Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 14 mei 2009
gepubliceerd op 13 augustus 2009

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het examen voor de toelating tot de studies ingericht in de Hogescholen, met toepassing van artikel 22, § 1, 5°, van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029398
pub.
13/08/2009
prom.
14/05/2009
ELI
eli/besluit/2009/05/14/2009029398/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 MEI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het examen voor de toelating tot de studies ingericht in de Hogescholen, met toepassing van artikel 22, § 1, 5°, van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in Hogescholen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, inzonderheid op artikel 22, § 1, 5°, ingevoegd bij het decreet van 30 juni 2006 en gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009;

Gelet op het advies nr. 79 van de Algemene raad voor de Hogescholen van 21 juni 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 september 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 10 oktober 2008;

Gelet op het overleg met de verenigingen die de studenten vertegenwoordigen op gemeenschapsniveau, dat op 4 november 2008 plaatsvond;

Gelet op het overleg met de inrichtende machten dat op 3 november 2008 plaatsgreep;

Gelet op het advies nr. 45.610/2 van de Raad van State, verleend op 5 januari 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Het examen voor de toelating tot de studies ingericht in de Hogescholen omvat één enkele zittijd per jaar ingericht tussen de 1e en de 14e september vóór het gewenste academiejaar.

Art. 2.De inschrijvingen voor het toelatingsexamen beginnen op 1 december en nemen een einde op 31 januari vóór het gewenste academiejaar.

Art. 3.Op het ogenblik van zijn inschrijving voor het examen, moet de kandidaat : 1° zijn persoonlijke en beroepsproject bekend maken, met vermelding van de opleiding(-en) die hij wenst te genieten;2° een portfolio indienen in de vorm van een persoonlijk dossier waarin hij zijn project voorstelt, alsook zijn verworven kennis tijdens opleidingen, uit de ervaring en zijn motivatie.Hij voegt eraan toe elk nuttig geacht attest.

Art. 4.Er wordt een enige netoverschrijdende examencommissie opgericht door de Algemene raad voor de Hogescholen. Die wordt voorgezeten door de Voorzitter van de Algemene raad voor de Hogescholen.

De examencommissie wordt als volgt samengesteld : - de Voorzitter van de Algemene raad voor de Hogescholen, die het voorzitterschap ervan waarneemt; - een lid van het Bureau van de Algemene raad voor de Hogescholen, aangewezen door de Algemene raad van de Hogescholen; - de Voorzitter van de Hoge raad voor het landbouwkundig hoger onderwijs; - de Voorzitter van de Hoge raad voor het kunsthoger onderwijs; - de Voorzitter van de Hoge raad voor het economisch hoger onderwijs; - de Voorzitter van de Hoge raad voor het paramedisch hoger onderwijs; - de Voorzitter van de Hoge raad voor het pedagogisch hoger onderwijs; - de Voorzitter van de Hoge raad voor het maatschappelijk hoger onderwijs; - de Voorzitter van de Hoge raad voor het technisch hoger onderwijs; - de Voorzitter van de Hoge raad voor het hoger onderwijs voor vertalers en tolken; - een onderwijzer voor iedere leerstof bedoeld bij artikel 6, derde lid.

Haar samenstelling wordt gewijzigd in functie van de materies waarop de kandidaat ondervraagd wordt.

Voor ieder werkend lid, wordt een plaatsvervangend lid aangewezen.

Op advies van de Algemene raad voor de Hogescholen, stelt de Minister tot wiens bevoegdheid het hoger onderwijs behoort de leden van de examencommissie aan vóór 1 maart elk jaar.

In haar huishoudelijk reglement bepaalt de examencommissie de nadere regels voor de inrichting van het examen en de nadere regels voor de evaluatie ervan. Het huishoudelijk reglement wordt door de Regering goedgekeurd.

Art. 5.Het programma van het examen bevat drie delen : 1° een portfolio, bedoeld bij artikel 3, opgesteld door de kandidaat in functie van zijn persoonlijke en beroepsproject;2° een proef over de algemene taalvaardigheden in het Frans;3° een proef over maximum vier specifieke leerstoffen met betrekking tot het project van de kandidaat.

Art. 6.De examencommissie bepaalt de specifieke leerstoffen van het toelatingsexamen, op basis van de portfolio ingediend door de kandidaat. Ze neemt tevens het persoonlijke en beroepsproject, het studieproject, de ervaring en de verworven vaardigheden van de kandidaat in aanmerking.

De examencommissie maakt de kandidaat de keuze van de specifieke leerstoffen bekend waarop hij ondervraagd zal worden, en dit bij aangetekende brief vóór 1 juni laatstens.

Deze materies worden door de examencommissie gekozen onder de volgende vakken : - wiskunde, - een tweede taal gekozen onder het Nederlands, het Duits, het Engels, - geschiedenis, - aardrijkskunde, - fysica, - scheikunde, - biologie, - de sociale wetenschappen, - de economische wetenschappen, - de toegepaste kunsten, - lichamelijke opvoeding.

Het gedetailleerde programma van de materies vermeld in het vorige lid wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd.

Art. 7.De examencommissie, samengesteld in functie van de leerstoffen waarover de kandidaat ondervraagd zal worden, is belast met de evaluatie van de kandidaten.

Art. 8.Het slaagattest voor het toelatingsexamen vermeldt uitdrukkelijk de afdeling(-en) van het hoger onderwijs ingericht in de Hogescholen waartoe het toegang verleent.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 15 september 2009.

Art. 10.De Minister tot wiens bevoegdheid het Hoger Onderwijs behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 mei 2009.

Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET

^