gepubliceerd op 12 juli 2018
Besluit van de Vlaamse Regering tot verlening van een opsporingsvergunning voor aardwarmte aan Janssen Pharmaceutica nv in de regio Beerse
1 JUNI 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering tot verlening van een opsporingsvergunning voor aardwarmte aan Janssen Pharmaceutica nv in de regio Beerse
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het
decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
08/05/2009
pub.
06/07/2009
numac
2009202546
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de diepe ondergrond
sluiten betreffende de diepe ondergrond, artikel 63/1, § 1, artikel 63/2, artikel 63/5 tot en met 63/10, artikel 63/13 tot en met 63/15, artikel 63/18, 63/24 en 63/25, ingevoegd bij het decreet van 25 maart 2016;
Gelet op de aanvraag van Janssen Pharmaceutica nv voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte in de regio Beerse, ingediend op 11 augustus 2017 en ontvangen op 18 augustus 2017;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 9 mei 2018;
Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten;
Overwegende dat, overeenkomstig artikel 63/2 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, op 6 november 2017 een oproep voor het indienen van aanvragen voor een opsporingsvergunning voor aardwarmte voor het betreffende volumegebied door andere belangstellenden gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad;
Overwegende dat binnen de mededingingstermijn van negentig dagen na publicatie van de oproep tot mededinging in het Belgisch Staatsblad geen vergunningsaanvragen werden ingediend;
Overwegende dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat de opsporing of de winning van aardwarmte binnen het volumegebied waarvoor de vergunning zal gelden, niet op een verantwoorde wijze kan plaatsvinden; dat de aanvraag niet slaat op een volumegebied waarvoor reeds een vergunning voor aardwarmte is verleend; dat de aanvraag niet slaat op een volumegebied waarvoor reeds een opsporingsvergunning voor koolstofdioxideopslag is verleend; dat de aanvraag niet slaat op een volumegebied dat de Vlaamse Regering niet wil openstellen voor de opsporing of winning van aardwarmte; dat er dus geen enkele van de verplichte weigeringsgronden, vermeld in artikel 63/5, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, van toepassing is op de vergunningsaanvraag;
Overwegende dat de aanvraag niet slaat op een volumegebied waarvoor al een opsporings- of winningsvergunning voor koolwaterstoffen, een opslagvergunning voor koolstofdioxide, een vergunning voor de ondergrondse berging van radioactief afval of een vergunning in het kader van de wet van 18 juli 1975 betreffende het opsporen en exploiteren van ondergrondse bergruimten in situ bestemd voor het opslaan van gas is verleend; dat er dus geen enkele van de facultatieve weigeringsgronden, vermeld in artikel 63/5, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, van toepassing is op de vergunningsaanvraag;
Overwegende dat de aanvrager voldoende aangetoond heeft deels over de nodige technische mogelijkheden te beschikken en hoe hij zich verder voorneemt, onder meer door samenwerking met derde partijen, de nodige technische middelen te verwerven om de voorgenomen opsporingsactiviteiten te verrichten; dat de aanvrager zelf kan voorzien in experten inzake technische uitvoering van complexe projecten voor wat betreft aspecten zoals lokale energie- en nutsvoorzieningen, veiligheid, milieu en kwaliteit bij bouwwerken en technische interventies; dat de expertise in verband met geologie en diepe boringen zal verzekerd worden door externe experten en dienstverleners in te brengen in het projectteam; dat de aanvrager een algemene contractor zal selecteren en zal voorzien in een onafhankelijke booropzichter als extra controledrempel; dat de keuze voor externe experten later bekend gemaakt zal worden, voorafgaand aan de start van de boringen, overeenkomstig artikel 63/9 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond en artikel 14/36 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten; dat de aanvrager reeds met een aantal externe partijen met relevante professionele ervaring op het vlak van diepboringen en geothermische projecten heeft samengewerkt in de voorbereidingsfase, waardoor hij in staat is om op korte termijn een performant projectteam samen te stellen;
Overwegende dat de financiering van de twee voorziene boringen verzekerd wordt door inbreng van eigen middelen van het bedrijf en door Vlaamse subsidies; dat recente jaarrekeningen van Janssen Pharmaceutica nv blijkt dat de aanvrager over voldoende financiële middelen beschikt om de voorgenomen opsporingsactiviteiten te verrichten;
Overwegende dat de manier waarop Janssen Pharmaceutica nv zich voorneemt de opsporingsactiviteiten te verrichten, beantwoordt aan een verantwoorde en efficiënte opsporing van aardwarmte en geen reden tot weigering van de vergunning uitmaakt; dat er een lang voortraject van studie van de haalbaarheid en voorbereiding van het project vooraf is gegaan aan deze aanvraag; dat specifiek aandacht gegeven werd aan de nabijheid van de ondergrondse gasopslag; dat uit verschillende onafhankelijke inschattingen en due diligence studies bleek dat de beoogde geothermische toepassing geen significante invloed op de gasopslag zou hebben; dat er voorafgaand aan deze aanvraag reeds een milieueffectenrapport (MER) opgesteld werd en een milieu- en stedenbouwkundige vergunning bekomen werd; dat er reeds gedetailleerde ontwerpen van de boringen gemaakt werden en het projectplan werd bijgestuurd; dat het project gegroeid is tot zijn huidige vorm en reeds meerdere toetsingen doorstaan heeft; dat het project beoogt aardwarmte te winnen uit de Kolenkalk en mogelijks het bovenste stuk van het Devoon in de regio Beerse; dat dankzij een eerdere geothermische boring te Merksplas-Beerse in de jaren 1980 de opeenvolging van lagen en een zeker minimum geothermisch potentieel aangetoond is; dat het nieuwe project zal toelaten het effectieve potentieel in deze regio beter te becijferen; dat puttesten zullen nagaan welk debiet en welke temperatuur haalbaar is en hoe het met de doorstroming in de omgeving van de put gesteld is; dat het doublet eerst uitgebreid getest zal worden met een tijdelijke installatie om het reservoir te karakteriseren, terwijl het warmtenet op de site stapsgewijs geïnstalleerd wordt; dat het voorgestelde plan bijgevolg voldoende geologisch onderbouwd en praktisch uitvoerbaar is; dat de theoretische inschatting van de rendabiliteit van het project een realistische kans geeft op een rendabele winning;
Overwegende dat de aanvrager in het verleden geen blijk heeft gegeven van een gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin in het kader van eerdere vergunningen of activiteiten;
Overwegende dat de aanvrager in de voorbije jaren geologisch onderzoek heeft laten uitvoeren om het potentieel en de risico's met betrekking tot het beoogde reservoir te verkennen; dat de effecten op lange termijn en de mogelijke invloed ten opzichte van de nabije gasopslag onderzocht werden; dat de aanvrager reeds geruime tijd in overleg is met de uitbater van de gasopslag, Fluxys nv, en samen met deze een onderzoeksvoorstel ingediend heeft in de Europese Horizon2020 ERANET-call "Geothermica" om de mogelijke wederzijdse interferentie en de impact samen verder uit te zoeken en te monitoren; dat de aanvrager zich voor de uitvoering van het project zal laten bijstaan door externe experten zoals een well-site geoloog met kennis van de Vlaamse diepe ondergrond en een onafhankelijke booropzichter om een veilige en efficiënte projectuitvoering te garanderen;
Overwegende dat er geen hinderlijke interferentie tussen de voorgenomen opsporingsactiviteiten en andere activiteiten in de diepe ondergrond die al vergund zijn, verwacht wordt; dat de mogelijke wederzijdse interferentie tussen de naburige ondergrondse gasopslag en de beoogde geothermische ontwikkeling bestudeerd werd door meerdere onafhankelijke experten; dat uit de resultaten van die studies zoals gerapporteerd in het kader van het MER, de milieuvergunning en deze aanvraag, bleek dat er geen significante invloed te verwachten is op de bestaande gasopslag te Loenhout; dat het evenwel vooraf niet volledig uitgesloten kan worden dat er een merkelijke invloed zou kunnen zijn op het vloeistof-gas niveau in het opslagcomplex en dat het daarom belangrijk is dat er een degelijke monitoring en interpretatie van de meetgegevens gebeurt om onafhankelijk te kunnen evalueren;
Overwegende dat het aanvraagdossier voldoende informatie bevat over de impact van de geplande activiteiten op het milieu en over de middelen die zullen worden aangewend om die impact tot een minimum te beperken; dat een opsporingsvergunning in het kader van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond in essentie gericht is op het verlenen van een exclusief recht voor het opsporen in een bepaald gebied en voor een bepaalde duur, en dus in essentie economisch van aard is; dat de milieu-impact uitvoerig en grondig getoetst wordt in het kader van het MER en de milieu-/omgevingsvergunning; dat de kans op het aantreffen van opgelost of vrij gas bij het doorboren van de diepere lagen in dit project reëel is; dat de milieuvergunning hieromtrent vermeldt dat tijdens de boring verschillende parameters opgemeten en geregistreerd moeten worden, onder meer diepte, boorsnelheid, samenstelling van boormodder, druk, voorkomen van gassen, natuurlijke radioactiviteit; dat een automatische mechanische afsluiter (Blow Out Preventer, BOP) geplaatst moet worden vanaf het doorboren van het Krijt om het boorgat af te sluiten bij plotse drukverhoging; dat de verwachte impact van de geplande activiteiten voldoende onderbouwd is voor wat betreft het criterium in artikel 63/6, 6°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond; dat het, gelet op het voorgaande, aannemelijk is dat de activiteiten op een ruimtelijk en milieutechnisch verantwoorde wijze kunnen plaatsvinden;
Overwegende dat er tot op heden geen commerciële koolwaterstofreserves aangetroffen zijn in het aangevraagde volumegebied en het zich ook niet evident leent als koolstofdioxide- of aardgasopslagreservoir; dat de aanvrager ter voorbereiding van de afbakening van het gevraagde volumegebied een dynamische modellering heeft laten uitvoeren, de mogelijke interferentie met de gasopslag heeft laten onderzoeken, bilaterale afspraken heeft gemaakt met de uitbater van de naburige ondergrondse gasopslag en due diligence studies heeft laten uitvoeren; dat de huidige gegevens niet eenduidig een efficiëntie begrenzing (niet groter dan noodzakelijk) toelaten; dat het wenselijk is in noordwestelijke richting een extra veiligheidsmarge in te bouwen en dat daarom in deze fase een ruime en conservatieve afbakening zoals voorgesteld, wordt onderschreven; dat bij de eventuele toekomstige aanvraag van een winningsvergunning de afbakening van het volumegebied kan worden verkleind tot het volume waar werkelijk invloed verwacht wordt; dat de begrenzing in de verticale zin als redelijk en efficiënt beschouwd kan worden; dat de eventuele wederzijdse interferentie tussen de gasopslag en de geothermische uitbating moet worden opgevolgd en gerapporteerd;
Overwegende dat voorzien wordt in de aanleg van een efficiënt warmtenet van de vierde generatie; dat een hoge basisenergielast op de site een goede benutting van de geothermische warmte toelaat; dat tijdens de zomer het onbenutte deel aan geothermische warmte voorzien wordt voor adsorptiekoeling; dat een cascadebenutting de efficiëntie van de geothermische toepassing verder verhoogt; dat de aanvrager verwacht dat bij het halen van het verwachte P50-debiet een CO2-reductie van 15.529 ton bereikt kan worden; dat dan bovendien een groot deel van de jaarlijkse uitstoot van 6,4 ton NOx vermeden zal kunnen worden; dat de aanvrager met bovenstaande plannen duidelijk maakt dat hij de gewonnen aardwarmte efficiënt en duurzaam zal aanwenden;
Overwegende dat een opsporingsvergunning voor aardwarmte overeenkomstig artikel 63/7, § 1, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond in de regel geldt voor een duur van vijf jaar; dat de vergunninghouder binnen deze periode reeds aardwarmte mag winnen overeenkomstig de vergunningsvoorwaarden en, indien gewenst, een winningsvergunning kan aanvragen;
Overwegende dat een opsporingsvergunning voor aardwarmte overeenkomstig artikel 63/7, § 3, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond moet aangeven voor welk volumegebied ze geldt en welke verticale projectie op het aardoppervlak daarmee overeenstemt; dat het gebied zo wordt afgebakend dat de uitoefening van de activiteiten waarvoor de vergunning is verleend, vanuit technisch en economisch oogpunt op zo goed mogelijke wijze kan plaatsvinden en tegelijk niet groter dan nodig is voor de efficiënte uitoefening van de activiteiten waarvoor de vergunning is verleend;
Overwegende dat een opsporingsvergunning voor aardwarmte overeenkomstig artikel 63/8, § 2, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond moet aangeven binnen welke periode nadat de vergunning onherroepelijk geworden is, de in de vergunning vermelde verkennings- of opsporingsactiviteiten verricht moeten worden; dat overeenkomstig artikel 63/18, § 1, 4°, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond de Vlaamse Regering een vergunning kan intrekken als de opsporings- of winningsactiviteiten gedurende minstens twee opeenvolgende jaren hebben stilgelegen;
Overwegende dat de vergunninghouder, voor hij boorgaten voor de opsporing of winning van aardwarmte aanlegt, overeenkomstig artikel 63/9, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, moet aantonen dat hij over de nodige technische en financiële middelen beschikt om de activiteiten te verrichten waarvoor de vergunning is verleend;
Overwegende dat de vergunninghouder overeenkomstig artikel 63/10 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond alle maatregelen moet nemen die redelijkerwijs van hem verwacht kunnen worden om te voorkomen dat de activiteiten waarop de vergunning slaat milieuverstoring veroorzaken, schade door bodembeweging veroorzaken, de openbare veiligheid schaden of het planmatige beheer van aardwarmte en van andere toepassingen in de ondergrond verstoren;
Overwegende dat de vergunninghouder overeenkomstig artikel 63/13 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond jaarlijks een rapport moet indienen bij de Vlaamse Regering met een overzicht van de in het voorbije jaar verrichte activiteiten en een overzicht van de in het eerstvolgende jaar geplande activiteiten;
Overwegende dat de Vlaamse Regering overeenkomstig artikel 63/14 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond de vergunninghouder kan verplichten metingen te verrichten om de kans op bodembeweging ten gevolge van de vergunde activiteiten in te schatten;
Overwegende dat de Vlaamse Regering niet standaard een meetplan, zoals bedoeld in artikel 14/38 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 15/07/2011 pub. 06/09/2011 numac 2011035717 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009 betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten sluiten tot uitvoering van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond en tot wijziging van diverse besluiten, oplegt; dat de Vlaamse Regering op elk later moment een meetplan alsnog kan opleggen, indien de opsporingsresultaten de noodzaak ervan aanwijzen;
Overwegende dat de Vlaamse Regering, overeenkomstig artikel 63/15, eerste lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, de vergunninghouder kan verplichten om een financiële zekerheid te stellen voor het dekken van de aansprakelijkheid voor de schade waarvan vermoed wordt dat ze kan ontstaan door bodembeweging als gevolg van het opsporen of het winnen van aardwarmte; dat er op dit ogenblik bij gebrek aan metingen geen reden is om de aanvrager te verplichten die financiële zekerheid te stellen, maar dat een dergelijke financiële zekerheid later alsnog opgelegd kan worden als daar reden toe lijkt te zijn; dat een vergunninghouder in elk geval met toepassing van artikel 63/25 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond van rechtswege verplicht is elke schade te vergoeden die veroorzaakt is door de activiteit waarop de vergunning betrekking heeft;
Overwegende dat de vergunninghouder geen beroep doet op artikel 63/24 van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond; dat de aangevraagde opsporingsactiviteiten alleen boringen en puttesten betreffen die uitgevoerd zullen worden op de site te Beerse die eigendom is van Janssen Pharmaceutica nv; dat bijgevolg overeenkomstig artikel 63/15, tweede lid, van het decreet van 8 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 08/05/2009 pub. 06/07/2009 numac 2009202546 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de diepe ondergrond sluiten betreffende de diepe ondergrond, geen financiële zekerheid gesteld moet worden voor het dekken van de kosten die gepaard gaan met de verwijdering, overeenkomstig artikel 63/24 in samenhang met artikel 32, § 3, van hetzelfde decreet, van alle door zijn toedoen opgetrokken gebouwen en installaties;
Overwegende dat er aanleiding toe bestaat de gevraagde vergunning te verlenen;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder vergunninghouder: Janssen Pharmaceutica nv.
Art. 2.De vergunninghouder wordt een opsporingsvergunning voor aardwarmte verleend.
Art. 3.De vergunning geldt voor een volumegebied in de diepe ondergrond, waarvan de verticale projectie op het aardoppervlak een veelhoek beschrijft met de hieronder opgesomde coördinaten gegeven in de Belgische Lambert projectie van 1972:
hoekpunt
X (m)
Y (m)
1
182176
220863
2
182656
222760
3
184891
224719
4
186783
225045
5
188069
223482
6
187410
221712
7
185051
219728
8
183228
219576
Daarbij wordt het gebied langs noordwestelijke zijde begrensd door de opsporingsomtrek die werd toegekend aan Fluxys in het koninklijk besluit van 29 september 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 september 2006, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 april 2008, waarbij aan de nv Fluxys Belgium, Kunstlaan 31, 1040 Brussel, een verlenging van de vergunningen verleend wordt voor het opsporen en exploiteren van een ondergrondse bergruimte in situ bestemd voor het opslaan van gas in de streek van Loenhout, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 4 oktober 2013.
De begrenzing in de diepte (z-coördinaat) bevindt zich langs de bovenzijde op 200 meter boven de basis van het Namuriaan en langs de onderzijde op 500 meter onder de basis van het Dinantiaan, zoals bepaald in het 3D geologisch model G3Dv2 en gepubliceerd via de Databank Ondergrond Vlaanderen.
De verticale projectie van het volumegebied op het aardoppervlak strekt zich uit over delen van de gemeenten Beerse, Vosselaar, Turnhout en Gierle, en wordt aangeduid op de topografische kaart, opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 4.§ 1. De vergunning geldt voor een duur van vijf jaar. § 2. De vergunninghouder verricht uiterlijk twee jaar na het onherroepelijk worden van de opsporingsvergunning ten minste één boring in het geothermisch reservoir. § 3. De vergunninghouder bezorgt aan de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, alle eventueel nog ontbrekende bewijsstukken dat hij over de nodige technische en financiële middelen en relevante professionele ervaring beschikt, eventueel door samenwerking met een derde partij, om de activiteiten te verrichten waarvoor de vergunning is verleend. Die verplichting geldt zowel voor de aanleg van boorgaten voor het opsporen van aardwarmte als voor de eventuele aanleg van bijkomende boorgaten voor het winnen van aardwarmte.
De vergunninghouder mag de boorgaten voor het opsporen of winnen van aardwarmte slechts aanleggen na ontvangst van de instemming van de minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, met de nodige bewijsstukken in verband met technische en financiële capaciteit, en op voorwaarde dat hij voldoet aan alle toepasselijke regelgeving en vergunningsplichten. De vergunninghouder geeft, zodra hij zijn keuze voor externe experten heeft gemaakt, inzicht in het samengestelde projectteam. Er worden in elk geval een onafhankelijke booropzichter en een well-site geoloog aangesteld en er wordt bewaakt dat er voldoende kennis is van de lokale ondergrond.
De vergunninghouder legt uiterlijk drie weken voor de start van een nieuwe boring een gedetailleerd technisch boorplan voor en, indien relevant, een geactualiseerd werkprogramma met de volgorde en het tijdsbestek van het maken van de boorgaten en het organiseren van puttesten. De vergunninghouder moet een automatische mechanische afsluiter (Blow Out Preventer, BOP) plaatsen vanaf het doorboren van het Krijt om het boorgat af te sluiten bij plotse drukverhoging.
Uiterlijk twee weken voor het organiseren van puttesten legt de vergunninghouder een plan voor van de geplande activiteiten in het kader van deze puttesten.
Art. 5.De vergunninghouder bestemt de put die geboord wordt in de beoogde breukzone, als productieput en kan deze bestemming slechts na grondige onderbouwing door middel van reële testresultaten en mits toestemming van de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, veranderen naar injectieput.
Art. 6.De vergunninghouder dient een jaarlijks rapport in bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, met een overzicht van de in het voorbije jaar verrichte activiteiten en een overzicht van de in het eerstvolgende jaar geplande activiteiten. Als er in het voorbije jaar geen activiteiten verricht zijn, of in het eerstvolgende jaar geen activiteiten gepland zijn, is de vergunninghouder niet ontslagen van zijn verplichting om dat in een jaarlijks rapport aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, te melden. Het jaarlijkse rapport wordt ingediend uiterlijk voor het einde van de derde maand nadat een jaarlijkse periode verstreken is, vanaf de datum van het besluit van de Vlaamse Regering waarbij de vergunning verleend is. In het jaarlijkse rapport vermeldt de vergunninghouder in elk geval de hoeveelheid aardwarmte die aangetoond werd en de hoeveelheid aardwarmte die in het kader van opsporing onttrokken werd aan het geothermisch reservoir. De vergunninghouder vermeldt ook het voorkomen van koolwaterstoffen en andere stoffen die onvermijdelijk meekomen met het opsporen en winnen van aardwarmte en de meetresultaten in het kader van seismiciteit, van de wederzijdse interferentie tussen de geothermische activiteiten en de nabije gasopslag en van het voorkomen van natuurlijke isotopen (NORM). De vergunninghouder deelt eventueel genomen, of te nemen, milderende maatregelen in verband met de hiervoor genoemde elementen mee.
Art. 7.De vergunninghouder stelt een financiële zekerheid ten bedrage van 125.000 euro bij het Fonds voor Landinrichting en Natuurlijke rijkdommen van het Vlaamse Gewest voor het veilig afsluiten van de boorgaten na het beëindigen of stopzetten van de activiteiten.
Art. 8.De vergunning treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.
Een afschrift van de vergunning wordt door de Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, per beveiligde zending verstuurd aan de aanvrager.
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de natuurlijke rijkdommen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 1 juni 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE
Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 tot verlening van een opsporingsvergunning voor aardwarmte aan Janssen Pharmaceutica nv in de regio Beerse Topografische kaart van de regio Beerse - Vosselaar met aanduiding van de veelhoek (paars) die de verticale projectie van het aangevraagde volumegebied op het aardoppervlak weergeeft, als vermeld in artikel 3, evenals een deel van de veelhoeken die de bestaande opsporings- en exploitatieperimeters van de gasopslag (groen) weergeven, en het geplande boortraject van de productieput (GT-01; rood) en injectieput (GT-02; blauw).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 2018 tot verlening van een opsporingsvergunning voor aardwarmte aan Janssen Pharmaceutica nv in de regio Beerse.
Brussel, 1 juni 2018.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE