gepubliceerd op 20 maart 2003
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 67 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het paramedisch personeel worden bepaald in de inrichtingen voor buitengewoon onderwijs met uitzondering van de internaten of semi-internaten
6 DECEMBER 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 67 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het paramedisch personeel worden bepaald in de inrichtingen voor buitengewoon onderwijs met uitzondering van de internaten of semi-internaten
De Vlaamse regering, Gelet op de wet van 25 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, inzonderheid artikel 3, § 1;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid artikel 20;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 67 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het paramedisch personeel worden bepaald in de inrichtingen voor buitengewoon onderwijs met uitzondering van de internaten of semi-internaten;
Gelet op het decreet van 25 juni 1992 houdende diverse bepalingen tot begeleiding van de begroting 1992, inzonderheid op artikel 91;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de begroting, gegeven op 27 juni 2002;
Gelet op het protocol nr. 447 van 28 juni 2002 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sector comité X en van onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van afdeling 2 van het Comité voor de Provinciale en plaatselijke Overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 215 van 28 juni 2002 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Overwegende dat het voor de organisatie van het schooljaar 2002-2003 noodzakelijk is dat de scholen tijdig geïnformeerd worden;
Gelet op het verzoek bij de Raad van State om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheden dat de scholen tijdig dienen te worden geïnformeerd vóór de aanvang van het nieuwe schooljaar;
Gelet op het advies nr. 33.863/1/1/V van de Raad van State, gegeven op 16 september 2002 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2o, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit nr. 67 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het paramedisch personeel worden bepaald in de inrichtingen voor het buitengewoon onderwijs met uitzondering van de internaten of semi-internaten wordt vervangen door wat volgt : « Koninklijk besluit nr. 67 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel worden bepaald in het buitengewoon secundair onderwijs ».
Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1. In de instellingen voor buitengewoon secundair onderwijs bevat : 1o de categorie van het paramedisch personeel de ambten van verpleger, kinesitherapeut, logopedist, kinderverzorger en ergotherapeut; 2o de categorie van het sociaal personeel het ambt van maatschappelijk werker; 3o de categorie van het medisch personeel het ambt van arts; 4o de categorie van het psychologisch personeel het ambt van psycholoog; 5o de categorie van het orthopedagogisch personeel het ambt van orthopedagoog. »; 2o § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2. Het volume van het aantal betrekkingen van het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel in het buitengewoon secundair onderwijs wordt bepaald volgens de normen van dit besluit. »
Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1o § 1 wordt vervangen door wat volgt : « § 1. Het volume van de door de Vlaamse Gemeenschap gefinancierde of gesubsidieerde betrekkingen van het paramedisch, medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel in de onderwijsinstellingen voor buitengewoon secundair onderwijs wordt vastgelegd door een urenpakket. »; 2o § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2. De uren volgens de richtgetallen worden bepaald door het aantal regelmatige leerlingen ingeschreven op 1 februari van het voorgaande schooljaar, met uitzondering van de leerlingen die vallen onder de toepassing van het koninklijk besluit nr. 184 van 30 december 1982, per type te vermenigvuldigen met de volgende richtgetallen : - type 1 : 0,5 - type 2 : 1,5 - type 3 : 1,3 - type 4 : 3,5 - type 6 : 1,5 - type 7 : 1,6. »; 3o § 3 wordt opgeheven; 4o het huidige § 3bis wordt opnieuw genummerd tot § 3; 5o § 4 wordt als volgt gewijzigd : « § 4. Een onderwijsinstelling voor buitengewoon secundair onderwijs kan het gedeelte van het urenpakket dat zij niet aanwendt overdragen naar het daaropvolgend schooljaar, mits te voldoen aan alle volgende voorwaarden : 1o de overdracht wordt beperkt tot twee procent van het aanwendbare urenpakket van dat bepaalde schooljaar; 2o de niet georganiseerde uren moeten uiterlijk 15 september van het lopende schooljaar worden vastgelegd met het oog op overdracht naar het daaropvolgende schooljaar; 3o de overgedragen uren kunnen enkel in het daaropvolgend schooljaar worden aangewend; 4o voor het lopende schooljaar bij de minister, bevoegd voor het onderwijs, geen aanvraag hebben ingediend met het oog op het bekomen van extra uren.
De overdracht van uren naar een volgend schooljaar is bovendien slechts mogelijk indien de betrokken inrichtende macht van de onderwijsinstelling op eer verklaart dat zij tijdens dat schooljaar in de betrokken onderwijsinstelling overeenkomstig de geldende reglementering geen nieuwe of bijkomende terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking moet uitspreken. Het niet naleven van deze bepaling heeft tot gevolg dat een terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking geen uitwerking heeft ten aanzien van de overheid.
In de naar een volgend schooljaar overgedragen lesuren kunnen geen personeelsleden vastbenoemd worden.
Met het oog op de controle door het departement Onderwijs moet de betrokken inrichtende macht een verklaring op eer afleggen die ertoe strekt dat in bedoelde lesuren geen personeelsleden vastbenoemd worden. Het niet naleven van deze bepalingen heeft tot gevolg dat de vaste benoemingen geen uitwerking kunnen hebben ten opzichte van de overheid. » 6o er wordt een § 6 toegevoegd die als volgt luidt : « § 6. Binnen hetzelfde net kunnen -met uitzondering van de onderwijsinstellingen die voor het lopende schooljaar bij de Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs een aanvraag tot het bekomen van extra uren hebben ingediend- tot uiterlijk 15 november uren van een onderwijsinstelling naar een andere onderwijsinstelling worden overgedragen.
Deze overdracht is slechts mogelijk indien de betrokken inrichtende macht van de onderwijsinstelling die de uren overdraagt, op eer verklaart dat zij gedurende dat schooljaar in de betrokken onderwijsinstelling overeenkomstig de geldende reglementering geen nieuwe of bijkomende terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking in de categorie van het medisch, paramedisch, psychologisch, maatschappelijk of orthopedagogisch personeel moet uitspreken.
Met het oog op de controle door het departement Onderwijs moet de betrokken inrichtende macht een verklaring op eer afleggen die ertoe strekt dat zij deze bepalingen in acht neemt bij de overdracht. De niet-naleving van deze bepalingen heeft tot gevolg dat nieuwe of bijkomende terbeschikkingstellingen wegens ontstentenis van betrekking in de categorie van het medisch, paramedisch, psychologisch, maatschappelijk of orthopedagogisch personeel geen uitwerking hebben ten aanzien van de overheid.
In de overgedragen uren kunnen geen personeelsleden vastbenoemd worden.
Met het oog op de controle door het departement Onderwijs van de bepalingen van het voorgaande lid moet de betrokken inrichtende macht een verklaring op eer afleggen die ertoe strekt dat zij deze bepalingen in acht neemt. De niet-naleving ervan heeft tot gevolg dat de vaste benoemingen geen uitwerking kunnen hebben ten aanzien van de overheid.
Indien een inrichtende macht van een onderwijsinstelling haar vastbenoemd personeel van deze onderwijsinstelling op datum van 30 juni van het voorgaande schooljaar behoudt op 1 september bij wijze van reaffectatie of wedertewerkstelling of indien personeelsleden op 1 september gereaffecteerd of werdertewerkgesteld zijn in een andere onderwijsinstelling, is overdracht wel mogelijk. »
Art. 3.De artikelen 7 en 8 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2002.
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 december 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN