gepubliceerd op 22 juni 1999
Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten
4 MEI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten
De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten, inzonderheid op artikel 96, eerste lid;
Gelet op het besluit van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten, inzonderheid op artikel 59, § 1, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 1996;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor begroting, gegeven op 3 juli 1998;
Gelet op het protocol nr. 314 van 13 oktober 1998 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling "Vlaamse Gemeenschap" van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 92 van 13 oktober 1998 houdende de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Overkoepelend onderhandelingscomité bedoeld in het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het gesubsidieerd vrij onderwijs;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Artikel 59, § 1, 1°, van het besluit van 17 juli 1991 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse regering van 31 januari 1996, wordt vanaf 1 januari 1998 aangevuld met een lid dat luidt als volgt : « Evenwel kunnen ten hoogste 10 % van de pedagogische adviseurs worden belast met een begeleidingsopdracht die gericht is op het ondersteunen van het beleidsvoerend vermogen van de scholen en van de uitwerking van een onderwijsaanbod overeenkomstig de ontwikkelingsdoelen en de eindtermen. Deze pedagogische adviseurs moeten houder zijn van een bekwaamheidsbewijs van ten minste het hoger onderwijs van twee cycli, zoals bepaald in artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 14 juni 1989 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddeschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs. Hun weddeschaal wordt dan, in afwijking van het eerste lid, vastgesteld als volgt : 502 946.894 - 1.596.500 (24 jaar) 3/1 x 27.548 11/2 x 51.542 »
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 4 mei 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, E. BALDEWIJNS