Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 06 juli 2007
gepubliceerd op 02 augustus 2007

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de trefgroepen adoptie

bron
vlaamse overheid
numac
2007036287
pub.
02/08/2007
prom.
06/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/06/2007036287/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de trefgroepen adoptie


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, gewijzigd door de decreten van 2 juni 2006 en 22 december 2006;

Gelet op het decreet van 15 juli 2005 tot regeling van de interlandelijke adoptie van kinderen;

Gelet op het advies van Inspectie Financiën, gegeven op 6 april 2007;

Gelet op het advies nummer 43.071/3 van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder de minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen.

Art. 2.Om als trefgroep erkend te worden moet een vereniging voldoen aan volgende voorwaarden : 1° ondersteuning en belangenbehartiging van adoptanten of geadopteerden als voornaamste activiteit hebben en op dat vlak een regelmatige werking aantonen;2° een ledenbestand van dertig adoptanten of geadopteerden hebben;3° openstaan voor alle adoptanten of geadopteerden ongeacht het herkomstland van de geadopteerde.

Art. 3.Voor het einde van de maand maart dient de trefgroep bij de Vlaamse Centrale Autoriteit een jaarverslag in over de activiteiten van het voorbije werkingsjaar met in het bijzonder : 1° een overzicht van de gerealiseerde ondersteuning en belangenbehartiging;2° de samenstelling van de beheersorganen;3° een ledenlijst van de vereniging.

Art. 4.De Vlaamse Centrale Autoriteit ziet toe op de naleving van de erkenningsvoorwaarden.

Het toezicht wordt op stukken of ter plaatse uitgeoefend. Het toezicht ter plaatse wordt uitgevoerd door de personeelsleden van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Zij hebben het recht alle administratieve stukken te raadplegen.

Art. 5.De trefgroep richt zijn aanvraag tot erkenning per aangetekende brief aan de Vlaamse Centrale Autoriteit. Bij die brief zitten de statuten van de dienst en alle nodige stukken waaruit blijkt dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan.

De Vlaamse Centrale Autoriteit onderzoekt de aanvraag, eventueel na opvraging van extra stukken of inlichtingen. Kind en Gezin neemt binnen drie maanden na de ontvangst van de aanvraag een beslissing, op advies van de Vlaamse Centrale Autoriteit.

De trefgroep wordt erkend voor een hernieuwbare termijn van maximaal vijf jaar. De trefgroep moet zijn aanvraag tot hernieuwing van de erkenning indienen uiterlijk drie maanden voor de erkenningstermijn verstrijkt op de wijze, vermeld in het eerste lid.

Art. 6.Als de trefgroep niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden voldoet, kan Kind en Gezin de erkenning van de dienst intrekken of voor bepaalde termijn schorsen. De Vlaamse Centrale Autoriteit brengt de trefgroep hiervan vooraf per aangetekende brief op de hoogte. De trefgroep kan binnen veertien dagen na de ontvangst van de brief verzoeken om te worden gehoord voor een definitieve beslissing wordt genomen.

Art. 7.De trefgroepen kunnen bezwaar aantekenen bij de minister tegen de volgende beslissingen : 1° de weigering, de schorsing en de intrekking van de erkenning;2° de weigering van de verlenging van de erkenning;3° de beslissing over de termijn van de erkenning of de verlenging van de erkenning.

Art. 8.De trefgroep dient in dat geval op straffe van niet-ontvankelijkheid uiterlijk vijftien kalenderdagen na de kennisneming van de beslissingen, vermeld in artikel 7, een gemotiveerd bezwaarschrift in bij de Vlaamse Centrale Autoriteit.

Het bezwaarschrift bevat op straffe van niet-ontvankelijkheid de volgende elementen : 1° de naam en het adres van de trefgroep;2° de ontvangstdatum van de betwiste beslissing;3° een verwijzing naar of een kopie van de betwiste beslissing;4° een uitvoerige motivering van het bezwaar;5° de naam en de handtekening van de voorzitter van de trefgroep;6° de datum van de instelling van het bezwaar.

Art. 9.De Vlaamse Centrale Autoriteit beslist binnen vijftien dagen na de ontvangst van het bezwaarschrift over de ontvankelijkheid van het bezwaar op basis van de elementen, vermeld artikel 8, en brengt de trefgroep daarvan onmiddellijk op de hoogte per aangetekende brief.

Art. 10.Bij bezwaar tegen de intrekking of de schorsing van de erkenning kan de Vlaamse Centrale Autoriteit tevens binnen vijftien dagen na de ontvangst van het bezwaarschrift beslissen dat het bezwaar geen schorsend karakter heeft. In het andere geval is het bezwaar schorsend.

Als besloten wordt dat het bezwaar niet schorsend is, stuurt de Vlaamse Centrale Autoriteit de beslissing onmiddellijk per aangetekende brief naar de trefgroep in kwestie.

Art. 11.Overeenkomstig artikel 7 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 september 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden, bezorgt de Vlaamse Centrale Autoriteit het ontvankelijke bezwaarschrift samen met het volledige administratieve dossier en eventuele verweermiddelen aan de commissie. De Vlaamse Centrale Autoriteit bezorgt tegelijkertijd een kopie van het bezwaarschrift aan de minister.

Het bezwaar wordt verder behandeld volgens de procedure die bepaald is in het besluit, vermeld in het eerste lid.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 6 juli 2007.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 juli 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE

^