6 MEI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering over de handelsnormen voor consumptie-eieren en tot invoering van een erkenningsplicht voor leghennenbedrijven en een registratieplicht voor pakstations

Rechtsgrond(en) Dit besluit is gebaseerd op: - het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1°, a), d) en i), vervangen bij het decreet van 26 april 2019, en 2°, a) en c).

Vormvereiste(n) De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 22 november 2021; - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens heeft advies nr. 2022/010 gegeven op 15 februari 2022; - De Raad van State heeft advies nr. 71.130/1 gegeven op 30 maart 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne; - verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong; - verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad.

Initiatiefnemer(s) Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de uitvoering van verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren.

Art. 2.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° bevoegde entiteit: het Departement Landbouw en Visserij, vermeld in artikel 26 van het besluit van de Vlaamse Regering van 3 juni 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 03/06/2005 pub. 22/09/2005 numac 2005036144 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie sluiten met betrekking tot de organisatie van de Vlaamse administratie;2° eieren: eieren in de schaal - met uitzondering van gebroken eieren, bebroede eieren en gekookte eieren - die zijn gelegd door kippen van de soort Gallus gallus en die geschikt zijn voor directe menselijke consumptie of voor de bereiding van eiproducten;3° houderijmethode: een van de houderijmethodes die vermeld worden in artikel 12, lid 2, en bijlage II, van verordening (EG) nr.589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren; 4° leghennenbedrijf: een inrichting die voldoet aan al de volgende voorwaarden: a) er worden leghennen gehouden;b) ze is geregistreerd bij de daarvoor bevoegde overheid conform het koninklijk besluit van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2003 pub. 16/05/2003 numac 2003022552 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de identificatie en de registratie van inrichtingen waar legkippen worden gehouden sluiten betreffende de identificatie en de registratie van inrichtingen waar legkippen worden gehouden; 5° pakstation: een inrichting die aan al de volgende voorwaarden voldoet: a) er worden eieren volgens kwaliteits- en gewichtsklassen gesorteerd als vermeld in punt 5.4 van de bijlage I bij verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong; b) ze beschikt over een toelating van de daarvoor bevoegde overheid conform artikel 5, lid 2, van verordening (EG) nr.589/2008; 6° verhandelen: het in voorraad hebben of het uitstallen voor de verkoop, het te koop aanbieden, de aflevering, of elke andere wijze van in de handel brengen;7° verordening (EG) nr.589/2008: verordening (EG) nr. 589/2008 van de Commissie van 23 juni 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat betreft de handelsnormen voor eieren; 8° verpakking: een onmiddellijke verpakking voor eieren van klasse A of B, met uitzondering van transportverpakkingen en houders voor industriële eieren;9° voedingswijze: de voedingswijze, vermeld in artikel 15 en bijlage II bij de verordening (EG) nr.589/2008.

Art. 3.De bepalingen opgenomen in dit besluit zijn van toepassing op de leghennenbedrijven en pakstations die gevestigd zijn in het Vlaamse Gewest. HOOFDSTUK 2. - Erkenning van de leghennenbedrijven

Art. 4.Een leghennenbedrijf dat over een erkenning beschikt die is afgeleverd door de bevoegde entiteit, mag eieren verhandelen die afkomstig zijn van een houderijmethode als vermeld in bijlage II bij verordening (EG) nr. 589/2008, en mag die houderijmethode vermelden en laten vermelden in de producentencode en op de verpakking conform artikel 9 en artikel 12, lid 2, van de voormelde verordening.

Een leghennenbedrijf kan erkend worden als het voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° het leghennenbedrijf voldoet aan de voorwaarden voor de houderijmethode in kwestie als vermeld in bijlage II bij verordening (EG) nr.589/2008; 2° de eieren worden geproduceerd in de houderijmethode, vermeld in punt 1°. De erkenningsaanvraag wordt eenmalig in elektronische vorm ingediend bij de bevoegde entiteit en vermeldt al de volgende gegevens: 1° de naam, het ondernemingsnummer en het adres van de onderneming;2° de naam, het vestigingseenheidsnummer en het adres van de vestiging;3° het aantal stallen en de capaciteit per stal;4° de toegepaste houderijmethode per stal;5° de toegepaste voedingswijze per stal. Het leghennenbedrijf deelt elke wijziging van de gegevens, vermeld in het derde lid, onmiddellijk mee aan de bevoegde entiteit.

De bevoegde entiteit beoordeelt de aanvraag en controleert of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden voor de toepassing van de houderijmethode, vermeld in het tweede lid. De bevoegde entiteit beslist over de aanvraag en stuurt een beslissing naar de aanvrager met vermelding van de houderijmethode en de voedingswijze.

In al de volgende gevallen heft de bevoegde entiteit de erkenning op: 1° het leghennenbedrijf verhandelt ten onrechte eieren met de claim dat ze geproduceerd zijn volgens een bepaalde houderijmethode;2° het leghennenbedrijf verhandelt eieren met de claim dat ze geproduceerd zijn volgens een houderijmethode waarvoor ze niet is erkend;3° het leghennenbedrijf voldoet niet langer aan de voorwaarden voor de houderijmethode waarvoor ze de erkenning heeft gekregen;4° het leghennenbedrijf verhandelt eieren met een foutieve vermelding van de houderijmethode in de producentencode die gestempeld wordt op de eieren;5° eieren worden verhandeld met een foutieve vermelding van de houderijmethode in de producentencode of op de verpakking, waarbij de fout te wijten is aan het leghennenbedrijf.6° het leghennenbedrijf verhandelt eieren waarvan de vermelde voedingswijze niet overeenkomt met de gebruikte voedingswijze of waarbij de voedingswijze niet voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11.

Art. 5.In afwijking van artikel 4 dient een leghennenbedrijf dat op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit al geregistreerd is bij de daartoe bevoegde overheid conform het koninklijk besluit van 3 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2003 pub. 16/05/2003 numac 2003022552 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de identificatie en de registratie van inrichtingen waar legkippen worden gehouden sluiten betreffende de identificatie en de registratie van inrichtingen waar legkippen worden gehouden, geen erkenningsaanvraag als vermeld in artikel 4, derde lid, van dit besluit, maar wordt ze geacht erkend te zijn bij de bevoegde entiteit als vermeld in artikel 4 van dit besluit.

De bevoegde entiteit stuurt een bevestiging van de erkenning, vermeld in het eerste lid, met vermelding van de gegevens, vermeld in artikel 4, derde lid, naar het leghennenbedrijf.

Het leghennenbedrijf dat vaststelt dat de gegevens die vermeld zijn op de bevestiging als vermeld in het tweede lid, foutief zijn, deelt dat onmiddellijk mee aan de bevoegde entiteit.

Art. 6.Het leghennenbedrijf mag alleen eieren verhandelen die afkomstig zijn van een houderijmethode als vermeld in bijlage II bij verordening (EG) nr. 589/2008, die vermeld wordt in de producentencode en op de verpakking, conform artikel 9 en 10 van dit besluit, als voldaan is aan al de volgende voorwaarden: 1° het leghennenbedrijf beschikt over een erkenning voor die houderijmethode als vermeld in artikel 4 van dit besluit;2° de eieren zijn daadwerkelijk geproduceerd volgens de houderijmethode, vermeld in punt 1°. HOOFDSTUK 3. - Registratie van de pakstations

Art. 7.Ieder pakstation is geregistreerd bij de bevoegde entiteit.

De registratieaanvraag wordt eenmalig in elektronische vorm ingediend bij de bevoegde entiteit en vermeldt al de volgende gegevens: 1° de naam, het ondernemingsnummer en het adres van de onderneming;2° de naam, het vestigingseenheidsnummer en het adres van de vestiging;3° de sorteercapaciteit. De registratieaanvraag wordt ingediend vóór de start van de bedrijfswerkzaamheden.

Het pakstation deelt elke wijziging van de gegevens, vermeld in het tweede lid, onmiddellijk mee aan de bevoegde entiteit.

De bevoegde entiteit verwerkt de registratieaanvraag, vermeld in het tweede lid, en stuurt een bevestiging van de registratie naar de aanvrager.

Art. 8.In afwijking van artikel 7 van dit besluit dient een pakstation dat op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit al over een toelating beschikt die is afgeleverd door de daartoe bevoegde overheid conform artikel 5, lid 2, van verordening (EG) nr. 589/2008, geen registratieaanvraag als vermeld in artikel 7, tweede lid, van dit besluit, in, maar wordt ze geacht geregistreerd te zijn bij de bevoegde entiteit als vermeld in artikel 7 van dit besluit.

De bevoegde entiteit stuurt een bevestiging van de registratie, vermeld in het eerste lid, met vermelding van de gegevens, vermeld in artikel 7, tweede lid, naar het pakstation.

Het pakstation dat vaststelt dat de gegevens die vermeld zijn op de bevestiging, vermeld in het tweede lid, foutief zijn, deelt dat onmiddellijk mee aan de bevoegde entiteit. HOOFDSTUK 4. - Naleving van de handelsnormen voor eieren

Art. 9.De leghennenbedrijven en pakstations vermelden de correcte houderijmethode in de producentencode, vermeld in artikel 9, lid 1, van verordening (EG) nr. 589/2008.

Art. 10.De leghennenbedrijven en pakstations zorgen voor het aanbrengen van de correcte vermelding van de houderijmethode op de verpakkingen met eieren van klasse A, vermeld in artikel 12, lid 2, van verordening (EG) nr. 589/2008.

Art. 11.De leghennenbedrijven en de pakstations zorgen voor het aanbrengen van de correcte vermelding van de voedingswijze van de leghennen en leven daarbij de volgende voorwaarden na overeenkomstig artikel 15 van verordening (EG) nr. 589/2008: 1° het vermelden van granen als voederbestanddeel is alleen toegestaan als die granen zestig gewichtspercenten van de voedergift uitmaken, waarvan niet meer dan vijftien gewichtspercenten uit graanbijproducten mogen bestaan;2° onverminderd het minimum van zestig gewichtspercenten, vermeld in punt 1°, maakt, als een specifieke graansoort wordt vermeld, die soort ten minste dertig gewichtspercenten van de voedergift uit.Als verschillende granen worden vermeld, maakt elk van die granen ten minste vijf gewichtspercenten van de voedergift uit.

Art. 12.In dit artikel wordt verstaan onder partij: eieren in verpakkingen of los, die afkomstig zijn van dezelfde productie-inrichting of hetzelfde pakstation en die zich op één plaats bevinden, met dezelfde legdatum, datum van minimale houdbaarheid of verpakkingsdatum, dezelfde houderijmethode, en, in het geval van gesorteerde eieren, dezelfde kwaliteits- en gewichtsklasse.

De bevoegde entiteit controleert de naleving van de verplichtingen, vermeld in dit besluit.

Om de vereiste controlegegevens te verkrijgen, kan de bevoegde entiteit een beroep doen op derden.

De bevoegde entiteit kan administratieve sancties opleggen conform artikel 56 van het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid als ze vaststelt dat een of meer van de verplichtingen, vermeld in dit besluit, niet of niet volledig worden nageleefd of als een van de gevallen, vermeld in artikel 4, zesde lid, 1°, 2°, 4° tot en met 6°, van dit besluit, zich voordoet.

Als de bevoegde entiteit vaststelt dat een of meer van de verplichtingen, vermeld in artikel 9 tot en met 11 van dit besluit, niet worden nageleefd, verbiedt ze de volledige partij, waartoe de gecontroleerde eieren behoren, in de handel te brengen of verbiedt ze de invoer ervan als die partij afkomstig is uit een derde land en niet bewezen is dat die partij voldoet aan de verplichtingen, vermeld in artikel 9 tot en met 11 van dit besluit, conform artikel 25 van Verordening (EG) nr. 589/2008.

De bevoegde entiteit controleert conform artikel 25 van Verordening (EG) nr. 589/2008 of de verplichtingen, vermeld in het vijfde lid, voor de partij, vermeld in het vijfde lid, alsnog worden nageleefd en de partij in overeenstemming wordt gebracht. HOOFDSTUK 5. - Verwerking en bescherming van de gegevens

Art. 13.De bevoegde entiteit verwerkt de gegevens, vermeld in artikel 4, derde lid, 7, tweede lid, en artikel 12, derde lid, van dit besluit, voor de beoordeling van de erkennings- en registratieaanvraag en voor de controle op de naleving van de bepalingen, vermeld in dit besluit en in de verordening (EG) nr. 589/2008.

De bevoegde entiteit kan voor de erkenning, vermeld in artikel 4, voor de registratie, vermeld in artikel 7, en voor de controle op de naleving van de bepalingen, vermeld in dit besluit, de nodige gegevens en identificatiegegevens van de ondernemingen en de personen die de onderneming vertegenwoordigen, in het e-loket uit de Kruispuntbank van Ondernemingen en het rijksregister halen en verwerken.

De bevoegde entiteit treedt op als verwerkingsverantwoordelijke als vermeld in artikel 4, 7), van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming), voor de verwerking, vermeld in het eerste lid.

De bevoegde entiteit zorgt voor de bescherming en de vertrouwelijkheid van de gegevens. HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling

Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw en de zeevisserij, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 mei 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS