24 MAART 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 tot vaststelling op 1 april 1972 van de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel van de rijksonderwijsinrichtingen, van de personeelsleden van de algemene sturingsdienst van de scholen en de psycho-medisch-sociale centra, van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, van de personeelsleden van de inspectiedienst van het correspondentieonderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs en van de gradenschalen van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat en het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de wet van 22 juni 1964 betreffende het statuut van de leden van het onderwijzend personeel van de Staat, zoals gewijzigd;

Gelet op het decreet van 10 januari 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/01/2019 pub. 26/02/2019 numac 2019040370 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de algemene inspectiedienst sluiten betreffende de Algemene Inspectiedienst;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 april 1958 betreffende het geldelijk statuut van het onderwijzend, wetenschappelijk en gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, zoals gewijzigd;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, waarbij aan de directies van de hoge schoolinrichtingen voor sociale promotie dezelfde barema's worden toegekend als aan de directies van de schoolinrichtingen voor hoger secundair onderwijs van het leerplichtonderwijs;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 juni 1974 tot vaststelling op 1 april 1972 van de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel van de rijksonderwijsinrichtingen, van de personeelsleden van de algemene sturingsdienst van de scholen en de psycho-medisch-sociale centra, van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, van de personeelsleden van de inspectiedienst van het correspondentieonderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs en van de gradenschalen van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, zoals gewijzigd;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op 3 november 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 22 december 2021;

Gelet op het syndicaal onderhandelingsprotocol in het onderhandelingscomité van sector IX, het comité voor provinciale en lokale openbare diensten - afdeling II en het onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs overeenkomstig de procedure van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 houdende organisatie van de betrekkingen tussen de overheidsoverheden en de vakbonden van de personeelsleden die onder deze besturen ressorteren, gesloten op 26 januari 2022;

Op de voordracht van de minister van Onderwijs voor sociale promotie en de minister van Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Artikel 2, Hoofdstuk F, van het koninklijk besluit van 1 april 1972 tot vaststelling van de barema's voor het personeel van de cursussen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie voor Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, wordt als volgt gewijzigd: 1° het opschrift wordt vervangen door de volgende woorden: "Over het personeel van de Algemene Inspectiedienst van het Onderwijs voor Sociale Promotie en het Afstandsonderwijs van de Franse Gemeenschap via e-learning";2° na het ambt van inspecteur van de technische en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de lagere graad wordt het volgende ambt toegevoegd: "Inspecteur van de algemene cursussen in het secundair onderwijs: a) Houder van een Masterdiploma475 ;b) Houder van een ander bekwaamheidsbewijs465;3° het ambt van "pedagogisch administrateur" wordt geschrapt.

Art. 2.In het opschrift van het koninklijk besluit van 27 juni 1974 tot vaststelling op 1 april 1972 van de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel van de rijksonderwijsinrichtingen, van de personeelsleden van de algemene sturingsdienst van de scholen en van de psycho-medisch-sociale centra, van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, van de personeelsleden van de inspectiedienst van het correspondentieonderwijs en van het gesubsidieerd lager onderwijs en van de gradenschalen van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat, worden de woorden "van de Inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, van het personeel van de Inspectiedienst" vervangen door de woorden "van de Algemene Inspectiedienst belast met het toezicht op deze inrichtingen, van het personeel van de Algemene Inspectiedienst".

Art. 3.Het opschrift van Hoofdstuk I van artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende tekst: "Over het personeel van de Algemene Inspectiedienst".

Art. 4.In artikel 2, Hoofdstuk I, van hetzelfde besluit, wordt het hele punt "A. Inspectie van het gesubsidieerd lager onderwijs" wordt geschrapt.

Art. 5.In punt B van Hoofdstuk I van artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden van het opschrift "B.Rijksinspectie van het onderwijs:" worden geschrapt; 2° na het ambt van "Inspecteur Zedenleer in het lager onderwijs" wordt het volgende ambt ingevoegd: "Inspecteur Filosofie en Burgerschap in het lager onderwijs: a) houder van een masterdiploma in de onderwijswetenschappen of een masterdiploma in de psychopedagogie, of een licentiaatsdiploma in de onderwijswetenschappen, of een licentiaatsdiploma in de voortgezette opleidingswetenschappen en -technieken, of een licentiaatsdiploma in de psychopedagogische wetenschappen, of een licentiaatsdiploma in de psychopedagogie, of een licentiaatsdiploma inzake opleidingsbeleid en psychopedagogie, of een licentiaatsdiploma inzake opleidingsbeleid en -praktijk469 b) die voor de uitoefening van een van de aanwervingsambten die tot dat ambt toegang geven, in aanmerking komen voor het barema 415 c) houder van een ander bekwaamheidsbewijs190/1";3° de woorden "Taalinspecteur 275" worden geschrapt;4° de ambtsopschriften "inspecteur bijzondere cursussen (lichamelijke opvoeding) secundair onderwijs van de lagere graad ", "inspecteur bijzondere cursussen (plastische opvoeding) secundair onderwijs van de lagere graad", "inspecteur bijzondere cursussen (muziekonderwijs) secundair onderwijs van de lagere graad", "inspecteur bijzondere cursussen (stenotypie) het secundair onderwijs van de lagere graad ", alsook de punten a), b) en c) van deze ambtsopschriften, hun barema's en overgangsstelsels, worden geschrapt;5° de volgende drie ambten en rubrieken worden ingevoegd na het ambt van inspecteur van de technische opleidingen en de beroepspraktijkvorming in het lager secundair onderwijs: "Inspecteur Technische opleidingen en de beroepspraktijk in het secundair onderwijs: a) Houder van een Masterdiploma475 b) Houder van een ander bekwaamheidsbewijs 465 Inspecteur godsdienst in het secundair onderwijs: a) Houder van een diploma op masterniveau 475 b) Houder van een bachelorsdiploma 465 Inspecteur Zedenleer in het secundair onderwijs: a) Houder van een Masterdiploma 475 b) Houder van een bachelorsdiploma 465 ;6° in het opschrift "Inspecteur Zedenleer in het secundair onderwijs en in het niet-universitair hoger onderwijs, houder van een universitair diploma" worden de woorden "in het secundair onderwijs en" geschrapt;7° in het opschrift "Inspecteur Godsdienst in het secundair onderwijs en in het niet-universitair hoger onderwijs" worden de woorden "in het secundair onderwijs en" geschrapt;8° het ambt van "Inspecteur Bijzondere cursussen in het secundair onderwijs van de hogere graad", de organieke en overgangsregeling ervan, alsook de barema's worden geschrapt;9° het ambt van "Eerstaanwezend inspecteur van het technisch onderwijs, bij wijze van overgangsmaatregel" en het barema ervan worden geschrapt;10° het ambt van "Pedagogisch administrateur" van het onderwijs voor sociale promotie en het barema ervan worden afgeschaft;11° Punt C."Inspectie van het correspondentieonderwijs" wordt geheel geschrapt.

Art. 6.De personeelsleden die de overgangsregeling genieten voor het ambt van inspecteur van bijzondere cursussen in het secundair onderwijs met volledig leerplan van de hogere graad, genieten, respectief, naargelang de ambten gewijzigd zijn in functie van algemene cursussen of in functie van technische cursussen en de beroepspraktijk, de overgangsregeling voorzien in het opschrift "Inspecteur van algemene cursussen in het secundair onderwijs van de hogere graad" of die voorzien in het opschrift "Inspecteur van technische cursussen en beroepspraktijk in het secundair onderwijs van de hogere graad en in het niet-universitair hoger onderwijs".

Art. 7.Vaste en voorlopig personeelsleden, uiterlijk op 1 september 2019 benoemd, van wie het barema na de inwerkingtreding van dit besluit minder gunstig zou zijn, kunnen hun barema behouden. Als het nieuwe barema gunstiger is, kunnen zij het genieten als zij voldoen aan de voorwaarden inzake bekwaamheidsbewijs.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2019.

Brussel, 24 maart 2022.

De Minister-President, P.-Y. JEHOLET De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor sociale promotie, Universitaire Ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, V. GLATIGNY De Minister van Onderwijs, C. DESIR