Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 11 januari 2024
gepubliceerd op 23 februari 2024

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van diverse procedures inzake steun voor televisiereeksen en de werking van de Commissie Reeksen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2024001088
pub.
23/02/2024
prom.
11/01/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JANUARI 2024. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van diverse procedures inzake steun voor televisiereeksen en de werking van de Commissie Reeksen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videodelende diensten, 6.2.1-1 e.v;

Gelet op het verzoek om advies aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 ;

Overwegende dat het verzoek om advies op 13 december 2023 is ingeschreven in het register van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder nummer 75.089/4;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 14 december 2023 om geen advies uit te brengen binnen de gevraagde termijn, overeenkomstig artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Gelet op het advies van de « Chambre de concertation du cinéma » van 13 september 2023;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 7 november 2023;

Gelet op de instemming van de minister van Begroting, gegeven op 9 november 2023;

Op de voordracht van de minister van Media, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende definities: - Commissie: de « Commission Reeksen »; - decreet: het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videodelende diensten; - producent: een onafhankelijke producent die voldoet aan de definitie van artikel 1.3-1, 36°, van het decreet en die is opgericht in de vorm van een vennootschap vermeld in artikel 1:5, § 2, van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen; - Secretariaat: het "Centre du Cinéma et de l'Audiovisuel du Ministère de la Communauté française"; - Reeks: audiovisueel werk dat bestaat uit meerdere afleveringen, ongeacht de lengte, en dat voornamelijk bedoeld is voor de uitzending door een televisiedienstenuitgever. HOOFDSTUK II - Procedures voor het indienen en toekennen van steunaanvragen

Art. 2.§ 1 Steunaanvragen voor reeksprojecten worden bij het secretariaat ingediend volgens een indieningstijdschema dat het secretariaat op een duidelijke, transparante en voorspelbare manier opstelt om een optimale voorbereiding van de steunaanvragen te garanderen. § 2 Per begrotingsjaar is ten minste één indiening mogelijk. § 3 De regels betreffende de depotvoorwaarden worden vastgesteld door het secretariaat en bepalen minstens: 1° de ontvankelijkheidscriteria, inzonderheid deze bedoeld in artikel 6.2.1.-2 van het decreet; 2° de nadere regels en termijnen voor het indienen van steunaanvragen;3° de nadere regels voor de administratieve erkenning;4° de voorwaarden waaronder een project dat een negatief advies van de Commissie heeft gekregen, opnieuw mag worden ingediend, namelijk maximaal 1 nieuwe indiening voor hetzelfde project en hetzelfde soort steun;5° de voorwaarden voor betaling en verantwoording van de steun;6° de nadere regels voor de behandeling van de aanvragen.

Art. 3.Het secretariaat analyseert de ontvankelijkheid van de projecten en zendt de ontvankelijke dossiers zo spoedig mogelijk langs elektronische weg toe aan de leden van de werkgroep van de Commissie die met de analyse ervan zijn belast.

Art. 4.De Commissie brengt een met redenen omkleed advies uit over de gepastheid en het bedrag van de steun, op basis van de beoordelingscriteria bepaald in artikel 6.2.1-4, § 2, van het decreet.

Het advies over het steunbedrag houdt rekening met de lengte en het aantal afleveringen van de reeks. HOOFDSTUK III - Steunbedrag en soort steun.

Art. 5.§ 1. Het maximale steunbedrag voor het schrijven van fictie- en animatiereeksen bedraagt €25.000 voor alle afleveringen van een reeks.

Het maximale bedrag aan ontwikkelingshulp voor fictie- en animatiereeksen is €150.000 voor alle afleveringen van een reeks.

Het maximale bedrag aan productiesteun voor fictie- en animatiereeksen is €600.000 voor alle afleveringen van een reeks. § 2 Het bedrag van de schrijfsubsidie wordt afgetrokken van het bedrag van de ontwikkelingssubsidie voor dezelfde reeks. § 3 Het bedrag van de schrijfsteun dat aan de producent wordt toegekend, moet bedoeld zijn om de bezoldiging van de literaire en grafische auteurs te dekken, tot een minimumbedrag (exclusief de kosten van het model): - 85% voor fictiereeksen; - 80% voor animatiereeksen.

Het bedrag van de ontwikkelingssteun dat aan de producent wordt toegekend, moet ten minste de bezoldiging van de literaire en grafische auteurs dekken (exclusief de kosten van het model): - 67% voor fictiereeksen; - 45% voor animatiereeksen.

Art. 6.§ 1. Schrijf- en ontwikkelingssubsidies zijn subsidies.

In afwijking van het eerste lid wordt, wanneer productiesteun aan een reeks wordt toegekend nadat deze reeks schrijf- en/of ontwikkelingssteun heeft ontvangen, alle toegekende steun beschouwd als een voorschot op de ontvangsten overeenkomstig paragraaf 2. § 2 Productiesubsidies zijn voorschotten op ontvangsten die terugbetaalbaar zijn aan de eerste rang en aan de eerste euro op de netto-ontvangsten uit enige exploitatie van de reeks onder licentie aan derden in alle gebieden over de hele wereld.

De mededeling en betaling van ontvangsten zijn vereist gedurende vier jaar vanaf de datum van het eerste commerciële gebruik. § 3 Op 15 maart van elk jaar stuurt de producent het secretariaat een verklaring waarin afzonderlijk en gedetailleerd verslag wordt verleend over: 1° de haar verschuldigde bedragen;2° de werkelijk ontvangen bedragen;3° de uitgaven waarvoor zij verantwoordelijk is;4° de bedragen van de betwiste facturen;5° kopieën van verkoop- en distributiecontracten;6° de feitelijke betaling van aandelen en uitgestelde vergoedingen aan technici, sterren en artiesten. Als deze informatie niet wordt verstrekt en nadat een ingebrekestelling per e-mail met ontvangstbevestiging is verzonden en 15 werkdagen zonder gevolg is gebleven, kan de producent geen nieuw dossier meer indienen bij de Commissie Reeksen totdat hij orde op zaken heeft gesteld. § 4 De terugbetaalde bedragen moeten uiterlijk op 15 april van elk jaar en na mededeling van de in paragraaf 3 bedoelde informatie door de producent naar rata van zijn inkomsten worden overgemaakt op de rekening van het "Centre du Cinéma et de l'Audiovisuel".

De producent verbindt zich ertoe de inkomstenrechten die aan de Franse Gemeenschap zijn toegekend niet te wijzigen tussen het moment van de administratieve goedkeuring en het moment van de indiening van de exploitatie-overzichten.

In geval van een aanzienlijke daling of stijging van de uiteindelijke kosten van het audiovisuele werk, dat wil zeggen een verschil van 10% of meer tussen de goedgekeurde algemene raming en de uiteindelijke kosten, wordt het aandeel van de Franse Gemeenschap naar boven of naar beneden bijgesteld volgens de procedures van dit artikel. § 5 Het totale bedrag van de overeenkomstig paragraaf 2 gegenereerde inkomsten wordt als volgt verdeeld : - 50% naar het budget van de Commissie Reeksen; - 50% gereserveerd voor de producent van de reeks die inkomsten heeft gegenereerd voor herinvestering in een volgende reeks die steun heeft ontvangen van de Commissie. § 6 Het in § 5, tweede streepje, bedoelde bedrag wordt betaald mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1° de aanvraag moet worden ingediend uiterlijk 5 jaar na het einde van het eerste boekjaar waarvoor de exploitatierekening is opgesteld;2° de aanvraag moet worden ingediend uiterlijk op 30 juni van het jaar waarin de producent de betaling van zijn ontvangsten wenst te ontvangen;3° een eenmalig verzoek om betaling van ontvangsten kan worden gedaan op een door de producent te bepalen tijdstip, met inachtneming van de in de twee voorgaande streepjes genoemde termijnen;4° indien de producent geen aanvraag indient binnen 5 jaar na het einde van het eerste boekjaar waarin de exploitatierekening is opgesteld, wordt het voor de producent gereserveerde deel van de inkomsten toegewezen aan de begroting van de Commissie Reeksen. HOOFDSTUK IV - Betalingsprocedures, subsidiabele uitgaven en bewijsstukken.

Art. 7.De steun wordt toegekend aan de producent die hierom verzoekt.

In afwijking van lid 1 kan de begunstigde van de steun, na advies van de Commissie en met voorafgaande toestemming van de minister die verantwoordelijk is voor de media en de bij de reeks betrokken uitgevers van audiovisuele diensten, het toegekende steunbedrag geheel of gedeeltelijk overdragen aan een andere producent die voldoet aan de voorwaarden om steun te kunnen aanvragen, teneinde het schrijven, ontwikkelen of produceren van de reeks voort te zetten.

Art. 8.Het steunbedrag wordt als volgt berekend: 1° in twee schijven voor het schrijven van subsidies: - een eerste schijf van 80% na kennisgeving van het toekenningsbesluit; - een tweede schijf van 20% na voorlegging en goedkeuring door het secretariaat van de bewijsstukken bedoeld in artikel 10, § 1; 2° in twee schijven voor ontwikkelingshulp: - een eerste schijf van 80% na kennisgeving van het toekenningsbesluit; - een tweede schijf van 20% na voorlegging en goedkeuring door het secretariaat van de bewijsstukken bedoeld in artikel 10, § 1; 3° in twee schijven voor productiesteun: - een eerste schijf van 80% na kennisgeving van het in hoofdstuk V bedoelde definitieve goedkeuringsbesluit; - een tweede schijf van 20% na voorlegging en goedkeuring door het secretariaat van de bewijsstukken bedoeld in artikel 10, § 1.

Art. 9.Alleen de volgende uitgaven zijn subsidiabel: 1° voor schrijfhulpmiddelen: - vergoedingen betaald aan literaire en grafische auteurs; - uitgaven voor de verwerving van literaire en artistieke rechten en, indien van toepassing, de aankoop van rechten op archiefbeelden; - uitgaven voor expertise, documentatie en archiefonderzoek; - maximaal 10% van het cumulatief toegekende steunbedrag voor algemene kosten en het aandeel van de producent. 2° voor ontwikkelingshulp: - vergoedingen voor literaire en grafische auteurs; - uitgaven voor de verwerving van literaire en artistieke rechten en, indien van toepassing, de aankoop van rechten op archiefbeelden; - uitgaven voor animatietests; - de kosten voor het ontwerpen en produceren van een model, een teaser en media bedoeld om de eerste visuele en geluidselementen van het werk te presenteren; - uitgaven voor onderzoek en voorselectie van uitvoerende kunstenaars; - uitgaven voor expertise, documentatie en archiefonderzoek - kosten voor het lokaliseren; - uitgaven in verband met het zoeken naar financiële partners; - maximaal 10% van het steunbedrag dat voor het producentenaandeel wordt toegekend; - maximaal 7% van het toegekende steunbedrag voor algemene kosten.

Art. 10.§ 1. Ondersteunende documenten zijn onder andere: 1° een volledige analyse die het gebruik van de toegekende steun rechtvaardigt.2° bovendien voor hulpmiddelen bij het schrijven: - contract(en) van de auteur(s); - bijbel van de reeks; - de dialoogcontinuïteit van de pilot; - de beknopte behandeling van de reeks.

In aanvulling op lid 1, voor schrijfsubsidies toegekend aan animatiereeksen: - grafisch onderzoek voor de hoofdpersonages en decors; - Mood Reel ter voorstelling van de wereld van de reeks; 3° bovendien voor ontwikkelingshulp: - contract(en) van de auteur(s); - bijbel van de reeks; - de scripts voor de eerste twee afleveringen; - de sequencers voor de rest van de afleveringen; - beschrijving van de hoofdpersonen; - de eerste casting- en technische teams.

In aanvulling op het bepaalde in lid 1 geldt voor ontwikkelingshulp voor animatiereeksen: - grafisch onderzoek voor de hoofdpersonages en decors; - storyboard en gedeeltelijke animatie (in totaal 52 minuten); - een teaser van minimaal 2 minuten; 4° bovendien voor productiesteun: - de definitieve productieafrekening en het financieringsplan, naar behoren gestaafd; - een exemplaar van de reeks in de vorm van PAD PRORES ; - generieken; - een verbintenis, in de vorm van een verklaring onder ede, van de bij de reeks horende uitgever van de dienst om de lineaire uitzendrechten op het grondgebied van het Franse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad vrij te kopen, 3 jaar na de eerste uitzending van de reeks. § 2 Bewijsstukken moeten ingediend worden binnen: 1° 9 maanden na kennisgeving van de toekenningsopdracht voor het schrijven van subsidies;2° 24 maanden na kennisgeving van de toekenningsopdracht voor ontwikkelingshulp;3° 24 maanden na kennisgeving van de subsidieopdracht voor productiesteun. HOOFDSTUK V - Erkenningsprocedure

Art. 11.De productiesubsidies zijn onderworpen aan de erkenningsprocedure bepaald in het besluit van 29 maart 2012 betreffende de subsidies voor de creatie van audiovisuele werken. HOOFDSTUK VI - Commissie Afdeling 1 - Werkingsprocedures

Art. 12.De Commissie komt bijeen in werkvergaderingen. Elke werkvergadering telt vijf leden.

Art. 13.De voorzitter van de Commissie wordt benoemd door haar leden en woont alle werkvergaderingen bij, behalve in geval van overmacht.

Art. 14.Het secretariaat is verantwoordelijk voor de administratieve werking van de Commissie, inzonderheid door het organiseren van de oproepingen, het bepalen van de samenstelling van de werkvergaderingen en het opstellen van de notulen en de adviezen.

Art. 15.De Commissie brengt haar met redenen omkleed advies uit uiterlijk drie maanden na ontvangst van het volledige door het secretariaat toegezonden dossier. Minstens de helft van deze termijnen moet buiten de schoolvakantieperiodes vallen. Indien de laatste dag van de termijn op een feestdag, zaterdag of zondag valt, wordt de termijn verlengd tot de eerste werkdag.

Art. 16.§ 1. De Commissie stelt op voorstel van het secretariaat een huishoudelijk reglement op en legt dit ter goedkeuring voor aan de Regering. § 2 Deze interne regels omvatten minimaal: 1° de werkmethoden en werkvergaderingen van de Commissie;2° regels inzake quorum, aanwezigheid en stemming;3° de gevallen waarin het horen van de verzoeker verplicht is en de modaliteiten van deze hoorzitting;4° de beroepsgedragsregels en inzonderheid deze met betrekking tot belangenconflicten. Afdeling 2 - Schadeloosstellingen

Art. 17.§ 1. De leden van de Commissie ontvangen de volgende vergoedingen: 1° een vergoeding van 65 euro per halve dag werkelijke aanwezigheid op een vergadering, geïndexeerd op 1 januari van elk jaar volgens de evolutie van de gezondheidsindex.De basisindex is die van januari 2024 en de nieuwe index is die van november voorafgaand aan de indexering; 2° een leesvergoeding van: - 50 per analyse van een schrijfaanvraag; - 75 per analyse van een verzoek om ontwikkelingshulp; - 150 per analyse van een aanvraag voor productieondersteuning; 3° een tegemoetkoming in de verplaatsingskosten tussen de woonplaats en de vergaderplaats, toegekend overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 tot vaststelling van het algemeen reglement op de verplaatsingskosten (waarvoor de leden worden gelijkgesteld met personeelsleden van niveau 1), maar die de werkelijk gemaakte kosten niet mag overschrijden. § 2 Deze vergoedingen worden betaald op basis van de aanwezigheidslijst die aan het einde van elke vergadering wordt opgesteld.

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 11 januari 2024.

Art. 19.De minister bevoegd voor de media is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 januari 2024.

Voor de regering: De minister-president, belast met Internationale Betrekkingen, Sport en het Onderwijs voor Sociale Promotie, P.-Y. JEHOLET De minister van Kind, Gezondheid, Cultuur, Media en Vrouwenrechten, B. LINARD

^