gepubliceerd op 21 augustus 1999
6 JULI 1999 - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998 houdende doorvoering van experimenten in verband met invoegbedrijven
6 JULI 1999 - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998 houdende doorvoering van experimenten in verband met invoegbedrijven
De Vlaamse regering, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998 houdende doorvoering van experimenten in verband met invoegbedrijven;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding;
Gelet op het akkord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 2 juli 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat bij hoogdringendheid maatregelen dienen te worden genomen om het toepassingsgebied van het experiment invoegbedrijven op een snelle en doeltreffende wijze te kunnen afstemmen op de snel wijzigende omstandigheden op de arbeidsmarkt;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998 worden de volgende wijzigingen aangebracht : de bepalingen onder 2° en 3° worden vervangen door wat volgt : « 2° invoegbedrijven : werkgevers zoals omschreven in hoofdstuk Ibis, § 1, van dit besluit; » 3° invoegwerknemers : werknemers zoals omschreven in hoofdstuk Ibis, § 2, van dit besluit;».
Art. 2.In het besluit van de Vlaamse regering van 10 november 1998 wordt tussen hoofdstuk I en hoofdstuk II een hoofdstuk Ibis ingevoegd, dat luidt als volgt : « Hoofdstuk Ibis - Toepassingsgebied Art. 1bis, § 1. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder werkgevers : startende bedrijven, erkend door de minister, die maximaal drie jaar als handelsvereniging of als burgerlijke vereniging met een handelsmerk bestaan en die, na een middellange invoegperiode waarbij ondersteuning nodig is, hun plaats innemen tussen gewone bedrijven in het normaal economisch circuit. § 2. Voor de toepassing van dit besluit verstaat men onder werknemers : langdurig niet-werkende werkzoekenden met maximaal een diploma hoger secundair onderwijs die in trajectmatige begeleidingsacties zijn opgenomen en toegeleid; dit zijn niet-werkende werkzoekenden die op de dag vóór de indiensttreding sedert ten minste twaalf maanden als werkzoekende ingeschreven zijn bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding en gedurende deze periode noch in loondienst werkten, noch een zelfstandige bedrijvigheid uitoefenden.
De Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid kan de periodes bepalen die met de periode van inschrijving als niet-werkende werkzoekende worden gelijkgesteld. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1999.
Art. 4.De Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 juli 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, Th. KELCHTERMANS