7 MAART 2024. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van artikel 4bis, tweede lid, van het decreet van 12 juli 1990 op de controle van de universitaire instellingen

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het decreet van 12 juli 1990 op de controle van de universitaire instellingen, artikel 4bis, tweede lid, zoals gewijzigd bij het decreet van 25 mei 2023;

Gelet op de " gendertest » van 20 november 2023 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 december 2023;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 14 december 2024;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 14 december 2023;

Gelet op het protocol nr. 593 van het Comité van sector XVII, gesloten op 25 januari 2024;

Gelet op het advies van het Directiecomité van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, gegeven op 26 februari 2024 ;

Gelet op de aanvraag om advies van de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de aanvraag om advies op 9 februari 2024 ingeschreven werd in de rol van de afdeling wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.596/2;

Gelet op de beslissing van de afdeling wetgeving van 9 februari 2024 om geen advies te geven binnen de gevraagde termijn, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Dit besluit stelt het administratief kader vast binnen het Ministerie van de Franse Gemeenschap voor het personeel dat ter beschikking wordt gesteld van de commissarissen en afgevaardigden van de regering bij de universiteiten met toepassing van artikel 4bis, tweede lid, van het decreet van 12 juli 1990 op de controle van de universitaire instellingen.

Art. 2.Elke commissaris en afgevaardigde van de regering wordt bijgestaan door medewerkers die in cellen worden verenigd.

Het kader van elke cel wordt vastgesteld als volgt : 1° de cel van de Afgevaardigde bij de "Université catholique de Louvain" bevat 1,5 betrekkingen van niveau 1 en 2 betrekkingen van niveaus 2+ of 2 ;2° de cel van de Commissaris van de Regering bij de "Université de Mons" bevat 1 betrekking van niveau 1 en 1,5 betrekkingen van niveaus 2+ of 2 ;3° de cel van de Afgevaardigde van de Regering bij de "Université libre de Bruxelles" bevat 1,5 betrekkingen van niveau 1 en 2 betrekkingen van niveaus 2+ of 2 ;4° de cel van de Afgevaardigde van de Regering bij de "Université de Namur" bevat 1 betrekking van niveau 1 en 1 betrekking van niveaus 2+ of 2 ;5° de cel van de Commissaris van de Regering bij de "Université de Liège" bevat 1,5 betrekkingen van niveau 1 en 2 betrekkingen van niveaus 2+ of 2 ;

Art. 3.De personeelsleden van de cellen van de Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering zijn personeelsleden van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap die geïntegreerd zijn in het Ministerie van de Franse Gemeenschap, hierna "het Ministerie" genoemd en zijn, onverminderd de bijzondere bepalingen van dit besluit, onderworpen aan alle regels die van toepassing zijn op de personeelsleden van het Ministerie.

Binnen het Secretariaat-Generaal van het Ministerie worden zij echter geacht een specifiek kader te vormen op het gebied van financiering en mobiliteit anders dan het kader dat verband houdt met een bevorderingsprocedure.

De financiering van de personeelsleden van de cellen van de Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering komt ten laste van de eigen begrotingsmiddelen, afzonderlijk van de wervingsplannen en andere begrotingsmiddelen die van toepassing zijn op de andere personeelsleden van het Secretariaat-generaal van het Ministerie. Zij integreert de toegang tot de loopbaan van deskundige en houdt ook rekening met de financiële gevolgen die verband houden met de toepassing van artikel 7 van dit besluit.

De mobiliteit van de personeelsleden van de cellen van de Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering naar andere diensten van het ministerie en van de personeelsleden van het ministerie naar de cellen van de Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering is onderworpen aan de voorafgaande toestemming van de Commissaris of Afgevaardigde van de Regering die verantwoordelijk is voor de cel waaraan de betrokken betrekking is verbonden en welke toestemming wordt geformuleerd rekening houdend met de goede continuïteit van het administratief kader en de opdrachten van haar dienst.

Art. 4.Voor de toepassing van de regels bedoeld in artikel 3, eerste lid, worden de Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering geacht een graad van rang 16 te hebben.

Elke Commissaris of Afgevaardigde van de Regering is lid van rechtswege van de Directieraad en van het Directiecomité van het Ministerie voor het onderzoek van individuele kwesties betreffende een personeelslid dat tot zijn cel behoort.

Als éénzelfde punt meerdere Commissarissen of Afgevaardigden van de Regering betreft, wijzen zij degene aan die hen vertegenwoordigt, waarbij de anderen, indien nodig, met raadgevende stem kunnen zetelen.

Art. 5.De personeelsleden van elke cel van de Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering worden elk toegewezen aan de dienst van één enkele Commissaris of Afgevaardigde van de Regering onder het exclusieve hiërarchische gezag waaronder hij ressorteert.

In afwijking van het eerste lid wordt, voor de bepalingen van het statuut die voorzien in de tussenkomst van twee hiërarchische meerderen, de tweede hiërarchische meerdere aangewezen door de Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering volgens de nadere werkingsregels die zij bepalen.

De Algemene directie voor ambtenarenzaken en personeelszaken van het ministerie betrekt de Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering, elk voor wat betreft zijn cel, bij elke procedure om in een betrekking van personeelslid van de cellen te voorzien.

Art. 6.De Commissarissen en Afgevaardigden van de Regering bepalen samen met de secretaris-generaal van het Ministerie de nadere regels voor de gedeelde uitoefening van de bevoegdheidsdelegaties bedoeld in de artikelen 18 tot 35 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 3 september 2020 houdende bevoegdheids- en ondertekeningsdelegatie aan de ambtenaren-generaal en aan sommige andere personeelsleden van het Ministerie van de Franse Gemeenschap.

De secretaris-generaal van het Ministerie neemt de beslissing waarin deze nadere regels voor de gedeelde uitoefening van delegaties worden geformaliseerd, waarbij in elk geval de lijst van bevoegdheden wordt vastgesteld die aan elke Commissaris en Afgevaardigde van de Regering worden gedelegeerd.

Art. 7.De leden van elke cel van de Commissarissen en Afgevaardigde van de Regering die niet tot het Ministerie behoren, maar ter beschikking worden gesteld van een Commissaris of Afgevaardigde van de Regering, blijven ter beschikking van hem gesteld volgens de nadere regels die van toepassing zijn op deze terbeschikkingstelling. Zonder in het ministerie te zijn geïntegreerd, blokkeren zij de overeenkomstige betrekkingen bedoeld in artikel 2 en geven deze vrij zodra zij ter beschikking worden gesteld.

Zodra dit besluit in werking treedt, stelt de Regering de lijst van de leden van de betrokken cellen op. Ieder betrokken lid ontvangt het uittreksel dat op hem of haar van toepassing is.

Alleen de leden van de cellen die vóór 1 juli 2023 ter beschikking worden gesteld, vallen onder de bepaling bedoeld in het eerste lid.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 7 maart 2024.

Art. 9.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 7 maart 2024.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-President, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en Onderwijs voor sociale promotie, P.-Y. JEHOLET De Vicepresident en Minister van Begroting, Ambtenarenzaken, Gelijke kansen en het toezicht op Wallonie-Bruxelles Enseignement, F. DAERDEN