallatiebeheersysteem dat wordt gekeurd. § 3. Voor de keuring van een koelinstallatiebeheersysteem van het type I moet het aanvraagdossier een lijst bevatten van personen die beschikken over een geldig attest van bekwaamheid in de koeltechniek.

Voor de keuring van het koelinstallatiebeheersysteem van het type II moet het aanvraagdossier een lijst bevatten van alle bevoegde koeltechnici. § 4. In kader van de keuring van een koelinstallatiebeheersysteem van het type II moet de aanvrager over de volgende informatie beschikken : 1° een beschrijving van alle koelinstallaties die worden onderhouden met opgave van koelvermogen, type koelmiddel en hoeveelheid koelmiddel per koelinstallatie;2° een beschrijving van genomen maatregelen om de lekkage van koelmiddelen te detecteren en tot een minimum te beperken;3° een beschrijving van de werkzaamheden die aan de koelinstallaties moeten worden uitgevoerd en de benodigde kwalificaties van het personeel om elk van die taken verantwoord uit te voeren;4° per taak een lijst van personen die de taak mag uitvoeren;5° een opgave van de opleidings- en testprogramma's voor het personeel dat betrokken is bij de hierboven opgesomde taken;6° informatie die aantoont dat de ingestelde opleidings- en testprogramma's equivalent zijn aan de exameneisen, vermeld in bijlage I bij dit besluit. § 5. Bij de keuring van het koelinstallatiebeheersysteem moet worden nagegaan of aan de verplichtingen, vermeld in artikel 5 is voldaan.

Als uit de keuring blijkt dat het koelinstallatiebeheersysteem conform de verplichtingen is opgezet, dan wordt een keuringscertificaat uitgereikt. Op het keuringscertificaat wordt de datum van de keuring vermeld alsook de voorziene datum van de volgende keuring. Een koelinstallatiebeheersysteem moet iedere vierentwintig maanden worden gekeurd. § 6. Als uit de keuring blijkt dat verplichtingen, vermeld in artikel 5, niet zijn nagekomen of niet naar behoren zijn uitgevoerd, vermeldt de keuringsinstelling op het keuringscertificaat dat de vastgestelde non-conformiteiten in een keuringsrapport worden opgenomen. Bij een volgende keuring zal worden nagegaan of die tekortkomingen zijn weggewerkt. § 7. De minister kan aanvullende voorwaarden stellen waaraan de aanvraagdossiers moet voldoen. Afdeling II. - Verplichtingen voor gecertificeerde koeltechnische

bedrijven

Art. 5.§ 1. Een gecertificeerd koeltechnisch bedrijf voert alle werkzaamheden aan koelinstallaties uit conform de norm NBN-EN 378 of een gelijkwaardige code van goede praktijk en respecteert daarbij de geldende milieuwetgeving. § 2. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf neemt de nodige maatregelen om lekkage van koelmiddelen uit koelinstallaties te voorkomen of tot een minimum te beperken. § 3. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet ervoor zorgen dat bevoegde koeltechnici gedurende werkzaamheden aan koelinstallaties kunnen beschikken over de nodige en in goede staat verkerende apparatuur. Die apparatuur omvat ten minste het materiaal, vermeld in bijlage III. § 4. Bij werkzaamheden aan een koelinstallatie moet het gecertificeerde koeltechnische bedrijf de volgende zaken noteren : 1° als lekdichtheidscontroles als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 7, van titel II van het Vlarem worden uitgevoerd : een beschrijving en de resultaten van de uitgevoerde controles; 2° als koelmiddel werd verbruikt of bijgevuld aan een koelinstallatie : het type, de hoeveelheid en de reden van bijvulling (nieuwbouw, uitbreiding, retrofit of lekkage), het tijdstip, de naam van de klant en de locatie van de koelinstallatie;3° als koelmiddel werd afgetapt van een koelinstallatie : het type, de hoeveelheid, het tijdstip, de gegevens van de klant en de locatie van de koelinstallatie. Als uit de koelmiddelregistratie blijkt dat uit een koelinstallatie een relatief lekverlies optreedt waarbij overeenkomstig artikel 5.16.3.3, § 6, van titel II van het Vlarem maatregelen moeten worden getroffen, dan moet het gecertificeerde koeltechniscche bedrijf actie ondernemen. Dit impliceert dat tenminste de eigenaar van de installatie schriftelijk op de hoogte gebracht moet worden van de vastgestelde lekkage en dat een een voorstel van te nemen maatregelen geformuleerd moet worden.

Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet minstens één afschrift van de registraties aan de eigenaar of beheerder van de koelinstallatie bezorgen en, indien mogelijk, in het installatiegebonden logboek of register noteren.

Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet de in deze paragraaf bedoelde gegevens gecentraliseerd bijhouden (met vermelding van de plaats en de datum van uitgevoerde werkzaamheden). § 5. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet bovendien de volgende zaken gecentraliseerd bijhouden : 1° de hoeveelheid koelmiddel die werd bijgevuld in elke koelinstallatie op basis van de registraties, vermeld in § 4;2° de hoeveeheid koelmiddel die werd afgetapt van elke koelinstallatie op basis van de registraties, vermeld in § 4;3° de hoeveelheid koelmiddel die werd aangekocht, met vermelding van de datum van aankoop en de naam van de leverancier;4° de hoeveelheid koelmiddel die werd afgevoerd, met vermelding van de datum van afvoer en de naam van de ophaler van de koelmiddelen. § 6. Het gecertificeerde koeltechnische bedrijf moet de geregisteerde gegevens van de in dit artikel bedoelde activiteiten vijf jaar bewaren.

Art. 6.Een gecertificeerd koeltechnisch bedrijf moet : 1° de keuringsinstelling toegang verlenen tot de bedrijfszetel;2° de keuringsinstelling alle documenten en nuttige gegevens ter beschikking stellen waaruit blijkt dat de uitrustings- en werkingsvoorwaarden, vastgesteld door dit besluit, nageleefd worden;3° indien nodig, de documenten die de controle mogelijk moeten maken, of een afschrift ervan, aan de keuringsinstelling bezorgen;4° het de keuringsinstelling mogelijk maken de opdrachten te verifiëren die aan de keuringsinstelling ter uitvoering van dit besluit zijn toevertrouwd;5° de keuringsinstelling alle inlichtingen meedelen over de technieken en uitslagen van de toegepaste werkmethoden en conclusies van de verrichte analysen en controles;6° de nodige maatregelen nemen om te verzekeren dat de keuringsinstelling werkzaamheden kan bijwonen die het gecertificeerde koeltechnische bedrijf aan koelinstallaties uitvoert.

Art. 7.Een gecertificeerd koeltechnisch bedrijf met een type I-koelinstallatiebeheersysteem heeft minstens één personeelslid in dienst dat beschikt over een attest van bekwaamheid in de koeltechniek.

Het gecertificeerd koeltechnische bedrijf met een type I-koelinstallatiebeheersysteem zorgt er voor dat alle werkzaamheden aan koelinstallaties worden uitgevoerd door personen die beschikken over een attest van bekwaamheid in de koeltechniek. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende het attest van bekwaamheid in de koeltechniek

Art. 8.§ 1. Een koeltechnicus kan een attest van bekwaamheid in de koeltechniek behalen door te slagen voor het examen tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek. § 2. Het examen tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek bestaat uit drie onderdelen : 1° een schriftelijk theoretisch gedeelte met betrekking tot de koeltechniek.De exameninhoud van dit onderdeel is beschreven in bijlage I.A ; 2° een praktische proef.Deze proef omvat een onderdeel met betrekking tot handelingen met ozonafbrekende stoffen of gefluoreerde broeikasgassen en een hardsoldeeroefening. De inhoud van dit examenonderdeel is beschreven in bijlage I.B ; 3° een onderdeel met betrekking tot de kennis van de Vlaamse wetgeving en Nederlandstalige terminologie inzake koeltechniek.De inhoud van dit examenonderdeel is beschreven in bijlage I.C. § 3. Elk deel wordt apart beoordeeld. Een koeltechnicus slaagt voor de proeven als hij op elk onderdeel minstens vijftig procent van de punten behaalt en als in totaal minstens zestig procent van de punten behaalt. § 4. De geldigheid van een attest vervalt na een periode van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van de uitreiking van het attest. Een persoon kan na die periode van vijf jaar een nieuw attest behalen nadat hij met vrucht een actualisatie-examen heeft afgelegd. § 5. Enkel een gecertificeerd examencentrum mag het attest van bekwaamheid, vermeld in § 1, uitreiken en het examen, vermeld in § 1, organiseren.

Art. 9.§ 1. Een persoon die al een attest of diploma inzake koeltechniek bezit dat in een ander gewest of een andere EU-lidstaat is uitgereikt en die het attest van bekwaamheid in de koeltechniek wil behalen, moet enkel slagen voor het onderdeel met betrekking tot de kennis van de Vlaamse regelgeving en Nederlandstalige terminologie inzake koeltechniek.

Als noodzakelijke en voldoende voorwaarde daarvoor geldt dat de afdeling de inhoud van het examen dat heeft geleid tot het diploma of attest, vermeld in § 1, heeft onderzocht en de inhoud van dat examen minstens evenwaardig heeft bevonden aan de inhoud van het examen tot vaststelling van de technische bekwaamheid in de koeltechniek. Als de inhoud evenwaardig wordt bevonden, dan deelt de afdeling dat binnen twee maanden na de start van het onderzoek mee aan het gecertificeerd examencentrum. § 2. Bij de aanvraag tot deelname aan het examen tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek moet de persoon een kopie van het attest of diploma dat hij in een ander gewest of een andere EU-lidstaat heeft behaald toevoegen zodat het erkende examencentrum kan nagaan of aan alle voorwaarden is voldaan. HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende gecertificeerde examencentra Afdeling I. - Procedure van keuring van het examensysteem

Art. 10.§ 1. Een examensysteem mag alleen worden gekeurd door een keuringsinstelling. § 2. De keuringsaanvraag, gericht aan de keuringsinstelling, moet minstens de volgende gegevens bevatten : 1° naam van het examencentrum;2° vestigingsadres;3° naam van de directeur van het examencentrum;4° telefoon- en faxnummer;5° e-mailadres;6° postadres. § 3. Bij de keuring van het examenbeheersysteem moet worden nagegaan of aan de taken en verplichtingen, vermeld in artikel 11 en artikel 12, is voldaan. Als uit de keuring blijkt dat het examenbeheersysteem conform die verplichtingen is opgezet, dan wordt een keuringscertificaat uitgereikt. Op het keuringscertificaat wordt de datum van de keuring vermeld alsook de voorziene datum van de volgende keuring.

Een examensysteem moet iedere vierentwintig maanden worden gekeurd door een keuringsinstelling. § 4. Als uit de keuring blijkt dat verplichtingen niet zijn nagekomen of niet naar behoren zijn uitgevoerd, vermeldt de keuringsinstelling op het keuringscertificaat dat de vastgestelde non-conformiteiten in een keuringsrapport worden opgenomen. Bij een volgende keuring zal worden nagegaan of die tekortkomingen zijn weggewerkt. § 5. De minister kan aanvullende voorwaarden stellen waaraan het aanvraagdossier moet voldoen. Afdeling II. - Taken en verplichtingen voor gecertificeerde

examencentra

Art. 11.§ 1. Het gecertificeerde examencentrum moet beschikken over examenprocedures om de examens, vermeld in artikel 12, te organiseren; § 2. Het gecertificeerd examencentrum moet beschikken over de nodige infrastructuur om die examens te organiseren. Voor het praktische gedeelte is de nodige infrastructuur beschreven in bijlage II bij dit besluit aanwezig. § 3. Als een examen tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek of een actualisatie-examen wordt georganiseerd, dan moet het gecertificeerde examencentrum een examenjury samenstellen. Hierbij moet ten minste aan de volgende voorwaarden worden voldaan : 1° de voorzitter van de examenjury is een burgerlijk ingenieur, een bio-ingenieur, een industrieel ingenieur, een technisch ingenieur of een persoon met minstens drie jaar aantoonbare ervaring in het afnemen van examens rond koeltechniek;2° minstens drie leden van de examenjury bezitten een geldig attest van bekwaamheid in de koeltechniek;3° minstens een van de leden van de examenjury is extern aan de certificatie-instelling en actief in de koelsector. § 4. Het gecertificeerde examencentrum moet, als hierom wordt gevraagd door ambtenaren van de afdeling, ambtenaren de mogelijkheid bieden om de examens, vermeld in § 3, bij te wonen.

Art. 12.§ 1. Een gecertificeerd examencentrum kan de volgende examens organiseren : 1° het examen tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek. Dat gebeurt volgens de bepalingen vermeld in artikel 8; 2° het actualisatie-examen. § 2. Het gecertificeerde examencentrum bepaalt de inhoud van het examen, vermeld in artikel 8, § 2, aan de hand van de onderwerpen, vermeld in bijlage I. § 3. Als een persoon die in een ander gewest of een andere EU-lidstaat een diploma of attest inzake koeltechniek heeft behaald, een aanvraag tot deelname aan het examen, vermeld in artikel 8, § 2, c), indient om het attest van bekwaamheid in de koeltechniek te verkrijgen, dan moet het gecertificeerd examencentrum nagaan of het in een ander gewest of andere EU-lidstaat behaalde attest of diploma al dan niet voldoet aan de voorwaarden vermeld in artikel 9. § 4. Het gecertificeerd examencentrum bezorgt binnen twintig werkdagen die volgen op het examen een attest van bekwaamheid in de koeltechniek aan iedere persoon die geslaagd is voor het examen. Het afgeleverde attest wordt enkel uitgereikt aan een persoon en mag niet de naam van zijn eventuele werkgever bevatten. § 5. Het gecertificeerde examencentrum bezorgt binnen twintig werkdagen die volgen op het examen aan de afdeling een lijst met personen aan wie een attest van bekwaamheid in de koeltechniek is uitgereikt. HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende keuringsinstellingen

Art. 13.Een keuringsinstelling is een instelling die de koelinstallatiebeheersystemen of examensystemen, vermeld in dit besluit, keurt en hiervoor is geaccrediteerd door het Belgische Accreditatiesysteem, overeenkomstig de wet van 20 juli 1990 betreffende de accreditatie van certificatie- en keuringsinstellingen alsmede van beproevingslaboratoria.

Art. 14.§ 1. In afwijking van artikel 13 kunnen instellingen die de koelinstallatiebeheersystemen en/of examensystemen, vermeld in dit besluit, keuren door de afdeling worden erkend als keuringsinstelling. § 2. De erkenning kan slechts eenmalig worden toegekend en heeft een geldigheidsduur van maximaal één jaar. Deze termijn kan enkel onder uitzonderlijke omstandigheden worden verlengd. § 3. De erkenning kan alleen worden toegestaan als de aanvrager voorafgaandelijk een aanvraag tot accreditatie als vermeld in artikel 13 heeft ingediend.

Art. 15.§ 1. De aanvraag tot erkenning als keuringsinstelling, als vermeld in artikel 14, wordt door de instelling met een aangetekende zending ingediend bij de afdeling. De aanvraag moet minstens de volgende gegevens bevatten : 1° officiële benaming van de keuringsinstelling;2° vestigingsadres;3° voor- en achternaam van de directeur van de keuringsinstelling;4° telefoon- en faxnummer;5° e-mailadres;6° postadres. § 2. Bij de erkenningsaanvraag wordt ook een kopie van de accreditatieaanvraag toegevoegd. § 3. De afdeling onderzoekt de aanvraag en neemt de beslissing tot erkenning of niet-erkenning binnen een termijn van dertig werkdagen na de aanvraag, te rekenen vanaf de postdatum van de aangetekende zending, vermeld in § 1. § 4. In geval van erkenning bezorgt de afdeling het erkenningsbewijs met een aangetekende zending aan de instelling. In geval van niet-erkenning deelt ze de gemotiveerde reden hiervan met een aangetekende brief mee.

Art. 16.De keuringsinstelling is ertoe verplicht om op basis van een klacht van ambtenaren van de afdeling een onderzoek in te stellen.

Art. 17.De keuringsinstelling bezorgt maandelijks aan de afdeling een overzicht van de gekeurde koelinstallatiebeheersystemen. Die rapportage bevat per koelinstallatiebeheersysteem dat is gekeurd een fiche met de volgende gegevens : 1° de gegevens van het koeltechnische bedrijf (naam, coördinaten vestigingsadres);2° datum van de uitgevoerde keuring;3° vermelding van het type koelinstallatiebeheersysteem dat werd gekeurd;4° het resultaat van de keuring;5° indien van toepassing, vermelding van vastgestelde tekortkomingen en de melding of in het verleden vastgestelde tekortkomingen zijn weggewerkt;6° een lijst van bevoegde koeltechnici. In geval van keuring van een examenbeheersysteem moet een fiche worden opgemaakt die de volgende gegevens bevat : 1° de gegevens van het gekeurde examencentrum (naam, coördinaten vestigingsadres);2° datum van de uitgevoerde keuring;3° het resultaat van de keuring;4° indien van toepassing, vermelding van vastgestelde tekortkomingen, melding of in het verleden vastgestelde tekortkomingen zijn weggewerkt. HOOFDSTUK VI. - Toezicht

Art. 18.De ambtenaren van de afdeling worden aangewezen om toezicht uit te oefenen op de naleving van de bepalingen van dit besluit.

Andere ambtenaren dan de ambtenaren, vermeld in het eerste lid, kunnen in het kader van hun werkzaamheden steeds de nodige informatie bekomen bij de afdeling.

Overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden bestraft overeenkomstig de bepalingen in de wet van 28 december 1964 betreffende de bestrijding van de luchtverontreiniging. HOOFDSTUK VII. - Wijzigingen in titel II van het Vlarem

Art. 19.In artikel 1.1.2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 22 juli 2005 wordt onder "KOELINSTALLATIES" een tekst ingevoegd, die luidt als volgt : « - bevoegd koeltechnicus : een technicus die is aangewezen om werkzaamheden aan koelinstallaties op een verantwoorde manier uit te voeren, ofwel rechtstreeks door de exploitant, ofwel door het koeltechnisch bedrijf dat onderhoudswerkzaamheden aan de koelinstallatie uitvoert. Voor werkzaamheden aan koelinstallaties als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 5, en in artikel 6.8.0, waarbij er een mogelijk risico op emissies van koelmiddelen bestaat en voor het uitvoeren van lekdichtheidscontroles als vermeld in artikel 5.16.3.3, § 7, geldt vanaf 1 januari 2009 als aanvullende voorwaarde dat de persoon werkt in een koeltechnisch bedrijf dat is gecertificeerd overeenkomstig de bepalingen, vermeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven. Die aanvullende voorwaarde geldt niet voor werkzaamheden aan een melkkoeltank, uitgevoerd door een erkend melkkoeltanktechnicus; - erkend melkkoeltanktechnicus : een persoon die in het bezit is van een geldig legitimatiebewijs, uitgereikt door het Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek, Eenheid Technologie en Voeding - Agrotechniek; - melkkoeltank : installatie voor het koelen en koud bewaren van onverpakte verse rauwe melk op de boerderij; - airconditioningsysteem : een combinatie van alle bestanddelen die nodig zijn voor een vorm van luchtbehandeling waarbij de temperatuur wordt geregeld of kan worden verlaagd, eventueel samen met een regeling van de ventilatie, luchtvochtigheid en luchtzuiverheid. »

Art. 20.In artikel 5.16.3.3., § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 maart 2003 wordt een punt 4° toegevoegd dat luidt als volgt : « 4° Airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW worden regelmatig gekeurd door een bevoegde deskundige. Die keuring omvat een beoordeling van het rendement van de airconditioning en van de dimensionering ervan, rekening houdend met de koelingsbehoefte van het gebouw.

De minister kan verder bepalen uit welke elementen de keuring bestaat en met welke frequentie de keuring ten- minste moet worden uitgevoerd.

De keuring wordt uitgevoerd door een bevoegde deskundige die hiervoor de nodige kwalificaties bezit. » HOOFDSTUK VIII. - Wijzigings- en slotbepalingen

Art. 21.§ 1. Voor koeltechnische bedrijven die binnen achttien maanden na de datum van inwerkingtreding van dit besluit al beschikken over een gekeurd koelinstallatiebeheersysteem van het type I en die maximaal tien bevoegde koeltechnici in dienst hebben die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren, geldt dat na twee jaar na de inwerkingtreding van dit besluit 25 % van de bevoegde koeltechnici houder moet zijn van een geldig attest van bekwaamheid in de koeltechniek. Na vier jaar moeten alle bevoegde koeltechnici beschikken over een attest van bekwaamheid in de koeltechniek. § 2. Voor koeltechnische bedrijven die binnen achttien maanden na de inwerkingtreding van dit besluit al beschikken over een gekeurd koelinstallatiebeheersysteem van het type I en die meer dan tien bevoegde koeltechnici in dienst hebben die werkzaamheden aan koelinstallaties uitvoeren, geldt dat na twee jaar na de inwerkingtreding van dit besluit 25 % van de bevoegde koeltechnici houder moet zijn van een geldig attest van bekwaamheid in de koeltechniek. Na drie jaar moet 75 % van alle bevoegde koeltechnici beschikken over een attest van bekwaamheid in de koeltechniek. Na vier jaar moeten alle bevoegde koeltechnici beschikken over een attest van bekwaamheid in de koeltechniek.

Art. 22.Tot vier jaar na de datum van inwerkingtreding van dit besluit hoeven de juryleden, vermeld in artikel 11, § 3, niet te beschikken over een attest van bekwaamheid in de koeltechniek. Zij moeten wel minstens drie jaar aantoonbare ervaring op het gebied van koeltechniek bezitten.

Art. 23.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 24.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu en het Waterbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 december 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS Bijlage I. - Inhoud examen tot vaststelling van bekwaamheid in de koeltechniek

A. Inhoud : Theoretisch onderdeel inzake koeltechniek Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld B. Inhoud praktisch examen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld C. Inhoud onderdeel : kennis van de Vlaamse regelgeving en Nederlandstalige terminologie rond koelmiddelproblematiek Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven.

Brussel, 8 december 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS _______ Nota (1) Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, opgemaakt in Montreal op 16 september 1987 (2) Protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering, opgemaakt in Kyoto op 11 december 1997 (3) Verordening (EG) nr.2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (4) Richtlijn 73/23/EEG van 19 februari 1973 van de Raad van de Europese Gemeenschappen betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften van de lidstaten inzake het elektrische materieel bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen, gewijzigd bij de Richtlijn 93/68/EEG van 22 juli 1993, omgezet in Belgisch recht door het koninklijk besluit van 23 maart 1977 (5) Richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 mei 1997 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur, omgezet in Belgisch recht door het koninklijk besluit van 5 mei 1995 (6) Richtlijn 89/392/EEG van 14 juni 1989 van de Raad van de Europese Gemeenschappen inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines, omgezet in Belgisch recht door het koninklijk besluit van 13 juni 1999

Bijlage II.- Lijst van de benodigde technische toestellen voor het afnemen van het examen tot vaststelling van de bekwaamheid in de koeltechniek Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven.

Brussel, 8 december 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

Bijlage III. - Minimale technische uitrusting voor koeltechnicus Een bevoegd koeltechnicus moet gedurende de werkzaamheden aan koelinstallaties tenminste over het volgende en in goede staat verkerende materiaal beschikken : - manifold met soepele verbindingen; - recuperatiegroep voor koelmiddelen waarbij na het overpompen maximaal 20 gram van het verpompte gas achterblijft of in de atmosfeer terechtkomt; - koelmiddelcilinder (nieuw of gerecycleerd) met geldige keuring voor het benodigde gas + lege koelmiddelcilinder met geldige keuring en met dubbele afsluiters, geschikt voor de recuperatie en afvalophaling van koelgassen; - vacuümpomp (tweetraps); - weegschaal koelmiddelen (met een aanwijsnauwkeurigheid van minimaal 0,01 kg voor koelmiddelcilinders met een inhoud aan koelmiddel < dan 30 kg, een aanwijsnauwkeurigheid van minimaal 0,1 kg voor koelmiddelcilinders met een koelmiddelinhoud > dan 30 kg); - vacuümmeter; - elektronische lekdetector; - zeepoplossing of een vergelijkbaar product; - cilinder met inert gas (droge stikstof, argon, helium) voorzien van reduceerventiel en debietmeter; - digitale thermometer met contactsonde of infrarood thermometer; - hardsoldeerinstallatie met gasdrukregelaar en zuurstofdrukregelaar, leidingen, voorzien van terugslagkleppen; - elektrische multimeter; - ampèremeter.

Bepaalde technische uitrusting kan deel uitmaken van de installatie zelf. In dat geval moet kunnen worden aangetoond dat de uitrusting even doeltreffend is als de afzonderlijke uitrusting en dat de uitrusting in goede staat verkeert.

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2006 inzake de certificering van koeltechnische bedrijven.

Brussel, 8 december 2006.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, K. PEETERS

^