Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 26 oktober 2007
gepubliceerd op 18 december 2007

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering, voor het jaar 2007, van de artikelen 18 en 20 van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2007029421
pub.
18/12/2007
prom.
26/10/2007
ELI
eli/besluit/2007/10/26/2007029421/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2007. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering, voor het jaar 2007, van de artikelen 18 en 20 van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 18, §§ 1, 2 en 3 en artikel 20;

Gelet op het advies van de Adviescommissie voor de Jeugdorganisaties, gegeven op 14 mei 2007;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector, gegeven op 24 mei 2007;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Permanente Opvoeding, gegeven op 30 mei 2007;

Gelet op het advies van de Adviescommissie voor jeugdhuizen en -centra, gegeven op 6 juni 2007;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Lichamelijke opvoeding, de Sport en het Openluchtleven bij de Executieve van de Franse Gemeenschap, gegeven op 7 juni 1997;

Gelet op het advies van het Overlegcomité voor het Centrum voor de Film en de Audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap van België, gegeven op 12 juni 2007;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de openbare bibliotheken, gegeven op 13 juni 2007;

Gelet op het advies van de Commissie voor culturele centra, gegeven op 22 juni 2007;

Gelet op het advies van de Jeugdraad, gegeven op 26 juni 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juli 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 juli 2007;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 43.469/2/V, gegeven op 24 augustus 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het non-profit akkoord van de Franse Gemeenschap, gegeven op 28 juni 2006;

Op de voordracht van de Minister van Begroting, belast met de Sport en de Ambtenarenzaken, de Minister van Cultuur en de Audiovisuele sector en van de Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1) "het decreet" : het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen;2) "harmonisatie van de permanente subsidies" : voor de sectoren van de openbare lectuurvoorziening, de culturele centra en de lokale televisiezenders, de aanpassing van de posten bedoeld in de artikelen 15, 16 en 17 van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen aan een subsidie die gelijk is aan 10 punten, zoals bedoeld in artikel 9, § 2 van hetzelfde decreet;3) "de permanente posten" : de gesubsidieerde posten voor de sectoren van de openbare lectuurvoorziening, de culturele centra en de lokale televisiezenders overeenkomstig de artikelen 15, 16 en 17 van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen; 4) "te bestemmen saldo" : het bedrag van 19.538.000,00 euro, aan te rekenen op de organisatie-afdeling 20, basisallocatie 01.01.01; 5) "de betrokken werknemers" : de werknemers die werken bij een werkgever die erkend is in één van de activiteitensectoren bedoeld in artikel 2, eerste lid, strepen 1 tot 9, van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen;6) "de Minister" : de Minister tot wiens bevoegdheid de activiteitensectoren vermeld in artikel 2, eerste lid, strepen 1 tot 8, van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen.

Art. 2.De maatregel die ten doel heeft bij te dragen tot het dekken van de evolutie van de baremakosten verbonden aan de anciënniteit bedoeld in artikel 20 van het decreet, wordt voor het jaar 2007 behouden.

Het gedeelte van de subsidie bedoeld in de artikelen 9, § 2, 15, 16 en 17 van het decreet, wordt met 1,5 % verhoogd.

Art. 3.§ 1. Voor het jaar 2007 worden de permanente subsidies geharmoniseerd door de toekenning van bijkomende punten overeenkomstig artikel 18, § 1 van het decreet.

De activiteitensectoren bedoeld in artikel 2, eerste lid, strepen 2, 6 en 7 van het decreet krijgen een bijkomend punt per voltijds equivalente permanente post. § 2. De waarde van het punt bedoeld in § 1 wordt vastgesteld als volgt : - 5.730,40 euro voor de sector van de openbare lectuurvoorziening; - 1.874,60 euro voor de sector van de culturele centra; - 6.872,18 euro voor de sector van de lokale televisiezenders.

Art. 4.§ 1. Het voor het jaar 2007 te bestemmen saldo wordt verrekend in de vorm van bijkomende punten overeenkomstig artikel 18, § 1, van het decreet. § 2. Het wordt verdeeld over de activiteitensectoren bedoeld in artikel 2, eerste lid, strepen 1 tot 8, van het decreet volgens de volgende regels : 1° De bijkomende punten worden, overeenkomstig artikel 18, § 1, van het decreet, toegekend aan de betrokken werknemers die tewerkgesteld zijn bij een arbeidsovereenkomst;2° De betrokken werknemers bedoeld in § 2, eerste lid, 1°, moeten worden aangeworven bij een arbeidsovereenkomst waarvan de wekelijkse duur niet korter mag zijn dan één derde van de wekelijkse duur van de voltijds equivalente werknemers in dezelfde activiteitensector.Voor de betrokken werknemers bedoeld in § 2, eerste lid, 1°, die aangeworven zijn bij verschillende arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever, moet de gehele arbeidstijd van die overeenkomsten ten minste één derde tijd uitmaken; 3° Voor het jaar 2007, worden de bijkomende punten verdeeld over sectoren in verhouding tot het aantal voltijds equivalente betrekkingen op 31 januari 2005 in elke sector.De waarde van het punt is gelijk aan het te bestemmen jaarsaldo, gedeeld door het aantal voltijds equivalente betrokken werknemers van alle sectoren. Elke sector krijgt evenveel punten als hij betrokken werknemers, bedoeld in § 2, eerste lid, 1° en 2°, berekend op grond van voltijds equivalente betrekkingen, telt.

Elke werkgever krijgt een som die gelijk is aan evenveel de waarde van het punt als hij betrokken werknemers, bedoeld in § 2, eerste lid, 1° en 2°, berekend op grond van voltijds equivalente betrekkingen, telt. § 3. De toepassing van dit besluit kan tot puntenbreuken komen.

Art. 5.Voor de toepassing van dit besluit worden eveneens beschouwd als tewerkgesteld bij een arbeidsovereenkomst, de betrokken werknemers bedoeld in artikel 69 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, ter beschikking gesteld van een vereniging door een Groepering Sociale Maribel, opgericht vóór 31 december 2003, voor zover : - de werknemer ressorteert onder de sociale Maribel van de socio-culturele sector; - de betrokken groepering ressorteert onder de paritaire commissie 329; - de werknemer ter beschikking wordt gesteld van een vereniging erkend krachtens de sectorregeling.

Art. 6.Voor de toepassing van artikel 4 berekenen de diensten van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, in elke sector, het aantal voltijds equivalente betrokken werknemers op 31 januari 2005, op grond van tellingsformulieren, waarvan de door de werkgevers behoorlijk ingevulde modellen als bijlage bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 november 2005 houdende uitvoering, voor het jaar 2005, van artikel 18, §§ 2 en 3, van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen, worden vermeld.

De diensten van het Ministerie van de Franse Gemeenschap kunnen eveneens dat aantal berekenen op grond van de bewijsstukken die overeenkomstig artikel 10 en 18, § 4, van het decreet worden overgezonden.

Art. 7.De Ministers van Sport, Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 26 oktober 2007.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Begroting, belast met de Sport en de Ambtenarenzaken, M. DAERDEN De Minister van Cultuur en de Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Jeugd en Onderwijs voor Sociale Promotie, M. TARABELLA

^