Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 04 februari 2011
gepubliceerd op 11 februari 2011

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling

bron
vlaamse overheid
numac
2011035147
pub.
11/02/2011
prom.
04/02/2011
ELI
eli/besluit/2011/02/04/2011035147/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 FEBRUARI 2011. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 22/02/2008 numac 2007035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling


De Vlaamse Regering, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij bijzondere wet van 16 juli 1993;

Gelet op het decreet van 3 maart 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2004 pub. 26/03/2004 numac 2004035445 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw sluiten inzake de subsidiëring van meer duurzame landbouwproductiemethoden en de erkenning van centra voor meer duurzame landbouw, artikel 5;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 22/02/2008 numac 2007035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 17 december 2010;

Gelet op de goedkeuring van de wijziging van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling, periode 2007-2013, door de Europese Commissie bij beschikking van de Commissie van 11 december 2009 houdende goedkeuring van de herziening van het plattelandsontwikkelingsprogramma van Vlaanderen (België) voor de programmeringperiode 2007-2013 en houdende wijziging van Beschikking C(2007)5555 van de Commissie van 13 november 2007 tot goedkeuring van het plattelandsontwikkelingsprogramma;

Gelet op advies nr. 49090/3 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 22/02/2008 numac 2007035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling wordt een punt 14° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 14° Mestdecreet : het decreet van 22 december 2006 houdende de bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. »

Art. 2.Aan artikel 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 november 2008 en 23 april 2010, wordt een achtste lid toegevoegd, dat luidt als volgt : « Voor de verbintenissen tot toepassing van de agromilieumaatregelen, vermeld in artikel 2, 1° tot en met 4°, komt de volledig ingezaaide of beteelde oppervlakte in aanmerking voor de subsidie, alsook de oppervlakte die noodzakelijk is voor de toepassing van de betreffende agromilieumaatregel. »

Art. 3.In artikel 4, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 3° wordt vervangen door wat volgt : « 3° de betreffende percelen in eigen gebruik hebben vanaf de uiterste indieningsdatum van de verzamelaanvraag tot en met 30 december;»; 2° in punt 4° worden de woorden « en dit voor een totale periode van minimum 1 jaar » opgeheven.

Art. 4.In artikel 5, § 3, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/11/2008 pub. 30/12/2008 numac 2008204602 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling type besluit van de vlaamse regering prom. 28/11/2008 pub. 09/12/2008 numac 2008036371 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 houdende regels tot uitvoering van het Oppervlaktedelfstoffendecreet sluiten, wordt punt 4° opgeheven.

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 november 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 28/11/2008 pub. 30/12/2008 numac 2008204602 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling type besluit van de vlaamse regering prom. 28/11/2008 pub. 09/12/2008 numac 2008036371 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 26 maart 2004 houdende regels tot uitvoering van het Oppervlaktedelfstoffendecreet sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, 2°, wordt de zinsnede « vanaf een gemiddelde minimum biologische veebezetting van 1,6 grootvee-eenheden per hectare » vervangen door de zinsnede « als het veebestand van het bedrijf zoals geregistreerd door een controleorgaan, erkend door de Vlaamse overheid krachtens artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 20/02/2009 numac 2009035162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten sluiten betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten, minstens gelijk is aan 1,6 grootvee-eenheid per hectare begraasbare oppervlakte waarvoor steun aangevraagd wordt.»; 2° aan paragraaf 1, 2°, wordt de volgende zin toegevoegd : « Als de veebezetting kleiner is dan 1,6 grootvee-eenheden per hectare, wordt de subsidie verhoudingsgewijs gereduceerd;»; 3° in paragraaf 2 wordt punt 1° vervangen door wat volgt : « 1° alle percelen die het voorwerp uitmaken van de verbintenis, moeten gecertificeerd zijn door een controleorgaan dat erkend is door de Vlaamse overheid krachtens het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 12/12/2008 pub. 20/02/2009 numac 2009035162 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten sluiten betreffende de biologische productie en de etikettering van biologische producten;»; 4° in paragraaf 2 wordt punt 2° opgeheven.

Art. 6.In artikel 7, § 2, van hetzelfde besluit wordt punt 7° opgeheven.

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 7/1 ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 7/1.§ 1. De begunstigde kan voor de agromilieumaatregel, vermeld in artikel 2, 5°, afhankelijk van de kredieten op de begroting van het Vlaamse Gewest die daartoe goedgekeurd zijn, maximaal de volgende jaarlijkse subsidie ontvangen : 1° 100 euro per dier voor het houden van minimaal vijf dieren van de met uitsterven bedreigde lokale rundveerassen, vermeld in bijlage II. In 2011 kunnen nieuwe verbintenissen worden gesloten met minder dan vijf runderen als die dieren afkomstig zijn uit de verruimingsoperatie 2009. Die dieren moeten een minimale raszuiverheid hebben van 50 %;2° 25 euro per dier voor het houden van minimaal vijf dieren van de met uitsterven bedreigde lokale schapenrassen, vermeld in bijlage II. § 2. Het maximumaantal dieren waarvoor een begunstigde een subsidie kan krijgen voor de agromilieumaatregel, vermeld in paragraaf 1, bedraagt 650 voor de schapenrassen en 125 voor de rundveerassen. § 3. Er worden maximaal 2 500 ooien per ras gesubsidieerd. Op 1 januari van elk jaar wordt het aantal ooien waarvoor een verbintenis is gesloten, geteld. Het verschil tussen die telling en het vooropgestelde maximum bepaalt het aantal ooien dat via nieuwe verbintenissen gesubsidieerd wordt. Om dat vooropgestelde maximum te bereiken, wordt, op basis van een rangschikking van de verbintenissen per aantal dieren, voorrang gegeven aan de verbintenissen met het grootste aantal dieren. Als in die rangschikking twee verbintenissen met hetzelfde aantal dieren voorkomen, worden die onderling gerangschikt op basis van de grootste genetische variatie binnen de populaties van de verbintenissen. De genetische variatie wordt bepaald op basis van de berekende effectieve populatiegrootte. Als een verbintenis een te groot aantal ooien bevat waardoor het vooropgestelde maximum overschreden wordt, kan de begunstigde ervoor opteren om alleen een verbinteniste sluiten voor het aantal ooien dat nodig is om het maximum te bereiken.

Er worden maximaal 2 500 koeien per ras gesubsidieerd. Op 1 januari van elk jaar wordt het aantal koeien waarvoor een verbintenis is gesloten, geteld. Het verschil tussen die telling en het vooropgestelde maximum bepaalt het aantal koeien dat via nieuwe verbintenissen gesubsidieerd wordt. Om dat vooropgestelde maximum te bereiken, wordt, op basis van een rangschikking van de verbintenissen per aantal dieren, voorrang gegeven aan de verbintenissen met het grootste aantal dieren. Als in die rangschikking twee verbintenissen met hetzelfde aantal dieren voorkomen, worden die onderling gerangschikt op basis van het hoogste gemiddelde percentage raszuiverheid van alle dieren in de verbintenis, met een minimum van 75 % raszuiverheid, vermeld in artikel 8, § 3, tweede lid. Als een verbintenis een te groot aantal koeien bevat waardoor het vooropgestelde maximum overschreden wordt, kan de begunstigde ervoor opteren om alleen een verbintenis te sluiten voor het aantal koeien dat nodig is om het maximum te bereiken. § 4. Om in aanmerking te komen voor de subsidie, vermeld in paragraaf 1, moet de begunstigde aan al de volgende voorwaarden voldoen : 1° in het bezit zijn van een schriftelijke verbintenis als vermeld in paragraaf 1, aangegaan met het departement, om gedurende vijf opeenvolgende jaren een aantal dieren te houden van een ras als vermeld in bijlage II;2° gedurende de looptijd van zijn verbintenis minstens het aantal dieren houden, dat is vastgelegd in de verbintenis. Daarnaast moeten de runderen van de begunstigde die een subsidie aanvraagt voor het behoud van met uitsterven bedreigde lokale rundveerassen, aan al de volgende voorwaarden voldoen : 1° ingeschreven zijn in een stamboek van de met uitsterven bedreigde lokale rundveerassen, vermeld in bijlage II;2° minstens 75 % raszuiver zijn;3° minstens zes maanden oud zijn op 1 januari van elk jaar van de verbintenis. Daarnaast moeten de schapen van de begunstigde die een subsidie aanvraagt voor het behoud van met uitsterven bedreigde lokale schapenrassen, aan al de volgende voorwaarden voldoen : 1° ingeschreven zijn in de hoofdafdeling van een stamboek van de met uitsterven bedreigde lokale schapenrassen, vermeld in bijlage II;2° voldoen aan de originele rasstandaard;3° minstens één jaar oud zijn op 25 april van elk jaar van de verbintenis. § 5. Als de begunstigde bij een ongeval of ziekte van de dieren binnen drie maanden opnieuw het vereiste aantal dieren verkrijgt, behoudt hij zijn recht op de subsidie. § 6. Als de begunstigde gedurende de looptijd van de overeenkomst het aantal dieren van het betreffende ras vergroot met minder dan 50 %, kan de begunstigde het departement verzoeken om de lopende overeenkomst voor de resterende looptijd uit te breiden met extra dieren. De uitbreiding van de bestaande overeenkomst is alleen mogelijk als de voorwaarden, vermeld in artikel 45, tweede lid, van de uitvoeringsverordening, worden nageleefd. § 7. Als de begunstigde gedurende de looptijd van de verbintenis het aantal dieren van het betreffende ras aanzienlijk vergroot met meer dan 50 % van de oorspronkelijke verbintenis, kan de begunstigde het departement verzoeken om de oorspronkelijke overeenkomst te vervangen door een nieuwe overeenkomst. De vervanging van de bestaande overeenkomst door een nieuwe overeenkomst is alleen mogelijk onder de voorwaarden, vermeld in artikel 45, derde lid, van de uitvoeringsverordening. § 8. Het aantal dieren dat in de betalingsaanvraag wordt vermeld en dat in de overeenkomst is opgenomen, komt in aanmerking voor de subsidie, vermeld in paragraaf 1. »

Art. 8.Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 november 2008 en 23 april 2010, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 8.§ 1. De begunstigde kan voor de agromilieumaatregel, vermeld in artikel 2, 5°, afhankelijk van de kredieten op de begroting van het Vlaamse Gewest die daartoe goedgekeurd zijn, maximaal 4 euro per boom ontvangen voor het planten en 2 euro per boom voor het onderhouden van de zeldzame lokale rassen van hoogstambomen, vermeld in bijlage II. § 2. Een nieuwe verbintenis voor het planten of onderhouden van hoogstambomen kan worden gesloten als de subsidie wordt aangevraagd voor minimaal 40 euro per jaar. Een hoogstamboom komt voor de aanplant- of onderhoudssubsidie in aanmerking als hij zich bevindt op een perceel met minimaal drie hoogstambomen. § 3. De minister bepaalt jaarlijks het maximale subsidiebedrag voor het planten of onderhouden van hoogstambomen. Op 1 januari van elk jaar wordt het totale subsidiebedrag waarvoor een verbintenis is gesloten, geteld. Het verschil tussen die telling en het maximale subsidiebedrag op 1 januari van dat jaar bepaalt het maximale subsidiebedrag voor het sluiten van nieuwe verbintenissen.

Om dat vooropgestelde maximum te bereiken, wordt, op basis van een indeling van de verbintenissen naar aanplanting of onderhoud of een combinatie van beide, voorrang gegeven aan de verbintenissen die alleen voor het planten aangegaan worden. Als het maximale subsidiebedrag daardoor overschreden wordt, worden de verbintenissen die alleen voor het planten aangegaan worden, gerangschikt op basis van de grootste variatie binnen de verbintenis. Als in die rangschikking twee verbintenissen met dezelfde variatie voorkomen, worden die onderling gerangschikt op basis van het grootste aandeel zeldzame variëteiten binnen de verbintenis.

Als het maximale subsidiebedrag daardoor niet bereikt wordt, komen ook de verbintenissen die zowel voor het aanplanten als voor het onderhouden aangegaan worden, in aanmerking. Als het maximale subsidiebedrag daardoor overschreden wordt, worden de verbintenissen die zowel voor het planten als voor het onderhouden aangegaan worden, gerangschikt op basis van de grootste variatie binnen de verbintenis.

Als in die rangschikking twee verbintenissen met dezelfde variatie voorkomen, worden die onderling gerangschikt op basis van het grootste aandeel zeldzame variëteiten binnen de verbintenis.

Als het maximale subsidiebedrag daardoor niet bereikt wordt, komen ook de verbintenissen die alleen voor het onderhouden aangegaan worden, in aanmerking. Als het maximale subsidiebedrag daardoor overschreden wordt, worden de verbintenissen die alleen voor het onderhouden aangegaan worden, gerangschikt op basis van de grootste variatie binnen de verbintenis. Als in die rangschikking twee verbintenissen met dezelfde variatie voorkomen, worden die onderling gerangschikt op basis van het grootste aandeel zeldzame variëteiten binnen de verbintenis.

Als bij de rangschikking van de verbintenissen blijkt dat daardoor het vooropgestelde maximale subsidiebedrag overschreden wordt, kan de begunstigde ervoor opteren om alleen een verbintenis te sluiten voor het aantal hoogstambomen dat nodig is om het maximum te bereiken. § 4. Om in aanmerking te komen voor de subsidie, vermeld in paragraaf 1, moet de begunstigde aan al de volgende voorwaarden voldoen : 1° in het bezit zijn van een schriftelijke verbintenis, als vermeld in paragraaf 1, aangegaan met het agentschap, als gevolg van het indienen van een steunaanvraag bij het agentschap uiterlijk op 31 mei, om gedurende vijf opeenvolgende jaren een aantal hoogstambomen te planten of te onderhouden van een variëteit als vermeld in bijlage II;2° gedurende de looptijd van zijn overeenkomst of verbintenis minstens het aantal hoogstambomen houden, dat is vastgelegd in de overeenkomst of verbintenis. Daarnaast moet de begunstigde voor verbintenissen voor het planten of het onderhouden van hoogstambomen aan al de volgende voorwaarden voldoen : 1° de percelen met hoogstambomen het eerste jaar van de verbintenis aangeven in de verzamelaanvraag die dienst doet als eenmalige betalingsaanvraag voor deze maatregel;2° de betreffende percelen in eigen gebruik hebben gedurende de volledige looptijd van de verbintenis.Als de begunstigde een inscharingscontract als vermeld in artikel 47 van het Mestdecreet, heeft gesloten met als doel een aantal dieren van een andere landbouwer op zijn landbouwgronden te laten grazen, hoeft hij niet aan de voorwaarde, vermeld in punt 2°, te voldoen gedurende de looptijd van het inscharingscontract. »

Art. 9.In artikel 8/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 april 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 23/04/2010 pub. 18/05/2010 numac 2010035334 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° tussen het eerst en het tweede lid wordt een lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « Evenwel, wanneer het totale aantal geconstateerde hectaren in het Vlaamse Gewest in een kalenderjaar groter is dan 7500 ha, dan wordt het subsidiebedrag, vermeld in het eerste lid, vermenigvuldigd met een correctiefactor.De correctiefactor wordt verkregen door het getal 7500 te delen door het totale aantal geconstateerde hectaren in het kalenderjaar in kwestie. »; 2° in het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt in punt 1° de zinsnede « volgens de voorwaarden die bij de erkenning van het gebruikte handelsmiddel werden opgelegd » vervangen door de zinsnede « volgens de gebruiksvoorschriften inzake aantal en plaatsing, zoals bepaald in de erkenning van het gebruikte handelsmiddel »;3° aan het bestaande tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 6° geen gedeeltelijke terugbetaling van de toepassingskosten voor de verwarringstechniek hebben aangevraagd in het kader van de Gemeenschappelijke Marktordening voor Groenten en Fruit.»

Art. 10.In hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 28 november 2008 en 23 april 2010, wordt bijlage I vervangen door de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.

Art. 11.§ 1.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011, met uitzondering van artikel 9, 3°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2010. § 2. Het besluit is van toepassing op de op 1 januari 2011 nieuw aangegane verbintenissen en overeenkomsten.

Het besluit is eveneens van toepassing op de op 1 januari 2011 al lopende verbintenissen en overeenkomsten, met uitzondering van artikel 7 en 8. Op deze verbintenissen blijft artikel 8 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 22/02/2008 numac 2007035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling van toepassing zoals het van kracht was op 31 december 2010. Op verzoek van de begunstigde wordt de op 1 januari 2011 lopende verbintenis voor een agromilieumaatregel, vermeld in artikel 2, 5°, omgezet in een nieuwe verbintenis met een looptijd van vijf jaar, op voorwaarde dat de nieuwe verbintenis voldoet aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor het landbouwbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 februari 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 22/02/2008 numac 2007035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling Bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 22/02/2008 numac 2007035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling Bijlage I. Indeling van de gewassen in teeltgroepen als vermeld in artikel 6, § 7, van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 22/02/2008 numac 2007035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling.

Teeltgroep

Gewassen

1° Eenjarige akkerbouw- en voederteelten

Granen Zaden Vlas Hennep Eenjarige vlinderbloemigen als voederteelt Aardappelen (andere dan onder bedekking) Bieten Cichorei Voederkool (bladkool) Voederwortelen Andere voedergewassen Niet-eetbare tuinbouwgewassen

2° Grasland, meerjarige voederteelten en begraasbare natuurlijke begroeiing

Blijvend grasland Tijdelijk grasland Meerjarige vlinderbloemigen Begraasbare natuurlijke begroeiing Niet-verharde uitloop

3° Eenjarige groenten, kruiden en fruit

Eenjarige groenten Eenjarige kruiden Eenjarige fruitteelt

4° Beschutte teelten

Groenten, kruiden en fruit onder bedekking Niet-eetbare tuinbouwgewassen onder bedekking

5° Meerjarige fruit-, groente- en kruidenteelt

Laagstammige fruitbomen en heesters met een dichtheid van minstens 300 per ha Andere (hoogstammige) fruitbomen met een dichtheid van minstens 15 per ha (homogeen verspreid op het perceel) Meerjarige groenten (asperge, rabarber, aardpeer) Meerjarige kruiden Hop Noten


Tabak, champignons, bos, wendakker, kruiden en bloemen in pot en plantgoed in substraatperspot of bakje worden in deze tabel niet als teelt beschouwd. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 21/12/2007 pub. 22/02/2008 numac 2007035309 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling sluiten tot het verlenen van subsidies voor de uitvoering van agromilieumaatregelen met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling.

Brussel, 4 februari 2011.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Economie, Buitenlands Beleid, Landbouw en Plattelandsbeleid, K. PEETERS

^