gepubliceerd op 13 juli 1999
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wat het loodsenkorps betreft
4 MEI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wat het loodsenkorps betreft
De Vlaamse regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 houdende de organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden gewijzigd;
Gelet op het advies van het college van secretarissen-generaal van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 31 juli 1998;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 23 november 1998;
Gelet op het protocol nr. 110.289 van 10 december 1998 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap en Vlaams Gewest;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 24 november 1998 betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 30 maart 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.n artikel XIII 106duodecies van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 14 mei 1996 en 19 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « Volle zee » telkens vervangen door de woorden « A1-boei »;2° aan § 1 wordt bij de rubriek « Scheldemondenloodsen » een bepaling toegevoegd, die luidt als volgt : « A1-boei - kwintebank : 0,2 » 3° in §1 wordt de rubriek « kustloodsen » aangevuld als volgt : « A1-boei - Kwintebank : 0,3 verhalen, kalibreren, compenseren op de rede van Zeebrugge : 0,5 » 4° aan § 4 wordt een bepaling toegevoegd, die luidt als volgt : « per 4u wacht als VTMS-loods : 0,4 ».5° aan § 5 wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « De in § 4 vermelde extra prestatie van VTMS-loods, die in principe per maand toegewezen wordt, wordt steeds vergoed naar rato van de toelagen die voor de rivierloodsen gelden ».
Art. 2.In hetzelfde statuut worden in het opschrift van deel XIII, titel 4, hoofdstuk 4 de woorden « voor verblijfskosten » vervangen door de woorden « voor reis- en verblijfkosten ».
Art. 3.In artikel XIII 120bis van hetzelfde statuut, ingevoegd bij besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1996, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « De loods met de algemene functie ontvangt de hiernavermelde forfaitaire vergoeding voor reis- en verblijfkosten die hij maakt tijdens het verblijf in een haven waar het Vlaamse Gewest loodsoperaties uitvoert, tijdens de reizen als loods of als passagier aan boord van koopvaardijschepen, en tijdens de verplaatsingen van en naar deze havens.Voor deze dienstreizen is er geen toepassing van de algemene regeling van reis- en verblijfkosten.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° een vierde lid wordt toegevoegd, dat luidt als volgt : « De betaling van de vergoeding wordt niet geschorst tijdens de prestaties op de radarcentrales te Zeebrugge en te Zandvliet.»
Art. 4.In artikel XIII 156 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 1 juni 1995, 12 juni 1995 en 19 december 1996, worden bij de verwijzing naar het ministerieel besluit van 24 april 1953 houdende toekenning van vergoedingen voor vervoer-, verblijf- en voedingskosten aan het bijzonder personeel van het Loodswezen bij het Bestuur van het Zeewezen en van de Binnenvaart, de woorden « met uitzondering van artikel 2 » geschrapt.
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998, met uitzondering van artikel 1, 4° en 5° dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1996.
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 mei 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS