Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 03 maart 2000
gepubliceerd op 30 maart 2000

Besluit van de Vlaamse regering ter uitvoering van de artikelen 3, § 8, en 14, § 7, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035220
pub.
30/03/2000
prom.
03/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/03/2000035220/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 MAART 2000. - Besluit van de Vlaamse regering ter uitvoering van de artikelen 3, § 8, en 14, § 7, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, inzonderheid op de artikelen 3, § 8, en 14, § 7, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1995;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van het artikel 14, § 7 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 en 30 maart 1999;

Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, gegeven op 4 februari 2000;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de Begroting, gegeven op 3 februari 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat : - het decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen in werking is getreden op 1 januari 1996 en dat de daarin vervatte regeling voor het gebruik van fosfaatarm voeder voor de rubriek varkens enkel voor 1996 werd vastgelegd; dat voor het jaar 1997 het gebruik van fosfaatarm voeder werd geregeld bij besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 tot uitvoering van de artikelen 3, § 1, 4°, 6, § 2, 17, § 6, en 18, 1° en 2°, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen; en dat voor het jaar 1998 het gebruik van fosfaatarm voeder werd geregeld bij besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1999 tot uitvoering van de artikelen 3, § 1, 4°, en 6, § 2 en § 3, van hetzelfde decreet; - sedert 1998 naast fosfaatarm voeder voor de rubriek varkens, ook fosfaatarm voeder voor leghennen op de markt is gekomen en gebruikt wordt door leghennenhouders; dat bij voormeld besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1999 dit gebruik van fosfaatarm voeder voor leghennen geregeld is; - het gebruik van milieuvriendelijke fosfaatarme voeders gestimuleerd moet blijven en dat het gewaardeerd moet worden bij de landbouwers die dit voeder correct hebben toegepast en bij voorrang gebruikt hebben; - de landbouwers bij hun aangifte aan de Mestbank, welke moet gebeuren voor 15 maart 2000, moeten kunnen opgeven dat zij fosfaatarm voeder hebben gebruikt en hiervoor de mineralenbalansen willen toepassen; - de aanvraag voor verhoogde bemesting zoals bepaald in voormeld besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van artikel 14, § 7, van het voornoemde decreet in geval van twee of meer teelten per jaar moet geregeld worden omdat anders zich een probleem stelt inzake controle voor de teeltcombinatie zoals vermeld in artikel 2, 1°, van hetzelfde besluit; deze controle moet door de bevoegde instanties kunnen worden uitgevoerd in het voorjaar, meer specifiek in jaren met normale weersomstandigheden, tot ten laatste eind april, zoniet is het gras ondergeploegd en kan de controlerende instantie niet meer nazien dat op dit perceel een teeltcombinatie gras maïs heeft gestaan;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 februari 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : het decreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen.

Art. 2.§ 1. De nutriëntenbalans, bedoeld in de artikelen 3, § 1, 4°, en 6, § 2 en § 3, van het decreet, mag bij de aangifte 2000 (productiejaar 1999) voor de diersoort andere varkens en als uitsluitend gevoederd werd met laag-fosforvoeder, bewezen worden als volgt : In de semi-forfaitaire mineralenbalans voor de berekening van het mestoverschot, uitgedrukt in kg difosforpentoxide, MOp = MPp + CMp + AMp - MGp, mag de term MPp voor andere varkens berekend worden als volgt : MPp = aantal dieren x (P2O5 - productiehoeveelheid x 0,9); mits elk van deze berekende termen gestaafd wordt.

Het bewijs moet dan geleverd worden dat de voeding voor andere varkens in het jaar 1999 heeft bestaan uit laag-fosforvoeder aan de hand van door de Mestbank erkende attesten. Met uitzondering van chemische meststof mogen alle termen berekend worden volgens de forfaitaire cijfers van het decreet. § 2. De nutriëntenbalans, bedoeld in de artikelen 3, § 1, 4°, en 6, § 2, van het decreet mag bij de aangifte van het kalenderjaar 2000 (productiejaar 1999) voor de diersoort leghennen en als uitsluitend gevoederd werd met laag-fosfosvoeder, bewezen worden als volgt : In de semi-forfaitaire mineralenbalans voor de berekening van het mestoverschot, uitgedrukt in kg difosforpentoxide, MOp = MPp + CMp + AMp - MGp, mag de term MPp verminderd worden met het verschil in P2O5-gehalte tussen normaal voeder en fosfaatarm voeder, op basis van het aantal kg fosfaatarm voeder dat werd verbruikt.

MPp voor leghennen wordt dan MPp = (aantal dieren x P2O5-productiehoeveelheid) - (aantal ton geattesteerd fosfaatarm leghennenvoeder x (0,70 0,50) P x 2,29); waarbij 0,70 het gehalte in % aan totaal fosfor in normaal leghennenvoeder; 0,50 het gehalte in % aan totaal fosfor in fosfaatarm leghennenvoeder; 2,29 de omrekeningscoëfficiënt van P naar P2O5; mits elk van deze berekende termen gestaafd wordt.

Het bewijs moet dan geleverd worden dat de voeding voor leghennen in het jaar 1999 bestond uit laag-fosforvoeder aan de hand van door de Mestbank erkende attesten. Met uitzondering van chemische meststoffen mogen alle termen berekend worden volgens de forfaitaire cijfers van het decreet.

Art. 3.Aan artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van artikel 14, § 7, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 en 30 maart 1999, worden een vijfde en een zesde lid toegevoegd, die luiden als volgt : « Indien aan de voorwaarden van artikel 4 van dit besluit is voldaan, zijn de volgende hoeveelheden meststoffen, uitgedrukt in kg difosforpentoxide, en kg totale stikstof per ha en per jaar toegelaten van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000 tenzij anders is bepaald in het ministerieel besluit zoal bedoeld in artikel 2, 2° : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de teeltcombinatie, bedoeld in artikel 2, 1°, gelden deze toegelaten hoeveelheden meststoffen enkel op percelen cultuurgrond die behoren tot een bedrijf dat aangifte gedaan heeft van dieren die vallen onder minstens één van de volgende categorieën : runderen jonger dan 1 jaar, runderen van 1 tot jonger dan 2 jaar, melkkoeien of andere runderen, waarbij de totale difosforpentoxideproductie van deze dieren groter is dan 600 kg. »

Art. 4.In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot uitvoering van artikel 14, § 7, van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 15 juli 1997 en 30 maart 1999, wordt een derde lid ingevoegd, dat luidt als volgt : « In afwijking van het bepaalde in het eerste lid dient de gebruiker die een verhoogde bemesting wenst toe te passen voor de teeltcombinatie, bedoeld in artikel 2, 1°, zich uitzonderlijk voor het jaar 2000 voor 15 maart 2000 aan de Mestbank kenbaar te maken. »

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en heeft, voor wat artikel 2 betreft, betrekking op de aangifte 2000 (productiejaar 1999) en de heffingsberekening volgens artikel 21 van het decreet voor het productiejaar 1999 (heffing in 2000) en voor wat artikel 3 en 4 betreft op het productiejaar 2000.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Leefmilieu, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 3 maart 2000.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, V. DUA

^