Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 15 oktober 2014
gepubliceerd op 22 oktober 2014

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de werkingswijze van de commissie belast met het ontvangen van klachten van studenten betreffende een weigering om inschrijving

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2014029656
pub.
22/10/2014
prom.
15/10/2014
ELI
eli/besluit/2014/10/15/2014029656/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 OKTOBER 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de werkingswijze van de commissie belast met het ontvangen van klachten van studenten betreffende een weigering om inschrijving


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, inzonderheid op artikel 97;

Gelet op het overleg met de inrichtende machten, gepleegd op 22 september 2014;

Gelet op het overleg met de representatieve studentenverenigingen op gemeenschapsniveau van 22 september 2014;

Gelet op het advies van de « ARES » van 23 september 2014;

Gelet op het advies nr. 56.717/2 van de Raad van State, gegeven op 14 oktober 2014 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de inwerkingtreding op 14 september 2014 van artikel 97 van het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, waarbij een commissie belast met het ontvangen van klachten van studenten betreffende een weigering om inschrijving bedoeld in artikel 96 van hetzelfde decreet, wordt opgericht. De bovenvermelde commissie stelt zich in de plaats van de tot dan toe bestaande rechtsmiddelen. Bijgevolg is het absoluut noodzakelijk dat de studenten zo vlug mogelijk over een beroep bij deze Commissie beschikken om, in voorkomend geval, hun inschrijving voor het academiejaar 2014-2015 te kunnen bekrachtigen;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° decreet : het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies;2° ARES : de « Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur » bedoeld in artikel 20 van het decreet;3° Commissie : de commissie belast met het ontvangen van klachten van studenten betreffende een weigering om inschrijving bedoeld in artikel 97 van het decreet;4° Raad : één van de raden van de Commissie bedoeld in artikel 97, § 2, tweede lid, van het decreet;5° werkdag : elke dag van de week met uitzondering van zaterdag, zondag en de wettelijke feestdagen.

Art. 2.De Commissie kan één of meer raden bevatten. Nochtans mag geen enkele raad zijn bevoegdheid beperken tot een specifiek hoger onderwijs.

Art. 3.De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement vast, alsook haar reglement voor de verdeling van aangelegenheden. Dit reglement kan de nadere regels bepalen voor de vormvoorschriften die vervuld moeten worden door de verzoeker en door de instellingen in de procedures bij de Commissie.

Art. 4.Onder de leden bedoeld in artikel 2 stelt de Regering voor elke Raad een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter aan. De Regering stelt een voorzitter en een plaatsvervangende voorzitter van de Commissie aan. De voorzitter en de plaatsvervangende voorzitter van de Commissie mogen voorzitter of plaatsvervangende voorzitter van een Raad zijn.

Art. 5.De « ARES » stelt onder haar personeelsleden een secretaris aan die het secretariaat van de Commissie en van de Raden waarneemt.

De secretaris woont de vergaderingen en beraadslagingen van de Commissie of van de Raden bij, zonder stemgerechtigd te zijn.

Art. 6.De leden worden door de voorzitter ontheven indien ze een persoonlijk en functioneel belang hebben in de betwisting of indien ze bloed- of aanverwanten van de verzoeker in de rechte lijn zijn.

Art. 7.De Commissie wordt bij verzoekschrift aanhangig gemaakt. De klachten worden bij aangetekende brief ingediend, ter attentie van de Secretaris van de Commissie overeenkomstig artikel 97, § 3, derde lid, van het decreet, waarbij de datum van neerlegging van de ter post aangetekende brief als bewijs geldt.

De termijn bedoeld in artikel 97, § 3, derde lid, van het decreet om het verzoekschrift bij de Commissie in te dienen, loopt vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de aangetekende brief voor de mededeling van de verwerping van het interne beroep bedoeld in artikel 96, § 2, van het decreet.

Art. 8.Het persoonlijke verzoekschrift vermeldt : 1° op straffe van onontvankelijkheid, de identiteit van de verzoeker, zijn woonplaats, zijn telefoonnummers, zijn elektronische adres, en zijn handtekening;2° op straffe van onontvankelijkheid, het duidelijke voorwerp van het beroep en de niet-academische aangevoerde redenen om de beslissing van de instelling te betwisten;3° de wettelijke benaming van de instelling voor hoger onderwijs die aan de basis ligt van de weigering om inschrijving;4° het afschrift van de bekendmaking van de weigering om inschrijving bedoeld in artikel 96, § 1, van het decreet;5° op straffe van onontvankelijkheid, het afschrift van de bekendmaking van de verwerping van het interne beroep bedoeld in artikel 96, § 2, van het decreet;6° de volledige lijst van alle inschrijvingen voorafgaand aan de hogere studies, zowel binnen als buiten de Franse Gemeenschap, en een overzicht van de studiepunten en, in voorkomend geval, van de examens voor de toegang tot studies, bij elke zittijd georganiseerd tijdens de vijf vorige academische jaren.

Art. 9.De verzoeker kan stukken die hij nodig acht bij zijn verzoekschrift voegen. Hij kan slechts bijkomende stukken aan het dossier later toevoegen als deze hem onbekend voorkwamen op het ogenblik van de indiening van het verzoekschrift. De toevoeging van bijkomende stukken verlengt niet de termijnen van de procedure.

De Secretaris schrijft elk ingediende beroep in een register in. Wordt opgenomen de inventaris van de stukken waaruit het verzoekschrift bestaat. De dag van de indiening van het verzoekschrift bij de Commissie bezorgt de secretaris een afschrift van het verzoekschrift, bij gewone post of langs elektronische weg, aan de betrokken instelling voor hoger onderwijs. De betrokken instelling voor hoger onderwijs stuurt onmiddellijk aan de Commissie een afschrift van het volledige dossier van de interne procedure en elk element dat ze nuttig zou achten.

Art. 10.De Secretaris wordt belast, onder het gezag van de voorzitter van de Commissie, met het nakijken van de aanlegging van het dossier.

Art. 11.Wanneer er verschillende Raden zijn, verdeelt de Voorzitter van de Commissie de aangelegenheden overeenkomstig het reglement van de Commissie. Om aan de behoeften van de dienst te beantwoorden, kan hij een gedeelte van de aangelegenheden die aan één Raad toevertrouwd worden onder de andere Raden van de Commissie verdelen.

Art. 12.Bij de aanlegging van het dossier kan de Secretaris, onder het gezag van de Voorzitter, aan de instelling bedoeld bij het verzoekschrift of aan elke andere instelling voor hoger onderwijs, alsook aan de Commissarissen en Afgevaardigden bij deze instellingen, aan de « ARES » of aan de Administratie van de Franse Gemeenschap, bijkomende stukken vragen die de aangevoerde elementen in het verzoekschrift kunnen bevestigen of nietig verklaren. Deze stukken worden bij het dossier gevoegd en een elektronisch afschrift wordt aan de verzoeker bezorgd en, in voorkomend geval, aan de betrokken instelling voor hoger onderwijs en dit, ten laatste 48 uur vóór de zitting van de bevoegde raad.

Art. 13.De Commissie of elke Raad beslist over de stukken.

De Commissie of elke Raad spreekt zich uit over de ontvankelijkheid van het verzoekschrift en beslist en beraadslaagt daarna onmiddellijk achter gesloten deuren.

De Commissie of elke Raad beslist en beraadslaagt geldig indien de Voorzitter en ten minste drie leden aanwezig zijn. De beslissingen worden bij consensus genomen en bij gebreke hieraan bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de Voorzitter beslissend.

De beslissingen worden genomen onmiddellijk na de beraadslaging.

Art. 14.De beslissingen van de Commissie worden gemotiveerd.

De Commissie of elke Raad beoordeelt of de door de verzoeker aangevoerde elementen die de aanvraag om inschrijving gunstig kunnen beïnvloeden, niet in aanmerking werden genomen bij het interne beroep bedoeld in artikel 96, § 2, van het decreet.

Art. 15.De behandeling van het verzoekschrift door de Commissie of door elke Raad leidt tot een gemotiveerde beslissing : - ofwel van onontvankelijkheid; - ofwel van bevestiging van de beslissing van de weigering om inschrijving genomen door de instelling; - ofwel van nietigverklaring van de weigering om inschrijving door de instelling.

In dit laatste geval beveelt de Commissie of elke Raad de instelling om verder te gaan met de procedure van inschrijving, zonder dat de betrokken instelling niet opnieuw dezelfde reden van weigering om inschrijving kan inroepen. De Commissaris of Afgevaardigde bij de instelling wordt belast met de controle op de uitvoering van deze beslissing. Hij controleert ofwel dat de verzoeker een inschrijving geniet, ofwel dat de instelling een andere reden tot weigering inroept dan deze die voorafgaandelijk naar voren wordt gebracht.

Art. 16.De beslissing van de Commissie wordt aan de verzoeker en aan de instelling bij gewone post en langs elektronische weg meegedeeld en dit, ten laatste de vijfde werkdag volgend op de dag van de beraadslaging. Een afschrift wordt ook langs elektronische weg meegedeeld aan de Commissaris of de Afgevaardigde bij de instelling.

De beslissingen die genomen worden door de Commissie worden in een register opgenomen. De verzoeker en de betrokken instelling kunnen een afschrift van de beslissing bij het secretariaat van de Commissie afhalen.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking voor het academiejaar 2014-2015.

Art. 18.De Minister van Hoger Onderwijs en de Minister van Onderwijs voor sociale promotie, zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 15 oktober 2014.

De Minister-President, Rudy DEMOTTE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, Onderzoek en Media, Jean-Claude MARCOURT De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, Jeugd, Vrouwenrechten en Gelijke kansen, Isabelle SIMONIS

^