Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 02 april 2021
gepubliceerd op 23 april 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, wat betreft een tijdelijke regeling voor terrassen voor de horeca in het kader van het coronavirus

bron
vlaamse overheid
numac
2021020870
pub.
23/04/2021
prom.
02/04/2021
ELI
eli/besluit/2021/04/02/2021020870/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 APRIL 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035645 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035576 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening sluiten tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, wat betreft een tijdelijke regeling voor terrassen voor de horeca in het kader van het coronavirus


DE VLAAMSE MINISTER VAN JUSTITIE EN HANDHAVING, OMGEVING, ENERGIE EN TOERISME. VERSLAG AAN DE VLAAMSE REGERING 1. ALGEMEEN De verspreiding van het coronavirus (COVID-19) leidde en leidt nog steeds tot verregaande maatregelen in binnen- en buitenland.De verschillende overheden werken samen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan.

Zo gold voor cafés en restaurants in ons land een verplichte sluiting vanaf vrijdagavond 14 maart 2020 middernacht. Op 8 juni 2020 mocht de horeca deels weer open, met uitzondering van speelhallen en casino's.

Cafés, bars en restaurants mochten dan wel open op 8 juni, ze moesten nauwkeurige richtlijnen volgen (1,5 meter tussen de tafels, maximaal 10 gasten aan een tafel,... ).

Door de sterke toename aan besmettingen en ziekenhuisopnames zag het Overlegcomité zich genoodzaakt een reeks coronamaatregelen op te leggen, waaronder een verplichte sluiting vanaf 19 oktober 2020 voor restaurants en cafés, voor een periode van minimum vier weken. Dit verbod geldt ook voor de terrassen van die horecazaken. Het terrasmeubilair moet binnen geplaatst worden.

Verwacht kan worden dat een heropening van de horeca nog steeds met strenge voorwaarden gepaard zal gaan. 2. HUIDIGE REGELING Wat terrassen betreft, als constructie is de plaatsing hiervan vergunningsplichtig. Het besluit van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is (het "Vrijstellingenbesluit") voorziet in een vrijstelling voor de plaatsing van seizoensgebonden, niet-overdekte terrassen bij horecazaken, binnen een straal van 30 meter van een hoofdzakelijk vergund of vergund geacht gebouw zowel op privé-domein als op openbaar domein. (art. 3.1, 9° en art. 10, 10° ) Er is niet bepaald in welk seizoen de plaatsing dient te gebeuren, waardoor de vrijstelling kan gelden voor zomerterrassen, maar ook voor winterterrassen, voor zover het terras niet overdekt is.

Uiteraard zal bij plaatsing op openbaar domein nog steeds de toelating van de beheerder van het openbaar domein noodzakelijk zijn.

Voor overdekte terrasconstructies bestaat ook een tijdelijke vrijstelling. Op basis van artikel 7.2 van het Vrijstellingenbesluit kan men een tijdelijke constructie plaatsen voor een maximale duur van vier periodes van dertig aaneengesloten dagen per kalenderjaar.

Dit kan op private eigendom maar ook op openbaar domein, hoewel hier natuurlijk ook nog eventuele gemeentelijke reglementen voor de inname van openbaar domein van toepassing zijn.

Wel mogen de overdekte terrasconstructies niet geplaatst worden in een ruimtelijk kwetsbaar gebied, parkgebied uitgezonderd, mag de verwezenlijking van de algemene bestemming van het gebied niet in het gedrang gebracht worden en mag de plaatsing niet gepaard gaan met een ontbossing, een wijziging van vegetatie of kleine landschapselementen, een aanmerkelijke reliëfwijziging of een wijziging van waterlichamen. 3. VOORSTEL Voorliggend besluit zorgt ervoor dat tijdelijk geen omgevingsvergunning vereist is voor het plaatsen van al dan niet gesloten of overdekte terrassen en terrasconstructies bij bestaande, hoofdzakelijk vergunde horecazaken. A. Verantwoording Voorliggende regeling wordt specifiek ingevoerd gezien de problemen waarmee de horeca thans kampt naar aanleiding van de COVID-19 crisis en de vermoedelijk strenge voorwaarden inzake heropening ervan. Om de horeca-uitbaters alle kansen te geven om rendabel te werken en aan alle veiligheidsprotocollen te voldoen, geldt deze regeling enkel tot eind maart 2022.

In het Vrijstellingenbesluit wordt dan ook een hoofdstuk `Tijdelijke regeling' opgenomen, om het tijdelijk karakter nogmaals te onderlijnen.

Daarnaast wordt ook bepaald dat het hoofdstuk dat ingevoegd wordt, opgeheven wordt op 1 mei 2022.

Bij het bepalen van vrijstelde handelingen, dient men rekening te houden met : 1° het tijdelijk of occasioneel karakter van de handelingen, of;2° de ruimtelijke impact van de handelingen omwille van hun omvang, aard of ligging. Deze aspecten werden allebei in overweging genomen bij opmaak van de huidige vrijstellingsregeling. Het gaat immers om een tijdelijke regeling en de vrijstelling heeft een beperkte ruimtelijke impact omwille van de opgenomen randvoorwaarden.

B. Voorwaarden om te genieten van de voorziene vrijstelling 1. Plaatsing, zowel op privaat als op openbaar domein, van al dan niet gesloten of overdekte terrassen of terrasconstructies Met terrasconstructie wordt bedoeld de overdekking, de scheidingswanden, de windschermen, de tijdelijke vloer, het vaste of semi-vaste meubilair van het terras, en dergelijke.Deze terrasconstructies kunnen dus een gesloten, maar ook een relatief open uitzicht vertonen. Een aantal voorbeelden : - Een tijdelijke houten vloer zonder verdere constructies en met hierop enkel losse tafels, stoelen en lichte parasols. - Een overdekking zonder verdere constructies - Een houten vloer en windschermen - Een houten vloer, een overdekking en windschermen - Een volledig gesloten lichte constructie met vloer, wanden en dak.

Louter tafels en stoelen op een grasveld of op een bestaande verharding worden niet als terrasconstructie beschouwd.

Plaatsing kan zowel op privé domein als openbaar domein.

Hierbij moet wel rekening gehouden worden dat een aantal gemeenten een reglement hebben rond de inname van openbaar domein, dat gerespecteerd dient te worden. Men mag geen openbaar domein innemen, zonder toelating van de beheerder van dat openbaar domein. Die beheerder zal erover waken dat het openbaar domein nog steeds veilig zijn functie kan vervullen en dat bijvoorbeeld de verordening inzake de minimale voetpadbreedte gerespecteerd blijft. 2. Plaatsing bij bestaande, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte horecazaken De terrasconstructie wordt geplaatst bij bestaande, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte horecazaken.Ook de functie dient vergund te zijn, en niet enkel de gebouwen.

Artikel 4.1.1, 7°, van de VCRO definieert `hoofdzakelijk vergund" als : "een vergunningstoestand, waarbij voor de omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen geldt dat : a) bedrijven en hun constructies slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien de voor een normale bedrijfsvoering noodzakelijke constructies vergund of vergund geacht zijn, ook wat de functie betreft, b) overige constructies slechts hoofdzakelijk vergund zijn indien ten minste negentig procent van het bruto-bouwvolume van de constructie, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met uitsluiting van het volume van de gebruikelijke onderkeldering onder het maaiveld en van de fysisch aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, vergund of vergund geacht is, ook wat de functie betreft;". 3. Volledige plaatsing van de terrasconstructie binnen een straal van 30 meter van de horecazaak Deze voorwaarde zorgt voor een ruimtelijke bundeling van de constructies en gaat versnippering tegen. De beperking tot 30 meter geldt enkel voor de vaste of semi-vaste constructies van het terras (overdekking, wanden, bevloering, loungesets, buitenbar). Er kunnen dus wel losstaande tafels en stoelen verder dan 30 meter worden geplaatst, op het gras of op een bestaande verharding. Dit wordt immers niet beschouwd als terrasconstructie.

De beperking van 30 meter geldt ten opzichte van de eigen horecazaak, niet ten opzichte van om het even welke andere horecazaak in de buurt. 4. Geen bijkomende verharding, met uitzondering van de terrasconstructie zelf en de strikt noodzakelijke toegang tot de terrasconstructie Deze voorwaarde is er ter bestrijding van ongewenste verhardingen van de open ruimte.Het begrip "strikt noodzakelijke toegang" dient aldus restrictief begrepen te worden.

Enkele indicaties en criteria ter beoordeling van dit begrip : - de breedte van de toegang kan ongeveer anderhalve meter bedragen.

Deze breedte is hetzelfde als de richtwaarde in verband met toegankelijkheid (zowel van voetpaden als van binnengangen in publiek toegankelijke gebouwen). Zo kunnen een rolstoel en een kinderwagen elkaar kruisen. - er kan een toegang worden aangelegd van uit het gebouw van de horecazaak, en ook vanaf de straat. Het kan immers omwille van corona-protocollen aangewezen zijn om de terrasconstructie te kunnen bereiken zonder het gebouw te moeten betreden. Beide toegangen zijn in redelijkheid als strikt noodzakelijk te beschouwen. - De lengte van deze toegangen is vanzelf beperkt aangezien de terrasconstructie volledig binnen een straal van 30 meter van de horecazaak moet liggen. Bovendien betreft het enkel toegangen tot deze terrasconstructie en niet tot bijvoorbeeld verder gelegen losse tafels en stoelen in het gras. 5. Geen ontbossing, vegetatiewijziging, aanmerkelijke reliëfwijziging of wijziging van waterlichamen De plaatsing van de terrassen of terrasconstructies mag niet gepaard gaan met een ontbossing, een wijziging van vegetatie of kleine landschapselementen, een aanmerkelijke reliëfwijziging of een wijziging van waterlichamen. Dit zijn voorwaarden naar analogie met huidige bepalingen van het bestaande Vrijstellingenbesluit. 6. Tijdelijkheid Er wordt uitdrukkelijk voorzien dat de vrijstelling slechts geldt tot 31 maart 2022. De terrasconstructie en de strikt noodzakelijke toegang moet verwijderd worden voor 1 mei 2022 tenzij de plaatsing inmiddels vergund is of rechtsgeldig beroep gedaan wordt op een andere bepaling van het Vrijstellingenbesluit, zoals de plaatsing van tijdelijke constructie voor een maximale duur van vier periodes van dertig aaneengesloten dagen per kalenderjaar. 7. Algemeen geldende beperkingen Daarnaast gelden uiteraard ook de algemene beperkingen opgenomen in de artikelen 1.2 t.e.m. 1.6 van het Vrijstellingenbesluit.

Hierdoor geldt de vrijstelling o.m. niet in geval van strijdigheid met stedenbouwkundige verordeningen, uitdrukkelijke voorwaarden in een omgevingsvergunning, gemeentelijke RUP's, recente verkavelingen enz... (tenzij de gemeente gebruik maakt van de mogelijkheid om een gemeentelijke lijst op te stellen).

Ook moet sectorale regelgeving, zoals de regelgeving inzake beschermde monumenten, beschermde stads- en dorpsgezichten, cultuurhistorische landschappen en archeologische sites, waarvoor een apart systeem van toelatingen geldt, gerespecteerd worden.

Zo is het mogelijk dat voor het plaatsen van tijdelijke terrassen aan of in beschermd erfgoed een toelating (van het agentschap Onroerend Erfgoed of de erkende onroerenderfgoedgemeente) of een melding (aan de stad of gemeente) vereist is.

Dit is het geval voor het aanbrengen van nagelvaste elementen (zoals bijvoorbeeld een gevelluifel), het plaatsen van constructies, het wijzigen van verhardingen met een minimale oppervlakte van 30m2 en het plaatsen van vast terrasmeubilair. De leidraad "Terrassen in erfgoedomgeving" omschrijft deze gevallen duidelijk (pg. 17).

Daarentegen is voor het plaatsen van losse terrassen (bestaande uit tafels en stoelen) met een tijdelijk karakter in beschermd erfgoed vanuit de onroerenderfgoedregelgeving geen toelating of melding nodig.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

Raad van State, afdeling Wetgeving Advies 68.932/1 van 30 maart 2021 over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035645 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035576 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening sluiten tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, wat betreft een tijdelijke regeling voor terrassen voor de horeca in het kader van het coronavirus' Op 1 maart 2021 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering `tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, wat betreft een tijdelijke regeling voor terrassen voor de horeca in het kader van het coronavirus'.

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 18 maart 2021 . De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Chantal Bamps en Bert Thys, staatsraden, Michel Tison en Johan Put, assessoren, en Wim Geurts, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Katrien Didden, auditeur.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 30 maart 2021 . 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering strekt ertoe de heropening van de horeca in het kader van de COVID-19 maatregelen te vergemakkelijken door te voorzien in een tijdelijke vrijstelling van de plicht tot omgevingsvergunning voor de plaatsing van al dan niet gesloten of overdekte terrassen of terrasconstructies bij bestaande horecazaken onder bepaalde voorwaarden. Hiertoe wordt in het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035645 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035576 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening sluiten `tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is' (hierna : het Vrijstellingsbesluit) tijdelijk een hoofdstuk 13/1 ("Tijdelijke regeling voor terrassen voor de horeca") ingevoegd, dat bestaat uit een artikel 13/1.1. Dit artikel bepaalt onder welke voorwaarden de plaatsing van al dan niet gesloten of overdekte terrassen of terrasconstructies bij bestaande, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte horecazaken vrijgesteld is van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen. (1) De vrijstelling geldt tot en met 31 maart 2022. De constructies moeten vóór 1 mei 2022 worden verwijderd, tenzij de plaatsing inmiddels vergund is of rechtsgeldig beroep gedaan wordt op een andere bepaling van het Vrijstellingsbesluit.

Het ontworpen hoofdstuk 13/1 zal worden opgeheven op 1 mei 2022 (artikelen 2 en 3 van het ontwerp). 3. Voor de ontworpen regeling wordt rechtsgrond ontleend aan artikel 4.2.3 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (hierna : VCRO), waaraan wordt gerefereerd in de rubriek "Rechtsgrond" van de aanhef van het ontwerp.

Luidens deze bepaling bepaalt de Vlaamse Regering de lijst van de handelingen waarvoor in afwijking van artikel 4.2.1 VCRO geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is. Ze houdt hierbij rekening met het tijdelijk of occasioneel karakter van de handelingen, of met de ruimtelijke impact van de handelingen omwille van hun omvang, aard of ligging. Handelingen waarvoor een milieueffectenrapport, een passende beoordeling of een mobiliteitsstudie moet worden opgemaakt, worden uitgesloten van de lijst van handelingen waarvoor in afwijking van artikel 4.2.1 geen omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen vereist is.

ONDERZOEK VAN TEKST Algemene opmerking 4. Bij het ontwerp van besluit, zoals het aan de Raad van State, afdeling Wetgeving, is voorgelegd, is een "nota aan de Vlaamse Regering" gevoegd, waarin wordt verantwoord waarom de in het ontwerp vermelde handelingen, onder de erin bepaalde voorwaarden, vrijgesteld worden van de verplichting tot omgevingsvergunning.Gelet op het belang van die verantwoording voor de beoordeling van de overeenstemming van de ontworpen regeling met het wettelijk kader (o.m. artikel 4.2.3 VCRO), verdient het aanbeveling die tekst om te werken tot een verslag aan de Regering, dat samen met het advies van de Raad van State over het ontwerp van besluit en het besluit zelf in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Artikel 1 5. Aangezien het om handelingen gaat waarvoor geen voorafgaande vergunning meer vereist is en de overheid derhalve niet meer voorafgaand de handelingen beoordeelt, is ter wille van de rechtszekerheid vereist dat de regels klaar en duidelijk zijn.De burger dient immers op basis ervan te kunnen oordelen of voor een bepaalde handeling een vergunning nodig is of niet. Vage noties of concepten die ruimte laten voor verschillende beoordelingen en daardoor na het uitvoeren van de handelingen aanleiding kunnen geven tot betwisting, zijn daarbij te vermijden.

In dit opzicht rijst de vraag of de notie "de strikt noodzakelijke toegang" tot de terrasconstructie geen aanleiding zou kunnen geven tot verschillende interpretaties en beoordelingen.

Niettegenstaande de vaststelling dat in de nota aan de Vlaamse Regering niet wordt ingegaan op de vraag om de notie "strikt noodzakelijke toegang" te definiëren, omdat geoordeeld wordt dat deze notie thans reeds wordt gehanteerd in het Vrijstellingsbesluit, dient evenwel te worden opgemerkt dat in het voornoemde besluit geen omschrijving ervan wordt gegeven.

Gewezen op de vaagheid van de betreffende notie in een schriftelijke vraag, werd door de Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw dienaangaande de volgende verduidelijking gegeven : "Een toegang tot de voordeur zou dus bijvoorbeeld min of meer recht van aan de straatkant naar de voordeur kunnen worden aangelegd, met een breedte van ongeveer anderhalve meter. Die breedte leggen we immers op als richtwaarde in verband met toegankelijkheid (zowel van voetpaden als van binnengangen in publiek toegankelijke gebouwen). Zo kan een rolstoel en een kinderwagen elkaar kruisen.

Een oprit naar de garage zou een breedte van ongeveer drie meter kunnen hebben. Een aparte parkeerplaats hiernaast valt niet onder de vrijstelling, maar is vergunningsplichtig." (2) Daargelaten de vraag in hoeverre de voornoemde criteria, gelet op de specifieke aard en de mogelijke inplanting van de door het voorliggende ontwerp beoogde constructies, al betrokken zouden kunnen worden op de in de ontworpen regeling bedoelde notie "strikt noodzakelijke toegang", dient te worden benadrukt dat ter bestrijding van ongewenste verhardingen van de open ruimte, de voornoemde notie restrictief dient te worden beoordeeld.

Vraag is of het ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid dan geen aanbeveling zou verdienen dat, minstens in het onder randnummer 4 bedoelde verslag aan de Regering enige indicaties en criteria worden gegeven ter afbakening van deze notie.

Tevens verdient het aanbeveling een omschrijving van het begrip "terrasconstructie" op te nemen in de ontworpen regeling, of minstens in het gesuggereerde verslag aan de Regering te verduidelijken wat hieronder wel en niet kan worden verstaan. (3) 6. Tot slot dient te worden opgemerkt dat in de nota aan de Vlaamse Regering wordt gesteld dat plaatsing van de beoogde constructies zowel op privé domein als op openbaar domein mogelijk is.Vermits dit evenwel niet blijkt uit de tekst van de ontworpen bepaling, dient deze in die zin te worden aangevuld.

De griffier, Wim Geurts De voorzitter, Marnix Van Damme _______ Nota's (1) Daarnaast gelden ook de algemene beperkingen opgenomen in de artikelen 1.2 tot en met 1.6 van het besluit van 16 juli 2010. (2) Vr.en Antw. Vl.Parl. 2018-19, 2 april 2019 (Vraag nr. 321 van I. Pira). (3) Zoals de verduidelijking die thans reeds is opgenomen in de nota aan de Vlaamse Regering. 2 APRIL 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035645 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035576 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening sluiten tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, wat betreft een tijdelijke regeling voor terrassen voor de horeca in het kader van het coronavirus Rechtsgrond Dit besluit is gebaseerd op : - de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 4.2.3, gewijzigd bij de decreten van 25 april 2014 en 18 december 2015.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld : - De Inspectie van Financiën heeft spoedadvies gegeven op 15 februari 2021 - De Raad van State heeft advies nr. 68.932/1 gegeven op 30 maart 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT :

Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035645 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035576 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening sluiten tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 juli 2020, wordt een hoofdstuk 13/1, dat bestaat uit artikel 13/1.1, ingevoegd, dat luidt als volgt : "Hoofdstuk 13/1. Tijdelijke regeling voor terrassen voor de horeca Art. 13/1.1. Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig om al dan niet gesloten of overdekte terrassen of terrasconstructies te plaatsen, zowel op privaat als op openbaar domein, bij bestaande, hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte horecazaken als al de volgende voorwaarden zijn vervuld : 1° de terrasconstructie wordt volledig geplaatst binnen een straal van dertig meter van het hoofdgebouw van de horecazaak;2° er wordt geen bijkomende verharding aangelegd, met uitzondering van de terrasconstructie zelf en de strikt noodzakelijke toegang tot de terrasconstructie;3° de plaatsing gaat niet gepaard met : a) een ontbossing;b) een wijziging van vegetatie of kleine landschapselementen;c) een aanmerkelijke reliëfwijziging;d) een wijziging van waterlichamen. De vrijstelling, vermeld in het eerste lid, geldt tot en met 31 maart 2022. De terrasconstructie en de strikt noodzakelijke toegang ertoe worden vóór 1 mei 2022 verwijderd, tenzij de plaatsing inmiddels vergund is of rechtsgeldig beroep gedaan wordt op een andere bepaling van dit besluit.".

Art. 2.In het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035645 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is type besluit van de vlaamse regering prom. 16/07/2010 pub. 10/09/2010 numac 2010035576 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening sluiten tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, het laatst gewijzigd bij dit besluit, wordt hoofdstuk 13/1, dat bestaat uit artikel 13/1.1, opgeheven.

Art. 3.Artikel 2 treedt in werking op 1 mei 2022.

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 2 april 2021.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR

^