Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 06 oktober 2006
gepubliceerd op 21 december 2006

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering voor het jaar 2006 van artikel 18, §§ 2 en 3, van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren en houdende diverse bepalingen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2006203942
pub.
21/12/2006
prom.
06/10/2006
ELI
eli/besluit/2006/10/06/2006203942/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

6 OKTOBER 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering voor het jaar 2006 van artikel 18, §§ 2 en 3, van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren en houdende diverse bepalingen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 18, § 2, 3de lid en artikel 18, § 3, 5de lid;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 40.961/2/V gegeven op 22 augustus 2006 bij toepassing van artikel 84, § 1, 1ste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 september 2006;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 6 oktober 2006;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, Op de voordracht van de Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd en van de Minister van Ambtenarenzaken en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.In de zin van dit besluit, wordt verstaan onder : 1) « Het decreet » : het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren en houdende diverse bepalingen;2) « De Regering » : de Regering van de Franse Gemeenschap; 3) « Toe te kennen saldo » : het bedrag van 15.699.000,00 euro, aan te rekenen op de organisatie-afdeling 11, basisallocaties 01.05.02 en 01.07.02, en op organisatie-afdeling 23, basisallocatie 33.01.23; 4) « De betrokken werknemers » : de werknemers die worden tewerkgesteld door een werkgever die erkend is in één van de activiteitensectoren bedoeld in artikel 2, 1ste lid, streepjes 1 tot 8, van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren en houdende diverse bepalingen;5) « De Minister » : de Minister tot wiens bevoegdheid de activiteitensectoren bedoeld in artikel 2, 1ste lid, streepjes 1 tot 8, van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen, behoren.

Art. 2.§ 1. Het jaarlijks voor 2006 toe te kennen saldo wordt uitbetaald in de vorm van bijkomende punten overeenkomstig artikel 18, § 1, van het decreet. § 2. Het wordt over de in artikel 2, 1ste lid, streepjes 1 tot 8, van het decreet bedoelde activiteitensector verdeeld volgens de hierna bepaalde regels : 1° De bijkomende punten worden overeenkomstig artikel 18, § 1, van het decreet, toegekend aan de betrokken werknemers tewerkgesteld bij een arbeidsovereenkomst;2° De werknemers bedoeld in § 2, 1ste lid, 1°, moeten tewerkgesteld worden bij een arbeidsovereenkomst waarvan de wekelijkse duur niet lager mag zijn dan een derde van de wekelijkse duur van de voltijds equivalente werknemers in dezelfde activiteitensector.Voor de werknemers bedoeld in § 2, 1ste lid, 1°, tewerkgesteld bij meerdere arbeidsovereenkomsten bij dezelfde werkgever, moet het geheel van de werkduur van die overeenkomsten minstens overeenkomen met een derde tijd; 3° Voor het jaar 2006 worden de bijkomende punten verdeeld over sectoren in verhouding tot het aantal voltijds equivalente betrekkingen op 31 januari 2005 in elke sector.De waarde van het punt is gelijk aan het jaarlijks toe te kennen saldo, gedeeld door het aantal betrokken voltijds equivalente werknemers van het geheel van de sectoren. Elke sector krijgt evenveel punten als die in § 2, 1ste lid, 1° en 2° bedoelde, voltijds equivalente betrokken werknemers telt. Elke werkgever krijgt een bedrag dat gelijk is aan zoveel de waarde van het punt als die in § 2, 1ste lid, 1° en 2°, bedoelde betrokken werknemers tewerkstelt, berekend in voltijds equivalenten. § 3. De toepassing van dit besluit kan fracties van punten met zich meebrengen.

Art. 3.De betrokken werknemers bedoeld in artikel 69 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, ter beschikking gesteld van een vereniging door een groepering « Sociale Maribel » opgericht vóór 31 december 2003, worden eveneens beschouwd als tewerkgesteld bij een arbeidsovereenkomst, voor de toepassing van dit besluit, voor zover : - de werknemer deel uitmaakt van de « Sociale Maribel » van de sociaal-culturele sector; - de betrokken groepering deel uitmaakt van de paritaire commissie 329; - de werknemer ter beschikking wordt gesteld van een vereniging erkend krachtens de sectoriële reglementering.

Art. 4.Voor de toepassing van artikel 2 berekenen de diensten van het Ministerie van de Franse Gemeenschap in elke sector het aantal betrokken voltijds equivalente werknemers op 31 januari 2005, op basis van de tellingsformulieren ingevuld door de werkgevers, waarvan de modellen zich bevinden in bijlage bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 november 2005 houdende uitvoering, voor het jaar 2005, van artikel 18, § § 2 en 3, van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren en houdende diverse bepalingen.

De diensten van het Ministerie van de Franse Gemeenschap kunnen ook dat aantal berekenen op basis van de bewijsstukken die hun worden meegedeeld overeenkomstig de artikelen 10 en 18, § 4, van het decreet.

Art. 5.De Ministers tot wier bevoegdheid de Cultuur, de Audiovisuele sector, de Jeugd en de Sport behoren, worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 6 oktober 2006.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap, De Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, C. EERDEKENS

^