gepubliceerd op 01 april 2008
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van de artikelen 30 en 67, 1e lid, van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de Algemene Inspectiedienst, de Dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de Cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs
18 JANUARI 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van de artikelen 30 en 67, 1e lid, van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de Algemene Inspectiedienst, de Dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de Cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, inzonderheid op de artikelen 30 en 67, 1e lid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 juli 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 27 augustus 2007;
Gelet op het protocol van het Onderhandelingscomité van Sector IX van 10 september 2007;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 15 oktober 2007, bij toepassing van artikel 84, § 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister-Presidente tot wier bevoegdheid de personeelsstatuten van het Leerplichtonderwijs behoren en van de Minister tot wiens bevoegdheid de ambtenarenzaken behoren;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 januari 2008, Besluit : HOOFDSTUK I. - Terugbetaling van de kosten gemaakt door de leden van de onderwijsinspectie in het kader van hun ambt Afdeling 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Binnen de perken van de begrotingskredieten draagt de Franse Gemeenschap, volgens de door dit hoofdstuk bepaalde voorwaarden, de reiskosten, de verblijfkosten en andere kosten die bij de uitoefening van hun ambt werden gemaakt door de personeelsleden van de Algemene Inspectiedienst, met inbegrip van de inspecteurs van de godsdienstlessen zoals aangeduid in artikel 26 van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, hierna de « inspecteurs » genoemd.
Art. 2.Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder : 1° « decreet van 8 maart 2007 » : het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs;2° « Inspectiedienst » : elke Inspectiedienst bedoeld in artikel 3, 2e lid, van het decreet van 8 maart 2007;3° « korpschef » : a) de inspecteur-generaal wat betreft de Diensten bedoeld in artikel 3, 2e lid, 1° en 2° van het decreet van 8 maart 2007;b) de inspecteur belast met de coördinatie van de inspectie wat betreft de Diensten bedoeld in artikel 3, 2e lid, 3° tot 7° van het decreet van 8 maart 2007;c) de coördinerende inspecteur-generaal wat betreft de inspecteurs van godsdienstlessen;4° « administrateur-generaal : de Administrateur-generaal van het Algemeen bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. Afdeling 2. - Terugbetaling van de reiskosten
Art. 3.De reiskosten van de inspecteurs die voortvloeien uit de verplaatsingen bij de uitoefening van hun ambt worden in de vorm en onder de voorwaarden van deze afdeling gedekt.
Elke verplaatsing is afhankelijk van een toestemming van de korpschef, in voorkomend geval, op advies van de coördinerende inspecteur-generaal. Deze toestemming kan algemeen worden wanneer de betrokkenen zich regelmatig moeten verplaatsten.
Art. 4.In principe, moet elke verplaatsing met het goedkoopste vervoermiddel gebeuren. Er mag evenwel van dat principe worden afgeweken als dit in het belang van de inspectiedienst vereist is en mits een toestemming van de korpschef.
De inspecteurs mogen hun eigen voertuig gebruiken in het kader van de verplaatsingen die de uitoefening van hun ambt noodzakelijk maakt.
Art. 5.De reiskosten zoals bedoeld in dit hoofdstuk dekken : 1° de uitgaven in verband met de kilometercontingenten die de korpschef aan iedere inspecteur individueel toekent naargelang van zijn respectievelijke behoeften.Deze toekenning wordt aan de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde ter goedkeuring voorgelegd; 2° de abonnementen voor het openbaar vervoer;3° de parkeerkosten;4° de vergoeding van de reiskosten hoger dan het kilometercontingent bedoeld in 1°, gemaakt met het individuele vervoermiddel.
Art. 6.Het totale bedrag voor de reiskosten bestemd, wordt bepaald door de vermenigvuldiging van het aantal inspecteurs, in volledige opdrachten uitgedrukt, met 18 000 en met 0,248 EUR.
Art. 7.Een forfaitaire kilometervergoeding van 0,248 EUR wordt in aanmerking genomen voor de toepassing van artikel 5, 1°. De vergoeding van toepassing op artikel 5, 4°, bedraagt 0,150 EUR. Afdeling 3. - Terugbetaling van de verblijfkosten
Art. 8.De inspecteurs die zich bij het uitoefenen van hun ambt moeten verplaatsen, hebben recht op de terugbetaling van hun verblijfkosten in de vorm en onder de voorwaarden door deze afdeling bepaald.
Er moet worden verstaan onder : 1° « Verblijf » : de verplaatsingen langer dan 8 uur en die zich verder dan een straal van 25 kilometer vanaf de administratieve standplaats uitbreiden.2° « Half verblijf » : de verplaatsingen langer dan 5 uur en korter dan of gelijk aan 8 uur en die zich verder dan een straal van 25 kilometer vanaf de administratieve standplaats uitbreiden.
Art. 9.De duur van de verplaatsingen wordt berekend vanaf het vertrek van het voertuig bij het heenreizen tot het uur van aankomst bij het terugreizen.
Art. 10.Een nachtvergoeding wordt verleend telkens als de inspecteurs verplicht worden buiten hun verblijfplaats te logeren. Die mag niet met de verblijfvergoeding samengevoegd worden.
Art. 11.Het totale bedrag voor de verblijfkosten, de kosten voor half verblijf en de nachtvergoedingen, dat een begrotingsplafond vormt, wordt bepaald door de vermenigvuldiging van het aantal inspecteurs, uitgedrukt in volledige opdrachten, met het bedrag van 1.635,00 EUR. Per inspectiedienst kan het totale aantal verblijven, halve verblijven en nachtvergoedingen per jaar zoals boven bedoeld niet een gemiddelde van 135 per inspecteur overschrijden.
De vergoeding wordt uitgevoerd op basis van schuldvorderingen en volgens de voorwaarden in de onderstaande tabel weergegeven.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 12.Het recht op terugbetaling van de verblijfkosten wordt niet verleend als de betrokkene een maaltijd kosteloos krijgt op de plaats van zijn verplaatsing.
Art. 13.Onverminderd andere bepalingen, in het kader van dit besluit, geven de verplaatsingen van de inspecteurs buiten het Belgische grondgebied slechts aanleiding tot terugbetaling van de werkelijke uitgaven van de betrokkenen op vertoon van schuldvorderingen en volgens de modaliteiten in afdeling 5 bedoeld. Afdeling 4. - Terugbetaling van andere kosten
Art. 14.De inspecteurs hebben recht op de terugbetaling van hun andere kosten in de vorm en onder de voorwaarden door deze afdeling bepaald.
Onder « andere kosten » dient te worden verstaan, de kosten houdende inzonderheid de uitgaven door de inspecteurs persoonlijk gemaakt en betreffende de telefoonverbindingen, het gebruik van de fax, het gebruik van het Internet, klein kantoormateriaal en de aankoop van documentatiemateriaal van pedagogische aard.
Art. 15.Het totale bedrag voor de andere kosten bestemd, wordt bepaald door de vermenigvuldiging van het aantal inspecteurs, uitgedrukt in volledige opdrachten, met het bedrag van 750,00 EUR. Deze toekenning wordt aan de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde ter goedkeuring voorgelegd.
Het deel zo bepaald vormt een begrotingsplafond. Het dekt de werkinguitgaven van de inspecteurs volgens behoeften hun persoonlijk erkend en mits de naleving van de procedures voor een voorafgaande toestemming van de korpschef. Afdeling 5. - Nadere regels voor de uitbetaling
Art. 16.Al de kosten die aanleiding geven tot een terugbetaling zijn het voorwerp van schuldvorderingen voor echt verklaard en, in voorkomend geval, behoorlijk voorzien van bewijsstukken. Die vorderingen worden door de korpschefs geviseerd en nagegaan. Dit toezicht betreft de werkelijkheid en de gegrondheid van de uitgaven.
De schuldvorderingen worden ingediend bij de korpschef, ten laatste op de 10de van de maand volgend op da maand gedurende welke de vordering ontstaan is. Na onderzoek en visum maakt de korpschef de schuldvorderingen mee aan de personen bedoeld in artikel 17, uiterlijk op het einde van de maand na die van het ontstaan van de schuld. In geval van late indiening worden de schuldvorderingen nietig verklaard.
Art. 17.De Administrateur-generaal van het Algemeen bestuur Onderwijs en Wetenschappeliijk onderzoek stelt de personen aan die belast zijn na te gaan of de voorwaarden in dit besluit bepaald nageleefd worden en moet voor de vereffening van de schulden zorgen.
Art. 18.De begrotingsplafonds bedoeld in de afdelingen 2 tot 4 hebben een gebiedende toepassing. Ze mogen niet worden overschreden behalve volledige compensatie mits de toestemming van de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde, per inspectiedienst, tussen de delen van hun begrotingskredieten respectievelijk voor de reiskosten, de verblijfkosten en de andere kosten bestemd.
Art. 19.Onverminderd de eventuele toepassing van tuchtsancties, heeft de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde de bevoegdheid om de terugbetaling van de kosten door dit besluit bepaald te weigeren als vastgesteld wordt dat de begunstigden misbruik maken van de rechten door dit besluit toegekend. HOOFDSTUK II. - Toelage toegekend aan de inspecteurs belast met de coördinatie van de inspectie
Art. 20.De inspecteurs belast met de coördinatie van de inspectie bedoeld in artikel 65 van voornoemd decreet van 8 maart 2007 genieten, gedurende de periode van hun aanstelling, een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan de helft van het verschil van de bezoldiging tussen de schaal van rang 15 en de schaal die ze genieten als inspecteur. HOOFDSTUK III. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 21.Het besluit van de Regering van de Franse gemeenschap van 18 februari 2004 betreffende de terugbetaling van de kosten die de leden van de onderwijsinspectie bij de uitoefening van hun ambt hebben gemaakt, wordt opgeheven.
Art. 22.De Minister tot wier bevoegdheid het leerplichtonderwijs behoort, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 23.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2007.
Brussel, 18 januari 2008.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs, Mevr. M. ARENA De Minister van Ambtenarenzaken, M. DAERDEN