gepubliceerd op 19 juli 2013
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2008 tot vaststelling van het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeel van « Wallonie-Bruxelles International »
20 JUNI 2013. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 05/12/2008 pub. 08/05/2009 numac 2009029244 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeel van « Wallonie-Bruxelles International » sluiten tot vaststelling van het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeel van « Wallonie-Bruxelles International »
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen « Wallonie-Bruxelles », gesloten op 20 maart 2008, inzonderheid op de artikelen 3 en 4;
Gelet op het decreet van 9 mei 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/05/2008 pub. 29/08/2008 numac 2008029367 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen "Wallonie-Bruxelles" sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tot oprichting van een gemeenschappelijke entiteit voor de internationale betrekkingen « Wallonie-Bruxelles », gesloten op 20 maart 2008;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 05/12/2008 pub. 08/05/2009 numac 2009029244 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeel van « Wallonie-Bruxelles International » sluiten tot vaststelling van het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeel van « Wallonie-Bruxelles International »;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 oktober 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 november 2012;
Gelet op het protocol nr. 590 van het Sectorcomité XVI, opgemaakt op 14 december 2012;
Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Ambtenarenzaken van 8 november 2012 en 18 juni 2013;
Gelet op het advies nr. 52.777/2 van de Raad van State, gegeven op 18 februari 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister-President die bevoegd is voor de Internationale Betrekkingen en van de Minister van Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 38 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 december 2008Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 05/12/2008 pub. 08/05/2009 numac 2009029244 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeel van « Wallonie-Bruxelles International » sluiten tot vaststelling van het administratief statuut en het geldelijk statuut van het personeel van « Wallonie-Bruxelles International », worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 worden de woorden « Ze is afhankelijk van een vacante betrekking.» geschrapt; 2° § 1 wordt aangevuld als volgt : « Op het niveau A kan de ambtenaar bevorderd worden in de graad van eerste attaché, directeur of inspecteur-generaal. Met uitzondering van de bevorderingen door verhoging in graad in de graden van eerste attaché, buiten omkaderingsbetrekking, eerstaanwezend gegradueerde, eerstaanwezend assistent of eerstaanwezend adjunct en geschoold adjunct, is de bevordering door verhoging in graad afhankelijk van een vacante betrekking van deze graad. ».
Art. 2.In Titel III, Hoofdstuk V van het bovenvermelde besluit, wordt het opschrift van afdeling 3 vervangen als volgt : « Afdeling III. - Bevordering door verhoging in graad in de graden van eerste gegradueerde, eerste assistent, eerste adjunct. ».
Art. 3.In artikel 43, eerste lid, van het bovenvermelde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 1 wordt opgeheven;2° 2 tot 4 worden 1 tot 3.
Art. 4.In Titel III, Hoofdstuk V van het bovenvermelde besluit wordt het opschrift van afdeling 4 vervangen als volgt : « Afdeling IV. - Bevordering door verhoging in graad in de graad van eerste attaché, eerstaanwezend gegradueerde, eerstaanwezend assistent, eerstaanwezend adjunct en geschoold adjunct ».
Art. 5.In artikel 47 van het bovenvermelde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden 1 tot 4 2 tot 5;2° in het eerste lid wordt een 1 ingevoegd, luidend als volgt : « 1. In de graad van eerste attaché, de attaché; 3° het artikel wordt aangevuld met drie leden, luidend als volgt : « Wordt bevorderd door verhoging in graad in de graden van eerstaanwezend adjunct, eerstaanwezend assistent, eerstaanwezend gegradueerde en eerste attaché, de ambtenaar die aan de volgende voorwaarden beantwoordt : 1° een ranganciënniteit van ten minste tien jaar tellen voor de graad van eerstaanwezend adjunct, en van ten minste vijftien jaar voor de andere graden;2° het bewijs leveren van een gunstige evaluatie;3° geen definitieve en niet doorgehaalde tuchtsanctie ondergaan. De adjunct wordt bevorderd door verhoging in graad in de graad van geschoold adjunct na vijf jaar ranganciënniteit als hij aan de voorwaarden bedoeld in het tweede lid, 2° en 3° beantwoordt.
De bevordering wordt een keer per jaar aan de ambtenaren toegekend zonder dat ze zich kandidaat hebben gesteld via het Directiecomité. ».
Art. 6.In artikel 48, eerste lid, van het bovenvermelde besluit wordt de inleidende zin vervangen als volgt : « Met inachtneming van het aantal bevorderingen voorzien in het niveau voor het lopende jaar, door het in de begroting opgenomen jaarplan bedoeld in artikel 36, kan bevorderd worden door verhoging in graad in de graden van eerstaanwezend adjunct, eerstaanwezend assistent, eerstaanwezend gegradueerde, eerste attaché, de ambtenaar die aan de volgende voorwaarden beantwoordt : » Het tweede lid van artikel 48 van het bovenvermelde besluit wordt geschrapt.
Art. 7.In artikel 49, eerste lid, van het bovenvermelde besluit worden de woorden « Het Directiecomité stelt » vervangen door de woorden « Voor de toepassing van de bepalingen opgenomen in artikel 48, stelt het Directiecomité om de twee jaar ».
Art. 8.Artikel 257 van het bovenvermelde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 257.§ 1. Zolang de eerste opleidingen voor de verwerving van de bevoegdheden niet werden verstrekt en de organisatie van de proef voor de bekrachtiging van de bevoegdheden niet afgesloten is : 1° wordt de voorwaarde bedoeld in artikel 44, 3°, vervangen door een anciënniteitsvoorwaarde van vier jaar;2° wordt de voorwaarde bedoeld in artikel 48, eerste lid, 4°, vervangen door een interne bevorderingsproef. § 2. De voorwaarde bedoeld in artikel 41, 4°, is niet vereist, zolang het eerste directiebrevet bedoeld in artikel 105 niet is uitgereikt.
De voorwaarde bedoeld in artikel 44, eerste lid, 5° is niet vereist, zolang het examen voor de bekrachtiging van de bekwaamheid tot het waarnemen van een begeleiding niet wordt georganiseerd.
De voorwaarde bedoeld in artikel 44, eerste lid, 6°, is niet vereist, zolang de test voor de beroepsselectie niet wordt georganiseerd.
Art. 9.Er wordt een artikel 257/1 ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 257/1.§ 1. De interne bevorderingsproef bedoeld in artikel 257, § 1, 2°, 3°, wordt om de twee jaar door de instelling georganiseerd. § 2. De administrateur-generaal of zijn afgevaardigde deelt per dienstnota de organisatie van de proef mee waaraan elke ambtenaar zich kan inschrijven en die aan de bevorderingsvoorwaarden bedoeld in artikel 48, eerste lid, 1 tot 3 voldoet. § 3. De examinatoren van de proef worden door de Regeringen aangesteld onder de ambtenaren van de instelling van ten minste rang A4. De Regeringen stellen het huishoudelijk reglement op in verband met de organisatie van de proef. De administrateur-generaal zorgt voor de toepassing ervan. § 4. Het Directiecomité onderzoekt de verslagen van de examinatoren die opgesteld worden in het kader van de proef en formuleert een voorlopig voorstel voor de rangschikking van de kandidaten voor de betrekkingen van elke graad op basis van de beste adequatie tussen het bekwaamheidsprofiel van de kandidaten en het ambtsprofiel.
Het voorlopige voorstel voor de rangschikking wordt gemotiveerd en meegedeeld aan de kandidaten.
Elke kandidaat kan binnen de vijftien dagen na de mededeling zijn waarnemingen laten gelden of een klacht indienen bij de voorzitter van het Directiecomité. Het Directiecomité beslist over de klacht binnen de maand van de ontvangst ervan, na de klager te hebben gehoord indien deze erom vraagt. De klager kan zich laten bijstaan door een persoon naar keuze.
De gemotiveerde beslissing van het Directiecomité over de waarnemingen of de klacht wordt meegedeeld aan de persoon die een klacht heeft ingediend of die zijn waarnemingen heeft laten gelden.
Bij wijziging van het voorlopige voorstel wordt het definitieve gemotiveerde voorstel voor de rangschikking aan alle kandidaten meegedeeld. § 5. De Administrateur-generaal deelt het definitieve voorstel voor de rangschikking aan de Regeringen mee. ».
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2011.
Art. 11.De Ministers die respectievelijk bevoegd zijn voor de Internationale Betrekkingen en de Ambtenarenzaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 20 juni 2013.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET