gepubliceerd op 06 augustus 2009
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten en tot toekenning van vrijstellingen met toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten
30 APRIL 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten en tot toekenning van vrijstellingen met toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, inzonderheid op artikel 23;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 2002 houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten, tot toekenning van vrijstellingen en tot organisatie van de proeven die de vormingen bekrachtigen, bij toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot oprichting van de verschillende examencommissies belast met het uitreiken van de betrokken brevetten;
Gelet op het voorstel van de Vaste Commissie voor bevordering en selectie van 16 oktober 2008;
Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van Sector IX van 7 januari 2009;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 december 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 december 2008;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 2 maart 2009;
Na beraadslaging, HOOFDSTUK I. - De eerste vormingssessies bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, de vrijstellingen en de proef die de betrokken vormingen bekrachtigt
Artikel 1.§ 1. De eerste vormingssessie bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten wordt verdeeld over twee modules. § 2. De eerste module is gemeenschappelijk voor het geheel van de ambten bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet.
Deze module heeft als doel : 1° de interne en externe communicatie bestaande uit : a) het identificeren van de persoonlijke informatie- en communicatiepraktijken;b) het differentiëren van de begrippen communicatie en informatie binnen een systeem;c) het identificeren van sommige interne communicatiewijzen eigen aan de organisatie;2° in het openbaar het woord te voeren bestaande in het oefenen van het woord te voeren en de gevolgen ervan te evalueren;3° de leiding en de motivatie van de groepen bestaande uit : het verstaan van het motivatiemechanisme; het beheersen van de communicatiekunst. 4° het beheersen van conflicten bestaande uit : a) het onderscheiden van de niveaus en types conflicten;b) het identificeren van zijn handelingswijzen in conflictgevallen;c) het ontdekken en het experimenteren van andere reactiewijzen;5° de besluitvorming bestaande uit : a) het verstaan van de wijzen van besluitvorming;b) het oefenen voor het aanwenden van processen voor de besluitvorming als aangepaste actiemiddelen.6° de onderhandelingstechnieken, door te oefenen de onderhandelingsprocessen te gebruiken als aangepaste actiemiddelen. § 3. De tweede module wordt afzonderlijk georganiseerd voor de ambten bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten.
De vormingsmodule voor de ambten van coördinator in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming, van provisor of onderdirecteur of onderdirecteur in het lager secundair onderwijs en bestuurder heeft als doel : 1° de animatie van de participatieraad die tot doel heeft : a) een democratische medewerking tot stand brengen;b) het in werking stellen van de participatieraad en het evalueren van de werking;2° de technieken voor de evaluatie van het personeel betreffende : a) de relationele en persoonlijke vaardigheden;b) de verantwoordelijkheden van de directieploeg;3° de technieken voor de evaluatie van zijn eigen actie; 4° de integratie van de opvoedingsactie van de partners buiten de school (ouderverenigingen, diensten voor hulpverlening aan de jeugd, academies, verenigingen,...);
De vormingsmodule betreffende de ambten van werkmeester en werkleider heeft als doel : 1° de animatie van de participatieraad die tot doel heeft : a) een democratische medewerking tot stand brengen;b) het in werking stellen van de participatieraad en het evalueren van de werking;2° de integratie van de opvoedingsactie van de partners buiten de school, inzonderheid het bedrijfsleven;3° het verwerven van een evaluatiemethode voor zijn eigen actie. § 4. De eerste vormingssessie duurt in totaal 20 uur, de twee modules waaruit ze bestaat, duren elk 10 uur.
Art. 2.§ 1. De eerste vormingssessie bedoeld in artikel 21 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderings- en selectieambten wordt over twee modules verdeeld. § 2. De eerste module is gemeenschappelijk voor twee ambten bedoeld in artikel 21 van het decreet. Hij heeft als doel : 1° de interne en externe communicatie bestaande uit : a) het identificeren van de persoonlijke informatie- en communicatiepraktijken;b) het differentiëren van de begrippen communicatie en informatie binnen een systeem;c) het identificeren van sommige interne communicatiewijzen eigen aan de organisatie;2° de onthaaltechnieken. § 3. De tweede module wordt enerzijds georganiseerd voor het ambt van directiesecretaresse en anderzijds voor het ambt van opvoeder-huismeester.
De vormingsmodule betreffende het ambt van directiesecretaresse heeft als doel : 1° de onderhoudstechnieken;2° het beheersen van conflicten;3° de betekenis van het geheim en de gedragscode van het secretariaat. De vormingsmodule betreffende het ambt van opvoeder-huismeester heeft als doel : 1° human resources management;2° de onderhandelingstechnieken;3° de leiding en de motivatie van de groepen;4° de besluitvorming;5° het beheersen van conflicten. § 4. De eerste vormingssessie duurt in totaal 20 uur, de twee modules waaruit ze bestaat, duren elk 10 uur.
Art. 3.Een afwijking wordt op hun uitdrukkelijke aanvraag toegestaan voor de eerste vormingssessie, alsook voor de proef die ze bekrachtigt van de mensen die een attest van slagen hebben gekregen voor één van de eerste vormingssessies georganiseerd door het bovenvermelde decreet van 4 januari 1999 en het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, alsook voor de eerste module betreffende het relationele gedeelte van het decreet van 2 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de directeurs. HOOFDSTUK II. - De tweede vormingssessies bedoeld in de artikelen 19, 20 en 21 van voornoemd decreet van 4 januari 1999 en de proef die deze vormingen bekrachtigt
Art. 4.§ 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 19 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, wordt verdeeld over twee modules. § 2. De thema's van de eerste module zijn de volgende : 1. De algemene doelstellingen van onderwijs en de uitvoering ervan 2.De basisvaardigheden 3. De eindvaardigheden 4.De vormingsprofielen 5. De transversale vaardigheden 6.De gedifferentieerde pedagogie 7. De vormingsevaluatie en de evaluatie bekrachtigd met een getuigschrift 8.De huidige pedagogie 9. Het gespecialiseerd onderwijs 10.Het alternerend onderwijs 11. De positieve discriminatie 12.Preventie van geweld 13. Het probleem van de meerderjarige leerlingen. Het thema van de tweede module is de evaluatie van de doeltreffendheid van de personeelsleden en de evaluatie van een pedagogische sequens bestaande uit de opmerkingen aan de personeelsleden, de dientengevolge gegeven adviezen, de voorstellen en de beoordeling van de opvoedings- en pedagogische actie van de les en het personeelslid. § 3. 1° De vorming voor de ambten van provisor of onderdirecteur of onderdirecteur in het lager secundair onderwijs bedraagt 30 uur, verdeeld als volgt : - 20 uur voor de eerste module; - 10 uur voor de tweede module besteed aan de evaluatie van de doeltreffendheid van de leden van het opvoedend hulppersoneel. 2° De vorming voor het ambt van bestuurder bedraagt 45 uur, verdeeld als volgt : - 20 uur voor de eerste module; - 25 uur voor de tweede module besteed aan de evaluatie van de organisatie van een internaat op pedagogisch vlak en aan de betrekkingen met het opvoedend hulppersoneel en het meesters-, vak- en dienstpersoneel. 3° De vorming voor het ambt van coördinator in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming bedraagt 30 uur, verdeeld als volgt : - 20 uur voor de eerste module; - 10 uur besteed aan de evaluatie van de doeltreffendheid van de begeleiders van het centrum.
Art. 5.§ 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 20 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, bevat de volgende thema's : 1. De algemene doelstellingen van onderwijs en de uitvoering ervan 2.De transversale vaardigheden 3. De gedifferentieerde pedagogie 4.Het gespecialiseerd onderwijs 5. Preventie van geweld 6.Het probleem van de meerderjarige leerlingen. 7. De vormingsevaluatie en de evaluatie bekrachtigd met een getuigschrift 8.De positieve discriminatie 9. De vormingsprofielen 10.De alternerende vorming 11. Het beheer van het werk op een werkplaats 12.De stages in een onderneming. 13. Het onderwijs met beperkt leerplan. § 2. De vorming bedraagt 30 uur voor het ambt van werkmeester en 45 uur voor het ambt van werkplaatsleider. Zij wordt apart georganiseerd voor deze twee ambten.
Art. 6.§ 1. De tweede vormingssessie bedoeld in artikel 21 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, wordt over twee modules verdeeld. Deze modules worden enerzijds voor het ambt van directiesecretaresse georganiseerd en anderzijds voor het ambt van opvoeder-huismeester. § 2. De eerste module heeft als doel : de bekwaamheid tot het beheersen met open boek van teksten betreffende wetgevings- en verordeningsmateries en de ontwikkeling van de bekwaamheid inzake administratiebeheer.
Voor het ambt van opvoeder-huismeester betreft het namelijk de bepalingen met betrekking tot het ambt betreffende de boekhouding, de reglementering inzake overheidsopdrachten, veiligheid en hygiëne, het voedingsevenwicht, het beheer van schoolrefters, het administratief en werkliedenpersoneel, statutair of contractueel en het basisoverlegcomité.
Voor het ambt van directiesecretaresse betreft het namelijk de bepalingen betreffende het ambt inzake het statuut van het onderwijzend personeel en opvoedend hulppersoneel, de verlofdagen, het organiek reglement van de schoolinrichtingen, de administratieve documenten betreffende de personeelsleden, enkele elementen van het " opdrachtdecreet " en het basisoverlegcomité.
De tweede module heeft als doel het beheersen van de informatica-instrumenten bij de uitoefening van hun ambt. § 3. De tweede vormingssessie duurt in totaal 50 uur, de eerste module duurt 30 uur terwijl de tweede module 20 uur duurt.
Art. 7.Een afwijking wordt op hun uitdrukkelijke aanvraag toegestaan voor de tweede vormingssessie, alsook voor de proef die ze bekrachtigt van de mensen die een attest van slagen hebben gekregen voor de tweede vormingssessie georganiseerd door het decreet van 4 januari 1999 voor zover ze alle twee een identiek ambt betreffen. HOOFDSTUK III. - De derde vormingssessies bedoeld in de artikelen 19 en 20 van voornoemd decreet van 4 juli 1999 en de proef die de bedoelde vormingen bekrachtigt
Art. 8.§ 1. De derde vormingssessie bedoeld in artikel 19 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten, heeft als doel met open boek de wetgevings- en verordeningsmateries te beheersen betreffende het onderwijs van de Franse Gemeenschap en het onderwijspersoneel van de Franse Gemeenschap en de vaardigheden tot het administratiebeheer te ontwikkelen.
De materies betreffende de wetgevings- en verordeningsmateries zullen inzonderheid betrekking hebben op de organisatie van het basis-, secundair en buitengewoon onderwijs, de overheidsopdrachten, de administratieve en begrotingscontrole, het statuut van het bestuurs- en onderwijzend personeel, het opvoedend hulppersoneel, het paramedisch, psychologisch, sociaal personeel en het personeel van de inspectiedienst, de statuten van de leermeesters en leraars godsdienst, het statuut van het administratief en werkliedenpersoneel en de arbeidsovereenkomsten van het werkliedenpersoneel. § 2. De vorming wordt afzonderlijk georganiseerd voor de kandidaten voor de ambten van : 1° provisor of onderdirecteur of onderdirecteur in het lager secundair onderwijs en bedraagt 30 uur;2° bestuurder en bedraagt 40 uur;3° coördinator in een centrum voor alternerend onderwijs en vorming en bedraagt 30 uur.
Art. 9.§ 1. De derde vormingssessie bedoeld in artikel 20 van het decreet van 4 januari 1999 voor de ambten van werkmeester en werkplaatsleider heeft als doel de bekwaamheid met open boek de wetgevings- en verordeningsmateries betreffende hun ambt te beheersen.
De wetgevings- en verordeningsmateries zullen inzonderheid elementen betreffen van het statuut van het bestuurs- en onderwijzend personeel en de reglementering inzake overheidsopdrachten, veiligheid en hygiëne, de reglementering voor de werken voor derden en de organisatie van de kwalificatieproeven. § 2. De vorming is gemeenschappelijk voor de twee bedoelde ambten en duurt in totaal 30 uur.
Art. 10.Elke vormingssessie wordt bekrachtigd met een proef.
De proef die de derde vormingssessie bekrachtigt voor de ambten bedoeld in de artikelen 19 en 20 van het decreet, wordt georganiseerd als volgt : - Een schriftelijke proef met open boek die de wetgevings- en verordeningsmateries betreft respectievelijk bedoeld in de artikelen 8, § 1 en 9, § 1.
Art. 11.Een afwijking wordt op hun uitdrukkelijke aanvraag toegestaan voor de derde vormingssessie, alsook voor de proef die ze bekrachtigt aan de mensen die een attest van slagen hebben gekregen voor de derde vormingssessie georganiseerd door het decreet van 4 januari 1999 voor zover ze alle twee een identiek ambt betreffen. HOOFDSTUK IV. - Bepaling die gemeen is aan het geheel van de vormingen
Art. 12.Alle kandidaten die een vormingssessie gevolgd hebben, krijgen een attest van vorming. Slechts de kandidaten die een attest overleggen waarbij wordt bevestigd dat zij effectief minstens 75 % van de vorming gevolgd hebben, worden toegelaten deze proef af te leggen. HOOFDSTUK V. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 13.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 juli 2002 houdende organisatie van de vormingen van de verscheidene sessies betreffende de in de artikelen 19, 20 en 21 bedoelde bevorderings- en selectieambten, tot toekenning van vrijstellingen en tot organisatie van de proeven die de vormingen bekrachtigen, bij toepassing van de artikelen 23, 24 en 25 van het decreet van 4 januari 1999 betreffende de bevorderingsambten en de selectieambten en tot oprichting van de verschillende examencommissies belast met het uitreiken van de betrokken brevetten, wordt opgeheven.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 15.De Minister van Leerplichtonderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 30 april 2009.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, Ch. DUPONT