gepubliceerd op 09 juli 2004
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de terugbetaling van de kosten die de leden van de onderwijsinspectie bij de uitoefening van hun ambt hebben gemaakt
18 FEBRUARI 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de terugbetaling van de kosten die de leden van de onderwijsinspectie bij de uitoefening van hun ambt hebben gemaakt
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het programmadecreet van 17 december 2003 houdende verscheidene maatregelen inzake begrotingsfondsen, inning van schuldvorderingen, de RTBF, de deskundigen en commissarissen der rekeningen van de Regering, de "Ecole d'Administration publique" (School voor Overheidsbestuur) van de Franse Gemeenschap, het ETNIC, de vervreemding van onroerende domeingoederen die tot de Franse Gemeenschap behoren, de universitaire instellingen, de statuten van het onderwijspersoneel, het onderwijs, de psycho-medisch-sociale centra, de vakantiecentra, de sport, de permanente opvoeding en de culturele infrastructuren, inzonderheid op artikel 43;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 januari 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 13 januari 2004;
Gelet op het onderhandelingsprotocol van sectorcomité IX van 22 januari 2004;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid : dat de Inspectie van Financiën herhaaldelijk liet opmerken dat de kilometer- en verblijfsvergoedingen van de onderwijsinspecteurs het opstellen van een duidelijke identificeerbare juridische basis noodzakelijk maakte; dat het immers van belang is in die juridische leemte te voorzien en zo de terugbetaling van de kosten van de onderwijsinspecteurs van de verschillende niveaus te harmoniseren zodat het grondwettelijk beginsel van gelijkheid van behandeling het best wordt nageleefd; dat het beginsel van begrotingsannaliteit de inwerkingtreding van het nieuwe proces op 1 januari tot gevolg heeft; en dat het vandaag voorgestelde besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap, gezien die overwegingen, op 1 januari 2004 in werking moet treden zoals artikel 43 van het voormelde programmadecreet ter uitvoering waarvan het genomen is;
Gelet op het advies 36.507/2 van de Raad van State, gegeven op 9 februari 2004 met toepassing van artikel 84, § 3, lid 1, 2°;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken, Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 februari 2004, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen
Artikel 1.Binnen de perken van de begrotingskredieten draagt de Franse Gemeenschap, volgens de door dit besluit bepaalde voorwaarden, de reiskosten, de verblijfkosten en andere kosten die bij de uitoefening van hun ambt werden gemaakt door de inspecteurs van de psycho-medisch-sociale centra, het kleuter-, lager- en basisonderwijs, het secundair onderwijs, het buitengewoon onderwijs, het hoger onderwijs, het onderwijs voor sociale promotie, het kunstonderwijs, door de Franse Gemeenschap georganiseerd of gesubsidieerd.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° inspectiekorps : alle inspecteurs wier opdrachten gecoördineerd worden door een of meer personeelsleden van de inspectiedienst, korpschefs genoemd;2° korpschef : a) de coördinerend inspecteur of, bij gebrek eraan, de inspecteurs met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van de psycho-medisch-sociale centra;b) de coördinerend inspecteur of, bij gebrek eraan, de inspecteur met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van het kleuteronderwijs en het lager onderwijs, door de Franse Gemeenschap georganiseerd;c) de inspecteur-generaal of, bij gebrek eraan, de inspecteur met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en het gewoon basisonderwijs, door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd;d) de inspecteur-generaal of bij gebrek eraan, de inspecteur met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van het secundair onderwijs voor de algemene vakken en het opvoedend hulppersoneel;e) de inspecteur-generaal of, bij gebrek eraan, de inspecteur met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van het secundair onderwijs voor de technische en bijzondere vakken en vakken voor beroepspraktijk;f) de coördinerend inspecteur of, bij gebrek eraan, de inspecteur met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van het buitengewoon onderwijs;g) de coördinerend inspecteur of, bij gebrek eraan, de inspecteur met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van het hoger onderwijs;h) de pedagogische administrateur of, bij gebrek eraan, de inspecteur met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van het onderwijs voor sociale promotie;i) de inspecteur daartoe aangesteld en met de grootste ambtsanciënniteit wat betreft het inspectiekorps van het kunstonderwijs.3° Administrateur-generaal : de administrateur-generaal van het algemeen bestuur onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. HOOFDSTUK II. - Terugbetaling van de reiskosten
Art. 3.De reiskosten van de inspecteurs die voortvloeien uit de verplaatsingen bij de uitoefening van hun ambt worden in de vorm en onder de voorwaarden van dit besluit gedekt.
Elke verplaatsing is afhankelijk van een toestemming van de korpschef, op eventueel advies van de hoofdinspecteur. Deze toestemming kan algemeen worden wanneer de betrokkenen zich regelmatig moeten verplaatsten.
Art. 4.In principe, moet elke verplaatsing met het goedkoopste vervoermiddel gebeuren; nochtans mag van dat principe worden afgeweken als dit in het belang van het inspectiekorps vereist is en mits een toestemming van de korpschef.
De inspecteurs mogen hun eigen voertuig gebruiken in het kader van de verplaatsingen die de uitoefening van hun ambt noodzakelijk maakt.
Art. 5.De reiskosten zoals bedoeld in dit hoofdstuk dekken : 1° de uitgaven in verband met de kilometercontingenten die de korpschef aan iedere inspecteur individueel toestaat naargelang van zijn respectieve behoeften.Deze toekenning wordt aan de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde ter goedkeuring voorgelegd; 2° de abonnementen voor de gemeenschappelijke vervoermiddelen;3° de parkeerkosten;4° de vergoeding van de reiskosten hoger dan het kilometercontingent in 1° bedoeld, gemaakt met het individuele vervoermiddel;
Art. 6.Het totale bedrag voor de reiskosten bestemd wordt bepaald door de vermenigvuldiging van het aantal inspecteurs, in volledige opdrachten uitgedrukt, met 18 000 en met 0,248 EUR.
Art. 7.De forfaitaire kilometervergoeding van 0,248 EUR wordt in aanmerking genomen voor de toepassing van artikel 5, 1°. De vergoeding van toepassing op artikel 5, 4°, bedraagt 0,150 EUR. Die kilometervergoedingen kunnen om de twee jaar op 1 juli door de Minister tot wiens bevoegdheid de Statuten van het Onderwijspersoneel behoren, herzien worden. HOOFDSTUK III. - Terugbetaling van de verblijfkosten
Art. 8.De leden van het inspectiekorps die zich bij het uitoefenen van hun ambt moeten verplaatsen, hebben recht op de terugbetaling van hun verblijfkosten in de vorm en onder de voorwaarden door dit besluit bepaald.
Er moet worden verstaan onder : - Verblijf : de verplaatsingen langer dan 8 uur en die zich verder dan een straal van 25 kilometer vanaf de administratieve standplaats uitbreiden. Die wordt gevestigd waar de verblijfplaats van de inspecteur zich bevindt. De Administrateur-generaal kan evenwel, op verzoek van een inspecteur, die standplaats vestigen waar hij het vaakst werkt.
De administratieve standplaats van de inspecteurs-generaal is in Brussel gevestigd. - Half verblijf : de verplaatsingen langer dan 5 uur en korter dan 8 uur en die zich verder dan een straal van 25 kilometer vanaf de administratieve standplaats uitbreiden.
Art. 9.Wanneer er gebruik gemaakt wordt van een openbaar vervoermiddel, wordt de duur van de verplaatsingen sinds het vertrek van het voertuig op de heenweg tot het officiële uur van zijn terugkeer berekend.
Art. 10.Een nachtvergoeding wordt verleend telkens als de leden van het inspectiekorps verplicht worden buiten hun verblijfplaats te logeren. Die mag niet met de verblijfvergoeding samengevoegd worden.
Art. 11.Het totale bedrag voor de verblijfkosten, de kosten voor half verblijf en de nachtvergoedingen, dat een begrotingsplafond vormt, wordt bepaald door de vermenigvuldiging van het aantal inspecteurs, uitgedrukt in volledige opdrachten, met het bedrag van 1.635,00 EUR. Per inspectiekorps kan het totale aantal verblijven, halve verblijven en nachtvergoedingen per jaar zoals boven bedoeld niet een gemiddelde van 135 per inspecteur overschrijden.
De vergoeding wordt uitgevoerd op basis van schuldvorderingen en volgens de voorwaarden in de onderstaande tabel weergegeven.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het bedrag in het eerste lid bedoeld, het gemiddelde in het tweede lid bedoeld en de forfaitaire bedragen in de bovenstaande tabel weergegeven, kunnen om twee jaar op 1 juli door de Minister tot wiens bevoegdheid de Statuten van het Onderwijspersoneel behoren, herzien worden.
Art. 12.Het recht op terugbetaling van de verblijfkosten wordt niet verleend als de betrokkene een maaltijd kosteloos krijgt op de plaats van zijn verplaatsing.
Art. 13.Onverminderd andere bepalingen, in het kader van dit besluit, geven de verplaatsingen van de inspecteurs buiten het Belgische grondgebied slechts aanleiding tot terugbetaling van de werkelijke uitgaven van de betrokkenen op vertoon van schuldvorderingen en volgens de modaliteiten in hoofdstuk V bedoeld. HOOFDSTUK IV. - Terugbetaling van andere kosten
Art. 14.De leden van het inspectiekorps hebben recht op de terugbetaling van hun andere kosten in de vorm en onder de voorwaarden door dit besluit bepaald.
Onder andere kosten dient te worden verstaan, de kosten houdende inzonderheid de uitgaven door de leden van het inspectiekorps persoonlijk gemaakt en betreffende de telefoonverbindingen, het gebruik van de fax, het gebruik van het Internet, de kleine kantoormaterialen en de aankoop van documentatiemateriaal van pedagogische aard.
Art. 15.Het totale bedrag voor de andere kosten bestemd wordt bepaald door de vermenigvuldiging van het aantal inspecteurs, uitgedrukt in volledige opdrachten, met het bedrag van 750,00 EUR. Dit bedrag kan om de twee jaar op 1 juli door de Minister tot wiens bevoegdheid de Statuten van het Onderwijspersoneel behoren, herzien worden.
Deze toekenning wordt aan de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde ter goedkeuring voorgelegd.
Het deel zo bepaald vormt een begrotingsplafond. Het dekt de werkinguitgaven van de inspecteurs volgens behoeften hun persoonlijk erkend en mits de naleving van de procedures voor een voorafgaande toestemming van de korpschef. HOOFDSTUK V. - Nadere regels voor de uitbetaling
Art. 16.Al de kosten die aanleiding geven tot een terugbetaling zijn het voorwerp van schuldvorderingen voor echt verklaard en eventueel behoorlijk voorzien van bewijsstukken. Die vorderingen worden door de korpschefs geviseerd en nagegaan op eventueel advies van de hoofdinspecteur. Dit toezicht betreft de werkelijkheid en de gegrondheid van de uitgaven.
Van januari tot november, worden de schuldvorderingen ingediend bij de administratieve cel in artikel 17 bedoeld uiterlijk aan het einde van de maand na die van het ontstaan van de schuld. De schulden van de maand december worden op zijn laatst aan het einde van de winterschoolvakantie ingediend. In geval van late indiening worden de schuldvorderingen nietig verklaard.
Art. 17.Een administratieve cel, onder het gezag van de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde geplaatst, moet nagaan of de voorwaarden in dit besluit bepaald nageleefd worden en moet voor de vereffening van de schulden zorgen.
Art. 18.De begrotingsplafonds in de hoofdstukken II, III, en IV bedoeld hebben een gebiedende toepassing. Ze mogen niet worden overschreden behalve volledige compensatie mits de toestemming van de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde, per inspectiekorps, tussen de delen van hun begrotingskredieten respectievelijk voor de reiskosten, de verblijfkosten en de andere kosten bestemd.
Art. 19.Onverminderd de eventuele toepassing van tuchtsancties, heeft de Administrateur-generaal of zijn afgevaardigde de bevoegdheid om de terugbetaling van de kosten door dit besluit bepaald te weigeren als vastgesteld wordt dat de begunstigden misbruik maken van de rechten door dit besluit toegekend. HOOFDSTUK VI. - Opheffings- en slotbepalingen
Art. 20.Het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 5 juli 1991 betreffende de bepaling van jaarlijkse forfaitaire vergoedingen voor de reis- en verblijfkosten van de hoofdinspecteurs en de kantonnale inspecteurs van het basisonderwijs wordt opgeheven.
Art. 21.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 22.De Minister tot wiens bevoegdheid de Statuten van het Onderwijspersoneel behoren, wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 18 februari 2004.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Ambtenarenzaken, Ch. DUPONT De Minister van Secundair Onderwijs en Buitengewoon Onderwijs, P. HAZETTE