gepubliceerd op 31 oktober 2007
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toewijzing, het gebruik en de overname van de nutriëntenemissierechten en betreffende de bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking
7 SEPTEMBER 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toewijzing, het gebruik en de overname van de nutriëntenemissierechten en betreffende de bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking
De Vlaamse Regering Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980;
Gelet op het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen, inzonderheid op de artikelen 30, 31, 32, 34, § 1, 35, 39, 47, § 2, 88, § 1, 1°;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2007;
Gelet op het advies 43.490/1/V van de Raad van State, gegeven op 16 augustus 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder minister : de Vlaamse minister bevoegd voor het Leefmilieu. HOOFDSTUK II. - De toekenning van nutriëntenemissierechten Afdeling I. - De initiële toekenning
Art. 2.In uitvoering van artikel 30 van het Mestdecreet, worden aan elke betrokken landbouwer nutriëntenemissierechten, uitgedrukt in NER-DR, NER-DV, NER-DP en NER-DA, toegewezen.
De Mestbank berekent de nutriëntenemissierechten aan de hand van de Bijlage bij het Mestdecreet en wijst deze toe. De Mestbank maakt deze toewijzing bij aangetekende zending over aan de betrokken landbouwer.
Art. 3.In uitvoering van artikel 32 van het Mestdecreet kan de landbouwer tegen de in artikel 2 bedoelde beslissing beroep aantekenen bij de minister met betrekking tot de correcte omzetting van de nutriëntenhalte in nutriëntenemissierechten. Het beroep is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de beslissing als vermeld in artikel 2. De minister dient binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep bij aangetekende zending een beslissing te nemen.
Art. 4.§ 1. In uitvoering van artikel 30, § 2, laatste lid, van het Mestdecreet kan de producent, als vermeld in het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, bezwaar indienen bij de Mestbank indien hij meent dat de nutriëntenhaltes van zijn inrichting of deel van een inrichting anders moeten worden toegewezen dan aan de landbouwer aan wie ze zijn toegewezen op grond van artikel 2. § 2. Het bezwaar, als vermeld in § 1, is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de beslissing als vermeld in artikel 2.
De Mestbank maakt na ontvangst van dit bezwaar, bij aangetekende zending, een afschrift van het bezwaar over aan de betrokken landbouwer waaraan de nutriëntenhaltes zijn toegekend voor de berekening van de nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 2.
De betrokken landbouwer kan zijn opmerkingen schriftelijk aan de Mestbank overmaken binnen 30 kalenderdagen na de verzending door de Mestbank van het afschrift van het bezwaar, als vermeld in het tweede lid. De Mestbank stelt de indiener van het bezwaar en de bij de beslissing betrokken landbouwers bij aangetekende zending in kennis van haar beslissing binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het bezwaar. § 3. Wanneer de Mestbank het bezwaar geheel of gedeeltelijk inwilligt, wijst ze bij een en dezelfde beslissing de nutriëntenhaltes en de op grond van deze nutriëntenhaltes berekende nutriëntenemissierechten toe. § 4. De nutriëntenemissierechten die op grond van dit artikel zijn toegekend aan een landbouwer, worden geacht te zijn toegekend aan die landbouwer met ingang van 1 januari 2007.
Art. 5.§ 1. In uitvoering van artikel 32 van het Mestdecreet, kan de producent of kunnen de betrokken landbouwers, als vermeld in artikel 4, § 2, laatste lid, bij de minister beroep aantekenen tegen de in artikel 4, § 3, bedoelde beslissing. § 2. Het beroep is slechts ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van voornoemde beslissing.
De minister maakt, na ontvangst van dit beroep, bij aangetekende zending, een afschrift van het beroep over aan de landbouwer of de producent die betrokken is bij de in artikel 4, § 3, bedoelde beslissing.
De betrokken landbouwer of producent, als vermeld in het tweede lid, kan zijn opmerkingen schriftelijk aan de minister overmaken binnen 30 kalenderdagen na de verzending door de minister van het afschrift van het beroep, als vermeld in het tweede lid.
De minister stelt de indiener van het beroep en de bij de beslissing betrokken landbouwer of producent waaraan een afschrift van het beroep is verzonden, als vermeld in het tweede lid, binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep, bij aangetekende zending in kennis van zijn beslissing. § 3. Wanneer de minister het beroep geheel of gedeeltelijk inwilligt, wijst hij bij een en dezelfde beslissing de nutriëntenhaltes en de op grond van deze nutriëntenhaltes berekende nutriëntenemissierechten toe. § 4. De nutriëntenemissierechten die op grond van dit artikel zijn toegekend aan een landbouwer, worden geacht te zijn toegekend aan die landbouwer met ingang van 1 januari 2007. Afdeling II. - De herkwalificatie
Art. 6.§ 1. In uitvoering van artikel 30, § 2, tweede lid, van het Mestdecreet, kan de landbouwer een aanvraag indienen om de op grond van artikel 2, artikel 4, § 3, of artikel 5, § 3, toegewezen nutriëntenemissierechten, gespecificeerd volgens diersoort, te herkwalificeren in een ander soort nutriëntenemissierecht, als vermeld in de Bijlage bij het Mestdecreet. § 2. Om in aanmerking te komen voor de aanvraag als vermeld in § 1 mag de aanvraag geen betrekking hebben op overgenomen nutriëntenemissierechten op grond van artikel 34, § 1, van het Mestdecreet. § 3. Indien voldaan is aan de voorwaarde als vermeld in § 2, kan de landbouwer vragen dat de nutriëntenemissierechten, worden geherkwalificeerd in een of meerdere andere soorten nutriëntenemissierechten. De Mestbank herkwalificeert op aanvraag : 1° hetzij de totaliteit van de met toepassing van artikel 2 aan het bedrijf toegekende NER-D volgens de verhouding van de diersoorten zoals deze zijn gehouden volgens de som van de aangiften van dieren op bedrijfsniveau van hetzij het productiejaar 2004, hetzij het productiejaar 2005, hetzij het productiejaar 2006;2° hetzij het gedeelte van de op grond van artikel 2 toegekende nutriëntenemissierechten dat werd toegekend op grond van een diersoort die niet meer overeenkomt met de diersoort waarnaar tussen 1 januari 2005 en 31 december 2007 een omvorming van de milieuvergunning werd bekomen.De herkwalificatie gebeurt volgens de verhouding van de diersoorten in de verleende milieuvergunning. Voor de berekening van deze verhouding wordt het aantal dieren per diercategorie van de verleende milieuvergunning vermenigvuldigd met de overeenkomstige waarde van de NER-D volgens de Bijlage bij het Mestdecreet. § 4. De aanvraag wordt bij aangetekende zending bij de Mestbank ingediend en vermeldt volgende gegevens : 1° naam, adres en identificatiegegevens van de landbouwer, met vermelding van het rijksregisternummer indien het om een natuurlijke persoon gaat en vermelding van het ondernemingsnummer indien het om een rechtspersoon gaat;2° of de landbouwer een herkwalificatie aanvraagt op basis van de productiejaren of op basis van een omgevormde milieuvergunning;3° in voorkomend geval het productiejaar waarop de landbouwer wenst dat de Mestbank de herkwalificatie van de nutriëntenemissierechten baseert, zijnde 2004, 2005 of 2006. § 5. De nutriëntenemissierechten die op grond van dit artikel zijn geherkwalificeerd in een ander soort nutriëntenemissierechten, worden geacht met ingang van 1 januari 2007 te zijn geherkwalificeerd in deze diersoort. § 6. De aanvraag is ontvankelijk tot 6 maanden na de verzending van hetzij de aangetekende zending tot toewijzing van de nutriëntenemissierechten als vermeld in artikel 2, hetzij de aangetekende zending als vermeld in artikel 4, § 2, in geval de nutriëntenemissierechten op grond van een bezwaar bij de Mestbank zijn toegekend, hetzij de aangetekende zending als vermeld in artikel 5, § 2, ingeval de nutriëntenemissierechten op grond van een beroep bij de minister zijn toegekend. § 7. De Mestbank kan een modelformulier vaststellen voor de aanvraag tot herkwalificatie van de toegekende nutriëntenemissierechten, als vermeld in § 4. HOOFDSTUK III. - De aanwending van nutriëntenemissierechten
Art. 7.§ 1. De nutriëntenemissierechten beperken het aantal dieren van elke diersoort die op een bedrijf mogen worden gehouden, tot het aantal dieren van die bepaalde diersoort dat overeenkomt met het aantal dieren van die diersoort, vermeld op het berekeningsblad van de nutriëntenhalte. § 2. In uitvoering van artikel 30, § 5, van het Mestdecreet, heeft de landbouwer binnen de perken van de nutriëntenemissierechten evenwel de vrijheid de diersoort te houden die hij verkiest of binnen dezelfde diersoort wijzigingen door te voeren. Elk soort nutriëntenemissierecht NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA geeft het recht om een of meerdere diersoorten als vermeld in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet, te houden. § 3. In uitvoering van artikel 30, § 5 en § 6, van het Mestdecreet, en voor de toepassing van de geldboete als vermeld in artikel 63, § 4, van het Mestdecreet, past de Mestbank hiertoe een automatische omzetting van de nutriëntenemissierechten toe volgens de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. De in § 3 vermelde automatische omzetting wijzigt de op grond van artikel 30 van het Mestdecreet toegekende nutriëntenemissierechten gespecificeerd volgens diersoort, zijnde NER-DR, NER-DV, NER-DP en NER-DA niet. § 5. In uitvoering van artikel 39 van het Mestdecreet en in afwijking van § 2, § 3 en § 4, is de automatische omzetting van de nutriëntenemissierechten door de Mestbank niet toegelaten ten aanzien van : 1° nutriëntenemissierechten die op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, met annulering van 25 % door een bedrijf zijn overgenomen;2° nutriëntenemissierechten die op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, met verwerking van 25 % zijn overgenomen;3° nutriëntenemissierechten die op grond van artikel 34, § 1, 2°, e), van het Mestdecreet, in het kader van een overdracht van melkquotum zijn overgenomen;4° alle nutriëntenemissierechten van het overnemend bedrijf die van dezelfde soort zijn als de soort nutriëntenemissierechten die zijn overgenomen als vermeld in 1° tot en met 3°;5° alle nutriëntenemissierechten die op grond van artikel 34 § 1, 2°, a), zijn overgenomen in het kader van een eerste installatie, die niet voldoet aan de voorwaarden van eerste vestiging bepaald in artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2000 betreffende de steun aan de investeringen en aan de installatie in de landbouw, zoals gewijzigd. In uitvoering van artikel 39 van het Mestdecreet en in afwijking van § 2, § 3 en § 4, is de automatische omzetting van de nutriëntenemissierechten van het overlatend bedrijf niet toegelaten naar de diersoort die door het overlatend bedrijf is overgelaten met toepassing van artikel 34, § 1 van het Mestdecreet en dit ten aanzien van alle nutriëntenemissierechten van het overlatend bedrijf, tenzij de overgedragen nutriëntenemissierechten betrekking hebben op de soort NER-DR en niet alle nutriëntenemissierechten van die soort zijn overgedragen.
Dieren van een bepaalde diersoort die niet zijn gehouden met de soort nutriëntenemissierechten gespecificeerd volgens diersoort, zijnde NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA, die betrekking heeft op die diersoort, worden in navolging van artikel 39, laatste lid, van het Mestdecreet, geacht te zijn gehouden zonder toegekende nutriëntenemissierechten. § 6. In afwijking van § 5 blijft de automatische omzetting van nutriëntenemissierechten naar nutriëntenemissierechten NER-DA steeds mogelijk.
Art. 8.De landbouwer van wie het bedrijf in een bepaald jaar een productie aan dierlijke mest heeft, berekend overeenkomstig artikel 23, § 1, 1°, a), van het Mestdecreet, die kleiner is dan 300 kg P2O5, is voor dat jaar vrijgesteld van de bepalingen betreffende de nutriëntenemissierechten die betrekking hebben op de beperking van de productie aan dierlijke mest. HOOFDSTUK IV. - De overname van nutriëntenemissierechten Afdeling I. - Beperkingen
Art. 9.§ 1. In uitvoering van artikel 31, § 1 en § 3, van het Mestdecreet, moeten de nutriëntenemissierechten per diersoort in hun geheel overgedragen worden en met een minimum aantal nutriëntenemissierechten in de aanvraag tot overname als vermeld in artikel 12, dat overeenkomt met minstens 200 nutriëntenemissierechten van een gegeven diersoort berekend in overeenstemming met artikel 30, § 3, van het Mestdecreet. § 2. De overlater van nutriëntenemissierechten kan hetzij de nutriëntenemissierechten van een bepaalde diersoort aan één landbouwer overlaten hetzij de nutriëntenemissierechten van een bepaalde diersoort aan verschillende landbouwers overlaten. Indien de nutriëntenemissierechten aan verschillende landbouwers worden overgelaten moet voor elk van de over te laten gedeelten een aanvraag worden ingediend als vermeld in artikel 12. De tweede en daaropvolgende aanvragen zijn slechts ontvankelijk indien de datum van indiening valt binnen het jaar na de indiening van de eerste aanvraag. § 3. De overlater dient, hetzij voor de overdracht van het geheel van de nutriëntenemissierechten, hetzij voor de eerste overdracht van een gedeelte van de over te laten nutriëntenemissierechten van een bepaalde diersoort, deze diersoort definitief te hebben stopgezet.
Alle nutriëntenemissierechten van een bepaalde soort die worden overgedragen, kunnen vanaf de eerste overdracht als vermeld in § 2, door de overlater niet meer worden aangewend voor het houden van dieren.
Art. 10.§ 1. In afwijking van artikel 9 en in afwijking van artikel 31, § 3, eerste zin, van het Mestdecreet, kan voor de diersoort 1° RUNDVEE als vermeld in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet, een gedeelte van de desbetreffende nutriëntenemissierechten NER-DR worden overgedragen met een minimum van 200 NER-D en dient de uitbating van deze diersoort niet te worden stopgezet. § 2. In afwijking van artikel 31, § 3, eerste zin, van het Mestdecreet, moeten bij een overname van nutriëntenemissierechten, van het type NER-DA steeds alle nutriëntenemissierechten van de betrokken landbouwer van het type NER-DA, worden overgedragen en dient de betrokken landbouwer de uitbating van de diersoorten 4° PAARDEN en 5° ANDERE, als vermeld in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet, te hebben stopgezet.
Art. 11.De overgang van nutriëntenemissierechten door erfopvolging alsmede verdelingen tussen erfgenamen die hiervan het gevolg zijn, worden niet als een overname beschouwd in de zin van het Mestdecreet. Afdeling II. - De overname van nutriëntenemissierechten
Art. 12.Nutriëntenemissierechten worden overgenomen door aanvraag tot overname aan de Mestbank.
De overnemende landbouwer dient per aangetekende zending een aanvraag tot overname bij de Mestbank in te dienen met volgende gegevens : 1° naam, adres en identificatiegegevens van de overlatende landbouwer alsmede naam, adres en identificatiegegevens van de overnemende landbouwer, met in beide gevallen vermelding van het rijksregisternummer indien het om een natuurlijke persoon gaat en vermelding van het ondernemingsnummer indien het om een rechtspersoon gaat;2° de soort nutriëntenemissierechten die worden overgelaten, gespecificeerd volgens diersoort, zijnde NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA.Indien de aanvraag tot overname betrekking heeft op een gedeelte van de nutriëntenemissierechten NER-DR van de overlatende landbouwer, dient eveneens het aantal NER-DR dat wordt overgelaten vermeld te worden; 3° de vermelding of hij zich al dan niet beroept op de mogelijkheden als vermeld in artikel 34, § 1, 2°, van het Mestdecreet om nutriëntenemissierechten over te nemen zonder annulering met 25 %;4° een ondertekende verklaring van de overlatende landbouwer waarin hij bevestigt het aantal NER-D, gespecificeerd volgens diersoort, als vermeld onder 2°, te willen overlaten aan de overnemende landbouwer, vermeld onder 1°; 5° indien de overnemende landbouwer nutriëntenemissierechten wenst over te nemen in het kader van een eerste installatie als bedrijf zonder reductie met 25 % als bedoeld in artikel 34, § 1, 2°, a), van het Mestdecreet, dient bijkomend een verklaring op eer te worden toegevoegd waarbij de overnemende landbouwer verklaart dat noch door de overnemende landbouwer zelf, noch door een bij de overnemende landbouwer betrokken persoon, een als hinderlijk ingedeelde veeteeltinrichting als bedoeld onder rubriek DIEREN 9.3 tot en met 9.8 van bijlage 1 bij het Vlarem I, persoonlijk of middels een rechtspersoon is geëxploiteerd; 6° indien de overnemende landbouwer een personenvennootschap is die met toepassing van artikel 34, § 1, 2°, c), van het Mestdecreet nutriëntenemissierechten wenst over te nemen zonder reductie met 25 %, dient bijkomend een kopie van de oprichtingsakte van deze personenvennootschap te worden toegevoegd, evenals een kopie van alle wijzigingsakten tot op de datum van de aanvraag samen met een kopie van het meest recente register van aandelen;7° tenzij gebruik wordt gemaakt van de uitzondering als voorzien in artikel 10, § 1, een verklaring vanwege de overlater van de nutriëntenemissierechten dat hij het houden van dieren van de diersoort of van de diersoorten waarop de over te dragen nutriëntenemissierechten betrekking hebben, definitief heeft stopgezet op het ogenblik als vermeld door de overlater en de overnemer in 9°;8° indien de overlater of de overnemende landbouwer uit verschillende exploitanten bestaat, een overzicht van de verschillende exploitanten, met vermelding, voor elk van deze exploitanten, van de naam, het adres en het rijksregisternummer indien het om een natuurlijke persoon gaat en het ondernemingsnummer indien het om een rechtspersoon gaat, evenals, per exploitant, de identificatiegegevens van de exploitatie die door de betreffende exploitant worden geëxploiteerd;9° de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten ingaat : deze datum kan ten vroegste worden vastgesteld 90 dagen na ontvangst van de aanvraag tot overname door de Mestbank, tenzij gebruik wordt gemaakt van de regeling als vermeld in artikel 18 in welk geval de datum van de overname kan worden vastgesteld vanaf 1 januari 2007. De verklaring, als vermeld in het tweede lid, 4°, dient ondertekend te zijn : 1° hetzij door al de exploitanten die deel uitmaken van de landbouwer;2° hetzij door de landbouwer zelf.In dit geval dient bij de aanvraag eveneens een document worden gevoegd waaruit blijkt dat de landbouwer bevoegd is om beslissingen te nemen, in naam van al de exploitanten die deel uitmaken van de landbouwer.
Onder een bij de overnemende landbouwer betrokken persoon, als vermeld in het tweede lid, 5°, wordt verstaan : 1° al de exploitanten die deel uitmaken van de overnemende landbouwer;2° indien de overnemende landbouwer een rechtspersoon is, eenieder die juridisch aansprakelijk is voor die rechtspersoon of die een leidinggevende functie in die rechtspersoon bekleedt;3° indien een van de exploitanten die deel uitmaken van de overnemende landbouwer een rechtspersoon is, eenieder die juridisch aansprakelijk is voor die rechtspersoon of die een leidinggevende functie in die rechtspersoon bekleedt. De Mestbank kan een modelformulier vaststellen voor de aanvraag tot overname van nutriëntenemissierechten als vermeld in het tweede lid.
Art. 13.In uitvoering van artikel 31, § 2, eerste lid, van het Mestdecreet, betreffende de berekening van de mestafzet van het bedrijf, is de aanvraag slechts ontvankelijk indien voor het bedrijf waarvan nutriëntenemissierechten overgedragen worden, de aangiftes als vermeld in artikel 23, § 1, van het Mestdecreet, betreffende de drie kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar van de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten dient in te gaan, als vermeld in artikel 12, tweede lid, 9°, bij de Mestbank zijn ingediend. Indien een van de drie kalenderjaren voorafgaand aan de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten dient in te gaan, productiejaar 2004, 2005 of 2006 betreft, dan dient voor dat productiejaar aan de aangifteplicht te zijn voldaan conform artikel 3 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.
Art. 14.Binnen 30 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot overname van de nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 12, meldt de Mestbank per aangetekende zending, aan de overnemer en de overlater of de aanvraag volledig en ontvankelijk is. Bij ontstentenis van kennisgeving binnen deze termijn wordt de aanvraag als volledig en ontvankelijk beschouwd.
De Mestbank stelt de overnemer en de overlater binnen 60 kalenderdagen nadat de aanvraag tot overname van de nutriëntenemissierechten volledig en ontvankelijk is bevonden als vermeld in het eerste lid, per aangetekende zending in kennis van de nutriëntenemissierechten, gespecificeerd volgens diersoort, die zullen worden overgenomen.
Art. 15.De overname van de nutriëntenemissierechten en de mogelijke reducties op grond van artikelen 19 en 20 en op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, gaan in op de datum, zoals aangegeven door de overnemer en de overlater in de aanvraag tot overname, tenzij : 1° binnen 30 kalenderdagen na de verzending van de kennisstelling per aangetekende zending bij de Mestbank door de overnemer of de overlater gemeld wordt dat hij afziet van de overname van de nutriëntenemissierechten, waarna de aanvraag tot overname van de nutriëntenemissierechten geacht wordt nooit te zijn gedaan;2° beroep wordt ingesteld binnen 30 kalenderdagen op grond van artikel 16. Een beroep op grond van artikel 16, sluit de mogelijkheid om te melden dat men afziet van de overname van de nutriëntenemissierechten, als vermeld in 1°, uit.
Art. 16.De overnemer of de overlater kan, tenzij gemeld is dat hij afziet van de overname van de nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 15, 1°, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de kennisstelling van overname door de Mestbank bij aangetekende zending beroep aantekenen bij de minister tegen de beslissing van de Mestbank.
De minister dient binnen 90 kalenderdagen een beslissing te nemen.
Art. 17.De overname van de nutriëntenemissierechten en de mogelijke reducties op grond van artikelen 19 en 20 en op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, gaan in op de datum, zoals aangegeven door de overnemer en de overlater in de aanvraag tot overname, tenzij binnen 30 kalenderdagen na verzending van de beslissing van de minister, als vermeld in artikel 16, per aangetekende zending bij de minister door de overnemer of de overlater gemeld wordt dat hij afziet van de overname van de nutriëntenemissierechten, waarna de aanvraag tot overname van de nutriëntenemissierechten geacht wordt nooit te zijn gedaan.
Art. 18.In afwijking van artikel 15, eerste zin, en in afwijking van artikel 17, eerste zin, geldt dat de overname van de nutriëntenemissierechten en de mogelijke reducties op grond van artikel 19 en 20 en op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, ingaan op de datum zoals aangegeven in de beslissing van de Mestbank of indien beroep is ingesteld, zoals aangegeven in de beslissing van de minister, wanneer de aanvraag tot overname van nutriëntenemissierechten voldoet aan de volgende twee voorwaarden : 1° de melding heeft betrekking op een overname die plaatsvond tijdens het kalenderjaar 2007;2° de melding is ingediend uiterlijk op 31 maart 2008. De datum van de overname van de nutriëntenemissierechten als vermeld in het eerste lid gaat ten vroegste in op 1 januari 2007. Afdeling III. - Reducties naar aanleiding van de overname
Art. 19.In uitvoering van artikel 31, § 2, eerste lid, van het Mestdecreet, onderzoekt de Mestbank naar aanleiding van de aanvraag tot overname op grond van artikel 34, § 1, 1° of 2°, van het Mestdecreet, of de mestafzet van het overlatend bedrijf over de 3 kalenderjaren voorafgaand aan de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten ingaat, als vermeld in artikel 12, tweede lid, 9°, overeenkomstig de bepalingen van het Mestdecreet is geschied.
De Mestbank bepaalt hiervoor de mestbalans van het bedrijf voor het nutriënt P2O5, als vermeld in artikel 28, § 3, van het Mestdecreet.
Indien de mestafzet 1 of meerdere kalenderjaren niet overeenkomstig de bepalingen van het Mestdecreet is geschied, dan worden de over te nemen nutriëntenemissierechten op de volgende wijze verminderd : 1° het aantal kg P2O5 dat niet is afgezet conform het Mestdecreet wordt voor elk van de drie kalenderjaren met toepassing van artikel 63, § 2, derde lid, van het Mestdecreet, vastgesteld;2° het onder 1° bekomen getal wordt voor elk van de drie kalenderjaren uitgezet als percentage ten aanzien van het aantal kg P2O5 dat conform het Mestdecreet voor dat kalenderjaar had moeten worden afgezet;3° er wordt een gemiddeld percentage vastgesteld voor de drie kalenderjaren waarvoor een percentage werd vastgesteld in toepassing van 2°;4° de over te nemen nutriëntenemissierechten worden verminderd met het gemiddeld percentage als vermeld onder 3°. In afwijking van het eerste lid, 1°, wordt voor de kalenderjaren 2004, 2005 en 2006, de mestafzet van het bedrijf bepaald overeenkomstig artikel 82 van het Mestdecreet.
Art. 20.In uitvoering van artikel 31, § 2, van het Mestdecreet, onderzoekt de Mestbank naar aanleiding van de melding van overname op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, of een reductie van de nutriëntenemissierechten dient te worden doorgevoerd op grond van niet-ingevulde nutriëntenemissierechten.
De Mestbank bepaalt hiertoe, voor het totaal van de nutriëntenemissierechten, zijnde de som van de nutriëntenemissierechten gespecificeerd volgens diersoort NER-DR, NER-DV, NER-DP en NER-DA, voor elk van de drie kalenderjaren voorafgaand aan de datum waarop de overname van de nutriëntenemissierechten ingaat, het percentage niet-ingevulde nutriëntenemissierechten. Dit percentage niet-ingevulde nutriëntenemissierechten wordt, per kalenderjaar, berekend als volgt : X = 100 * [1 - (I/T)], Waarbij : X : het percentage niet-ingevulde nutriëntenemissierechten. Dit percentage is minstens 0;
I : het aantal ingevulde nutriëntenemissierechten voor alle diersoorten samen. Dit aantal wordt bepaald door voor het betrokken kalenderjaar te bepalen hoeveel dieren op het bedrijf gehouden werden, overeenkomstig de aangifte, als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet. De aldus bepaalde dierenaantallen, gespecificeerd per diercategorie, worden vervolgens, vermenigvuldigd met de overeenkomstige nutriëntenemissierechten, als vermeld in artikel 30, § 3, van het Mestdecreet.
T : het aantal nutriëntenemissierechten dat aan de betrokken landbouwer, in het betreffende kalenderjaar, toegekend is, zijnde de som van NER-DR, NER-DV, NER-DP en NER-DA. In afwijking van het tweede lid, wordt voor de productiejaren 2004, 2005 en 2006, - het getal I berekend op grond van de aangifte als vermeld in artikel 3 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen voor de vaststelling van het aantal gehouden dieren en op grond van de Bijlage bij het Mestdecreet voor de omrekening van de gehouden dieren naar de betreffende soort nutriëntenemissierechten. - Het getal T gelijkgesteld met de som van de nutriëntenhaltes die voor dat jaar toegekend waren aan de inrichtingen van het bedrijf omgerekend op grond van de Bijlage bij het Mestdecreet naar nutriëntenemissierechten.
Per soort nutriëntenemissierechten die men wenst over te dragen, wordt voor de bepaling van het aantal niet-ingevulde nutriëntenemissierechten, het gemiddelde van de drie getallen X, als vermeld in het tweede lid, vermenigvuldigd met het aantal nutriëntenemissierechten van de betreffende soort die men wenst over te dragen. Per soort nutriëntenemissierechten wordt het aantal nutriëntenemissierechten dat men wenst over te dragen, verminderd met de niet-ingevulde nutriëntenemissierechten.
De reductie op grond van niet-ingevulde nutriëntenemissierechten wordt in uitvoering van artikel 31, § 2, van het Mestdecreet, slechts toegepast indien desgevallend na een reductie op grond van artikel 19 en op grond van artikel 34, § 1, 1°, van het Mestdecreet, nog steeds niet-ingevulde nutriëntenemissierechten overblijven ten aanzien van de over te dragen nutriëntenemissierechten zoals aangegeven in de melding van overdracht. HOOFDSTUK V. - Overname van nutriëntenemissierechten zonder annulering met 25 %.
Art. 21.In uitvoering van artikel 34, § 1, 2°, a), van het Mestdecreet kan de landbouwer in het kader van een eerste installatie opteren voor bedrijfsontwikkeling zonder annulering met 25 % van de nutriëntenemissierechten indien : 1° alle nutriëntenemissierechten van slechts één bepaald bedrijf worden overgenomen;2° de overname door een natuurlijke persoon of door een personenvennootschap gebeurt; 3° noch door de overnemende landbouwer zelf, noch door een bij de overnemende landbouwer betrokken persoon, een als hinderlijk ingedeelde veeteeltinrichting als bedoeld onder rubriek DIEREN 9.3 tot en met 9.8 van bijlage 1 bij het Vlarem I, persoonlijk of middels een rechtspersoon is geëxploiteerd;
Onder een bij de overnemende landbouwer betrokken persoon, als vermeld in het eerste lid, 4°, wordt verstaan : 1° al de exploitanten die deel uitmaken van de overnemende landbouwer;2° indien de overnemende landbouwer een rechtspersoon is, eenieder die juridisch aansprakelijk is voor die rechtspersoon of die een leidinggevende functie in die rechtspersoon bekleedt;3° indien een van de exploitanten die deel uitmaken van de overnemende landbouwer een rechtspersoon is, eenieder die juridisch aansprakelijk is voor die rechtspersoon of die een leidinggevende functie in die rechtspersoon bekleedt.
Art. 22.§ 1. Als de landbouwer nutriëntenemissierechten overneemt zonder annulering, in uitvoering van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, worden de 25 % nutriëntenemissierechten die de landbouwer jaarlijks dient te verwerken, uitgedrukt in een X aantal te verwerken kilogram N, waarbij X berekend wordt als volgt : X = 25 % * (0,75 * aantal overgenomen NER-DR + 0,65 * aantal overgenomen NER-DV + 0,64 * aantal overgenomen NER-DP + 0,66 * aantal overgenomen NER-DA) De landbouwer dient dit aantal kilogram N reeds in het jaar van de overname te verwerken in verhouding tot het aantal dagen waarvoor overeenkomstige NER-D zijn toegekend. § 2. De bijkomende verwerkingsplicht van het bedrijf op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet vervalt het kalenderjaar nadat de totaliteit van de op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet overgenomen nutriëntenemissierechten verder zijn overgedragen. § 3. De landbouwer kan aan de bijkomende verwerkingsplicht van het bedrijf op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet definitief voldoen, door alsnog de overeenkomstige 25 % van de door hem op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, overgenomen nutriëntenemissierechten te laten annuleren. De nutriëntenemissierechten worden geannuleerd vanaf 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de landbouwer aan de Mestbank gemeld heeft dat hij alsnog de overeenkomstige 25 % van de door hem op grond van artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, overgenomen nutriëntenemissierechten, wil laten annuleren. De mestverwerkingsplicht vervalt vanaf het kalenderjaar waarin de nutriëntenemissierechten met 25 % zijn geannuleerd.
Art. 23.Als de landbouwer nutriëntenemissierechten NER-DR overneemt in het kader van een overdracht van melkquotum wordt de hoeveelheid NER-DR die de landbouwer, in uitvoering van artikel 34, § 1, 2°, e), van het Mestdecreet, maximaal kan overnemen zonder annulering bepaald door de overgedragen hoeveelheid melkquotum, uitgedrukt in kg, te vermenigvuldigen met 0,030.
Als er meer nutriëntenemissierechten NER-DR worden overgedragen, als vermeld in het eerste lid, of als er nutriëntenemissierechten van de soort NER-DV, NER-DP of NER-DA worden overgedragen, zijn voor de overname van die nutriëntenemissierechten de bepalingen, als vermeld in artikel 34, § 1, 1° en 2°, a), b), c), en d), van het Mestdecreet, van toepassing. HOOFDSTUK VI. - Nutriëntenemissierechten en milieuvergunningen
Art. 24.§ 1. In uitvoering van artikel 31, § 3, van het Mestdecreet, zendt de Mestbank een afschrift van de beslissing, als vermeld in artikel 14, of artikel 16, naar de milieuvergunningsverlenende overheden die bevoegd zijn over het bedrijf van de overlater van de nutriëntenemissierechten. De betrokken milieuvergunningsverlenende overheden heffen, ieder wat hun bevoegdheid betreft, de milieuvergunning of het gedeelte van de milieuvergunning op met betrekking tot de inrichtingen en de diersoort die het voorwerp zijn van de overname van de nutriëntenemissierechten uitgedrukt in NER-DR, NER-DV, NER-DP of NER-DA, of passen de milieuvergunning aan indien de exploitatie van de overgenomen nutriëntenemissierechten zal plaatsvinden op dezelfde locatie als de locatie waarop de milieuvergunning betrekking heeft. De milieuvergunningsverlenende overheden zenden onverwijld aan de Mestbank een afschrift van het opheffingsbesluit of van de melding van overname van de milieuvergunning. § 2. De regeling voorzien in § 1 is niet van toepassing in de uitzonderingssituatie als vermeld in artikel 10, § 1.
Art. 25.§ 1. De landbouwer die gebruik wenst te maken van de mogelijkheid als vermeld in artikel 47, § 2, eerste lid, 1°, van het Mestdecreet, meldt de tijdelijke stopzetting van de exploitaties of van de delen van de exploitaties van het bedrijf, per aangetekende zending, aan de Mestbank, binnen twee jaar na aanvang van de tijdelijke stopzetting. Deze melding vermeldt : 1° de exploitaties of delen van de exploitatie die zijn stopgezet;2° de afgeleverde milieuvergunningen die betrekking hebben op deze tijdelijk stop te zetten exploitaties of delen van exploitaties;3° de datum waarop de exploitaties of delen van exploitaties zijn stopgezet. § 2. De landbouwer die de exploitatie van tijdelijke stopgezette exploitaties of delen van exploitaties heeft hernomen, meldt dit, zonder uitstel, per aangetekende zending, aan de Mestbank. Deze melding vermeldt : 1° de exploitaties of delen van de exploitatie die zijn hernomen;2° de afgeleverde milieuvergunningen die betrekking hebben op de tijdelijk stopgezette exploitaties of delen van exploitaties;3° de datum waarop de exploitaties of delen van exploitaties zijn hernomen.Deze datum is ten laatste 5 kalenderjaren na de datum van stopzetting, als vermeld in § 1, 3°. § 3. Indien de melding van herneming van de tijdelijke stopgezette exploitaties of delen van exploitaties, niet binnen 5 kalenderjaren na de datum van stopzetting, als vermeld in § 1, 3°, aan de Mestbank is overgemaakt, worden de dienovereenkomstige nutriëntenemissierechten van rechtswege geannuleerd.
Indien al de tot het bedrijf behorende exploitaties of delen van exploitaties tijdelijk zijn stopgezet en de landbouwer niet binnen 5 kalenderjaren na de datum van stopzetting, als vermeld in § 1, 3°, een melding van herneming van al zijn tot het bedrijf behorende exploitaties of delen van exploitaties aan de Mestbank heeft overgemaakt, dan zijn de dienovereenkomstige nutriëntenemissierechten die van rechtswege geannuleerd worden al de aan deze landbouwer toegekende nutriëntenemissierechten.
Indien niet al de tot het bedrijf behorende exploitaties of delen van exploitaties tijdelijk zijn stopgezet of indien de landbouwer de exploitatie slechts heeft hernomen op een gedeelte van de tot het bedrijf behorende exploitaties of delen van exploitaties, dan betreffen de dienovereenkomstige nutriëntenemissierechten die van rechtswege geannuleerd worden slechts een gedeelte van de aan deze landbouwer toegekende nutriëntenemissierechten. Het gedeelte van de aan deze landbouwer toegekende nutriëntenemissierechten, dat van rechtswege geannuleerd wordt, is het aantal nutriëntenemissierechten, gespecificeerd volgens diersoort, dat overeenkomt met het aantal standplaatsen, per diercategorie, dat volgens de laatste aangifte, ingediend voor de stopzetting, op de tijdelijk stopgezette exploitaties of delen van exploitaties, aanwezig was, vermenigvuldigd met de overeenkomstige nutriëntenemissierechten, per diercategorie, als vermeld in de tabel in artikel 30, § 3, van het Mestdecreet. § 4. De nutriëntenemissierechten als bedoeld in § 3 zijn van rechtswege geannuleerd, 5 kalenderjaren na de datum als vermeld in § 1, 3°. § 5. De Mestbank neemt akte van de annulatie als bedoeld in § 4 en brengt de betrokken landbouwer bij aangetekende zending op de hoogte van de nutriëntenemissierechten die op grond van dit artikel zijn geannuleerd. § 6. In uitvoering van artikel 32 van het Mestdecreet, kan de landbouwer bij de minister beroep aantekenen tegen de in § 5 vermelde aktename. Het beroep is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de beslissing als vermeld in § 4. De minister dient binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep bij aangetekende zending een beslissing te nemen. HOOFDSTUK VII. - Bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking Afdeling I. - Bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, ingeval
aan de voorwaarde, als vermeld in artikel 35, eerste lid, 1°, eerste lid, van het Mestdecreet, voldaan is
Art. 26.Opdat de nutriëntenbalans in het Vlaamse Gewest in evenwicht zou zijn en dit ook zou blijken uit een significante verbetering van de resultaten van de metingen van de relevante parameters, als vermeld in artikel 35, eerste lid, 1°, eerste lid, van het Mestdecreet, dient ondermeer nagegaan te worden of de resultaten van de metingen van de nitraatconcentraties in het oppervlaktewater en in het grondwater, significant verbeterd zijn. Afdeling II. - Bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, ingeval
aan de voorwaarde, als vermeld in artikel 35, eerste lid, 1°, eerste lid, van het Mestdecreet, niet voldaan is
Art. 27.§ 1. Wanneer in een bepaald kalenderjaar niet voldaan is aan de voorwaarde, als vermeld in artikel 35, eerste lid, 1°, eerste lid, van het Mestdecreet, doch er is in dat kalenderjaar overeenkomstig de door de Mestbank uitgereikte mestverwerkingscertificaten, in Vlaanderen meer dan 13 miljoen kg N verwerkt, kunnen landbouwers aan bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking doen. De landbouwer dient hiervoor, vanaf 1 januari 2008, bij aangetekende zending een aanvraag in bij de centrale directie van de Mestbank te Brussel.
In deze aanvraag vermeldt de landbouwer : 1° het aantal dieren, gespecificeerd per diercategorie, waarmee de betrokken landbouwer zijn bedrijf wil uitbreiden;2° het adres en het exploitatienummer van de exploitatie waar de landbouwer de uitbreiding wil realiseren;3° in geval de dieren, als vermeld in 1°, dieren zijn van de diersoorten 1° RUNDEREN, 2° VARKENS, of 3° PLUIMVEE, het type stal waarin de betrokken dieren zullen worden gehouden, als vermeld in artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. Indien het betrokken bedrijf het kalenderjaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in het eerste lid, samen met één of meerdere andere bedrijven een bedrijfsgroep vormde, die mestverwerkingsplichtig was, als vermeld in artikel 29 van het Mestdecreet, dient bij de aanvraag eveneens een verklaring, ondertekend door de verschillende landbouwers die in dat kalenderjaar deel uitmaakten van de betrokken bedrijfsgroep, gevoegd te worden, waarin al deze landbouwers verklaren akkoord te gaan met de geplande uitbreiding. § 2. In uitvoering van artikel 35, eerste lid, 1°, tweede lid, van het Mestdecreet, dient het bedrijf van de betrokken landbouwer, in het kalenderjaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in § 1, eerste lid, deel uitgemaakt te hebben van een bedrijfsgroep die aan haar mestverwerkingsplicht, als vermeld in artikel 29, heeft voldaan en dient het bedrijf daarenboven 25 % van de netto-uitbreiding verwerkt te hebben. De 25 % van de netto-uitbreiding die het bedrijf verwerkt dient te hebben bovenop de verwerkingsplicht, wordt bepaald door : 1° het aantal dieren, gespecificeerd per diercategorie, waarmee de betrokken landbouwer zijn bedrijf wil uitbreiden, als aangegeven in de aanvraag, vermeld in § 1, tweede lid, 1°, per diercategorie, te vermenigvuldigen met de overeenkomstige forfaitaire uitscheidingsnormen, voor wat betreft de N-uitscheiding, als vermeld in artikel 27, § 1, van het Mestdecreet, 2° het resultaat van de berekening, als vermeld in 1°, is de bruto-uitbreiding.Deze bruto-uitbreiding, dient vervolgens omgerekend te worden naar de netto-uitbreiding, op basis van de berekeningsmethode, als vermeld in artikel 11 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 9 maart 2007 tot uitvoering van het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen; 3° het resultaat van de berekening, als vermeld in 2°, is de netto-uitbreiding.Deze netto-uitbreiding, dient gesommeerd te worden per diersoort en tenslotte door 4 gedeeld te worden. § 3. De Mestbank kijkt na of het betrokken bedrijf in het kalenderjaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in § 1, eerste lid, deel uitgemaakt heeft van een bedrijfsgroep die aan haar mestverwerkingsplicht, als vermeld in artikel 29, heeft voldaan en of het betrokken bedrijf daarenboven 25 % van de netto-uitbreiding verwerkt heeft, door verwerking afkomstig van het eigen bedrijf. Al de mestverwerkingscertificaten die de bedrijfsgroep waartoe het betrokken bedrijf behoort of de bedrijven die tot deze bedrijfsgroep behoren, bezitten op het moment van de aanvraag, als vermeld in § 1, en die betrekking hebben op mest die in het kalenderjaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in § 1, eerste lid, verwerkt werd, worden onoverdraagbaar vanaf het moment van de aanvraag.
In afwijking van het eerste lid, worden, wanneer de aanvraag ingediend werd vóór 1 juli, de mestverwerkingscertificaten pas onoverdraagbaar vanaf 1 juli.
Wanneer de bedrijfsgroep waartoe het betrokken bedrijf behoort en de bedrijven die tot deze bedrijfsgroep behoren, op het moment van de aanvraag meer mestverwerkingscertificaten bezitten, dan nodig om te voldoen aan de mestverwerkingsplicht van artikel 29 van het Mestdecreet en aan de verwerking van de 25 % van de netto-uitbreiding, dan kan de landbouwer die de aanvraag, als vermeld in § 1, heeft ingediend, aan de Mestbank meedelen welke mestverwerkingscertificaten gebruikt zullen worden om te voldoen aan de mestverwerkingsplicht van artikel 29 van het Mestdecreet en aan de verwerking van de 25 % van de netto-uitbreiding. De overige mestverwerkingscertificaten worden terug overdraagbaar vanaf de datum van de aangetekende zending, als vermeld in § 7. § 4. De Mestbank kijkt tevens na of het bedrijf dat, in uitvoering van artikel 35 van het Mestdecreet, wil uitbreiden geen nutriëntenemissierechten heeft overgedragen. § 5. Indien verschillende bedrijven die tot dezelfde bedrijfsgroep behoren, willen uitbreiden, in uitvoering van artikel 35 van het Mestdecreet, worden, bij het nazicht of er voldoende mest verwerkt werd, overeenkomstig de mestverwerkingscertificaten die de betrokken bedrijven of de betrokken bedrijfsgroep bezitten, de aanvragen beoordeeld en in voorkomend geval de mestverwerkingscertificaten toegewezen, in volgorde van ontvangst van de aanvraag bij de Mestbank.
Indien een of meerdere bedrijven die tot dezelfde bedrijfsgroep behoren nutriëntenemissierechten hebben overgenomen, zonder annulering en mits verwerking van 25 %, als vermeld in artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, wordt, bij het nazicht of er voldoende mest verwerkt werd overeenkomstig de mestverwerkingscertificaten die de betrokken bedrijven of de bedrijfsgroep bezitten, eerst de mestverwerkingsplicht van artikel 29 van het Mestdecreet beoordeeld en in voorkomend geval worden de overeenkomstige mestverwerkingscertificaten toegewezen, vervolgens wordt de bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, als vermeld in artikel 35 van het Mestdecreet, beoordeeld en in voorkomend geval worden de overeenkomstige mestverwerkingscertificaten toegewezen, en tenslotte wordt de overname van nutriëntenemissierechten, zonder annulering en mits verwerking van 25 %, als vermeld in artikel 34, § 1, 2°, d), van het Mestdecreet, beoordeeld en in voorkomend geval worden de overeenkomstige mestverwerkingscertificaten toegewezen. § 6. Bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, als vermeld in artikel 35 van het Mestdecreet, is enkel mogelijk wanneer al de bedrijven die tot dezelfde bedrijfsgroep behoren als het bedrijf dat wil groeien, tijdig voldaan hebben aan hun aangifteplicht, als vermeld in artikel 23 van het Mestdecreet, voor wat betreft het productiejaar voorgaand aan het jaar van aanvraag, als vermeld in § 1, eerste lid. § 7. De Mestbank meldt, per aangetekende zending, binnen drie maanden, doch ten vroegste op 1 augustus van het kalenderjaar waarin de aanvraag is gebeurd aan de betrokken landbouwer of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden, als vermeld in dit artikel en in artikel 35 van het Mestdecreet.
Bij de beoordeling van de aanvraag kijkt de Mestbank ondermeer of het bedrijf minstens ten belope van het resultaat van de deling, als vermeld in § 2, 3°, mestverwerkingscertificaten bezit die betrekking hebben op mest die het voorgaande kalenderjaar verwerkt werd, en die : 1° ofwel door de Mestbank aan de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf behoort zijn toegekend voor de export van mest afkomstig van het eigen bedrijf;2° ofwel door de Mestbank aan de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf behoort zijn toegekend voor de verwerking van mest afkomstig van het eigen bedrijf;3° ofwel door de Mestbank zijn toegekend aan een derde die, overeenkomstig de transportdocumenten, opgemaakt in uitvoering van de artikelen 48 tot en met 60 van het Mestdecreet, van het bedrijf in het betrokken kalenderjaar dierlijke mest, geproduceerd op het bedrijf heeft ontvangen, eveneens ten belope van het resultaat van de deling, als vermeld in artikel 27, § 2, 3°.
Art. 28.§ 1. Indien het bedrijf dat in het jaar X zijnde het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar van de aanvraag, deel uitmaakte van een bedrijfsgroep die aan zijn mestverwerkingsplicht, als vermeld in artikel 29 van het Mestdecreet, heeft voldaan en daarenboven 25 % van de gevraagde netto-uitbreiding heeft verwerkt, kent de Mestbank vanaf het jaar X +1, zijnde het jaar van de aanvraag de gevraagde niet-overdraagbare nutriëntenemissierechten-mestverwerking toe aan de betrokken landbouwer. § 2. In het jaar X + 1, het jaar X + 2 : 1° dient de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf dat wenst uit te breiden behoort, aan zijn mestverwerkingsplicht van het netto-stikstofoverschot, als vermeld in artikel 29 van het Mestdecreet, te hebben voldaan;2° en dient het bedrijf dat wenst uit te breiden, 25 % van de gevraagde netto-uitbreiding, als berekend overeenkomstig artikel 27, § 2, te hebben verwerkt;3° en dient het bedrijf dat wenst uit te breiden, de mestproductie afkomstig van de in het betrokken kalenderjaar gerealiseerde uitbreiding te hebben verwerkt. § 3. Vanaf het jaar X + 3 moet jaarlijks : 1° door de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf dat wenst uit te breiden behoort, aan zijn mestverwerkingsplicht van het netto-stikstofoverschot, als vermeld in artikel 29 van het Mestdecreet, worden voldaan;2° en door het bedrijf dat wenst uit te breiden, 25 % van de gevraagde netto-uitbreiding, als berekend overeenkomstig artikel 27, § 2, worden verwerkt;3° en door het bedrijf dat wenst uit te breiden, de bijkomende mestproductie ten belope van de aangevraagde uitbreiding worden verwerkt. § 4. Indien in jaar X + 1, jaar of het jaar X + 2 de mestverwerking, als vermeld in § 2, niet is gebeurd, worden al de aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking op het einde van het volgende kalenderjaar, geannuleerd.
Indien in jaar X + 1 of een volgend kalenderjaar, nutriëntenemissierechten overgedragen zijn, die niet kaderen in een bedrijfsovername van het volledige bedrijf, worden al de aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking geannuleerd.
Een annulering, als vermeld in het eerste of het tweede lid, gaat in op 1 januari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar, waarin : 1° hetzij de mestverwerking, als vermeld in § 2, niet is gebeurd in geval het betreffende kalenderjaar, jaar X + 1, jaar X + 2 of jaar X + 3, is;2° hetzij nutriëntenemissierechten overgedragen zijn, die niet kaderen in een bedrijfsovername van het volledige bedrijf. § 5. Vanaf het jaar X + 4 geldt de regeling, als vermeld in deze paragraaf.
Om te bepalen dat voldoende mest verwerkt is, om te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 3, gaat de Mestbank jaarlijks na of het bedrijf, nadat de nodige mestverwerkingscertificaten zijn toegewezen om te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 3, 1° en 2°, nog mestverwerkingscertificaten bezit ten belope van de aangevraagde uitbreiding die betrekking hebben op mest die het voorgaande kalenderjaar verwerkt werd, en die : 1° ofwel door de Mestbank aan de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf behoort zijn toegekend voor de export van mest afkomstig van het eigen bedrijf en van de diersoort waartoe de in de aanvraag, als vermeld in artikel 27, vermelde diercategorieën behoren;2° ofwel door de Mestbank aan de bedrijfsgroep waartoe het bedrijf behoort zijn toegekend voor de verwerking van mest afkomstig van het eigen bedrijf en van de diersoort waartoe de in de aanvraag, als vermeld in artikel 27, vermelde diercategorieën behoren;3° ofwel door de Mestbank zijn toegekend aan een derde die, overeenkomstig de transportdocumenten, opgemaakt in uitvoering van de artikelen 48 tot en met 60 van het Mestdecreet, van het bedrijf in het betrokken kalenderjaar dierlijke mest geproduceerd op het bedrijf en afkomstig van de diersoort waartoe de in de aanvraag, als vermeld in artikel 27, vermelde diercategorieën behoren, heeft ontvangen. Indien het bedrijf niet het aantal mestverwerkingscertificaten, als vermeld in het tweede lid, bezit, dan worden alle of een gedeelte van het aantal aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking definitief geannuleerd. Het aantal aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking dat definitief geannuleerd wordt, wordt berekend als volgt : X = [(de nodige MVC verminderd met de MVC die men bezit) gedeeld door de nodige MVC] en vermenigvuldigd met het aantal toegekende NER-MVW, Waarbij : X = het aantal aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking, als vermeld in § 1, dat definitief geannuleerd wordt; de nodige MVC = het aantal mestverwerkingscertificaten dat het bedrijf nodig heeft om te voldoen aan de voorwaarde, als vermeld in § 3, 3°; de MVC die men bezit = het aantal mestverwerkingscertificaten dat het bedrijf, nadat de nodige mestverwerkingscertificaten zijn toegewezen om te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 3, 1° en 2°, nog bezit die betrekking hebben op mest die het voorgaande kalenderjaar verwerkt werd, en die voldoen aan een van de drie voorwaarden, als vermeld in het tweede lid, 1°, 2° of 3°; het aantal toegekende NER-MVW : het aantal aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking, als vermeld in § 1.
Een annulering, als vermeld in het derde lid, gaat in op 1 januari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar, waarvoor het bedrijf, niet over het aantal mestverwerkingscertificaten, als vermeld in het tweede lid, beschikt. § 6. In uitvoering van artikel 35, eerste lid, 4°, van het Mestdecreet en van artikel 28 § 3, 2e lid, zendt de Mestbank, wanneer aan het bedrijf toegekende nutriëntenemissierechten-mestverwerking geannuleerd worden overeenkomstig § 4 of § 5, een kopie van haar beslissing naar de milieuvergunningsverlenende overheden die bevoegd zijn over de exploitatie waar de landbouwer, overeenkomstig de aanvraag, de uitbreiding realiseert. De betrokken milieuvergunningsverlenende overheden heffen, ieder wat hun bevoegdheid betreft, de milieuvergunning of het gedeelte van de milieuvergunning op met betrekking tot de inrichtingen en de diersoort of diersoorten, vermeld in de aanvraag. De milieuvergunningsverlenende overheden zenden onverwijld een afschrift van het opheffingsbesluit aan de Mestbank.
Art. 29.§ 1. De landbouwer kan, tegen elke beslissing aangaande bedrijfsontwikkeling na bewezen mestverwerking, bezwaar indienen bij het afdelingshoofd van de Mestbank. § 2. Het bezwaar, als vermeld in § 1, is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de betrokken beslissing. § 3. Het afdelingshoofd van de Mestbank stelt de indiener van het bezwaar bij aangetekende zending in kennis van haar beslissing binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het bezwaar. § 4. Het bezwaar, als vermeld in het eerste lid, schorst de betrokken beslissing niet.
Art. 30.§ 1. De landbouwer kan, tegen elke beslissing van het afdelingshoofd van de Mestbank, als vermeld in artikel 29, § 3, beroep aantekenen bij de minister. § 2. Het beroep, als vermeld in § 1, is ontvankelijk indien dit bij aangetekende zending gebeurt, binnen 30 kalenderdagen na verzending van de betrokken beslissing. § 3. De minister stelt de indiener van het beroep bij aangetekende zending in kennis van zijn beslissing binnen 90 kalenderdagen na ontvangst van het beroep. § 4. Het bezwaar, als vermeld in het eerste lid, schorst de betrokken beslissing niet. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 31.De artikelen 30, § 6, 31 en 34 van het Mestdecreet treden in werking op 1 januari 2007.
De artikelen 35 tot en met 37 van het Mestdecreet treden in werking op de dag van de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.
Art. 32.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 7 september 2007.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister voor Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur, H. CREVITS