8 MAART 2017. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de wijze waarop de adviezen en de machtigingen bedoeld in de paragrafen 4 en 4bis van artikel 1 van de wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten betreffende de leerplicht moeten worden verstrekt

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd;

Gelet op de wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten betreffende de leerplicht, inzonderheid op artikel 1, zoals gewijzigd bij het decreet van 13 juli 1998 houdende organisatie van het kleuter- en lager onderwijs en houdende wijziging van de regeling van het onderwijs;

Gelet op het besluit van 18 mei 1999 van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de wijze waarop de adviezen en de machtigingen bedoeld in de paragrafen 4 en 4bis van artikel 1 van de wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten betreffende de leerplicht moeten worden verstrekt;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 juni 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 29 juni 2016;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van de vakbond van het Onderhandelingscomité van sector IX, van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, afdeling II, en van het Onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs, afgesloten op 26 augustus 2016;

Gelet op het overlegprotocol van het Overlegcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra erkend door de Regering, afgesloten op 26 augustus 2016;

Gelet op het raadplegingsprotocol van 12 september 2016 van de representatieve organisaties van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau overeenkomstig artikel 7, § 2, van het decreet van 30 april 2009 betreffende de Verenigingen van ouders van leerlingen en de Representatieve organisaties van verenigingen van ouders van leerlingen in de Franse Gemeenschap;

Gelet op het advies nr.60.878/2 van de wetgevingsafdeling van de Raad van State, gegeven op 15 februari 2017 op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de ouders » : de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen of die in rechte of in feite de minderjarige die onderworpen is aan de leerplicht onder hun bewaring hebben;2° « aanvullend jaar » : het jaar waarin de leerling naar school gaat in het kleuteronderwijs ten gevolge van de uitzonderlijke beslissing om het kleuteronderwijs te volgen tijdens het eerste jaar van de leerplicht. HOOFDSTUK 2. - Mogelijkheid om het eerste leerjaar van het lager onderwijs te volgen vanaf vijf jaar of om het lager onderwijs tijdens acht of negen leerjaren te volgen

Art. 2.§ 1. Het door het inrichtingshoofd te verstrekken advies ter uitvoering van artikel 1, § 4, 1°, § 4bis, 2° en 3° van de wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten betreffende de leerplicht moet aan de ouders medegedeeld worden door het hoofd van de inrichting waar het kind school loopt tijdens het schooljaar dat het jaar voorafgaat waarvoor het advies vereist is. § 2. Het door het inrichtingshoofd verstrekt - gunstig of ongunstig - advies mag in geen enkel geval de loutere weergave zijn van één enkele opinie maar moet de adviezen van al de betrokken leden van de educatieve ploeg weerspiegelen. § 3. Een attest van advies moet eveneens aan de ouders overgemaakt worden. Het moet opgemaakt zijn volgens het formulier dat als bijlage A bij dit besluit gaat en ondertekend zijn door het inrichtingshoofd.

Art. 3.§ 1. Het advies dat door het bevoegd psycho-medisch-sociaal centrum ter uitvoering van artikel 1, § 4, 1°, § 4bis, 2° en 3° van de reeds vermelde wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten verstrekt moet worden, moet aan de ouders overgemaakt worden door het centrum dat de school bedient waar de leerling school loopt tijdens het schooljaar dat het jaar voorafgaat waarvoor het advies wordt vereist. § 2. Het door het psycho-medisch-sociaal centrum verstrekt - gunstig of ongunstig - advies mag in geen enkel geval de loutere weergave zijn van één enkele opinie maar moet het resultaat zijn van de middelen die in het werk gesteld worden door de psycho-medisch-sociale ploeg volgens de kenmerken en de behoeften die eigen zijn aan elk geval. Een synthese van de vaststelling van de ploeg moet uitdrukkelijk in het individueel dossier van de leerling opgenomen worden. § 3. Een attest van advies moet eveneens aan de ouders overgemaakt worden. Het moet opgemaakt zijn volgens het formulier dat als bijlage B van dit besluit gaat en ondertekend zijn door de directeur van het bevoegde centrum.

Art. 4.Wanneer de aanvraag betrekking heeft op § 4, 1°, § 4bis, 2° en 3° van artikel 1 van de reeds vermelde wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten, vragen de ouders, na het advies van het hoofd van de inrichting en van het psycho-medisch-sociaal centrum ingewonnen te hebben, aan de schooldirectie waar zij het kind wensen in te schrijven, een formulier volgens het formulier dat als bijlage C bij dit besluit gaat, vullen het in, dateren, ondertekenen en geven het in drievoud af, samen met de adviezen van het hoofd van de inrichtingen en van het psycho-medisch-sociaal centrum, aan de school waar zij het kind wensen in te schrijven. HOOFDSTUK 3. - Mogelijkheid om het kleuteronderwijs tijdens het eerste leerjaar van de schoolplicht te volgen.

Art. 5.De ouders moeten het uitzonderlijke karakter van de aanvraag bewijzen op basis van een document dat uitgereikt werd sinds minder dan 6 maanden door een specialist (logopedist, neuroloog, kinderneuroloog, zenuwarts, neuropsycholoog, keel- neus- en oorarts, kinderarts of psychiater).

Art. 6.Na het uitzonderlijk karakter van de aanvraag te hebben bewezen, vragen de ouders de adviezen aan het hoofd van de inrichting waar de leerling school loopt tijdens het schooljaar dat het jaar voorafgaat waarvoor het advies wordt vereist en van het psycho-medisch-sociaal centrum van de school vóór 15 mei van het lopende schooljaar.

Art. 7.Het door het inrichtingshoofd verstrekt - gunstig of ongunstig - advies moet aan de ouders bezorgd worden en moet conform zijn aan het formulier dat als bijlage A gaat en moet verplicht samen met, ten minste, een gedifferentieerd leerplan gaan met, voor de betrokken leerling, de volgende gemotiveerde elementen : a) het omstandig advies van de titularis van het kind;b) een duidelijke nadruk op de concrete moeilijkheden en de verwachte bekwaamheden die niet bereikt werden tijdens, ten minste, het schooljaar dat het jaar voorafgaat waarvoor het advies wordt vereist;c) een concreet systeem voor hulpverlening (concrete nadere regels voor de toepassing van strategieën voor inclusie en differentiatie) dat intern is aan de ingestelde schoolinrichting (in overleg met, tenminste, de klastitularissen, de directie van de school, de psycho-medisch-sociale centra en de ouders) tijdens het schooljaar dat het jaar voorafgaat waarvoor het advies wordt vereist;d) de duidelijke concrete hulpverlening aan de wettelijke verantwoordelijken tijdens het schooljaar dat het jaar voorafgaat waarvoor het advies wordt vereist;e) de nauwkeurige en concrete doelstellingen die bereikt moeten worden na het aanvullend jaar;f) het begeleidingssysteem (concrete nadere regels voor de toepassing van strategieën inzake inclusie en differentiatie) dat intern is aan de schoolinrichting en dat ingesteld zal worden (in overleg met ten minste de klastitularissen, de directie van de school, het psycho-medisch-sociaal centrum en de ouders) tijdens het aanvullend jaar om de gestelde doelstellingen te bereiken;g) het opvolgingsproces van het systeem tijdens het aanvullend jaar;h) het evaluatieproces halverwege en na het aanvullend jaar;i) de lijst van de interne en externe personen die aan het proces deelnemen (met ten minste de klastitularissen - vorig jaar en aanvullend jaar-, de directie van de school, het psycho-medisch-sociaal centrum en de ouders) alsook de beschrijving van hun tussenkomsten.

Art. 8.§ 1. Het advies dat door het bevoegd psycho-medisch-sociaal centrum verstrekt moet worden, moet aan de ouders overgemaakt worden door het centrum dat de school bedient waar de leerling school loopt tijdens het schooljaar dat het jaar voorafgaat waarvoor het advies wordt vereist. Bij gebrek aan een dergelijk centrum moet dit advies door het psycho-medisch-sociaal centrum verstrekt worden dat de school bedient waar de leerling zich laat inschrijven. § 2. Het - gunstig of ongunstig - advies dat conform is aan het formulier dat als bijlage B gaat, moet gemotiveerd worden en mag in geen enkel geval de loutere weergave zijn van één enkele opinie maar moet het resultaat van de middelen zijn die door de psycho-medisch-sociale ploeg aangewend worden in functie van de kenmerken en de behoeften die eigen zijn aan elk geval. Een synthese van de vaststellingen van de ploeg moet uitdrukkelijk voorkomen in het individueel dossier van de leerling, zoals bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra.

Art. 9.De ouders, na de adviezen van het hoofd van de inrichting en van het psycho-medisch-sociaal centrum ingewonnen te hebben, vragen aan de schooldirectie waar zij het kind wensen in te schrijven, een formulier conform het formulier dat als bijlage C gaat, vullen het in, dateren, ondertekenen. De directie van de school waar de ouders hun kind wensen in te schrijven, stuurt, met het attest beschreven in artikel 5 en de ingevulde bijlagen A, B en C, het volledig advies van de directeur van de schoolinrichting en het volledig advies van het psycho-medisch-sociaal centrum aan de Algemene Inspectiedienst vóór 30 mei van het lopende schooljaar

Art. 10.Na ontvangst van de documenten opgenomen in artikel 9 wijst de Algemene Inspectiedienst een inspecteur(trice) aan van het kleuteronderwijs verschillend van de Inspectiesector waaronder de school ressorteert voor de toepassing van artikel 11, § 1 en § 2, van dit besluit.

Art. 11.§ 1. Op basis van de bijlagen A, B, C, van de aanvraag van de ouders, van het attest bedoeld in artikel 5, van de gemotiveerde adviezen van de directeur van de schoolinrichting en van het psycho-medisch-sociale centrum, laat de aangestelde inspecteur(trice) toe of weigert ze het bezoek van het kleuteronderwijs tijdens het eerste jaar van de leerplicht. § 2. De aangestelde inspecteur(trice) kan de ouders horen. Hij geeft zijn met redenen omklede beslissing binnen de 10 werkdagen na de ontvangst van de aanvraag. Indien de beslissing niet binnen deze termijn gegeven wordt, wordt de beslissing om het kleuteronderwijs tijdens het eerste jaar van de schoolplicht te volgen, beschouwd als toegestaan te worden. HOOFDSTUK 4. - Beroep tegen het ongunstig advies over de mogelijkheid om het kleuteronderwijs tijdens het eerste leerjaar van de schoolplicht te volgen.

Art. 12.§ 1. De Regering richt een Raad van beroep op. § 2. De Raad van beroep is samengesteld uit de voorzitter die stemgerechtigd is, elf werkende leden en een secretaris gekozen onder de leden van de Diensten van de Regering.

Hij wordt voorgezeten door een inspecteur die behoort tot de Algemene Inspectiedienst van het kleuteronderwijs aangesteld door de Coördinerend inspecteur-generaal; de plaatsvervanging van de voorzitter wordt waargenomen door een inspecteur die behoort tot de Algemene Inspectiedienst van het gespecialiseerd onderwijs aangesteld door de Coördinerend inspecteur-generaal.

Naast zijn voorzitter is de Raad van beroep samengesteld uit de vertegenwoordigers van de onderwijsinrichtingen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, aangesteld door de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs van de P.M.S.-centra: 1° drie leerkrachten en drie directeur(trice) van het gewoon kleuteronderwijs;2° een lid van het gespecialiseerd onderwijs;3° een lid van het gewoon lager onderwijs;4° een lid van de psycho-medisch-sociale centra;5° twee leden aangesteld door de representatieve verenigingen van ouders van leerlingen op gemeenschapsniveau; § 3. Er wordt voor elk werkend lid, een plaatsvervangend lid voorzien dat tot dezelfde categorie en hetzelfde niveau onderwijs behoort als het werkend lid. Zowel wat betreft de werkende leden als de plaatsvervangende leden wordt een evenwicht gevonden tussen het officieel onderwijs en het vrij onderwijs, enerzijds, en tussen het confessioneel onderwijs en het niet-confessioneel onderwijs, anderzijds. § 4. De leden worden door de Regering voor een periode van vier jaar benoemd. Hun mandaat is hernieuwbaar. Bij vacantverklaring vóór het verstrijken van een mandaat voleindigt de plaatsvervanger het betrokken mandaat en wordt een nieuw lid tot plaatsvervanger aangesteld. Elk lid dat de hoedanigheid verliest waarvoor het benoemd werd, of dat meer dan voor de helft van de zittingen van het schooljaar afwezig was, maakt niet meer van deel uit de Raad van beroep. § 5. De Raad van beroep beraadslaagt en beslist geldig indien de meerderheid van de leden aanwezig is. Nochtans, wanneer de bijeengeroepen Raad van beroep het vereiste aantal leden niet verenigt, kan hij, na een nieuwe bijeenroeping, geldig beraadslagen en beslissen over hetzelfde onderwerp ongeacht het aantal aanwezige leden. De leden zijn gehouden aan het beroepsgeheim van de dossiers en de beraadslagingen van de Raad van beroep. § 6. De beslissingen worden genomen bij meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter beslissend. § 7. Het beroep moet binnen de 5 werkdagen, per aangetekende brief, bij de administrateur-generaal van het Onderwijs ingediend worden. § 8. Een afschrift van het beroep moet gelijktijdig aan de schooldirectie gestuurd worden. § 9. Het beroep moet een nauwkeurige motivering bevatten. De ouders zullen de specifieke reden(en) duidelijk vermelden waarom ze de beslissing betwisten. De ouders zullen een afschrift van de beslissing voegen die de inspectie hen meegedeeld heeft, alsook de stukken die ze nuttig achten.

Art. 13.§ 1. Bij ontvangst van het beroep bezorgt de Administrateur-generaal het aan de Raad van beroep. § 2. De Raad van beroep verzoekt de inspecteur en de directeur van de schoolinrichting hem elk document te bezorgen dat hij nuttig acht om zijn beslissing te nemen. Hij kan elke persoon horen die hij nuttig acht. § 3. De beslissingen van de Raad van beroep steunen op : 1° de motivering van het beroep overeenkomstig artikel 12, § 9 van dit besluit;2° het attest beschreven in artikel 2, de bijlagen A, B en C alsook de volledige adviezen van de directeur van de schoolinrichting en van het psycho-medisch-sociaal centrum;3° de gemotiveerde beslissing van de Algemene Inspectiedienst;4° de overeenstemming tussen de bekwaamheden verworven door de leerling en de bekwaamheden na de eerste stap van het leerplichtonderwijs, zoals bedoeld in het decreet van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2001 pub. 23/08/2001 numac 2001029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bekrachtiging van de eindtermen zoals bedoeld in artikel 16 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren en tot organisatie van een procedure voor beperkte afwijking sluiten tot bekrachtiging van de eindtermen zoals bedoeld in artikel 16 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren en tot organisatie van een procedure voor beperkte afwijking;5° elk document (of verhoor van personen) dat nuttig wordt geacht door de Beroepscommissie. § 4. De Raad van beroep zetelt ten laatste tussen 15 en 30 juni van het lopende schooljaar. § 5. De beslissing van de Raad van beroep wordt door de Administratie aan de verzoeker meegedeeld.

Art. 14.Elke schoolinrichting die de inschrijving aanvaardt van een kind in een aanvullend jaar, zorgt dat dit kind een document voorlegt waarin de gunstige toelating van de inspectie of de Raad van beroep vermeld wordt, zal niet toegelaten worden om die leerling bij te tellen. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 15.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 mei 1999Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 18/05/1999 pub. 27/10/1999 numac 1999029384 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de wijze waarop de adviezen en de machtigingen bedoeld bij de paragrafen 4 en 4bis van artikel 1 van de wet van 29 juni 1983 betreffende de leerplicht moeten worden verstrekt sluiten tot vaststelling van de wijze waarop de adviezen en de machtigingen bedoeld bij de paragrafen 4 en 4bis van artikel 1 van de wet van 29 juni 1983Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1983 pub. 25/01/2011 numac 2011000012 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de leerplicht. - Duitse vertaling sluiten betreffende de leerplicht moeten worden verstrekt, wordt opgeheven.

Art. 16.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het ondertekend wordt.

Art. 17.De Minister bevoegd voor het Basisonderwijs is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 maart 2017.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Onderwijs, M.-M. SCHYNS