gepubliceerd op 02 april 2009
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toevoeging van een tussentijdse verhoging voor de leden van het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel alsook voor de leden van het technisch personeel van de PMS-centra die steeds in dienst zijn op 57-jarige leeftijd en tot toevoeging van een tweede verhoging voor de personeelsleden die nog in dienst zijn op 58-jarige leeftijd
12 FEBRUARI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot toevoeging van een tussentijdse verhoging voor de leden van het onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel alsook voor de leden van het technisch personeel van de PMS-centra die steeds in dienst zijn op 57-jarige leeftijd en tot toevoeging van een tweede verhoging voor de personeelsleden die nog in dienst zijn op 58-jarige leeftijd
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgelegd de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddeschalen van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, alsmede van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op de inrichtingen voor kunstonderwijs;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddeschalen van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met beperkt leerplan, ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 juni 1998 tot vaststelling van de weddeschalen van de leden van het leidend en onderwijspersoneel en van het opvoedend hulppersoneel van het secundair kunstonderwijs, met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999 tot vaststelling van de schalen voor de ambten van de leden van het onderwijzend personeel van de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 december 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 15 januari 2009;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van het Comité van sector IX, van het Comité van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - Afdeling II en van het Onderhandelingscomité voor de
personeelsstatuten van het vrij gesubsidieerd onderwijs van 27 januari 2009;
Gelet op het Overlegprotocol van het Onderhandelinsgcomité tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten van het onderwijs en van de gesubsidieerde PMS-centra erkend door de Regering van 27 januari 2009;
Op de voordracht van de Minister van het leerplichtonderwijs, van de Vice-Presidente en de Minister van het Hoger onderwijs, het Wetenschappelijk onderzoek en de Internationale betrekkingen;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 februari 2009, Besluit :
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 15 maart 1974 waarbij op 1 april 1972 de weddeschalen worden vastgesteld verbonden aan de graden van het personeel der leergangen voor sociale promotie ressorterend onder het Ministerie van Nationale Opvoeding en Franse Cultuur en het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Artikel 2bis.Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 57 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.
Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 58 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met het dubbel van de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal. »
Art. 2.In het koninklijk besluit van 27 juni 1974 waarbij op 1 april 1972 worden vastgelegd de schalen verbonden aan de ambten van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel en van het paramedisch personeel bij de rijksonderwijsinrichtingen, aan de ambten van de leden van de inspectiedienst, belast met het toezicht op deze inrichtingen en aan de ambten van de leden van de inspectiedienst van het gesubsidieerd lager onderwijs, en de schalen verbonden aan de graden van het personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Staat wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Artikel 2bis.Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 57 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.
Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 58 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met het dubbel van de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.u »
Art. 3.In het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddeschalen van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, alsmede van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op de inrichtingen voor kunstonderwijs wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Artikel 2bis.Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 57 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.
Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 58 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met het dubbel van de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal. »
Art. 4.In het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 juni 1998 tot vaststelling van de weddeschalen van de leden van het leidend en onderwijspersoneel en van het opvoedend hulppersoneel van het secundair kunstonderwijs, met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Artikel 2bis.Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 57 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.
Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 58 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met het dubbel van de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal. »
Art. 5.In het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 5 mei 1999 tot vaststelling van de schalen voor de ambten van de leden van het onderwijzend personeel van de Hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Artikel 1bis.Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 57 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.
Vanaf 1 januari 2009 wordt voor elk personeelslid in dienstactiviteit dat minstens 58 jaar oud is en dat het maximum van zijn weddeschaal geniet, de waarde van dat maximumbedrag vermeerderd met de waarde van het dubbel van de laatste tussentijdse verhoging van zijn weddeschaal.u »
Art. 6.De Minister bevoegd voor de statuten van het Leerplichtonderwijs, het Kunstsecundair Onderwijs met beperkt leerplan en het Onderwijs voor Sociale Promotie en de Minister belast met de statuten van het Hoger Onderwijs worden respectievelijk belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009.
Brussel, 12 februari 2009.
Voor de Regering van de Franse Gemeenschap : De Vice-Presidente en Minister van Hoger onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Minister van Ambtenarenzaken, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, C. DUPONT De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA