7 JULI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende positionering en aansturing van de Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk bij de diensten van de Vlaamse overheid (GDPB)

De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het ministerieel besluit van 24 januari 2017Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 24/01/2017 pub. 10/02/2017 numac 2017020164 bron ministerie van de franse gemeenschap Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 2 mei 2016 houdende aanstelling van de leden van het beheerscomité van het Agentschap voor de evaluatie van de kwaliteit van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs type ministerieel besluit prom. 24/01/2017 pub. 28/04/2017 numac 2017030260 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Ministerieel besluit houdende vaststelling van verblijfsvergoedingen toegekend aan afgevaardigden en ambtenaren, afhangend van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid of van een openbare instelling van sociale zekerheid, die in het kader van een project dat wordt uitgevoerd door BELINCOSOC of in het kader van een project waarin via BELINCOSOC de Belgische deelname verzekerd wordt, en in officiële opdracht, naar het buitenland begeven sluiten waarbij vergund wordt een gemeenschappelijke dienst voor preventie en bescherming op te richten voor de diensten van de Vlaamse overheid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 juli 2013;

Gelet op het advies van het Hoog Overlegcomité Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest van 16 september 2013;

Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 19 juli 2013 betreffende de rationalisatie van de management-ondersteunende functies (VR 2013 1907 DOC. 0875/1);

Overwegende dat een Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk ten aanzien van afzonderlijke Interne Diensten voor Preventie en Bescherming op het Werk voordelen inhoudt zoals een groter aantal preventieadviseurs en disciplines, een hoger niveau van aanvullende vorming, meer beschikbare tijd voor preventietaken en meer beschikbare middelen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Voor volgende diensten van de Vlaamse overheid, zoals gedefinieerd in artikel I 2, 1° van het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006, bestaat er een Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, hierna GDPB te noemen : 1° de departementen;2° de intern verzelfstandigde agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid;3° de intern verzelfstandigde agentschappen met rechtspersoonlijkheid;4° de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen met uitzondering van deze vermeld in § 3, 2° tot en met 6° ;5° de strategische adviesraden. De GDPB behoort tot het Departement Kanselarij en Bestuur. § 2. De werking van de GDPB wordt uitgebreid tot : 1° de kabinetten van de leden van de Vlaamse Regering;2° de Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarkt;3° de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen;4° de provinciegouverneurs, de adjunct van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de arrondissementscommissarissen en de adjunct-arrondissementscommissaris;5° het eigen vermogen van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek;6° het eigen vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek;7° de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde; § 3. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie, beslist na advies van het aansturingscomité vermeld in artikel 3, of aansluiting bij de GDPB mogelijk is voor : 1° de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs;2° de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen;3° de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;4° het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel;5° het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem;6° het Agentschap Plantentuin Meise;7° andere instanties binnen de Vlaamse overheidssector.

Art. 2.Er wordt een Welzijnsforum opgericht dat inhoudelijk vorm geeft aan het door de GDPB uitgevoerde welzijnsbeleid.

Het Welzijnsforum is samengesteld uit de leidend ambtenaren van de aangesloten entiteiten of hun vertegenwoordiger, de preventieadviseur-coördinator van de GDPB en de door de secretaris-generaal van het Departement Kanselarij en Bestuur aangewezen preventieadviseurs.

De secretaris-generaal van het Departement Kanselarij en Bestuur of zijn afgevaardigde is de voorzitter van het Welzijnsforum.

Art. 3.§ 1. De GDPB wordt met betrekking tot zowel de personeelsmiddelen als de werkingsmiddelen logistiek en financieel aangestuurd door een aansturingscomité, hierna het Comité GDPB te noemen. § 2. Het Comité GDPB is samengesteld uit : 1° de werkgeversvertegenwoordiging : - de secretaris-generaal van het Departement Kanselarij en Bestuur of zijn afgevaardigde; - vier vertegenwoordigers van de aangesloten leden aangewezen door het Welzijnsforum; - een vertegenwoordiger van de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie. 2° twee vertegenwoordigers van elke representatieve vakorganisatie. De secretaris-generaal van het Departement Kanselarij en Bestuur of zijn afgevaardigde is voorzitter van het Comité GDPB. De preventieadviseur-coördinator van de GDPB, door de secretaris-generaal van het Departement Kanselarij en Bestuur aangewezen preventieadviseurs en vertegenwoordigers van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, wonen met raadgevende stem de vergaderingen van het Comité GDPB bij. § 3. Het Comité GDPB heeft in hoofdzaak de volgende taken : 1° voorstellen formuleren ten bate van de goede werking van de GDPB;2° voorstellen formuleren betreffende een optimaal dienstverleningsniveau met betrekking tot : - het bepalen van welke dienstverlening, vast te leggen in dienstenniveau-overeenkomsten, de entiteiten van de GDPB verwachten; - het bepalen van welke middelen daarvoor ter beschikking zullen worden gesteld; 3° bespreken van bepaalde specifieke aangelegenheden op vraag van : - het Welzijnsforum, - het Voorzitterscollege, - de aangesloten leden, - de functioneel bevoegde minister of de Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie.

Art. 4.De werking van het Welzijnsforum en van het Comité GDPB wordt vastgesteld in een huishoudelijk reglement. Dat huishoudelijk reglement omvat minimaal de volgende rubrieken : 1° de wijze van bijeenroeping;2° de wijze van bepaling van de agenda;3° de wijze van terbeschikkingstelling van documenten;4° de wijze van verslaggeving;5° de wijze van beraadslaging en beslissing.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van definitieve goedkeuring door de Vlaamse Regering.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake personeel en organisatieontwikkeling in de Vlaamse administratie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 juli 2017.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS