23 JUNI 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de werking van het begeleidingscomité van het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse"

De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 12 mei 2004 houdende oprichting van het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse" en inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het besluit van 8 juni 1998 van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse";

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 12 juni 2006;

Op de voordracht van het begeleidingscomité van het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse";

Op de voordracht van de Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd en van de Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid;

Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 juni 2006;

Overwegende dat de nadere regels voor de werking van het begeleidingscomité van het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse" bepaald dienen te worden, rekening houdend met de nieuwe bepalingen bedoeld bij het decreet van 12 mei 2004, Besluit :

Artikel 1.Het begeleidingscomité van het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse" vergadert minstens twee maal om het jaar. Een vergadering wordt verplicht geprogrammeerd ten laatste tijdens de maand juni om het activiteitenverslag goed te keuren voor het verlopen jaar.

Er wordt een agenda vastgelegd voor het volgend jaar om de leden toe te laten hun aanwezigheid te programmeren. Buiten deze programmering, vergadert het comité tevens op aanvraag van minstens een derde van de leden of van een of meerdere Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap.

Het begeleidingscomité vergadert op bijeenroeping van de Algemene Secretaris, oproeping die door het secretariaat van het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse" minstens vijftien dagen vóór de vergadering toegestuurd wordt.

Onverminderd de toepassing van artikel 6, bevat de oproeping al de dossiers en documenten die betrekking hebben op de op de agenda voorkomende punten.

Art. 2.De leden die verhinderd worden van het bijwonen van een zitting van het comité, brengen er het secretariaat van het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse" op de hoogte van.

De bij artikel 9 van het decreet, tweede lid, 8° tot 10° en 12° bedoelde leden die de hoedanigheid waarom zij aangewezen werden, verliezen of die hun ontslag indienen, worden vervangen. Te dien einde, gaat de Voorzitter van de raad of het lid van de Regering dat hij vertegenwoordigde over tot de aanwijzing van hun nieuwe vertegenwoordiger en brengt er het secretariaat van het observatoire op de hoogte ervan.

Art. 3.Bij het begin van iedere zitting, tekenen de leden de aanwezigheidslijst, waarbij aan de leden bedoeld bij artikel 9 van het decreet, tweede lid, 8° tot 10° recht krijgen op een zitgeld en op de terugbetaling van reis- en verblijfskosten, met toepassing van de bepalingen bedoeld bij artikel 10 van het decreet.

Art. 4.Het secretariaat van het begeleidingscomité wordt waargenomen door een personeelslid van het Observatoire. Dit lid stelt de notulen op van de vergaderingen van het Comité.

De notulen van een vergadering worden als goedgekeurd beschouwd indien, binnen een termijn van 15 dagen, de leden van het comité, schriftelijk, geen aan- of opmerking op het secretariaat hebben ingediend. Desnoods wordt een nieuwe zending gedaan met inclusie van de aan- of opmerkingen die geformuleerd werden. Als er tot geen instemming kan worden gekomen, worden de notulen aan het comité ter goedkeuring voorgelegd tijdens de volgende vergadering.

Art. 5.Het begeleidingscomité beraadslaagt en beslist geldig indien minstens de helft van de leden aanwezig is.

Indien het quorum niet bereikt wordt, wordt een nieuwe vergadering ingericht binnen de vijftien dagen en met dezelfde agenda.

De beslissingen van het comité worden bij de meerderheid van twee derde van de aanwezige leden genomen. Er wordt geen machtiging toegelaten.

Art. 6.De agenda wordt door de Voorzitter vastgesteld, op de voordracht van de personeelsleden van niveau 1 van het Observatoire.

Ieder lid van het begeleidingscomité kan, daarenboven, op voorhand of tijdens de zitting aanvragen om een punt op de agenda op te nemen.

Wordt de aanvraag op voorhand geformuleerd, dan dient zij laatstens 5 werkdagen voor de vergadering van het secretariaat van het Observatoire ingediend te worden. Indien de aanvraag tijdens de zitting geformuleerd wordt, zal zij enkel in noodgeval of indien er genoeg tijd is, behandeld worden. Zoniet, dan zal zij naar de volgende zitting verschoven worden.

Art. 7.Ten laatste tegen 31 mei, deelt het Observatoire aan de leden van het comité een ontwerp mede van het activiteitenverslag bedoeld bij artikel 7 van het decreet.

Binnen de 15 dagen van de ontvangst, kunnen de leden van het comité hun mogelijke aan- en opmerkingen aan het secretariaat van het Observatoire mededelen.

Deze worden ter discussie gebracht tijdens de vergadering van het comité tijdens dewelke het verslag goedgekeurd moet worden.

Art. 8.De notulen, de dossiers en alle document van de agenda worden ter beschikking gesteld op het secretariaat van het Observatoire, waar zij op eenvoudige aanvraag geraadpleegd kunnen worden.

Art. 9.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 september 2001 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het begeleidingscomité van het "Observatoire de l'Enfance, de la Jeunesse et de l'Aide à la Jeunesse", wordt opgeheven.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11.De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd en de Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid worden belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 23 juni 2006.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK