Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 mei 2009
gepubliceerd op 09 oktober 2009

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 december 2001 tot uitvoering van het decreet van 19 juli 2001 betreffende de sociale hulpverlening aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029548
pub.
09/10/2009
prom.
14/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/14/2009029548/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MEI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 december 2001 tot uitvoering van het decreet van 19 juli 2001 betreffende de sociale hulpverlening aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het decreet van 19 juli 2001 betreffende de sociale hulpverlening aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie, zoals gewijzigd bij de decreten van 28 april 2004 en 19 februari 2009;

Gelet op het besluit van de Regering van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 december 2001 tot uitvoering van het decreet van 19 juli 2001 betreffende de sociale hulpverlening aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 maart 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 13 maart 2009;

Gelet op het advies nr.46.314/4 van de Raad van State, verleend op 29 april 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister tot wier bevoegdheid de hulpverlening aan de gedetineerden behoort;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 december 2001 tot uitvoering van het decreet van 19 juli 2001 betreffende de sociale hulpverlening aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie, gewijzigd bij het besluit van 10 juni 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° punt 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 4° dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden : de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie;»; 2° punt 5° wordt opgeheven;3° er wordt een punt 7° inegvoegd, luidend als volgt : « 7° dienst : de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden of de contactdienst.».

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° bij § 1, eerste lid, worden de woorden « aanvraag om erkenning » vervangen door de woorden « met het oog op het bekomen van de erkenning als dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden »;2° bij § 1, tweede lid, 6°, 7°, 11° en 12°, worden de woorden « of contactdienst » geschrapt;3° bij § 1, tweede lid, 9°, wordt in de Franse tekst het woord « bénévoles » vervangen door het woord « volontaires »;4° bij § 1n tweede lid, 10°, 11° en 12°, worden de woorden « voor sociale hulp aan de gedetineerden« ingevoegd na het woord « de dienst »;5° de paragraaf 1bis wordt vervangen door de volgende bepaling : « De aanvraag om de erkenning te bekomen als contactdienst wordt per ter post aangetekende brief ingediend bij het bestuur.Er wordt een afschrift ervan aan de Minister gestuurd.

Het dossier van de aanvraag om erkenning bevat : 1° een nota die omstandig de behoefte van de contactdienst, zijn doelstellingen, de gebruikte werkmethode, de aard van de voorgestelde hulp, de te ontwikkelen samenwerking met de instellingen die kunnen meewerken om de gedetineerden en hun familieleden te helpen, inzonderheid met de sociale hulp aan de gedetineerden in het kader van hun opdracht bedoeld bij artikel 3, § 1, 9° van het decreet, alsmede de planning van de actie met het oog op haar uitvoering, vastlegt;2° de statuten van de inrichtende macht;3° de beschrijving van de taken van de contactdienst en de nadere regels volgens welke hij voor de supervisie van het personeel en de evaluatie van zijn actie zorgt;4° de samenstelling van de bestuursorganen;5° de identiteit van de persoon die de contactdienst vertegenwoordigt alsmede haar personalia;6° het adres van de contactdienst;7° de naam, bekwaamheidsbewijzen, diploma's en ambten van de personeelsleden;8° een afschrift van de arbeidsovereenkomsten gesloten met de personeelsleden en van de afspraken gesloten met de vrijwilligers;9° de vermelding van de inrichtingen verbonden met de contactdienst;10° de vermelding van andere mogelijke bronnen voor de subsidiëring van de contactdienst;11° de openingsdagen en -uren van de contactdienst;12° het huishoudelijk reglement.». 6° paragraaf 2 wordt door de volgende wijziging vervangen : « In geval van verlenging van de erkenning, bevat het dossier ingediend door de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden een geactualiseerde globale nota waarin de documenten bedoeld bij § 1, tweede lid, 1° en 2°, en de documenten bedoeld bij § 1, tweede lid, 3° tot 13°, opgenomen worden. In geval van verlenging van de erkenning, bevat het dossier ingediend door de contactdienst een geactualiseerde globale nota waarin de documenten bedoeld bij § 1bis, tweede lid, 1°, alsook een actualisering van de documenten bedoeld bij § 1bis, tweede lid, 2° tot 12°, opgenomen worden.

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : « Binnen de tien dagen van de ontvangst van de aanvraag, stuurt de administratie een ontvangstbewijs aan de dienst.

De administratie kijkt na of de aanvraag volledig is en eist van de dienst, indien nodig, de ontbrekende stukken of informatie.

Binnen de vijftien dagen van de ontvangst van de ontbrekende stukken of inlichtingen, stuurt de administratie een brief aan de dienst waarin ze hem ervan op de hoogte brengt dat het dossier volledig is. ».

Art. 4.In artikel 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « bedoeld in artikel 4 » vervangen door de woorden « waarin vermeld wordt dat de aanvraag volledig is »;2° het tweede lid van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Bij gebreke daaraan wordt de procedure voortgezet.».

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « van de ontvangst van het advies van de Commissie.» vervangen door de woorden « ofwel van de ontvangst van het advies van de Commissie, ofwel vanaf de dag waarop, met toepassing van artikel 5, tweede lid, de procedure voortgezet wordt. »; 2° in het tweede lid, worden de woorden « De beslissing wordt aan de dienst bekendgemaakt bij ter post aangetekende brief.» vervangen door de woorden « De beslissing wordt door de Minister aan de dienst bekendgemaakt bij ter post aangetekende brief. ».

Art. 6.Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : « Ten laatste zes maanden voor het einde van de voorlopige erkenning van een dienst, richt de administratie een omslachtig verslag betreffende de werking van de dienst aan de Minister.

Op basis van dit verslag, verlengt de Minister al dan niet de voorlopige erkenning.

Ingeval de administratie een negatief verslag overzendt omtrent de dienst, brengt de Minister deze dienst ervan op de hoogte per aangetekende brief ten laatste drie maanden voor het einde van de voorlopige erkenning en vraagt hij gelijktijdig een advies aan de Commissie. Deze beschikt over één maand vanaf de datum van de ontvangst van de aanvraag om advies van de Minister. Bij gebreke daaraan wordt de procedure voortgezet.

Op basis van deze adviezen, geeft de Minister kennis van zijn beslissing aan de dienst ten laatste één maand voor het einde van de voorlopige erkenning. « .

Art. 7.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Wanneer de Minister de erkenning beslist in te trekken op basis van een verslag van de administratie, brengt hij de dienst ervan op de hoogte bij een ter post aangetekende brief. De brief vermeldt de redenen van de intrekking.

De dienst beschikt over een termijn van dertig dagen vanaf de datum van verzending van de brief om zijn opmerkingen schriftelijk mede te delen aan de Minister. ».

Art. 8.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : « De brief bedoeld bij artikel 9 alsook de mogelijke opmerkingen van de dienst worden aan de Commissie overgezonden binnen de maand volgend op de ontvangst van deze opmerkingen of volgend op de afloop van de termijn bedoeld in artikel 9, tweede lid. ».

Art. 9.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden « het voorstel van intrekking bedoeld » vervangen door de woorden « de documenten bedoeld ».

Art. 10.In artikel 12 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt aangevuld met de volgende bepaling : « of ten laatste binnen de zes maanden van de datum van ontvangst door de dienst van de brief bedoeld bij artikel 9, eerste lid »;2° in het tweede lid, worden de woorden « Van de beslissing tot intrekking wordt aan de (dienst of contactdienst)bij een ter post aangetekende brief kennisgegeven » vervangen door de woorden « Van de beslissing tot intrekking wordt door de Minister aan de dienst bij een ter post aangetekende brief kennisgegeven ».

Art. 11.In artikel 13 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, worden de woorden « binnen de twee maanden » vervangen door de woorden « binnen de vijftien werkdagen »;2° het tweede lid wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Deze termijn loopt echter niet in juli en augustus »;3° er wordt een vierde lid ingevoegd, luidend als volgt : « De verzoeker wordt gehoord door de Regering of door de administratie op delegatie van de Regering.Er wordt een proces-verbaal van verhoor opgesteld en getekend door beide partijen. ».

Art. 12.Artikel 14 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : « Van de beslissing van de Regering wordt per aangetekende brief aan de dienst kennisgegeven binnen de drie maanden van de datum van indiening van het beroep bedoeld bij artikel 13. ».

Art. 13.In hetzelfde besluit worden, na artikel 14, een Afdeling 3/1 en een artikel 14/1 ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 3/1. - Beëindiging van de erkenning als dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden

Art. 14/1.De erkenning en de subsidies die ermee gepaard gaan en die toegekend worden aan de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden neemt een einde wanneer de inrichting gevestigd in het gerechtelijke arrondissement waar hij zijn activiteiten uitoefent onbewoonbaar verklaard wordt en een nulstaand vermogen heeft. Nochtans wordt een subsidie berekend op basis van de bepalingen bedoeld bij de Afdeling 2 van Hoofdstuk IV tot dekking van een periode van zes maanden die uitwerking hebben met ingang van de datum van het einde van de erkenning aan de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden toegekend om de verplichtingen van dienst te dekken inzake sluiting en afdanking.

Gedurende de periode bedoeld bij het tweede lid, zorgt de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden, in functie van de beschikbare personeelsleden, voor de aangepaste begeleiding van de personen die met hem contact opnemen, desnoods door de heroriëntatie van de gedetineerden en hun naasten naar een dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden van een aangrenzend gerechtelijk arrondissement. ».

Art. 14.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, worden de woorden « en zijn erkenning te behouden » ingevoegd na de woorden « om erkend te worden »;2° in het eerste lid, 1°, worden de woorden « een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs » vervangen door de woorden « een bekwaamheidsbewijs van bachelor »;3° in het eerste lid, 2°, worden de woorden « diploma van opvoeder » vervangen door de woorden « een diploma van bachelor opvoeder »;4° in het eerste lid, 2°, worden de woorden « diploma van maatschappelijk assistent of assistent in de psychologie » vervangen door de woorden « diploma van bachelor maatschappelijk assistent of bachelor assistent in de psychologie »;5° in het eerste lid, 3°, worden de woorden « over een diploma van licentiaat » vervangen door de woorden « over een master of een licentiaat »; 6°in het tweede lid, worden de woorden « artikel 5 van het decreet » vervangen door de woorden « artikel 7bis van het decreet » en de woorden « en zijn erkenning te behouden » ingevoegd na de woorden « om erkend te worden ».

Art. 15.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. In functie van het vermogen inzake gedetineerden van het geheel van de inrichtingen gevestigd in het gerechtelijke arrondissement waarvoor hij erkend wordt, ressorteert de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden van de volgende categorie : 1° categorie A : van 1 tot 150 gedetineerden;2° categorie B : van 151 tot 300 gedetineerden;3° categorie C : van 301 tot 450 gedetineerden;4° categorie D : van 451 tot 600 gedetineerden;5° categorie E : meer dan 600 gedetineerden. Het bij het eerste lid bedoeld vermogen wordt bepaald op basis van de cijfers meegedeeld door de Federale Overheidsdienst Justitie. § 2. Wanneer een dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden zijn medewerking uitstrekt tot een ander gerechtelijk arrondissement, met toepassing van artikel 5, 7°, van het decreet, wordt een overeenkomst gesloten tussen de betrokken diensten voor hulp aan de gedetineerden, waarin inzonderheid vermeld wordt het vermogen inzake ten laste genomen gedetineerden door iedere dienst voor hulp aan de gedetineerden. Deze overeenkomst wordt ter goedkeuring aan de Minister voorgelegd, bij elke aanvraag of vernieuwing van de erkenning. § 3. Volgens de categorie waaronder hij ressorteert, wordt de dienst voor hulp aan de gedetineerden ertoe gehouden minimum te werk te stellen : 1° voor categorie A : een voltijds equivalent maatschappelijk werker of licentiaat;2° voor categorie B : anderhalf voltijds equivalent maatschappelijk werker of licentiaat;3° voor categorie C : twee voltijdse equivalenten maatschappelijk werker of licentiaat, waarvan minstens een half voltijds equivalent licentiaat;4° voor categorie D : een voltijds equivalent maatschappelijk werker of licentiaat, waarvan minstens een half voltijds equivalent licentiaat en een kwart voltijds equivalent administratief werker;5° voor categorie E : een voltijds equivalent maatschappelijk werker of licentiaat, waarvan minstens een voltijds equivalent licentiaat en een half voltijds equivalent administratief werker. § 4. De contactdienst wordt ertoe gehouden minimum één voltijds equivalent maatschappelijk werker en één voltijds equivalent licentiaat te gebruiken. ».

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 16/1 ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 16/1.Binnen de perken van de bezetting van de lokalen van de inrichting(en) waar hij zijn opdrachten uitoefent, zorgt de dienst voor hulp aan de gedetineerden binnen deze inrichting(en) voor een aanwezigheid van een minimale duur van : - voor een dienst in categorie A : 12 uur per week; - voor een dienst in categorie B : 18 uur per week; - voor een dienst in categorie C : 24 uur per week; - voor een dienst in categorie D : 30 uur per week; - voor een dienst in categorie E : 36 uur per week.

Gedurende de periodes van wettelijk verlof, wordt gezorgd voor een aanwezigheid van een minimale duur van 4 uur per week door de diensten voor sociale hulp aan de gedetineerden in de categorieën A en B en van 12 uur door de diensten voor sociale hulp aan de gedetineerden in de categorieën C, D en E, binnen de perken van de verloven van de personeelsleden. ».

Art. 17.In hetzelfde besluit, na artikel 16/1, wordt een Hoofdstuk III/1 en een artikel 16/2, luidend als volgt, ingevoegd : « Hoofdstuk III/1 - Nadere regels voor de tussenkomst van de dienst in het kader van de opdracht bedoeld bij de artikelen 3, § 1, 9°, § 2, 7°, of 3bis van het decreet

Art. 16/2.De dienst die de opdracht bedoeld bij de artikelen 3, § 1, 9°, § 2, 7°, of 3bis van het decreet uitoefent : 1° organiseert één of meerdere voorafgaande individuele onderhoudsessie(s) met de gedetineerde ouder zodat hij kennis zou nemen van zijn aanvraag en om te kunnen zorgen voor een aangepaste begeleiding;2° zorgt voor de opvang en de begeleiding van de kinderen in de inrichting bij de bezoeken gebracht aan hun gedetineerde ouder;3° organiseert met de gedetineerde ouder individuele follow-ups om hem te begeleiding in het contactwerk met het kind, en eventueel de verbreking van dit contact;4° in de mate van het mogelijke, stelt spreekgroepen in met gedetineerde ouders met als doel het zorgen voor een uitwisseling over hun rol als ouder;5° werkt samen met de verscheidene tussenkomende personen van de inrichtingen, de openbare en private diensten in verband met het kind en zijn naasten, die zouden kunnen bijdragen tot de verwezenlijking van hun opdracht, met inachtneming van de gerechtelijke beslissingen betreffende het kind;6° organiseert, in de mate van het mogelijke, een onderhoud met het kind en de persoon die er de wacht van heeft. De dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden en de contactdienst oefenen hun ambt uit in onderlinge bijstand en overleg. ».

Art. 18.In artikel 17, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « voor 1 maart » vervangen door de woorden « voor 31 maart ».

Art. 19.Artikel 18 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen : « § 1. Binnen de perken van de beschikbare kredieten, wordt een subsidie bestemd voor de personeelskosten toegekend aan de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden in functie van de categorie waaronder hij ressorteert.

Deze subsidiëring wordt berekend als volgt : - voor een dienst in categorie A : een voltijds equivalent maatschappelijk werker; - voor een dienst in categorie B : een anderhalf voltijds equivalent maatschappelijk werker; - voor een dienst in categorie C : een anderhalf voltijdse equivalent maatschappelijk werker en een half voltijds equivalent licentiaat; - voor een dienst in categorie D : een anderhalf voltijdse equivalent maatschappelijk werker, een half voltijds equivalent licentiaat en een half voltijds equivalent administratief werker; - voor een dienst in categorie E : een anderhalf voltijdse equivalent maatschappelijk werker, een half voltijds equivalent licentiaat en een half voltijds equivalent administratief werker. § 2. Binnen de perken van de beschikbare kredieten, wordt een subsidie bestemd voor de personeelskosten toegekend aan de contactdienst voor een voltijds equivalent matschappelijk werker en een voltijds equivalent licentiaat. § 3. De subsidies bedoeld bij de §§ 1 en 2 hebben een maximum gelijk aan dat van de kaderovereenkomsten voor de non-profit sector van de Franse Gemeenschap. § 4. De subsidie toegekend aan de dienst voor sociale hulp aan de gedetineerden wordt vermeerderd met een bedrag van 6.250 indexeerbare euro per begonnen schijf van 10 % van overbevolking, vanaf 110 %.

De overbevolking wordt berekend met inachtneming van de volgende formule : 100 + x/y x = het jaarlijkse gemiddelde aantal gedetineerden berekend op een referentieperiode van 1 juni tot 31 mei op basis van de cijfers meegedeeld door de Federale Overheidsdienst Justitie. y = maximum aantal gedetineerden in de categorie waaronder de dienst ressorteert. § 5. Komen in aanmerking voor de verantwoording van de subsidie bedoeld bij § 1 : - de betaling van de bezoldigingen berekend volgens de baremaschalen bepaald in bijlage 1, met een maximum gelijk aan de percentages bepaald door kaderovereenkomsten voor de non-profit sector van de Franse Gemeenschap, met inbegrip van de geldelijke anciënniteit berekend op basis van de bepalingen van bijlage 2; - de betaling van de werkgeverslasten met betrekking tot deze bezoldigingen; - het deel van de bezoldiging en de wettelijke werkgeverslasten waarvoor de dienst moet instaan ter aanvulling van de tegemoetkoming van de overheid, in het kader van het programma voor hernieuwde tewerkstelling. ».

Art. 20.Artikel 18bis van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 21.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : « § 1. Binnen de perken van de beschikbare kredieten, wordt aan iedere dienst een subsidie toegekend bestemd voor de dekking van de werkingskosten die gelijk is aan 17,5 % van de subsidie voor personeelskosten bedoeld bij artikel 18. § 2. Komen in aanmerking voor de verantwoording van de subsidie voor werkingskosten, de volgende uitgaven : 1° de kosten voor de bezetting van de gebouwen, inzonderheid de huurkosten, huurlasten en verhuizingskosten, de toezichtskosten;2° wanneer de dienst eigenaar is van de gebouwen die hij bezet, de dotatie voor afschrijvingen op vaste activa met betrekking tot de voornoemde gebouwen.De vastleggingsratio wordt bepaald op 3,333 %. Er kan een vastleggingsratio van 10 tot 6,666 % in aanmerking genomen worden voor de verbouwing of de grote onderhoudswerken aan de gebouwen; 3° de kosten voor de onderhoudsproducten;4° de kosten voor het onderhoud van de lokalen;5° de kosten voor water-, energie- en brandstofconsumptie;6° de benodigdheden voor het bureau, de telefoon, de fax, de zegels, het papier; 7° de verzekeringskosten die niet betrekking hebben op het personeel, d.w.z. de verzekering tegen brand, diefstal, ter dekking van de verplichte burgerlijke verantwoordelijkheid van diensten, voertuigen, bureaumateriaal en informatica; 8° de rechtskosten in het kader van de verdediging van de personeelsleden in verband met de begunstigden die de hulpverlening genieten van de dienst;9° de personeelskosten die betrekking hebben op de tenlasteneming van de personeelskosten die de berekening van de subsidie bedoeld bij artikel 18, § 1 en 2 overschrijden;10° de honoraria voor de verificatie en de certificatie van de jaarrekeningen; 11° de kosten wegens het sociale secretariaat, d.w.z. de berekening van de lonen, de formaliteiten in verband met de uitbetaling van de lonen en te verrichten in het kader van de sociale en fiscale wetgeving, de logistieke en juridische steun; op basis van degelijk opgestelde facturen worden deze kosten gedekt door de subsidie ten belope van 188,77 indexeerbare euro, te vermeerderen met de BTW, per werknemer en per jaar; 12° de kosten voor de voortgezette vorming van het personeel in België;13° de honoraria van de supervisors en opleiders;14° de kosten voor dienstverplaatsingen en de kosten voor de opdrachten van de personeelsleden, in België, op basis van het kilometertarief dat van toepassing is op het personeel van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.De subsidiëring van de kosten voor verplaatsingen in verband met het buitenland wordt ondergeschikt aan de voorafgaande toestemming van de administratie; 15° de aankondigings-, reclame- en documentatiekosten;16° de kosten voor het wegvoeren van de vuilnis;17° de kosten voor psychologisch materiaal en socio-culturele activiteiten;18° de dotatie voor de dotatie voor afschrijvingen op vaste activa met betrekking tot het meubilair, het materiaal en de andere uitrusting. De vastleggingsratio wordt bepaald op 20 % voor het onroerende en roerende materiaal alsook voor het meubilair en het bureau materiaal Deze ratio wordt op 33,33 % bepaald voor het computermateriaal- en software; 19° de belastingen en abonnementen.».

Art. 22.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1. Voor de diensten voor sociale hulp aan de gedetineerden, worden de subsidies bedoeld bij de artikelen 18 en 19 vermeerderd met de volgende indexeerbare bedragen : 1° voor de uitoefening van de opdrachten bedoeld bij artikel 3, § 1, 9°, en § 2, 7°, van het decreet : a) voor een dienst in categorie A : 4.316 euro; b) voor een dienst in categorie B : 6.473 euro; c) voor een dienst in categorie C : 8.631 euro; d) voor een dienst in categorie D : 10.789 euro; e) voor een dienst in categorie E : 12.947 euro; 2° voor de uitoefening van de opdrachten bedoeld bij artikel 3, § 1, 10°, van het decreet : a) voor een dienst in categorie A : 2.158 euro; b) voor een dienst in categorie B : 4.316 euro; c) voor een dienst in categorie C : 6.473 euro; d) voor een dienst in categorie D : 8.631 euro; e) voor een dienst in categorie E : 10.789 euro. § 2. Komen in aanmerking voor de verantwoording van de bedragen bedoeld bij § 1, de personeelskosten zoals bedoeld bij artikel 18, § 5, en de werkingskosten zoals bedoeld bij artikel 19, § 2. ».

Art. 23.Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 24.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : « § 1. De subsidie bedoeld bij artikel 18, § 1, wordt jaarlijks geïndexeerd overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld, zoals gewijzigd.

Het bedrag van deze subsidie wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01; de indexatiecoëfficiënt 1,0000 stemt overeen met de bedragen geïndexeerd op 1 januari 1990. § 2. De bedragen bedoeld bij de artikelen 18, § 4, en 20 worden op 1 januari van elk jaar geïndexeerd volgens de formule : basisbedrag x gezondheidsindexcijfer van de maand december van het vorig jaar gedeeld door het gezondheidsindexcijfer van de maand december 2001. ».

Art. 25.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : « Er wordt een jaarlijks voorschot toegekend dat overeenstemt met 85 % van de subsidies bedoeld bij de artikelen 18 tot 20 aan de dienst gedurende het eerste kwartaal van het jaar.

Het saldo wordt vereffend binnen de twee maanden van de indiening en de goedkeuring van de verantwoordingsstukken voor de uitgaven en van de documenten bedoeld bij artikel 17, 1°. ».

Art. 26.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de woorden « of contactdienst » geschrapt.

Art. 27.In hetzelfde besluit, worden afdeling 4 van Hoofdstuk IV en de artikelen 25 en 26 opgeheven.

Art. 28.In artikel 28, 3°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « en van de administratie » vervangen door de woorden « en van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap ».

Art. 29.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de volgende bepaling : « Deze benaming wordt uitdrukkelijk vermeld op alle brieven en communicatiemededelingen gebruikt door de dienst in het kader van de uitoefening van zijn activiteiten. ».

Art. 30.Bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt door de volgende bepaling vervangen : Bijlage 1 Bezoldigingsbaremaschalen ter verantwoording van de subsidie bedoeld bij artikel 18 van het besluit van de Regering van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 december 2001 tot uitvoering van het decreet van 19 juli 2001 betreffende de sociale hulpverlening aan de gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie Jaarlijkse basis tegen 100 % op 1 januari 1990, in euro

Anciënniteit

Licentiaat

Maatschappelijk werker

Administratief werker

0

21.439

16.627

13.838

1

22.288

17.838

15.003

2

22.288

17.838

15.133

3

22.908

18.376

15.263

4

22.908

18.376

15.393

5

23.529

18.913

15.522

6

23.529

18.913

15.836

7

24.149

21.555

16.150

8

24.149

21.555

16.464

9

24.770

22.103

16.777

10

25.135

22.469

17.450

11

25.756

23.017

17.763

12

25.756

23.017

18.077

13

26.376

23.566

18.391

14

26.376

23.566

18.704

15

26.996

24.114

19.018

16

26.996

26.003

19.332

17

27.617

26.552

19.650

18

27.617

26.552

19.970

19

28.237

27.100

20.290

20

28.237

27.100

20610

21

28.858

27.649

20.930

22

28.858

27.649

21.250

23

29.478

28.197

21.569

24

29.478

28.197

21.889

25

30.098

28.746

22.209

26

30.098

28.746

22.529

27

30.719

29.294

22.849

28

30.719

29.294

23.169

29

30.719

29.294

23.489


Art. 31.In het opschrift van de bijlage 2 van hetzelfde besluit, worden de woorden « 28,2° » vervangen door de woorden « 18, § 5 ».

Art. 32.Bijlage 3 bij hetzelfde besluit, gewijzigd op 20 november 2003, 10 juni 2004, 16 december 2005, 24 november 2006, 19 oktober 2007 en 12 september 2008, wordt opgeheven.

Art. 33.§ 1. De diensten voor sociale hulp aan de gedetineerden erkend op basis van de vorige wetgeving behouden hun erkenning voor de duur van hun erkenning tot het ogenblik van hun nieuwe erkenning op basis van dit besluit. § 2. Voor het jaar 2009, indien het voorschot berekend op basis van de bepalingen van dit besluit hoger ligt dan het reeds toegekende voorschot, wordt een aanvulling van het voorschot gestort aan de sociale dienst voor hulp aan de gedetineerden. § 3. Voor het jaar 2009, houdt het voorschot toegekend aan de contactdienst rekening met het voorschot toegekend aan deze in het kader van de subsidies om bijzondere projecten bedoeld bij artikel 9 van het decreet.

Art. 34.De Minister tot wiens bevoegdheid de sociale hulp aan de gedetineerden behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 35.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.

Brussel, 14 mei 2009.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK

^