gepubliceerd op 22 september 2009
Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
5 JUNI 2009. - Besluit van de Vlaamse Regering tot oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, artikel 2, 3 en 4;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2007 betreffende de oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de kinderdagverblijven, de initiatieven voor buitenschoolse opvang en de minicrèches, gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 april 2009;
Gelet op advies 46.547/3 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° voorziening van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin : een organisatie die activiteiten uitoefent in de gemeenschapsaangelegenheden, vermeld in artikel 5, § 1, I en II, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en die tot het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin behoren;2° bevoegde entiteit : de afdeling van een agentschap van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin of van het departement van dat beleidsdomein, die functioneel bevoegd is voor de administratieve afhandeling van het verzoek tot afwijking van Vlaamse normen voor brandveiligheid die van toepassing zijn op de voorziening die de afwijking vraagt;3° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid.
Art. 2.Binnen het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wordt een technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin opgericht, hierna « de technische commissie » te noemen.
Art. 3.De technische commissie voor de brandveiligheid heeft als opdracht : 1° advies verstrekken over de vragen tot afwijking van Vlaamse normen voor brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;2° advies verstrekken over regelgevende initiatieven voor brandpreventie in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;3° aanbevelingen formuleren voor het beleid op het vlak van brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Art. 4.De beslissing over een verzoek tot afwijking van Vlaamse normen voor brandveiligheid in een voorziening van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin kan pas genomen worden nadat het advies van de technische commissie voor de brandveiligheid werd ingewonnen.
Art. 5.De technische commissie is samengesteld als volgt : 1° een ambtenaar met minstens rang A1 van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Afdeling Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, die de commissie voorzit;2° een persoon met de kwalificatie van preventieadviseur;3° twee officieren van de brandweer als vertegenwoordigers voor de brandweerdiensten van het Vlaamse Gewest 4° een persoon uit de academische wereld met een bijzondere kwalificatie voor brandveiligheid.5° een persoon als vertegenwoordiger van de sectoren van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Voor elk lid als vermeld in het eerste lid, wordt een plaatsvervanger aangewezen. Die vervangt het lid bij verhindering.
Art. 6.De leden van de technische commissie en hun plaatsvervangers worden benoemd door de minister.
Art. 7.Voor de adviezen vermeld in artikel 3, 1° wordt de bevoegde entiteit uitgenodigd om een personeelslid af te vaardigen dat met raadgevende stem de beraadslaging van de technische commissie kan bijwonen.
Art. 8.Het secretariaat van de technische commissie wordt waargenomen door een personeelslid van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Art. 9.De technische commissie kan alleen op geldige wijze beraadslagen als de voorzitter of zijn plaatsvervanger en minstens twee leden, of hun plaatsvervangers, aanwezig zijn.
Art. 10.Een lid van de technische commissie kan geen zitting houden wanneer een dossier wordt behandeld waarbij het een persoonlijk belang heeft.
Art. 11.De technische commissie kan, met het oog op het uitbrengen van een advies als vermeld in artikel 3, 1°, een lid belasten met een onderzoek ter plaatse.
Art. 12.De adviezen van de technische commissie worden met volstrekte meerderheid van stemmen uitgebracht. Ze worden behoorlijk gemotiveerd.
In geval van staking van stemmen wordt het advies vervangen door een gemotiveerde weergave van beide standpunten.
Art. 13.Het advies, vermeld in artikel 3. 1°, wordt aan de bevoegde entiteit ter kennis gebracht binnen een termijn van drie maanden na de ontvangst van de adviesvraag.
Art. 14.De technische commissie stelt een huishoudelijk reglement op waarin haar werking wordt geregeld. De minister keurt het huishoudelijk reglement goed.
Art. 15.De externe leden van de technische commissie kunnen aanspraak maken op de volgende vergoedingen : 1° de terugbetaling van hun reiskosten volgens dezelfde normen als die welke gelden voor de ambtenaren van de Vlaamse ministeries;2° een presentiegeld van 75 euro voor elke vergadering van de technische commissie, tot maximaal één presentiegeld per maand;3° een forfaitaire vergoeding van 150 euro voor de uitvoering van een onderzoek ter plaatse overeenkomstig artikel 10, tot maximaal één vergoeding per dossier. Onder externe leden als vermeld in het eerste lid, worden de leden van de technische commissie bedoeld die geen personeelslid zijn van de Vlaamse overheid.
Art. 16.De werkingskosten van de technische commissie en de vergoedingen van de leden worden aangerekend op de begroting van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin.
Art. 17.In artikel 24 van het Besluit van de Vlaamse Regering 19 september 2008 houdende de normen voor de preventie van brand in de voorzieningen voor kinderopvang worden de woorden « technische commissie brandveiligheid voor de kinderopvang » vervangen door de woorden « technische commissie voor de brandveiligheid in de voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin ».
Art. 18.Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2007 betreffende de oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de kinderdagverblijven, de initiatieven voor buitenschoolse opvang en de minicrèches, gewijzigd bij het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2009, wordt opgeheven.
Art. 19.De bepalingen van dit besluit gelden niet voor de verzoeken tot afwijking van Vlaamse brandveiligheidsnormen waarover de technische commissie voor de brandveiligheid in de kinderopvang al een advies verstrekte uiterlijk op de dag voor de datum waarop dit besluit in werking treedt.
Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 5 juni 2009.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, V. HEEREN