8 MEI 2014. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van e-learning-onderwijsactiviteiten door het onderwijs voor sociale promotie

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, zoals gewijzigd bij het decreet van 20 juni 2013 houdende diverse maatregelen betreffende het onderwijs voor sociale promotie waarbij de sturingsorganen ervan worden bepaald en waarbij e-learning in haar onderwijsaanbod geïntegreerd wordt, inzonderheid op artikel 120, § 1;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 december 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 februari 2014;

Gelet op de Onderhandelingsprotocollen van 3 maart 2014 van het Onderhandelingscomité van Sector IX : « Onderwijs » (Franse Gemeenschap), van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, Afdeling II, en van het Onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het vrij gesubsidieerd onderwijs;

Gelet op het onderhandelingsprotocol van 3 maart 2014 van het Overlegcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en de gesubsidieerde psycho-medisch-sociale centra erkend door de Regering;

Gelet op het advies nr. 55.822/2 van de Raad van State, gegeven op 22 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor sociale promotie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder « decreet » : het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie.

Art. 2.§ 1. De beslissing om onderwijseenheden te organiseren die totaal of gedeeltelijk via e-learning georganiseerd worden, wordt voor voorafgaand advies voorgelegd aan de organen van sociaal overleg. § 2. Elke onderwijseenheid die totaal of gedeeltelijk via e-learning georganiseerd wordt, met inbegrip van eventuele splitsingen in tweeën van onderwijsactiviteiten, wordt afzonderlijk van het contactonderwijs georganiseerd. § 3. Het bestuur bepaalt bij omzendbrief de procedure volgens dewelke de instellingen informatie geven over de organisatie van onderwijseenheden die totaal of gedeeltelijk via e-learning georganiseerd worden. § 4. De duur van een onderwijseenheid die totaal of gedeeltelijk via e-learning georganiseerd wordt, bestaat uit het aantal dagen tussen de openingsdatum van de betrokken onderwijseenheid en de datum van beraadslaging van de proeven die georganiseerd worden in het kader van een eerste zittijd.

Art. 3.De instellingen die onderwijsactiviteiten via e-learning organiseren, organiseren als contactonderwijs, naast de examens- en proefperiodes, ten minste twee lesperiodes (één in het begin en één tijdens de opleiding). Deze uurroosters kunnen gebruikt worden om : 1. de methodologie en processen voor te stellen die specifiek zijn voor de onderwijsactiviteiten die via e-learning georganiseerd worden;2. weer aan de aspecten van de studierichtingen te werken;3. aanvullende opleidingen te organiseren;4. de groepsdynamiek te ontwikkelen of om de schoolherinschakeling van de studenten aan te moedigen. De uurrooster van de zittingen die samen georganiseerd worden en de data van de proeven worden bezorgd aan de Inspectiedienst, alsook aan de Algemene Directie Niet-verplicht onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek volgens de procedures en de nader door deze te bepalen regels.

Wanneer verschillende onderwijseenheden van eenzelfde afdeling totaal of gedeeltelijk via e-learning georganiseerd worden, kan de instelling contactzittingen organiseren die gemeen zijn aan de betrokken onderwijseenheden.

Art. 4.Voor de organisatie van de onderwijseenheid via e-learning bepaalt de directeur van de instelling met de docenten, de uurroosters die gewijd zijn aan de begeleiding van de studenten en de cursussen als contactonderwijs georganiseerd worden alsook de data van de proeven. Deze informatie wordt bezorgd aan de studenten, langs elektronische weg, ten laatste bij het eerste tiende van de onderwijseenheid.

Mits de toestemming van de directie kunnen de uurroosters gewijd aan de begeleiding van studenten uitgevoerd worden door de docenten, indien gewenst, buiten hun instellingen. In dit geval gebruiken de docenten hun eigen materiaal en geeft het hoofd van de instelling een overzicht van hun prestaties.

Art. 5.De instellingen die onderwijsactiviteiten via e-learning organiseren, stellen ter beschikking van de studenten en de docenten een infrastructuur uitgerust met voldoend informatica-materiaal zodat ze cursussen kunnen volgen en geven in de instelling.

Art. 6.De instellingen die onderwijsactiviteiten via e-learning organiseren, integreren elementen die specifiek zijn voor e-learning in het huishoudelijk reglement waaronder de voorwaarden voor het gebruik van de infrastructuren bedoeld in artikel 5.

Art. 7.De Minister van Onderwijs voor sociale promotie, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 8 mei 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leerplichtonderwijs en Onderwijs voor sociale promotie, Mevr. M.-M. SCHYNS