Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 27 mei 2009
gepubliceerd op 25 augustus 2009

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling van de regels met betrekking tot de machtigingen toegekend aan de inrichtingen van het onderwijs voor sociale promotie voor de inrichting van afdelingen bekrachtigd door de graden van bachelor, specialisatie of master en door het « brevet de l'enseignement supérieur »

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029431
pub.
25/08/2009
prom.
27/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/27/2009029431/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 MEI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende bepaling van de regels met betrekking tot de machtigingen toegekend aan de inrichtingen van het onderwijs voor sociale promotie voor de inrichting van afdelingen bekrachtigd door de graden van bachelor, specialisatie of master en door het « brevet de l'enseignement supérieur » (brevet voor het hoger onderwijs)


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, inzonderheid op artikel 45, vervangen bij het decreet van 14 november 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, verleend op 3 maart 2009;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 maart 2009;

Gelet op de onderhandelingsprotocollen van 30 maart 2009 van het Onderhandelingscomité van Sector IX : « Onderwijs » (Franse Gemeenschap) van het Comité van de provinciale en plaatselijke openbare diensten - Afdeling II en van het Onderhandelingscomité voor de statuten van het personeel van het gesubsidieerd vrij onderwijs;

Gelet op het overlegprotocol van 27 maart 2009 van het Overlegcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het Onderwijs en de gesubsidieerde PMS-centra erkend door de Regering;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 46.457/2 verleend op 7 mei 2009 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van sociale promotie;

Na beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 27 mei 2009, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, dient verstaan te worden onder : - Decreet : het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, zoals gewijzigd bij het decreet van 14 november 2008 tot wijziging van het decreet van 16 april 1991 houdende organisatie van het onderwijs voor sociale promotie, ter bevordering van de integratie van zijn hoger onderwijs in de Europese ruimte van het hoger onderwijs; - De Hoge raad : de Hoge raad voor het onderwijs voor sociale promotie; - De subregionale commissies : de Subregionale commissies opgericht bij artikel 123bis van het decreet; - De Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap.

Art. 2.Overeenkomstig artikel 45, derde lid van het decreet, worden de machtigingen aan inrichtingen van het onderwijs voor sociale promotie die door de Franse Gemeenschap ingericht of gesubsidieerd worden, om afdelingen te organiseren die de graden van bachelor, specialisatie of master of het Brevet de l'enseignement supérieur (Brevet voor het hoger onderwijs) toekennen, besloten door de Regering van de Franse Gemeenschap. De aanvraag om machtigingsverlening vermeldt de betrokken vestiging(-en). Deze ressorteren onder de bevoegdheid van de verschillende subregionale comités voor arbeidsbemiddeling en vorming, waarbij hun respectieve advies gevraagd wordt.

Art. 3.De inrichtende macht van de inrichting stuurt een aanvraag tot machtiging aan zijn net. Een inrichtende macht kan een aanvraag om machtiging voor een afdeling indienen tijdens de procedure tot overeenstemmings- of gelijkwaardigheidsverklaring. De aanvraag tot machtiging moet de elementen van informatie en motivatie bevatten met betrekking tot de machtigingscriteria opgesomd bij artikel 5 van dit besluit.

Art. 4.De Hoge raad ontvangt de aanvragen om machtiging overgezonden door de netten ten laatste tegen het einde van de maand januari.

Met vermelding van de datum van verzending, zendt de Hoge raad de aanvragen aan de Subregionale commissies over waarvan de inrichting(-en) of hun betrokken vestiging(-en) deel uitmaken.

Deze instantie brengt haar advies uit ten behoeve van de Hoge raad binnen een termijn van vier weken na de datum van verzending vermeld op de aanvraag. Dit met redenen omklede advies bevat, desgevallend, de minderheidsnota's.

Indien het advies van de Subregionale commissie niet uitgebracht wordt binnen de termijn, acht de Hoge raad dat het advies gunstig is.

Art. 5.De Subregionale commissie onderzoekt de aanvragen om machtiging in functie van de volgende criteria : 1° of het aanbod aan opleiding aangepast is aan de sociaaleconomische behoeften, in overleg met de socio-economische instanties van de geografische zone. Naargelang het geval wordt het advies van het betrokken Subregionale comité voor arbeidsbemiddeling en Opleiding of van de Adviescommissie Opleiding - Arbeid - Onderwijs, gevraagd. 2° De concurrentiële dimensie van het aanbod en het potentiële publiek worden onderzocht.Om steriele concurrentie te vermijden, zal de aanvraag voortkomen uit een dialoog tussen inrichtingen binnen de Subregionale commissie.

Art. 6.De Hoge raad onderzoekt het advies van de Subregionale commissie een brengt zijn advies ten behoeve van de Regering tegen eind april uit.

Art. 7.§ 1. Een inrichting kan verzaken op één of meer machtiging(-en) bij aangetekende brief gericht aan de Minister belast met het onderwijs voor sociale promotie, met een afschrift gestuurd aan de Directie van het onderwijs voor sociale promotie. § 2. Een inrichting kan de machtiging verliezen om een afdeling in te richten indien, op drie opeenvolgende jaren, vanaf 1 januari 2010, minder dan gemiddeld 10 studenten ingeschreven waren voor de opleidingseenheden waaruit de afdeling bestaat en die tijdens een kalenderjaar ingericht waren.

Voor de eenheden die niet ieder jaar ingericht worden, wordt het gemiddelde vastgesteld op basis van de laatste drie jaren van de inrichting.

In afwijking daarvan, voor de afdelingen die een specialisatiegraad uitreiken, wordt de norm op gemiddeld 7 studenten teruggebracht.

De Inspectiedienst of het Bestuur van het onderwijs voor sociale promotie maakt het niet-naleven van het gemiddelde bedoeld bij het vorige lid bij de Hoge raad aanhangig. In dergelijk geval kan de Hoge raad voorstellen de machtiging te behouden in functie van de argumenten die hem zullen worden voorgelegd en die ofwel op de schaarste van het aanbod aan deze afdeling, ofwel de schaarste ervan, ofwel eindelijk de bevolkingsdichtheid in de zone berusten.

De Hoge raad zendt zijn advies aan de Regering over.

Art. 8.De machtiging wordt aan de inrichtingen toegekend die een machtiging tot opening van het Bestuur van het Onderwijs voor sociale promotie hebben bekomen en die een afdeling inrichten, waarbij een bekwaamheidsbewijs van gegradueerde, postgegradueerde, specialisatie of industrieel ingenieur uitgereikt wordt, die gewijzigd werd tot een afdeling die de graad van bachelor, specialisatie, master of het Brevet voor het hoger onderwijs (BES) uitreikt.

De inrichtingen die één of meerdere afdelingen hebben geopend die leiden tot de uitreiking van de graad van bachelor, terwijl ze voor hun omvorming geen graduaten inrichtten, bekomen een voorlopige machtiging tot 30 juni 2011 en zullen de studenten de mogelijkheid bieden hun studies correct te beëindigen. Daarna, zullen ze de procedure beschreven bij dit besluit in acht moeten nemen voor de toekenning van een machtiging.

Art. 9.In afwijking van artikel 4, voor het jaar 2009, zal de aanvraag om machtigingsverlening voor de inrichting van een nieuwe afdeling, die voordien niet ingericht was door een inrichting, gericht kunnen worden door een net aan de Hoge raad tot 22 mei 2009. De Hoge raad onderzoekt het dossier en legt het aan de Subregionale commissie voor die het in alle urgentie verder onderzoekt, zodat de Hoge raad zijn advies binnen de kortste termijn ten behoeve van de Regering kan uitbrengen.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het door de Regering aangenomen wordt.

Art. 11.De Minister tot wiens bevoegdheid het Onderwijs voor Sociale Promotie behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 27 mei 2009.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA

^