Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 01 juni 2001
gepubliceerd op 28 juli 2001

Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de beroepsprocedure tegen beslissingen van het Vlaams Fonds voor de Letteren voor inbreuken van formele of procedurele aard

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2001035815
pub.
28/07/2001
prom.
01/06/2001
ELI
eli/besluit/2001/06/01/2001035815/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

1 JUNI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot regeling van de beroepsprocedure tegen beslissingen van het Vlaams Fonds voor de Letteren voor inbreuken van formele of procedurele aard


De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 19 december 1997 houdende oprichting van een Raad voor Cultuur, een Raad voor de Kunsten, een Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding en van een adviserende beroepscommissie inzake culturele aangelegenheden, inzonderheid op artikel 15bis, ingevoegd bij het decreet van 30 maart 1999, en artikel 16, § 3 en § 4;

Gelet op het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van het Vlaams Fonds voor de Letteren, inzonderheid op artikel 15, § 1 en artikel 7, § 13;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 oktober 2000;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat onmiddellijk maatregelen moeten worden genomen op het vlak van de beroepsprocedure tegen beslissingen van de Raad van Deskundigen bij het Vlaams Fonds voor de Letteren voor inbreuken van formele en procedurele aard, zodat de reeds ingestelde beroepen behandeld kunnen worden teneinde de rechten van de beroepsinstellers maximaal te kunnen waarborgen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 19 december 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De aanvrager van een subsidie bij het Vlaams Fonds voor de Letteren kan voor inbreuken van formele of procedurele aard beroep aantekenen tegen de beslissing van de Raad van Deskundigen bij de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden. § 2. Het beroep moet schriftelijk en gemotiveerd zijn en moet per aangetekende brief verzonden of tegen ontvangstbewijs bezorgd worden aan de voorzitter van de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden, Markiesstraat 1, 1000 Brussel, binnen de 3 weken na de betekening van de beslissing door het Vlaams Fonds voor de Letteren.

Art. 2.§ 1. Indien het ingediende beroep niet gemotiveerd is, te laat werd ingediend of uitsluitend inhoudelijke bezwaren bevat, dan zal de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden de onontvankelijkheid van het beroep adviseren aan het Fondsbestuur en wordt de indiener van het beroep hiervan in kennis gesteld, met vermelding van de reden waarom het beroep onontvankelijk geadviseerd werd. § 2. Indien de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden het beroep ontvankelijk acht, dan zal de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden of een daartoe bevoegde ambtenaar, het aanvraagdossier samen met het volledige administratieve dossier en de eventuele verweermiddelen, opvragen bij het Vlaams Fonds voor de Letteren. § 3. Het Vlaams Fonds voor de Letteren verzendt het dossier aan de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden binnen 5 werkdagen na ontvangst van het verzoek.

Art. 3.Indien uit het administratief dossier van het Vlaams Fonds voor de Letteren zou blijken dat een bezwaarprocedure op inhoudelijke gronden ontvankelijk verklaard werd en hangende is bij het Vlaams Fonds voor de Letteren, dan wordt de verdere afhandeling van het beroep teniet gedaan bij gebrek aan voorwerp. De indiener wordt hiervan in kennis gesteld door het secretariaat van de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden, samen met de mededeling dat na afloop van de behandeling ten gronde door de Raad van Deskundigen, zoals bepaald in artikel 15, § 1, derde lid van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van het Vlaams Fonds voor de Letteren, hij tegen die nieuwe beslissing beroep kan instellen zoals bepaald in artikel 1.

Art. 4.§ 1. De adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden bezorgt haar advies aan het Fondsbestuur van het Vlaams Fonds voor de Letteren, uiterlijk negen weken na ontvangst van het door de aanvrager ingediende beroep, zoals bepaald in artikel 1, § 2.

Het advies is met redenen omkleed. § 2. Het Vlaamse Fonds voor de Letteren kan een vertegenwoordiger afvaardigen om tijdens de behandeling van het beroep het dossier toe te lichten. De vertegenwoordiger neemt niet deel aan de beraadslaging. § 3. Bij ontstentenis van advies binnen de gestelde termijn, wordt de eerder genomen beslissing door de Raad van Deskundigen van rechtswege bekrachtigd en wordt per aangetekende brief door het Vlaams Fonds voor de Letteren aan de indiener van het beroep meegedeeld na het verstrijken van de gestelde termijn.

Art. 5.§ 1. Het Fondsbestuur neemt binnen een maand na ontvangst van het advies van de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden een beslissing over het ingediende beroep.

Indien het beroep gegrond wordt verklaard, wordt het aanvraagdossier opnieuw verwezen naar de Raad van Deskundigen van het Vlaams Fonds voor de Letteren. § 2. Het Vlaams Fonds voor de Letteren zal de indiener van het ingestelde beroep per aangetekende brief berichten over de ontvankelijkheid van het beroep en de doorverwijzing naar de Raad van Deskundigen. § 3. Het Vlaams Fonds voor de Letteren bezorgt een kopie van zijn beslissing aan de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden. § 4. De Raad van Deskundigen kan alleen een eindbeslissing nemen na ontvangst van het advies van de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden of, bij ontstentenis daarvan, na het verstrijken van de termijn, genoemd in artikel 4, § 1.

Die eindbeslissing is met redenen omkleed. Het Fondsbestuur ziet hierop toe vooraleer de eindbeslissing te bekrachtigen. § 5. Het Vlaams Fonds voor de Letteren zal binnen een redelijke termijn nadat het Fondsbestuur het advies van de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden heeft ontvangen, de eindbeslissing aan de indiener van het beroep per aangetekende brief meedelen.

Art. 6.Alle briefwisseling, met inbegrip van de adviezen, van de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden aan het Fondsbestuur, zal door het secretariaat van het Vlaams Fonds voor de Letteren ook bezorgd worden aan de vertegenwoordiger van de Vlaamse regering bij het Fondsbestuur.

De vertegenwoordiger van de Vlaamse regering ziet toe op de naleving van de bepalingen van dit besluit.

Indien het Vlaams Fonds voor de Letteren weigert in te gaan op de vragen van de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden of zijn adviezen niet, of niet tijdig, in behandeling neemt, zal hij de procedure instellen tot opschorting van de uitvoering van de eerder genomen beslissing van het Fondsbestuur die aanleiding gaf tot het beroep, opschorten, op grond van artikel 7, § 13, van het decreet van 30 maart 1999 houdende oprichting van het Vlaams Fonds voor de Letteren.

Art. 7.Behoudens wat bepaald is in dit besluit, blijven de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 17 november 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie voor culturele aangelegenheden, onverminderd van kracht, ook voor de behandeling van beroepsprocedures tegen beslissingen van het Vlaams Fonds voor de Letteren.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Beroepen die ingesteld werden voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit, worden verder behandeld volgens de regels vastgesteld in dit besluit.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Cultuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 1 juni 2001.

De minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Cultuur, Jeugd, Sport, Brusselse Aangelegenheden en Ontwikkelingssamenwerking, B. ANCIAUX

^