Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 11 mei 2016
gepubliceerd op 01 juli 2016

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de modellen van de attesten en getuigschriften die de studies in het alternerend secundair onderwijs bekrachtigen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2016029290
pub.
01/07/2016
prom.
11/05/2016
ELI
eli/besluit/2016/05/11/2016029290/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 MAI 2016. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de modellen van de attesten en getuigschriften die de studies in het alternerend secundair onderwijs bekrachtigen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 3 juli 1991 houdende regeling van het alternerend secundair onderwijs, inzonderheid op artikel 9, 9ter, 11 en 12;

Gelet op de conclusies van de werkgroep van de algemene raad voor fytolicenties van 18 december 2014;

Overwegende dat modellen van kwalificatiegetuigschriften moeten worden vastgesteld die de fytolicentieniveaus, overeenstemmend met de betrokken studierichtingen, vermelden;

Overwegende dat de nadere regels voor het invullen van de attesten, verslagen en getuigschriften moeten worden bijgewerkt;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 september 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 10 september 2015;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van het onderhandelingscomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het gesubsidieerd onderwijs en de door de Regering erkende gesubsidieerde P.M.S.-centra, gesloten op datum van 14 oktober 2015;

Gelet op het advies nr. 58.841/2 van de Raad van State, gegeven op 17 februari 2016, met toepassing van artikel 84, lid 1, 2° van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.De attesten A, B en C, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het decreet van 3 juli 1991 houdende regeling van het alternerend secundair onderwijs, worden overeenkomstig de in de bijlagen 1 tot 12 vermelde modellen opgemaakt.

Art. 2.Het verslag over de competenties verworven op het einde van het 1e leerjaar van de 2e graad van het beroepsonderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 13 vermelde model opgemaakt.

Art. 3.. Het attest van deeltijdse lesbijwoning als regelmatig ingeschreven leerling, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 14 vermelde model opgemaakt.

Art. 4.Het attest van lesbijwoning als vrije leerling, uitgereikt met toepassing van artikel 26 van het decreet van 21 november 2013 tot organisatie van verschillende schoolstelsels ter bevordering van het welzijn van jongeren op school, schoolherinschakeling, preventie van geweld op school en begeleiding van studieoriëntatie, wordt overeenkomstig het in bijlage 15 vermelde model opgemaakt.

Art. 4bis.Het attest van lesbijwoning als vrije leerling om een andere reden dan het overschrijden van de 20 halve dagen ongewettigde afwezigheid, wordt overeenkomstig het in bijlage 15 bis vermelde model opgemaakt.

Art. 5.Het getuigschrift van alternerend secundair beroepsonderwijs van de 2e graad, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 15 vermelde model opgemaakt.

Art. 6.Het attest van beroepsbekwaamheid van de tweede graad van het beroepsonderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 10 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 17 vermelde model opgemaakt.

Art. 7.Het getuigschrift van onderwijs van het 6e leerjaar van het alternerend secundair beroepsonderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 18 vermelde model opgemaakt.

Art. 8.§ 1. Het kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het alternerend secundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 19 vermelde model opgemaakt. § 2. Het kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het secundair onderwijs : 1° in de studierichting "Landbouwtechnicus", wordt overeenkomstig het in bijlage 20 vermelde model opgemaakt;2° in de studierichting "Tuinbouwtechnicus", wordt overeenkomstig het in bijlage 21 vermelde model opgemaakt;3° in de studierichting "Technisch beambte natuur en bossen", wordt overeenkomstig het in bijlage 22 vermelde model opgemaakt;4° in de studierichting "Technicus landbouwuitrusting", wordt overeenkomstig het in bijlage 23 vermelde model opgemaakt;5° in de studierichting "Geschoold landbouwwerkman", wordt overeenkomstig het in bijlage 24 vermelde model opgemaakt;6° in de studierichting "Geschoold tuinbouwwerkman", wordt overeenkomstig het in bijlage 25 vermelde model opgemaakt.

Art. 9.Het studiegetuigschrift van het 7e leerjaar van het alternerend secundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 18 vermelde model opgemaakt.

Art. 10.§ 1. Het kwalificatiegetuigschrift van het zevende leerjaar van het alternerend secundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 27 vermelde model opgemaakt. § 2. Het kwalificatiegetuigschrift van het zevende leerjaar van het alternerend technisch secundair onderwijs, in de studierichting "Beheerder van de natuurlijke rijkdommen en bossen", wordt overeenkomstig het in bijlage 28 vermelde model opgemaakt.

Art. 11.Het attest van aanvullende competenties, gevoegd bij het kwalificatiegetuigschrift van het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, in het technisch kwalificatieonderwijs, wordt overeenkomstig het in bijlage 29 vermelde model opgemaakt.

Art. 12.§ 1. Het kwalificatiegetuigschrift dat specifiek is voor het alternerend beroepssecundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 bis van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 30 vermelde model opgemaakt. § 2. Het kwalificatiegetuigschrift dat specifiek is voor het alternerend beroepssecundair onderwijs : 1° in de studierichting "polyculteur", wordt overeenkomstig het in bijlage 31 vermelde model opgemaakt;2° in de studierichting "arbeider voor aanleg en onderhoud van parken en tuinen", wordt overeenkomstig het in bijlage 32 vermelde model opgemaakt;3° in de studierichting "arbeider groenteteelt onder dak of in akkerbouw", wordt overeenkomstig het in bijlage 33 vermelde model opgemaakt;4° in de studierichting "arbeider boomkwekerij", wordt overeenkomstig het in bijlage 34 vermelde model opgemaakt;5° in de studierichting "arbeider fruitteelt", wordt overeenkomstig het in bijlage 35 vermelde model opgemaakt;6° in de studierichting "arbeider bloemen- en ornamentele cultuur", wordt overeenkomstig het in bijlage 36 vermelde model opgemaakt.

Art. 13.Het attest van aanvullende competenties, gevoegd bij het kwalificatiegetuigschrift van het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, in het beroepsonderwijs, wordt overeenkomstig het in bijlage 37 vermelde model opgemaakt.

Art. 14.Het attest van validatie van een eenheid van leerresultaten, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 38 vermelde model opgemaakt.

Art. 15.Het attest van oriëntatie naar het aanvullende leerjaar van de derde kwalificatiegraad (A3G), uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 39 vermelde model opgemaakt.

Art. 16.Het getuigschrift van hoger secundair onderwijs van het alternerend secundair technisch kwalificatieonderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 40 vermelde model opgemaakt.

Art. 17.Het getuigschrift van hoger secundair onderwijs van het alternerend beroepssecundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 9 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 41 vermelde model opgemaakt.

Art. 18.Het getuigschrift van basisbeheer, uitgereikt met toepassing van artikel 12 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 42 vermelde model opgemaakt.

Art. 19.Het attest van regelmatige lesbijwoning, uitgereikt met toepassing van artikel 11 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 43 vermelde model opgemaakt.

Art. 20.Het attest van wederinschakeling in het gespecialiseerd onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 10 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 45 vermelde model opgemaakt.

Art. 21.Het attest van wederinschakeling in het gewoon secundair onderwijs, uitgereikt met toepassing van artikel 10 van het voormelde decreet van 3 juli 1991, wordt overeenkomstig het in bijlage 45 vermelde model opgemaakt.

Art. 22.§ 1. De attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten moeten worden ondertekend voordat ze aan het Ministerie van de Franse Gemeenschap worden overgezonden, met uitzondering van de getuigschriften van hoger secundair onderwijs, kwalificatiegetuigschriften en studiegetuigschriften, die door het inrichtingshoofd pas na de overzending ervan door het Ministerie, en vóór de overzending ervan aan de titularis, moeten worden ondertekend. § 2. Het komt de inrichtende macht, in het gesubsidieerde onderwijs, of de adjunct-directeur-generaal van de algemene dienst voor het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, toe te bepalen wie wordt belast met de ondertekening van de attesten, verslagen, getuigschriften en brevetten bij verhindering wegens overmacht van het inrichtingshoofd.

Art. 23.De attesten en getuigschriften moeten overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde modellen worden afgedrukt. De getuigschriften worden in A4-formaat afgedrukt op een papier met een minimaal gramgewicht van 135 gram, met uitzondering van het getuigschrift van hoger secundair onderwijs waarvoor het minimaal gramgewicht op 180 gram wordt vastgesteld. Elk van de getuigschriften van hoger secundair onderwijs vermeldt in de linkerbenedenhoek een barcode met dertien cijfers waarvan de eerste twee cijfers het burgerlijk jaar vermelden waarin het getuigschrift wordt uitgereikt, de volgende vijf cijfers het FASE-nummer (Fichier-Adresses-Structures-Etablissement = Bestand-Adressen-Structuren-Inrichting) vermelden van de schoolinrichting die het bekwaamheidsbewijs heeft uitgereikt en de laatste zes cijfers naar een volgordenummer van de leerling die houder is van het bekwaamheidsbewijs verwijzen.

Art. 24.In alle modellen verwijzen de nummers tussen haakjes naar de onderrichtingen die in bijlage 46 voorkomen, met uitzondering van de modellen vermeld in de bijlagen 38 en 39 waarvan de nummers tussen haakjes verwijzen naar de onderrichtingen die in bijlage 47 voorkomen.

In alle modellen worden de enige nationaliteitsafkortingen die kunnen worden ingeschreven in bijlage 49 vermeld. In alle modellen worden de enige gemeenten die kunnen worden ingeschreven in bijlage 50 vermeld.

Art. 25.De lijst van de gegroepeerde basisopties vermeld in de bijlagen 38 en 39 wordt in bijlage 48 vermeld.

Art. 26.In de modellen wordt in de tweede graad en in de derde graad van het technisch kwalificatie- en beroepsonderwijs met het woord "studierichting" de gegroepeerde basisoptie bedoeld.

Art. 27.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 juni 2002 tot vaststelling van de modellen van de attesten en getuigschriften die de studies in het alternerend secundair onderwijs bekrachtigen, wordt opgeheven.

Art. 28.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2015, met uitzondering van de artikelen 8, § 2, 10, § 2, en 12, § 2, en de bijlagen 20 tot 25, 28, en 31 tot 36, die vanaf 1 juni 2016 in werking treden.

Art. 29.De Minister bevoegd voor het leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 mei 2016.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Onderwijs en Kind, Mevr. M.-M. SCHYNS

^