gepubliceerd op 18 juli 2012
Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied maatschappijoriëntatie van de basiseducatie
4 MEI 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied maatschappijoriëntatie van de basiseducatie
De Vlaamse Regering, Gelet op het
decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
15/06/2007
pub.
31/08/2007
numac
2007036482
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende het volwassenenonderwijs
sluiten betreffende het volwassenenonderwijs, artikel 11, § 5, gewijzigd bij het decreet van 8 mei 2009;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 oktober 2011;
Gelet op advies 51.185/1 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2012 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Voor het leergebied maatschappijoriëntatie van de basiseducatie worden de eindtermen wereldoriëntatie van het lager onderwijs, de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen, de eindtermen geschiedenis, aardrijkskunde, natuurwetenschappen en techniek en de ontwikkelingsdoelen maatschappelijke vorming, natuurwetenschappen en techniek van de eerste graad van het voltijds secundair onderwijs vervangen door de eindtermen die zijn opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 2.Overeenkomstig artikel 11, § 5, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten betreffende het volwassenenonderwijs treedt dit besluit in werking op de datum die wordt vastgesteld in het decreet tot bekrachtiging van dit besluit.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 mei 2012.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET
Bijlage Eindtermen voor het leergebied maatschappijoriëntatie Conform artikel 11, § 5, van het decreet van 15 juni 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 15/06/2007 pub. 31/08/2007 numac 2007036482 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het volwassenenonderwijs sluiten en gelet op de specificiteit van de basiseducatie worden voor het leergebied maatschappijoriëntatie van de basiseducatie de eindtermen wereldoriëntatie van het lager onderwijs en de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen, de eindtermen geschiedenis, aardrijkskunde, natuurwetenschappen en techniek en de ontwikkelingsdoelen maatschappelijke vorming of geschiedenis en aardrijkskunde, natuurwetenschappen en techniek van de eerste graad van het secundair onderwijs vervangen door volgende eindtermen :
Cluster 1 - Socio-relationele samenleving
001
illustreert verbale en non-verbale communicatie
002
illustreert het objectief en subjectief waarnemen
003
toetst eigen interpretaties aan die van anderen
004
drukt zich uit in de ik-vorm
005
luistert actief
006
uit feedback
007
gaat om met feedback
008
gebruikt een geschikte communicatievorm
009
stelt open vragen
010
gebruikt technieken om communicatiemoeilijkheden te voorkomen
011
gaat om met communicatiemoeilijkheden
012
maakt afspraken
013
bouwt relaties op, onderhoudt ze en beëindigt ze indien nodig
014
uit onbevangen en constructief zijn wensen en gevoelens binnen relaties en stelt en aanvaardt hierin grenzen
015
erkent het bestaan van gezagsverhoudingen en het belang van gelijkwaardigheid, afspraken en regels in relaties
016
accepteert verschillen en hecht belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie
017
geeft ongelijk toe en verontschuldigt zich
018
leeft de onuitgesproken regels na die de interacties in de samenleving typeren
019
herkent vooroordelen, stereotypering, ongepaste beïnvloeding en machtsmisbruik
020
bespreekt opvattingen over medische, psychische en sociale aspecten van relaties
021
bedenkt constructieve oplossingen voor conflicten
022
stimuleert de ontwikkeling van kinderen en jongeren door zorg en activiteiten
023
exploreert opvoedkundige vaardigheden
024
toont betrokkenheid bij de schoolloopbaan van kinderen
Cluster 2 - Socio-economische samenleving
025
weegt de wenselijkheid en noodzakelijkheid af van bepaalde uitgaven
026
beheert het eigen budget
027
gaat omzichtig om met reclame
028
maakt verstandig gebruik van financiële instellingen en hun dienstverlening
029
maakt verstandig gebruik van openbare voorzieningen m.b.t. tot de socio-economische samenleving
030
beheert zijn persoonlijke administratie
031
illustreert hoe de overheid inkomsten verwerft en aanwendt
032
illustreert hoe de sociale zekerheid en de sociale bijstand bijdragen aan de eigen levenskwaliteit en begrijpt dat de sociale zekerheid enkel kan blijven bestaan door een maximale arbeidsparticipatie van zij die dat kunnen
033
herkent verschillen in welvaart
034
maakt gebruik van zijn rechten en komt zijn plichten na in de socio-economische samenleving
035
zet zijn persoonlijk netwerk en andere kanalen in bij het zoeken naar een job
036
bereidt zich voor om effectief en efficiënt te solliciteren
037
onderzoekt het eigen perspectief in de socio-economische samenleving
038
herkent kenmerken, mogelijke oorzaken en gevolgen van armoede en uitsluiting
039
herkent verschillende ervaringen met kansarmoede
040
illustreert verwachtingen en houding van de samenleving t.a.v. kansarmen
041
toont respect voor verschillende belevingen van kansarmoede
042
verwoordt de eigen beleving van de verwachtingen en houding van de samenleving t.a.v. kansarmen
043
illustreert hoe uitsluiting zich in de samenleving voordoet
044
illustreert theorie over de eigenheid en de bestendiging van kansarmoede
045
illustreert het begrip 'missing link'
046
ordent belangrijke gebeurtenissen uit het eigen leven
047
vergelijkt zijn geschiedenis en context met zijn huidige situatie en zelfbeleving
Cluster 3 - Socio-culturele samenleving
048
gaat respectvol om met verschillen tussen mensen en levensopvattingen
049
toetst zijn mening over verschillen tussen mensen en levensopvattingen aan feiten en andere meningen
050
illustreert het belang van sociale samenhang en solidariteit
051
leidt uit historische en actuele voorbeelden af wat de gevolgen zijn van onverdraagzaamheid, racisme en xenofobie
052
toont aan dat verschillende perioden in de geschiedenis kenmerkende kunstuitingen hebben
053
toont aan dat verschillende culturen kenmerkende kunstuitingen hebben
054
toont aan dat cultuur een impact heeft op voelen, denken en handelen
055
toont interesse voor het cultureel erfgoed hier en elders
056
informeert zich over kunst- en cultuuruitingen en -activiteiten
057
maakt gebruik van voorzieningen, diensten en instellingen in de socio-culturele samenleving
058
geeft zijn mening over kunst- en cultuuruitingen en -activiteiten
059
informeert zich over mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding
060
kiest een vorm van vrijetijdsbesteding op basis van eigen interesses, mogelijkheden en waarden
061
plant en organiseert zijn vrije tijd
062
maakt gebruik van maatschappelijke diensten en/of instellingen m.b.t. vrije tijd
Cluster 4 - Lerende samenleving
063
schenkt doelgericht aandacht
064
werkt doeltreffend
065
maakt een realistische planning
066
evalueert zijn leerstijl
067
gaat op constructieve wijze om met affectieve aspecten van het leerproces
068
kiest uit gegeven informatiebronnen en -kanalen met het oog op te bereiken doelen
069
gebruikt op adequate wijze diverse informatiebronnen en -kanalen
070
evalueert de wijze waarop hij informatiebronnen en -kanalen gebruikt
071
bewerkt informatie voor een beter begrip
072
analyseert informatie
073
vat informatie samen voor een beter begrip en een duidelijke communicatie
074
evalueert met ondersteuning de wijze waarop hij informatie bewerkt, analyseert en samenvat
075
roept in een nieuwe situatie aanwezige voorkennis en vaardigheden op
076
vraagt uitleg tijdens het leren
077
voert een oplossingsplan uit
078
selecteert een oplossingsplan
079
maakt op basis van een model een eenvoudig oplossingsplan
080
evalueert het gekozen oplossingsplan
081
stuurt met ondersteuning het eigen leerproces
082
evalueert met ondersteuning het eigen leerproces
083
stuurt waar nodig het eigen leerproces bij
084
past bij groepstaken bekende overleg- en oplossingsmethoden toe met ondersteuning
085
evalueert de samenwerking bij groepstaken aan de hand van een bekende methodiek
086
maakt van ontvangen feedback bij groepstaken gebruik om het eigen handelen bij te sturen
087
brengt eigen ervaringen in kaart
088
schat eigen mogelijkheden realistisch in
089
selecteert op basis van behoeften, kwaliteiten, beperkingen en waarden een passend aanbod
090
doet bij het maken van zijn keuze een beroep op diensten en instellingen in de lerende samenleving
091
evalueert de manier waarop hij op basis van behoeften, kwaliteiten, beperkingen en waarden een aanbod heeft geselecteerd
Doorstroom
1) Natuurwetenschappen
092
toont aan dat er in een organisme een samenhang is tussen verschillende organisatieniveaus
093
legt het verband uit tussen de bouw en de functie van de belangrijke organen van de mens
094
onderscheidt bij een eenvoudig onderzoek de essentiële stappen van de wetenschappelijke methode
095
past van de grootheden massa, lengte, oppervlakte, volume, temperatuur, tijd, druk, snelheid, kracht en energie de eenheden en hun symbolen toe
2) Geschiedenis en actualiteit
096
plaatst belangrijke gebeurtenissen of personen in de juiste tijdsperiode
097
situeert informatie in tijd en ruimte
098
herkent verbanden tussen verschillende domeinen van de samenleving
099
analyseert historische informatie
100
analyseert items uit de actualiteit
101
maakt onderscheid tussen een mening over een historisch of actueel feit en het feit zelf
102
illustreert dat een actuele toestand vroeger anders was en in de loop van de geschiedenis evolueerde
3) Aardrijkskunde
103
leest kaarten en plattegronden
104
toont het verband aan tussen klimaat, milieu en leefgewoonten
105
illustreert demografische begrippen
106
herkent verschillende reliëf- en landschapsvormen
Cluster 5 - Techniek
107
ontdekt specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische realisaties door middel van hanteren, monteren of demonteren
108
onderzoekt hoe het komt dat een zelf gebruikte technische realisatie niet of slecht functioneert
109
illustreert dat technische realisaties evolueren en verbeteren
110
toont vanuit concrete ervaringen met techniek het nut aan van de gebruikte hulpmiddelen
111
voert de opeenvolgende logische stappen uit om een eenvoudige technische opdracht te volbrengen
112
lost een probleem technisch op door verschillende stappen van het technisch proces te doorlopen
113
bepaalt aan welke vereisten de technische realisatie die hij wil gebruiken, moet voldoen
114
vult een eenvoudig ontwerp aan door van vooropgestelde eisen uit te gaan
115
voert een gegeven of eigen technisch ontwerp planmatig uit, met oog voor vereisten van kwaliteit, veiligheid, ergonomie en milieu
116
voert een eenvoudige werktekening of handleiding stap voor stap uit
117
vergelijkt werkwijzen en technische realisaties
118
neemt een technische realisatie in gebruik
119
gebruikt de correcte benaming voor vaak gebruikte en hedendaagse technische realisaties
120
vraagt op een effectieve en efficiënte manier hulp bij installatie van een technische realisatie
121
optimaliseert het gebruik van een technische realisatie aan de hand van de handleiding
122
geeft aan welke de mogelijkheden en de beperkingen zijn van vaak gebruikte technische realisaties
123
maakt gebruik van een garantiebewijs indien nodig
124
interpreteert de informatie op een beeldscherm
125
weegt de wenselijkheid en noodzakelijkheid af van het gebruik van technische realisaties
126
zet zelfgekozen technische hulpmiddelen in
127
onderhoudt vaak gebruikte technische realisaties volgens de onderhoudsvoorschriften
128
gebruikt technische realisaties hygiënisch, nauwkeurig, veilig en zorgzaam
129
illustreert dat techniek en samenleving elkaar beïnvloeden
Cluster 6 - Gezondheid
130
verzorgt en gedraagt zich hygiënisch
131
reageert adequaat op lichaamssignalen
132
zorgt dagelijks voor een evenwicht tussen rust en beweging, werk en ontspanning
133
neemt een ergonomische en gevarieerde houding aan
134
maakt gezonde keuzes in de dagelijkse voeding
135
illustreert hoe het voedingsgedrag beïnvloed wordt door reclame en sociale omgeving
136
gaat verantwoord om met geneesmiddelen en genotsmiddelen
137
beschrijft hoe de voortplanting bij de mens verloopt en hoe ze geregeld kan worden
138
neemt gepaste voorzorgen tegen risicovol lichamelijk contact
139
past veiligheidsvoorschriften toe en neemt voorzorgen voor een veilige omgeving
140
roept hulp in en past eerste hulp toe
141
gaat constructief om met taakbelasting en stressvolle situaties
142
gaat om met lichamelijke, emotionele en sociale veranderingen bij zichzelf
143
stelt zich weerbaar op
144
gaat om met emoties
145
reageert gepast op lichamelijke, emotionele en sociale veranderingen bij anderen
146
maakt gebruik van een gezondheidsvoorziening
147
gaat respectvol om met ethische aspecten van gezondheid
Cluster 7 - Mobiliteit
148
volgt een route aan de hand van een plattegrond
149
zet hulpmiddelen in om een bestemming te bereiken
150
lokaliseert gevaarlijke verkeerssituaties
151
gebruikt eigen vervoer efficiënt en veilig
152
gebruikt het openbaar vervoer efficiënt en veilig
153
past de verkeersregels toe
154
houdt rekening met andere weggebruikers
155
gebruikt de meest gepaste wijze om een plaats te bereiken
156
bereidt zich voor om deel te nemen aan het theoretisch rijexamen
Cluster 8 - Omgeving en duurzame ontwikkeling
157
illustreert dat de mens natuur, klimaat en milieu beïnvloedt
158
herkent in duurzaamheidvraagstukken de verwevenheid tussen politieke, economische, sociale, technische en ecologische aspecten
159
herkent in duurzaamheidvraagstukken de verwevenheid met armoede- en ontwikkelingsproblematiek
160
maakt op duurzame wijze gebruik van ruimte, grondstoffen, goederen, energie en vervoermiddelen
161
zoekt naar duurzame oplossingen om zijn leefomgeving te verbeteren
162
gaat respectvol om met de natuur
Cluster 9 - Politiek-juridische samenleving
163
leeft de fundamentele Rechten van de Mens en de Rechten van het Kind na
164
maakt gebruik van rechten en komt plichten na in de politiek-juridische samenleving
165
erkent de rol van controle en evenwicht tussen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht in ons democratisch bestel
166
zet zich actief en opbouwend in voor de eigen rechten en die van anderen
167
toont het belang aan van internationale organisaties en instellingen
168
onderscheidt de hoofdzaken van de Belgische staatsstructuur
169
illustreert de bevoegdheden van de verschillende bestuursniveaus in België en in de Europese Unie
170
illustreert hoe een democratisch beleid het algemeen belang nastreeft en rekening houdt met ideeën, standpunten en belangen van verschillende betrokkenen
171
bereidt zich voor om op een weloverwogen manier aan verkiezingen deel te nemen
172
neemt op geldige manier deel aan verkiezingen
173
weegt verschillende belangen op korte en lange termijn af
174
past inspraak, participatie en besluitvorming toe
175
leest documenten met betrekking tot de politiek-juridische samenleving, vult ze in en controleert ze
176
neemt verantwoordelijkheid op voor kinderen die aan zijn gezag zijn toevertrouwd
177
maakt gebruik van juridische hulp
178
maakt gebruik van de dienstverlening van de gemeente aan de burger
179
illustreert de rol van de media en organisaties in het functioneren van de samenleving
AFBAKENING ET 001 tot en met 179
Kennis & Vaardigheden
Context, Autonomie & Verantwoordelijkheid
? informatie, concrete en rudimentaire begrippen en standaardprocedures uit het domein van de maatschappelijke geletterdheid begrijpen; ? handelen in een beperkt aantal vergelijkbare, eenvoudige, toegankelijke, meestal vertrouwde, courante contexten waarin een beperkt aantal factoren verandert;
? informatie analyseren door elementen te onderscheiden en verbanden te leggen;
? met ondersteuning;
? een geselecteerd aantal courante procedures bij het uitvoeren van taken toepassen;
? verantwoordelijkheid opnemen voor de gestelde handelingen.
? voorgeschreven strategieën aanwenden voor het oplossen van een beperkt aantal herkenbare concrete problemen.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 mei 2012 tot aanpassing van de eindtermen voor het leergebied maatschappijoriëntatie van de basiseducatie.
De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, P. SMET