gepubliceerd op 14 november 2007
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de gevallen waarin het « Fonds Ecureuil » geldvoorschotten kan toekennen
19 OKTOBER 2007. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van de gevallen waarin het « Fonds Ecureuil » geldvoorschotten kan toekennen
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 20 juni 2002 betreffende de oprichting van het " Fonds Ecureuil " van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 4, § 1, 4°, en 18, § 1, 3°, vervangen door het programmadecreet van 15 december 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 oktober 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 oktober 2007;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd als volgt : Verschillende operatoren, die kasbehoeften hebben, gaan bankleningen aan. Die leningen worden over het algemeen gewaarborgd door een discontobrief voor de beloofde subsidies of door een attest dat door de administratie wordt uitgereikt nadat de besluiten tot toekenning van subsidies ondertekend zijn.
Door de renteloze vooruitfinanciering in de eerste dagen van het jaar van de eerste onvoorwaardelijke schijf van de door de Franse Gemeenschap toegekende subsidie, zal het Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap het mogelijk maken dat de lasten van de bankinteresten zullen verminderen voor de operatoren die aan de door de Regering vastgestelde voorwaarden voldoen.
De betrokken operatoren zullen dan kunnen beschikken over de bedragen die overeenstemmen met de uitgespaarde interestlasten, voor de verdere uitoefening van hun cultuuropdracht.
Om het voordeel van dat stelsel in 2008 verder te kunnen genieten, moet de Regering onverwijld de operatoren bepalen die van het fonds voorschotten toegekend zullen krijgen.
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 43.706/4, gegeven op 17 oktober 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op de beslissing van de Regering van 15 september 2006 betreffende het voorschottenfonds voor de subsidies voor de cultuuroperatoren die een overeenkomst met de Franse Gemeenschap hebben ondertekend;
Gelet op de evaluatie die door de Regering werd uitgevoerd overeenkomstig artikel 6 van het besluit van 12 januari 2007 tot vaststelling van de gevallen waarin het " Fonds Ecureuil " geldvoorschotten voor het jaar 2007 kan toekennen.;
Op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort en van de minister tot wier bevoegdheid de cultuur behoort;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.§ 1. Het « Fonds Ecureuil » stort jaarlijks, op de eerste werkdag van de maand januari, geldvoorschotten aan de aanvrager die voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° met de Franse Gemeenschap gebonden zijn bij een programmaovereenkomst, een overeenkomst of een erkenning die onder de sectoren podiumkunsten, letteren, het boek of de beeldende kunsten ressorteert en die het burgerlijk jaar dekt gedurende hetwelk het voorschot wordt gestort;2° geen subsidie van de Franse Gemeenschap genieten die bij wijze van enig waarborg aan een derde wordt gegeven;3° geen partij zijn bij een geschilprocedure die kan leiden tot de storting van de door de Franse Gemeenschap toegekende subsidie of tot de toekenning van het bedrag ervan aan een derde;4° niet getroffen zijn door een procedure inzake schorsing of door een werkelijke beslissing tot schorsing van zijn overeenkomst of zijn programmaovereenkomst noch door een bewarende maatregel tot onderbreking van de storting van het geheel of een deel van zijn subsidie zoals bepaald in de artikelen 2 tot 5 en 6 van het besluit van 16 maart 2007 tot vaststelling van de nadere regels voor de schorsing, de wijziging of de opzegging van een overeenkomst of een programmaovereenkomst genomen ter uitvoering van het decreet van 10 april 2003 betreffende de erkenning en de subsidiëring van de beroepssector van de Podiumkunsten;5° op zijn erewoord verklaren dat hij aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 2° en 3° voldoet bij de indiening van de aanvraag;6° het bij dit besluit gevoegde formulier, uiterlijk voor één november van het jaar dat aan de storting van het voorschot voorafgaat, behoorlijk hebben ingevuld en ingediend bij het ministerie van de Franse Gemeenschap. § 2. De Minister van Cultuur deelt, uiterlijk op één december die aan de storting voorafgaat, op basis van een gedetailleerde lijst, de rechthebbenden op het voorschot en het bedrag ervan voor elk van hen aan het Fonds mee.
Hij legt deze lijst voorafgaandelijk voor advies aan de Inspectie van Financiën voor en onderwerpt die aan de toestemming van de Minister van Begroting. § 3. De aanvrager die niet meer voldoet aan de voorwaarden opgesomd in het paragraaf 1, 1°, 2°, 3° en 4° na indiening van het voormelde formulier kan het voordeel van het voorschot niet meer genieten.
De Minister van Cultuur deelt het Fonds, vóór de storting van het voorschot, de naam van iedere op voormelde lijst ingeschreven persoon mee die niet meer voldoet aan de voorwaarden opgesomd in paragraaf 1, 1°, 2°, 3° en 4°.
Die personen komen niet in aanmerking voor het bij dit besluit bepaalde voorschottensysteem gedurende de twee jaren die volgen op het jaar waarin het aanvraagformulier werd ingediend.
Art. 2.De door het « Fonds Ecureuil » toegekende voorschotten dekken uitsluitend de eerste onvoorwaardelijke jaarlijkse, niet geïndexeerde, schijf van de subsidie van de Franse Gemeenschap, die de aanvrager ontvangt voor het begrotingsjaar waarin het voorschot wordt toegekend.
De voorschotten worden door het « Fonds Ecureuil » toegekend binnen de perken van de middelen waarover het op 31 december van het vorige jaar beschikt.
Art. 3.De Franse Gemeenschap betaalt het « Fonds Ecureuil » de voorschotten terug die werden toegekend aan de gerechtigden die aan dit fonds werden meegedeeld en de intresten die eruit voortvloeien.
De Franse Gemeenschap verricht, gelijktijdig en uiterlijk op 31 december van het jaar waarin het voorschot werd uitbetaald, de terugbetaling van : 1° het voorschot, door middel van de subsidie die de gerechtigde toekomt ten gevolge van de administratieve en begrotingscontrole en door de aanrekening van het bedrag dat voorgeschoten wordt op de basisallocatie van de algemene uitgavenbegroting waaronder de voorgeschoten allocatie ressorteert;2° de interesten die uit het voorschot voortvloeien, door de aanrekening van hun bedrag op de organisatie-afdeling van de algemene uitgavenbegroting.
Art. 4.De interesten die voortvloeien uit de voorschotten die door het « Fonds Ecureuil » worden toegekend, worden berekend op grond van de volgende formule : Bedrag van de subsidie x rente x Aantal dagen/360 Het « Bedrag van de subsidie » is het bedrag dat bepaald is op grond van artikel 2, eerste lid, van dit besluit.
De « rente » is de interbancaire referentierente (Euribor basis 360) die twee werkdagen vóór het begin van het voorschot wordt vastgelegd; stemt overeen met de werkelijke duur van het voorschot; wordt door interpolatie bepaald, in voorkomend geval; beperkt tot 3 decimalen; waarvan een marge van 0,06 % wordt afgetrokken.
Het « Aantal dagen » is het aantal werkelijke dagen van het toegekende voorschot.
Art. 5.Voor het jaar 2008 : 1° moet het formulier bedoeld in artikel 1, paragraaf 1, 6°, worden ingevuld en ingediend bij het Ministerie van de Franse Gemeenschap, uiterlijk op 1 december 2007, 2° verricht de Minister tot wier bevoegdheid de Cultuur behoort de mededeling bedoeld in artikel 1, paragraaf 2, tweede lid, uiterlijk op 18 december 2007.
Art. 6.De Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort en de minister tot wier bevoegdheid de cultuur behoort, worden belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 19 oktober 2007.
Vanwege de Regering, De Minister van Begroting en Financiën, belast met Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN, De Minister van Cultuur en Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN