gepubliceerd op 23 december 2004
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot aanneming van bijzondere nadere regels ter uitvoering van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sector, voor de « Médiathèque de la Communauté française de Belgique »
22 OKTOBER 2004. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot aanneming van bijzondere nadere regels ter uitvoering van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sector, voor de « Médiathèque de la Communauté française de Belgique »
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1971 tot vaststelling van de voorwaarden voor het verlenen van toelagen aan de Franstalige Mediatheek van Belgie en van de voorwaarden voor de erkenning van en het verlenen van toelagen aan de regionale en plaatselijke instellingen die audiovisuele middelen uitlenen ter bevordering van de voortdurende scholing;
Gelet op het decreet van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sector en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 2, lid 2;
Gelet op het advies van de Raad van State van 12 juli 2004;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 27 mei 2004;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting gegeven op 8 juni 2004;
Op de voordracht van de Minister tot wier bevoegdheden de Audiovisuele Sector behoort;
Overwegende de programmaovereenkomst afgesloten op 20 april 2004 tussen de Franse Gemeenschap en de « Médiathèque de Belgique »;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 oktober 2004;
Besluit :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : De Regering : de Regering van de Franse Gemeenschap van België.
De werkgever : de « Médiathèque de la Communauté française de Belgique A.S.B.L. ».
Het bestuur : de Algemene Dienst Audiovisuele Sector en Multimedia van de Franse Gemeenschap.
Art. 2.Mits inachtneming van de voorwaarden van dit decreet kent de Regering aan de werkgever, vanaf 2004, in de raam van de toepassing van de overeenkomst van de non-profitsector in de Franse Gemeenschap, van 29 juni 2000, een aanvullende jaarlijkse subsidie toe die geheel of gedeeltelijk bestemd is voor het dekken van de bezoldigingen, de sociale uitkeringen en verscheidene lasten,.
De aanvullende jaarlijkse subsidie voor het jaar 2004 bedraagt 372.000 euro .
De Regering stelt het bedrag van de aanvullende jaarlijkse subsidie voor de volgende jaren vast, zonder dat de subsidie minder bedragen mag dan die toegekend in 2004, rekening houdend met name met de ontwikkeling van de bedragen voorbehouden aan de financiering van de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sector. Dit bedrag wordt bepaald op de basis van de theoretische en lineaire bestemming van de kredieten van het ermee verband hebbend jaar, voorbehouden aan de toepassing van het decreet van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sector en houdende diverse bepalingen, per voltijds equivalente betrekkingen geïnventariseerd in de Mediatheek bij het laatst opgesteld kwantitatief kadaster.
De bestedingswijze en de verdeling van de som bepaald in lid 2 van dit artikel wordt vastgesteld door de werkgever en de vakbondsafvaardiging, bij collectieve ondernemingsovereenkomst en naar gelang van de volgende collectieve arbeidsovereenkomsten en degene die erop zullen volgen : 1. de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2003 tot bepaling van de arbeidsbezoldiging voor sommige sectoren van de paritaire commissie voor de sociaal-culturele sector afhankelijk van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jeugdcentra, centra voor permanente opvoeding, sportfederaties, de Mediatheek, jeugdverenigingen, lokale televisiezenders;2. de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2003 tot bepaling van de ambtenclassificatie voor sommige sectoren van de paritaire commissie voor de sociaal-culturele sector afhankelijk van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jeugdcentra, centra voor permanente opvoeding, sportfederaties, de Mediatheek, jeugdverenigingen, lokale televisiezenders.
Art. 3.Het bedrag van de subsidie bepaald in artikel 2, lid 2, wordt jaarlijks geïndexeerd, vanaf 1 januari 2005, door de waarde van dit bedrag te vermenigvuldigen met het gemiddelde van de indexcijfers van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de laatste twee maanden van het voorafgaand jaar, gedeeld door het gemiddelde van de consumptieprijzen (gezondheidsindex) van de twee laatste maanden van het voorangaand jaar.
De indexering mag echter niet hoger zijn dan de indexering van de algemene begroting van de primaire uitgaven van de Franse Gemeenschap.
Art. 4.De werkgever dient de collectieve arbeidsovereenkomsten bepaald bij de paritaire Commissie nr. 329 in acht te nemen en in het bijzonder de barema's die erin bepaald zijn en de aanwending van de aanvullende subsidie te verantwoorden door de uitgaven die inzake tewerkstelling door de werkgever werkelijk worden gedaan. De bewijsstukken die ingediend dienen te worden in de loop van het eerste semester van het jaar dat volgt op het jaar waarvoor ze gevraagd zijn, bestaan inzonderheid uit verklaringen van de Rijksdienst voor Maatschappelijke Zekerheid, uit individuele rekeningen of iedere andere vorm van document dat de controle toelaat, inzonderheid de jaarrekeningen goedgekeurd door de algemene verzameling.
De werkgever moet aan het Bestuur elk stuk leveren dat gevraagd zou worden en de ertoe gevolmachtigde ambtenaren de toegang tot de lokalen mogelijk maken waar de stukken zich bevinden die ze overeenkomstig de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecördineerd op 17 juli 1991, dienen te onderzoeken.
Art. 5.De aanvullende subsidie wordt geheel uitbetaald in de loop van het eerste semester van het kalenderjaar waarop ze betrekking heeft.
Voor 2004 wordt de aanvullende subsidie bij wijze van uitzondering geheel vóór 31 december 2004 uitbetaald.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004.
Art. 7.De Minister tot wier bevoegdheid de Audiovisuele Sector behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 22 oktober 2004.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Cultuur, de Audiovisuele Sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN.