Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 06 juli 2007
gepubliceerd op 03 augustus 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 7 juli 2006 houdende toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken

bron
vlaamse overheid
numac
2007036284
pub.
03/08/2007
prom.
06/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/06/2007036284/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 7 juli 2006 houdende toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het decreet van 7 juli 2006 houdende toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken, inzonderheid op de artikelen 3 tot 5, en 7;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 april 2007;

Gelet op het advies 43.113/1 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Afdeling I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 7 juli 2006 houdende toekenning van een rentetoelage voor ondernemingen die lijden onder de verstoorde bereikbaarheid ten gevolge van hinder door openbare werken;2° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid;3° onderneming : de onderneming, vermeld in artikel 2, 1°, van het decreet;4° kleine onderneming : de onderneming, vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet;5° middelgrote onderneming : de onderneming, vermeld in artikel 2, 3°, van het decreet;6° openbare werken : de werken, vermeld in artikel 2, 4°, van het decreet;7° de-minimisverordening : Verordening (EG) nr.1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de-minimissteun, en de latere wijzigingen ervan; 8° kredietinstelling : de kredietinstelling, vermeld in artikel 2, 7°, van het decreet;9° financieringsovereenkomst : de overeenkomst, vermeld in artikel 2, 8°, van het decreet;10° datum van de steunaanvraag : de datum van het elektronische bericht waarbij de steunaanvraag werd ingediend;11° datum van de aanvraag tot uitbetaling : de datum van het elektronische bericht waarbij de aanvraag tot uitbetaling werd ingediend. Afdeling II. - Definitie van kleine en middelgrote ondernemingen

Art. 2.De grootte van de onderneming, vermeld in de door de Europese Commissie vastgestelde definitie van kleine en middelgrote ondernemingen vermeld in bijlage I van Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie wat betreft uitbreiding van het toepassingsgebied tot steun voor onderzoek en ontwikkeling, wordt vastgesteld op basis van een verklaring op erewoord van de onderneming en op basis van artikel 3 en 4.

Art. 3.De gegevens voor de berekening van de jaaromzet en het balanstotaal worden vastgesteld op basis van de laatst bij de Nationale Bank van België neergelegde jaarrekening voor de datum van de steunaanvraag, die beschikbaar is via een centrale databank.

Om de omzet te berekenen, wordt een boekjaar van meer of minder dan twaalf maanden herberekend tot een periode van twaalf maanden.

Voor ondernemingen die geen jaarrekening moeten opmaken, worden de gegevens vastgesteld op basis van de laatste aangifte bij de directe belastingen voor de datum van de steunaanvraag.

Bij recent opgerichte ondernemingen, waarvan de eerste jaarrekening nog niet is afgesloten en de eerste fiscale aangifte nog niet is gebeurd, worden de gegevens vastgesteld op basis van een financieel plan van het eerste productiejaar.

Art. 4.De gegevens voor de berekening van het aantal werkzame personen worden vastgesteld aan de hand van het aantal werknemers dat in de onderneming was tewerkgesteld gedurende de laatste vier kwartalen die de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid kan attesteren voor de datum van de steunaanvraag, en die beschikbaar zijn via een centrale databank.

Bij recent opgerichte ondernemingen, waarvoor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid nog geen attest van het aantal werknemers kan afleveren, worden de gegevens vastgesteld op basis van een financieel plan van het eerste productiejaar. Afdeling III. - Europese regelgeving

Art. 5.Deze regelgeving valt onder de toepassing van de de-minimissteun, zoals bepaald in de de-minimisverordening. HOOFDSTUK II. - Aanvullende voorwaarden

Art. 6.Er kan enkel een rentetoelage toegekend worden aan ondernemingen die behoren tot de in aanmerking komende sectoren.

De minister bepaalt welke sectoren in aanmerking komen op basis van de beleidsprioriteiten en de Europese regelgeving.

Art. 7.De openbare werken moeten minstens twee aaneensluitende maanden duren.

Art. 8.De steunaanvragende onderneming moet 30 % omzetverlies geleden hebben in het laatste jaarkwartaal voor de datum van de steunaanvraag.

Als de steunaanvragende onderneming meerdere exploitatiezetels heeft, wordt enkel het omzetverlies van de betrokken exploitatiezetel in aanmerking genomen.

Art. 9.De rentetoelage wordt alleen toegekend voor kredieten die aan al de volgende extra voorwaarden voldoen : 1° een krediet met een vaste looptijd;2° een krediet met een vaste rentevoet, hoogstens jaarlijks herzienbaar;3° een krediet met een vast aflossingsschema;4° een krediet dat niet aangewend wordt voor de herfinanciering van schulden waarvoor reeds een rentetoelage op basis van dit besluit is toegekend;5° de financieringsovereenkomst met betrekking tot het krediet bevat de volgende gegevens : a) de hoofdsom van het krediet;b) de looptijd van het krediet;c) de aangerekende jaarlijkse rentevoet;d) de aanpassingsformule van de rentevoet;e) het aflossingsschema;f) de bestemming van het krediet. HOOFDSTUK III. - Procedure Afdeling I. - De steunaanvraag

Art. 10.De rentetoelage wordt door de onderneming, uiterlijk binnen zes maanden na het beëindigen van de openbare werken, aangevraagd via een modelaanvraagformulier dat op de website van het Agentschap Economie staat. Dat formulier wordt elektronisch ingediend bij het Agentschap Economie. Afdeling II. - Stavingsstukken

Art. 11.§ 1. De onderneming moet uiterlijk binnen veertien kalenderdagen na de datum van de steunaanvraag de volgende stavingsstukken opsturen naar het Agentschap Economie : 1° de ondertekende verklaring op erewoord van het modelaanvraagformulier;2° eventueel een kopie van het financieel plan, opgesteld bij de oprichting van de onderneming, waarbij het balanstotaal en de jaaromzet en het aantal werkzame personen, vermeld in artikel 3 en 4, worden aangetoond;3° een kopie van de periodieke btw-aangiften of een kopie van de stukken uit de boekhouding van de laatste vier jaarkwartalen voor de datum van de steunaanvraag of van de jaarkwartalen waarin de onderneming reeds actief is voor de datum van de steunaanvraag als het gaat om minder dan vier jaarkwartalen, waarbij het omzetverlies, vermeld in artikel 8, wordt aangetoond;4° een kopie van de financieringsovereenkomst, vermeld in artikel 9, 5°. § 2. De duur van de openbare werken op de datum van de steunaanvraag, vermeld in artikel 7, wordt aangetoond door een verklaring van de gemeente die wordt opgevraagd door het Agentschap Economie. § 3. De naleving van de overige voorwaarden van het decreet en dit besluit wordt aangetoond door de gegevens die ter beschikking gesteld worden via een centrale databank die worden opgevraagd door het Agentschap Economie. Afdeling III. - Ontvankelijkheid

Art. 12.De aanvraag van de rentetoelage is ontvankelijk als de aanvraag volledig werd ingevuld en de stavingsstukken, vermeld in artikel 11, tijdig werden opgestuurd. Afdeling IV. - De beslissing

Art. 13.De steunaanvragende onderneming wordt per post op de hoogte gebracht van de beslissing. Afdeling V. - De uitbetaling

Art. 14.De uitbetaling van de rentetoelage wordt aangevraagd via een standaarddocument dat op de website van het Agentschap Economie staat.

Dat formulier wordt elektronisch ingediend bij het Agentschap Economie.

Art. 15.De rentetoelage wordt aan de onderneming uitbetaald in jaarlijkse schijven : 1° een eerste schijf : na de kennisgeving van de gunstige beslissing en na de volledige opname van het krediet;2° een tweede schijf : op zijn vroegst twaalf maanden na de datum van de steunaanvraag;3° de volgende schijven : op zijn vroegst twaalf maanden na de datum van de aanvraag tot uitbetaling van de vorige schijf. De jaarlijkse rentetoelage wordt volgens de volgende formule berekend : JRT = (KB X JRV) X 80 % waarbij : 1° JRT = jaarlijkse rentetoelage;2° KB = kredietbedrag;3° JRV = jaarlijkse rentevoet. Dit bedrag wordt beperkt tot 4 % van het kredietbedrag.

Als de looptijd van het krediet uitgedrukt in maanden kleiner is dan twaalf of geen veelvoud is van twaalf, dan wordt voor het onvolledige jaar de rentetoelage pro rata berekend.

Art. 16.De aanvragen tot uitbetaling moeten ingediend worden uiterlijk binnen één jaar na het ontstaan van de schuldvordering, vermeld in artikel 15. HOOFDSTUK IV. - Herziening

Art. 17.§ 1. De beslissing tot toekenning van steun wordt in de volgende gevallen op de volgende manier herzien : 1° de openbare werken hebben minstens vierentwintig maanden geduurd : de rentetoelage wordt met terugwerkende kracht verhoogd tot 100 % van de totale rentekosten;2° de rentevoet wordt aangepast : de rentetoelage wordt herberekend;3° de terugbetaling van het krediet wordt uitgesteld : de rentetoelage wordt maximaal drie jaar verlengd. § 2. De onderneming deelt de gevallen van herziening, vermeld in § 1, mee aan het Agentschap Economie. Die mededeling bevat de stukken waaruit het geval van herziening blijkt.

De duur van de openbare werken, vermeld in § 1, 1°, wordt aangetoond door een verklaring van de gemeente die wordt opgevraagd door het Agentschap Economie. HOOFDSTUK V. - Stopzetting

Art. 18.De uitbetaling van de rentetoelage wordt stopgezet in de volgende gevallen : 1° bij opzegging van het krediet door de kredietinstelling;2° bij vervroegde terugbetaling van het krediet door de onderneming;3° bij stopzetting van de activiteiten van de onderneming. HOOFDSTUK VI. - Terugvordering

Art. 19.De rentetoelage wordt geheel of gedeeltelijk teruggevorderd binnen vijf jaar na de datum van de laatste aanvraag tot uitbetaling, met behoud van de toepassing van de bepalingen in de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, en van de wet van 7 juni 1994 tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met subsidies, vergoedingen en toelagen van elke aard, die geheel of gedeeltelijk ten laste zijn van de Staat, in geval van : 1° niet-naleving van de voorwaarden van het decreet, dit besluit of de uitvoeringsbesluiten;2° het afleggen van valse verklaringen in de steunaanvraag of in de aanvraag tot uitbetaling door de steunaanvragende onderneming. In geval van terugvordering wordt de Europese referentierentevoet voor terugvordering van onrechtmatig verleende staatssteun toegepast vanaf de datum van ingebrekestelling. HOOFDSTUK VII. - Delegatie

Art. 20.De minister heeft beslissingsbevoegdheid over het volgende : 1° de toekenning van de rentetoelage;2° de herziening van de beslissing tot toekenning van de rentetoelage;3° de stopzetting van de uitbetaling van de rentetoelage;4° de terugvordering van de rentetoelage. De minister kan die beslissingsbevoegdheid delegeren aan het Agentschap Economie. HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding

Art. 21.Het decreet en dit besluit treden in werking op 10 juli 2007.

Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor het economisch beleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 juli 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel, F. MOERMAN

^