Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 05 maart 2004
gepubliceerd op 14 mei 2004

Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van een bijwedde voor de houders van het getuigschrift grondige kennis verplichte tweede taal Frans

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004035698
pub.
14/05/2004
prom.
05/03/2004
ELI
eli/besluit/2004/03/05/2004035698/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 MAART 2004. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de toekenning van een bijwedde voor de houders van het getuigschrift grondige kennis verplichte tweede taal Frans


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs-XIII-Mozaïek, inzonderheid op artikel IX. 8, tweede lid;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Begroting, gegeven op 3 juli 2003;

Gelet op het protocol nr. 514 van 7 november 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 282 van 7 november 2003 houdende de conclusies van de onderhandelingen die werden gevoerd in het overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op advies 36.163/1 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de vastbenoemde, tot de proeftijd toegelaten en tijdelijke personeelsleden die geaffecteerd of aangesteld zijn in het lager onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel of in het ambt van beleidsmedewerker, en waarvoor de Vlaamse Gemeenschap een wedde financiert of subsidieert.

Art. 2.§ 1. De in artikel 1 genoemde personeelsleden die houder zijn van het getuigschrift grondige kennis verplichte tweede taal Frans in het lager onderwijs, afgeleverd overeenkomstig artikel 8 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens, krijgen een bijwedde.

Krijgen eveneens een bijwedde : - de personeelsleden die vóór 1 september 1978 vastbenoemd werden in een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het lager onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; - de personeelsleden die houder zijn van een Franstalig bekwaamheidsbewijs dat toegang geeft tot een ambt van het bestuurs- en onderwijzend personeel in het lager onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, en die bovendien in het bezit zijn van een getuigschrift van de grondige kennis van het Nederlands, in de zin van artikel 3, of van een getuigschrift van de voldoende kennis van het Nederlands, in de zin van artikel 6 van het koninklijk besluit van 25 november 1970 betreffende de organisatie van de taalexamens. § 2. Het jaarbedrag van de bijwedde bedoeld in § 1 voor de personeelsleden die aangesteld of geaffecteerd zijn in een volledige betrekking in een instelling zoals bedoeld in artikel 1 bedraagt 428,29 euro aan 100 %.

Voor de personeelsleden die niet aangesteld of geaffecteerd zijn in een volledige betrekking, wordt het jaarbedrag vastgesteld naar rato van de omvang van de betrekking uitgeoefend in deze instelling.

Art. 3.De bijwedde bedoeld in artikel 2 volgt de evolutie van het prijsindexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands concurrentievermogen, bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2002.

Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 maart 2004.

De minister-president van de Vlaamse regering, B. SOMERS De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN

^