Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 04 oktober 2017
gepubliceerd op 18 januari 2018

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van de subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2017032130
pub.
18/01/2018
prom.
04/10/2017
ELI
eli/besluit/2017/10/04/2017032130/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 OKTOBER 2017. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van de subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie


DE REGERING VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP, Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;

Gelet op het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, inzonderheid op artikel 123 bis;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 09/07/2004 pub. 29/11/2004 numac 2004203346 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van de subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 april 2017;

Gelet op het advies van de Minister van Begroting, gegeven op 31 mei 2017;

Gelet op de "gendertest" van 18 mei 2017, uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 6 juli 2017 van het overlegcomité van de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra: Gelet op het onderhandelingsprotocol van 6 juli 2017 binnen het onderhandelingscomité van sector IX van het comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling II, en van het onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het advies 62.061/2/V van de Raad van State, gegeven op 13 september 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs voor Sociale Promotie, Jeugd, Rechten van de Vrouw en Gelijke Kansen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het beheer van een subregionale commissie wordt waargenomen door een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris. De mandaten, die drie jaar duren, zijn hernieuwbaar. Behalve als dit onmogelijk is, worden deze mandaten toegekend aan personeelsleden uit netten of federaties, die verschillende inrichtende machten vertegenwoordigen.

De voorzitters en ondervoorzitters worden verkozen onder de leden die de inrichtingen vertegenwoordigen bij gewone meerderheid van de aanwezige leden van de subregionale commissie, waarbij de onthoudingen niet in aanmerking komen voor de aftelling van de stemmen.

Elke subregionale commissie stelt haar secretaris uit haar leden aan.

De mandaten van de leden die de vakorganisaties vertegenwoordigen die erkend worden door de wet van 19 december 1974Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/12/1974 pub. 05/10/2012 numac 2012000586 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, duren drie jaar en zijn hernieuwbaar.

De leden die de inrichtingen vertegenwoordigen, worden aangesteld overeenkomstig artikel 123bis, § 4, derde lid, van het voornoemde decreet.

Elk lid van een subregionale commissie die de hoedanigheid verliest waarvoor hij benoemd werd, houdt op lid te zijn en wordt vervangen uiterlijk voor de volgende verplichte vergadering bedoeld in artikel 3, tweede lid, van dit besluit.

Bij overlijden, ontslag of intrekking van zijn mandaat door de vertegenwoordigde instelling, wordt het lid van een subregionale commissie vervangen uiterlijk voor de volgende verplichte vergadering bedoeld in artikel 3, tweede lid.

Op verzoek van één derde van de aanwezige leden nodigt de voorzitter elke persoon uit van wie het advies nuttig wordt geacht voor het onderzoek van een punt dat op de agenda staat. Deze persoon heeft raadgevende stem.

Art. 2.§ 1. Binnen elke subregionale commissie wordt een bureau opgericht.

Dat bureau is samengesteld uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris en de personeelsleden die zitting hebben in de instanties "zones Kwalificatieonderwijs - Opleiding Tewerkstelling".

Dat bureau wordt belast met het voorbereiden van de werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de vergaderingen van de commissie. De vergaderingen van het bureau worden niet met processen-verbaal afgesloten en vinden plaats op grond van de agenda van de vergaderingen van de subregionale commissie.

De leden van het bureau stellen een huishoudelijk reglement vast. § 2. De oprichting van het in § 1 bedoelde bureau is niet verplicht indien de subregionale commissie samengesteld is uit minder dan tien inrichtingen.

Art. 3.De voorzitter roept de leden van de subregionale commissie bijeen en stelt de agenda van de vergadering vast. Deze wordt bij de oproepingsbrief gevoegd. De oproepingsbrief moet minstens acht werkdagen vóór de vergadering worden verzonden.

Het minimumaantal vergaderingen wordt op vier per schooljaar vastgesteld. De datums van die vier verplichte vergaderingen worden door de subregionale commissie vastgesteld en door de voorzitter meegedeeld aan elk lid, aan het vast secretariaat van de algemene raad voor het onderwijs voor sociale promotie binnen de vijf dagen volgend op de datum van de vergadering waarop die datums werden vastgesteld.

De ondervoorzitter staat de voorzitter bij en vervangt hem bij afwezigheid of verhindering van deze. Bij afwezigheid of verhindering van de voorzitters en ondervoorzitters, wordt het voorzitterschap waargenomen door het oudste van de leden die de inrichtingen vertegenwoordigen.

De beslissingen die in een subregionale commissie worden genomen, worden bij consensus genomen. De vraagstukken die niet worden opgelost, worden aan de algemene raad voor het onderwijs voor sociale promotie voorgelegd. De leden van de algemene raad voor het onderwijs voor sociale promotie nemen dan een beslissing met inachtneming van de voor die instantie vastgestelde nader bepaalde regels.

Elk lid van de subregionale commissie kan punten op de agenda laten plaatsen door een verzoek vijf dagen vóór een vergadering te richten aan de voorzitter. Deze punten zullen nochtans slechts onderzocht kunnen worden bij gewone meerderheid van de leden die aanwezig zijn tijdens de vergadering; de onthoudingen komen niet in aanmerking voor de aftelling van de stemmen.

Op verzoek van de voorzitter van de algemene raad voor het onderwijs voor sociale promotie, kunnen de voorzitters van de subregionale commissies, op grond van de punten die op de agenda staan van de vergaderingen van die Raad, een vergadering van de algemene raad bijwonen.

Art. 4.Het proces-verbaal van elke vergadering, opgesteld door de secretaris en ondertekend door de voorzitter, vermeldt de namen van de aanwezige en afwezige leden.

De processen-verbaal van de vergaderingen worden aan elk lid, aan het vast secretariaat van de algemene raad voor het onderwijs voor sociale promotie en aan het bestuur van het onderwijs voor sociale promotie verstuurd binnen de veertien dagen volgend op de datum van de vergadering.

Art. 5.De eerste vergadering van elke subregionale commissie wordt bijeengeroepen door de voorzitter van de subregionale commissies die werden ingesteld bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 09/07/2004 pub. 29/11/2004 numac 2004203346 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie sluiten.

Art. 6.Elke subregionale commissie stelt een huishoudelijk reglement vast.

Art. 7.Wanneer de leden aan de vergaderingen van de subregionale commissie deelnemen, worden ze geacht in dienstactiviteit te zijn.

Art. 8.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 9 juli 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 09/07/2004 pub. 29/11/2004 numac 2004203346 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie sluiten tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie en de werking van de subregionale commissies voor het onderwijs voor sociale promotie wordt opgeheven.

Art. 9.De minister bevoegd voor het onderwijs voor sociale promotie wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 4 oktober 2017.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Onderwijs voor Sociale Promotie, Jeugd, Rechten van de Vrouw en Gelijke Kansen, I. SIMONIS

^