Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 oktober 2004
gepubliceerd op 10 november 2004

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de kinderdagverblijven, de initiatieven voor buitenschoolse opvang en de mini-crèches

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2004036634
pub.
10/11/2004
prom.
01/10/2004
ELI
eli/besluit/2004/10/01/2004036634/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 OKTOBER 2004. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de oprichting van een technische commissie voor de brandveiligheid in de kinderdagverblijven, de initiatieven voor buitenschoolse opvang en de mini-crèches


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 4bis, ingevoegd bij het decreet van 24 juni 1997;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2001 houdende de normen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de erkende kinderdagverblijven moeten voldoen, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 en 13 juni 2003;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 houdende de normen voor de preventie van brand in de erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 25 maart 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 april 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 juni 2004 onder nummer 37.251/3, met toepassing van artikel 84,§ 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1.Voor het behandelen van de aanvragen om afwijking aan de bij besluit van de Vlaamse Regering opgelegde brandveiligheidsnormen voor de kinderdagverblijven, de erkende initiatieven voor de buitenschoolse opvang en de mini-crèches, wordt een technische commissie brandveiligheid opgericht, die samengesteld is als volgt : 1° een afgevaardigde van de administratie Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;2° een vertegenwoordiger van Kind en Gezin;3° een technisch deskundige uit de kinderopvangsector;4° een deskundige uit de brandweerdiensten; Er wordt voorzien in plaatsvervangende leden. § 2. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Art. 2.Artikel 43 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2001 houdende de normen voor de preventie van brand en ontploffing in de erkende kinderdagverblijven, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 43.§ 1. Onverminderd de bevoegdheid van de federale minister van binnenlandse zaken om, met toepassing van artikel 4 van het koninklijk besluit, afwijkingen toe te staan van de federale basisnormen voor nieuwe gebouwen, kan de minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, op eensluidend advies van de technische commissie brandveiligheid afwijkingen toestaan, indien het onmogelijk is om te voldoen aan een of meer specificaties van dit besluit. § 2. Om voor een afwijking in aanmerking te komen, moet een alternatieve oplossing voorgesteld worden, die een veiligheidsniveau biedt dat ten minste gelijk is aan het niveau dat vereist is volgens het voorschrift waarvan de afwijking wordt gevraagd. »

Art. 3.Artikel 20 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 oktober 2003 houdende de normen voor de preventie van brand in de erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 20.§ 1. Indien een initiatief niet kan voldoen aan een of meer specificaties van dit besluit, kan de minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, afwijkingen toestaan, op advies van de technische commissie brandveiligheid voor de kinderopvang. § 2.Om voor een afwijking in aanmerking te komen, moet een alternatieve oplossing voorgesteld worden, die een veiligheidsniveau biedt dat ten minste gelijk is aan het niveau dat vereist is volgens het voorschrift waarvan de afwijking wordt gevraagd. »

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 oktober 2004.

De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE

^